'Ik was toen zo gek
als een deur'
Tara Singh Varma durft weer te praten
Interview
weekendbijlage
leiqsch
Dagblad
Tara Singh Varma: „Ik heb het niet gewild, maar ik ben driejaar geleden in een situatie terechtgekomen waarin ik de regie kwijt was." Foto: GPD/Jacques Zorgman
Tara Singh Varma kan
weer praten. Durft weer
te praten ook. Bijgestaan
door haar advocaat
vertelt ze over haar
vertrek uit de Tweede
Kamer, een jaar geleden.
Over de bizarre
gebeurtenissen in haar
leven en de
maatschappelijke storm
die daarover losbarstte.
En, heel voorzichtig, over
een toekomst, buiten de
politiek, maar wel in
dienst van de migranten.
door Alexander Münninghoff
J K an wat er allemaal gebeurd
is, wil ik niemand de
schuld geven, behalve me
zelf. En ik zeg er meteen bij: mijn
schuldgevoel vertaalt zich in pijn. Zo
veel pijn, dat ik eigenlijk niet goed weet
hoe ik er mee om moet gaan. Ik heb het
niet gewild, maar ik ben drie jaar gele
den in een situatie terechtgekomen
waarin ik de regie kwijt was. Een ernsti
ge, psychotische toestand die ik nu met
medicijnen enigszins onder controle
heb. Maar ik ben nog steeds onder per
manente behandeling van een internist
en een psychiater. En nog steeds heb ik
latent het idee dat ik dood wil. Volgens
mijn psychiater ben ik voor tachtig pro
cent depressief. Soms denk ik: laat er
toch iemand met een spuitje komen
om me dood te laten gaan."
Tara Singh Varma (53), voormalig lid
van de Tweede Kamer voor Groen
links, barst in snikken uit als ze deze
woorden spreekt. De herinneringen
aan haar politieke deconfiture vallen
haar zichtbaar zwaar. Het begon in mei
vorig jaar toen ze wegens een terminale
kanker haar vertrek uit het parlement
bekend maakte, en eindigde met de bit
tere woorden van partijleider Rosen-
möller in augustus dat hij zich door
haar belazerd voelde, toen uitkwam dat
zij haar ziekteverhaal verzonnen had.
Toch wil ze nu proberen iets van dui
ding te geven aan dat vreemde, patheti-
sche en melodramatische verhaal waar
de pers, volgens haar advocaat Ranesh
Dhalganjansing in wiens Haagse kan
toor wij dit gesprek voeren, een com
plete mediastorm van heeft gemaakt.
Vooral de TROS, die in het tv-program-
ma Opgelicht geen spaan van Singh
Varma heel liet, verwijt de raadsman
'stuitende eenzijdigheid'. Hij is dan ook
een rechtszaak tegen de omroep be
gonnen en zal met een schadeclaim ko
men. Hoeveel, wil hij nog niet zeggen.
„Maar dat is ook niet het voornaamste.
Ik wil in de eerste plaats gerechtig
heid", zegt Singh Varma met een zeer
diepe zucht. Dat ze zo lang gewacht
heeft met haar verhaal, heeft ermee te
maken dat ze eigenlijk nu pas zelf uit
haar woorden kan komen en haar ge
dachten min of meer ordelijk kan ver
tolken. Veel van wat er gebeurd is, heeft
ze niet bewust meebeleefd en kan ze
slechts van horen zeggen navertellen.
Drie jaar geleden, vertelt ze, „kwam de
gekte in mijn hoofd." Ze was toen nog
volop lid van de fractie en haar 'buiten
wereld', zoals ze dat uitdrukt, zag er
nog prima uit: „Ik was sterk, betrokken,
vol inzet voor mijn achterban en een
voorbeeld voor de migranten, wier be
langen ik zoveel mogelijk behartigde. Ik
was onverslaanbaar, leek het."
Rare mensen
Maar in haar binnenwereld zag het er,
zo concluderen de medici nu, al snel
heel duister uit. „Ik was zo gek als een
deur", blikt Singh Varma terug op een
inktzwarte periode waar ze nu pas enig
zicht op begint te krijgen. „Ik ging weg
van mijn partner en verzamelde rare
mensen om me heen. Waarzