KUNST 'In Dreamland zit ons hele hart' Nanny's schrijven bestseller over hun steenrijke bazen Robert Plant hervindt de passie van Led Zeppelin Het kindermeisje als prostituee DONDERDAG 4 JULI 2002 door Han Neijenhuis Het is niet dat hij er niet over wenst te praten. Want Robert Plant is redelijk genoeg om te begrijpen dat in een gesprek met hem ook de naam van zijn oude band Led Zeppelin wel eens valt. Maar het moet ook niet te gek wor den. „De helft van dit interview gaat nu al wéér over Led Zeppelin. Terwijl ik het juist hiér over wil hebben", zegt de zanger plotse ling, terwijl hij wijst op een cd die voor hem op tafel ligt. En die cd is 'Dreamland'. Plants zevende so loplaat en zijn eerste sinds 'Fate of Nations' uit 1993. Hoewel de omschrijving soloal bum in het geval van 'Dreamland' niet ge heel op z'n plek is. Het idee voor dit album met zeven covers en drie eigen stukken is weliswaar afkomstig van Robert Plant zelf, maar hij maakte de plaat samen met z'n nieuwe band Strange Sensation. Volgens Plant een democratische band die nog een lang leven beschoren is. De Britse zanger is zelfs zo enthousiast over deze plaat en z'n nieuwe begeleiders, dat hij 'Dreamland', zonder ook maar één keer met zijn ogen te knipperen, het album noemt dat hij in de periode vanaf 1976 tot nu altijd al had willen maken. Kortom, 'Dreamland' staat wat Ro bert Plant betreft op gelijke hoogte met de eerste Zeppelin-albums en overtreft al zijn voorgaande soloplaten evenals de toch al lesbehalve onaardige twee cd's die hij in de jaren negentig maakte met voormalig Zep pelin-gitarist Jimmy Page. Plant: „Ik hou van de eerste platen van Led Zeppelin. En zelfs van 'Presence' uit 1976. De plaat die door de buitenwereld het meest werd verfoeid, maar fiick it, dat maakt mij niets uit Het gaat ten eerste om mijn gevoel. 'Presence' is prachtig en ob scuur. En vooral anders, net als ieder Led Zep-album anders was. Kijk, Led Zeppelin was een bijzondere band, maar je moet het ook allemaal niet overdrijven. Het is leuk als mensen zeggen dat Led Zeppelin geweldig was. Maar hoeveel Zeppelin-nummers ken nen die mensen eigenlijk? En misschien zijn de songs die zij goed vinden wel hele ande ren dan die ik goed vind." „Wat ik bedoel is, dat we er vooral niet al te interessant over moeten doen", vervolgt Plant. „Rock'n roll is voor een groot deel en tertainment. Vermaak. Net zoals voetbal of tennis, waar ik liefhebber van ben. Maar uit eindelijk gaat het alleen om de mensen die het doen. Om mij in dit geval. Ik bepaal zelf mijn koers en niemand anders. Ik hoor veel mensen zeggen dat ze hopen dat ik weer met Jimmy Page ga samenwerken. Maar dat gebeurt alleen als we dat zelf willen en nu dus niet. Nu telt 'Dreamland'. Dit is een plaat die op gelijke hoogte staat met het ma teriaal uit de toptijd van m'n zogeheten roem. En in die dertig jaar is er eigenlijk niets veranderd. Het gaat in de muziek naast entertainment om de uitvoering en vooral om de passie. De passie die Led Zep pelin had, heb ik met deze muzikanten meer dan ooit teruggevonden. Ons hele hart zit erin. Vooral dat maakt 'Dreamland' zo'n geweldige plaat." Het is duidelijk waarom de 53-jarige Robert Plant op deze zonovergoten dag in een Bmssels hotel is neergestreken. Om zijn nieuwe plaat aan te prijzen. En het lijkt er sterk op dat de zanger niet slechts een pro motiepraatje houdt, maar zeer oprecht is in zijn enthousiasme. In ieder geval is Plant eerlijk en steekt hij zijn mening nog altijd niet onder stoelen of banken. En de zanger mag dan beduidend ouder en wat forser ogen dan de jonge rock'n roll-God die hij in zijn Zep-tijd was, het charisma en de gren zeloze zelfverzekerdheid, niet te verwarren met arrogantie, zijn nog altijd in grote mate aanwezig. Evenals het relativeringsvermo gen, de ironische humor en de jongensach tige blik in zijn ogen. 'Dreamland' is met co vers van onder meer Bukka White, Jesse Young en Robert Johnson ook een plaat dit teruggrijpt naar zijn jonge jaren en naar zijn jeugdhelden. „Eind 1999 kwam ik op een punt dat ik niet meer wilde componeren. Ik had met Jimmy Page een jaar eerder het album Walking In to Clarksdale' opgenomen. Daar staan een paar hele goede dingen op, maar toch gaf het me niet de volledige artistieke bevredi ging. Ik had het gevoel dat ik als componist niets meer te melden had, er kwam niets meer. Ik ben me toen gaan storten op co vers. Eigenlijk net zoals ik deed voordat Page me in 1968 benaderde voor Led Zep pelin." Na een toertje met de vriendenband Priory Of Brion, waarbij Plant dus enkel covers speelde, ging hij aan de slag met Strange Sensation. Daarin onder meer bassist Char lie Jones en voormalig Cure-gitarist Porl Thompson, die beiden al eerder met Page Plant werkten. Robert Plant zelf koos zeven van zijn meest favoriete nummers, maar wonder boven wonder staan er op 'Dream land' toch drie door de zanger en z'n band geschreven composities. „Ik dacht echt dat ik het niet meer kon. Maar de band heeft me enorm gestimuleerd en nieuwe spirit gegeven. Strange Sensation is een geweldige combinatie van talenten, maar tegelijkertijd een echte eenheid. Net zoals Led Zeppelin, ja. Iedereen speelt heel vrij, samen verkennen we een psychedelisch landschap waarin alles mogelijk is. Ook nieuwe songs, dus. Dat ging heel spontaan en onverwacht. Ik ben oprecht blij dat dat gelukt is", zegt Plant, die op 'Dreamland' eens te meer aantoont een veelzijdig en in derdaad vooral een gepassioneerd zanger te zijn. Tijdens de aankomende toer, die eind dit jaar waarschijnlijk Nederland aandoet, zal Strange Sensation naast 'Dreamland'-songs ook rijkelijk citeren uit Plant's verleden. „We zullen zeker weer ook enkele Zeppelin songs spelen. De mensen willen dat horen. Ze verdienen het ook en ik doe het graag. Ik ben wat dat betreft een gelukkig man. Ik heb de keus uit mooie stukken uit het verleden. En een nieuwe plaat die daar uitstekend tussen past." Robert Plant: „Het is leuk als mensen zeggen dat Led Zeppelin geweldig was. Maar hoeveel Zeppelin-nummers kennen die mensen eigenlijk?" Foto: GPD na m 1 ntje dat ;n 1 emi torb rie sten plar hai chzi l. Hi door Peter Kuijt Zelf zijn de twee oud-kindermeisjes nog het meest verbaasd over het succes van hun ro mandebuut Dagboek van een nanny. „We schreven het eigenlijk voor onszelf." En terwijl half New York uitpluist wie er achter de ge portretteerde stinkend rijke maar liefdeloze familie X schuilgaat, houden de ex-verzorg sters Emma McLaughlin en Nicola Kraus stug vol dat hun verhaal toch louter fictie is. „Maar er zijn nanny's die voor een peuter Coquilles Saint Jacques klaarmaken." De 4-jarige Grayer moet elke dag worden voorgelezen uit de Wall Street Journal en The Economist, regelmatig een 'tweetalige maaltijd' nuttigen, zo nu en dan het Gug genheim museum bezoeken en zich aankle den volgens het kleurenschema dat zijn gar derobediagram aangeeft. Gebeurt dat niet, dan verwacht Grayers Lange-termijn Ont- wikkelings Consultant dat het jochie niet optimaal zijn volledige zelf kan ontwikkelen. En het is aan het kindermeisje om Grayer deze onbetaalbare vaardigheden bij te bren gen, want zijn pappa en mamma hebben het veel te druk. Emma McLaughlin en Nicola Kraus hebben het in hun acht jaar ervaring als kindermeis je bij in totaal zo'n dertig families nooit zo bont meegemaakt, maar hoorden van colle- ga-nanny's verhalen die de overtrokken Grayer-situatie angstwekkend dicht bena derden. Die ontboezemingen en hun eigen belevenissen bundelden Emma en Nicola in het romandebuut Dagboek van een nanny, dat in de VS inmiddels een geheide kassa kraker is geworden. Het boek, waarvan ruim een half miljoen exemplaren zijn verkocht, prijkt al vier maanden op de bestsellerlijsten en zal in twintig landen verschijnen. Niezend en ternauwernood een geeuw on derdrukkend zit het 28-jarige duo in een Amsterdams hotel hun jetlag te verwerken, stilletjes afwegend wat erger is: de kots van een 4-jarige opruimen of de pers te woord staan. Nadat eerder het Verenigde Konink rijk was veroverd, promoten de twee nu hun roman in het Koninkrijk der Nederlanden. „Het zijn uitputtende maanden", snottert Nicola. De hoofdpersoon in Dagboek van een nan ny heet eenvoudigweg Nanny. Zij werkt als kindermeisje bij de ongezond welgestelde familie X aan Park Avenue in New York. Zij moet zorgen voor de kleuter Grayer. Vader X ziet ze vrijwel nooit, te druk bezig om de fu sie van zijn firma te laten slagen en met Miss Chicago onder zijn bureau te frieme len. Moeder X ziet eveneens haar kind zo min mogelijk, te druk bezig met zichzelf. Daarom moet Nanny erop letten dat Grayer op tijd naar pianoles gaat, niet te veel kool Emma McLaughlin en Nicola Kraus: „Niet al onze betrekkingen waren zo erg. De meeste families behandelden ons met de grootste waardigheid." Foto: GPD/Harmen de Jong hydraten binnenkrijgt, alles volgens de richtlijnen van 'Communiceren met je peu ter'. Mocht er een les op school niet door gaan, of de 'Mammie en Ik'-cursus zijn af gelast, dan kan Nanny een verantwoord uit stapje maken met Grayer naar de orchidee enafdeling van de botanische tuin of de beursvloer van de aandelenbeurs. Nanny laat het zich aanleunen, maar gaandeweg ontrolt zich voor de lezer een - hier en daar door tikfoutjes ontsierde - hilarische con frontatie tussen het meisje en de volstrekt irrationele moeder. Afgaande op dit verhaal moet het vak van kindermeisje net zo erg zijn als dat van jour nalist of schoonmaker van giertanks. Maar volgens Emma en Nicola moeten we dat niet zo somber zien. Emma: „Niet al onze betrekkingen waren zo erg." Nicola: „De meeste families behandelden ons met de grootste waardigheid." Het boek is ontstaan uit de wens van de twee vriendinnen om 'iets' samen te doen dat zou aansluiten op hun studies kunstge schiedenis en opvoeding. Emma: „Daar naast wilden we graag een verhaal schrijven over werkende vrouwen. En onze ervarin gen als nanny kwamen daarbij uitstekend van pas. We verwachtten dat ons boek voor al veel vrouwen zou aanspreken omdat hun professionele leven in negen van de tien ge vallen begint met babysitten." Het schrijven ging hen zonder al te veel pro blemen af, vertelt Nicola. „Samen namen we de belangrijkste besluiten over het boek: wat voor persoon Nanny zou zijn, in wat voor familie ze terecht zou komen, hoeveel kinderen, etc. We schreven en herschreven beurtelings scènes. Wel hebben we beiden gesleuteld aan de opbloeiende relatie met het vriendje van Nanny, het Harvard Stuk, omdat we dat allebei een uitdaging von den." Emma: „We schreven dit boek eigenlijk voor onszelf. En misschien dat onze ouders het ook wel wilden lezen. Daarom is het zo ver bazingwekkend dat onze roman de hele we reld over gaat." Ze kunnen het succes nog steeds niet helemaal bevatten. Emma: „Wel licht dat het boek veel mensen doet terug denken aan hun eerste betaalde baantje. Dat het herinneringen oproept aan die vroe ge uitdaging, hun eerste, onredelijke baas." De twee houden nog steeds contact met de families waarvoor zij werkten. Nicola: „Ze zijn erg opgewonden over het succes van het boek. Sommigen kloppen zich op de borst: 'Onze nanny is de Nanny uit het boek'." Het duo verwacht niet dat rijke families aan Park Avenue na dit boek hun voorzorgs maatregelen zullen treffen, dat wil zeggen: geen kindermeisje inhuren dat van plan is later een boek te schrijven. „We hopen wel dat zij ervan doordrongen worden dat J ny zijn een keihard beroep iis", zegt Nic „Regelmatig zie je in Amerikaanse tijds gr' ten verhalen over de zorg voor kindere'' Maar nooit zie je dat daarvoor kmdernn° jes zijn geïnterviewd." Emma vult aan: e verhaal is geen monoloog, niet het defi ve nanny-boek. We hopen dat er een d loog ontstaat met het kindermeisje als waardige gesprekspartner."W Vooral in New York, de plaats waar de man speelt, gaat men er van uit dat hei haal is gebaseerd op ware gebeurtenis!! Een krant als de New York. Times maalKC een sport van om te achte rhalen welk j is geportretteerd. De schrijfsters vindee va belachelijk. Nicola: „IkvertrouwdeTii niet meer." Emma: „Het i,s geen 'teil abtE* haal, waarin onthullingen worden gedgew over rijke families in Maiffiattan. Everueve een non-fictie boek over het werk van [uw ny"s. We hebben er twee: jaar over gedent om er een roman van te maken. Ons diitb was uitsluitend van literaire aard." Maum zonderlijke families als de X'es bestaaén 1 weten de twee. „We hebben brieven gp gen van nanny's, die in zulke gezinnei er ben gewerkt", zegt Nicola. „Die voor ping ters Coquilles Saint Jacques moesten Heir maken." i d; Of liefdeloze ouders als vader en moeenig überhaupt kinderen zouden mogen kioeg laten Emma en Nicola in het midden, eer zijn geen God, geen ntizi's, daar gaan ipst niet over", zegt Nicola. „De vader en r, mi der van Grayer denken dat ze genoeg tw omdat ze het kind in materiële zin nielan kort laten komen. De nanny zorgt vooigel affectie." Emma: „Gezien de maatstaveen hun kringetje van welgestelden hanteütst houden ze echt van hun kinderen." V6 di Nicola lijkt een nanny eigenlijk veel open prostituee, omdat ze ook betaald krijgog het geven van een beetje liefde. „Affeeuv hoort nu eenmaal bij het beroep. Hetk v professie, die zich in een huiselijke on De ving ontwikkelt. Maar evenmin als prtf v ees horen kindermeisjes niet respectle n worden behandeld." ïda Met hun romandebuut hebben de tw g veel verdiend dat z.e, indien nodig, eein d ny kunnen bekosti gen. Zal hun kindechtr je anders zijn dan het kindermeisje dan. waren? Nicola: „We hopen het goede I gr len uit de families voor wie wij werkteer j ons professioneel tegemoet traden." e e Het duo werkt inmiddels aan een tweaar roman die in het najaar van 2003 mottal komen. Veel willen ze er niet over kwjrdp ma: „Maar één diing is zeker: het wordr 1 geen Granny Diaries." (tse etc fer c Nicola Kraus 8i Emma McLaughlin ->er£ boek van een nanny. Vertaling: Miel^ Vastbinder. Ui tgeverij Vassallucci, 2^a pag., 16,95 eur o. 0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 14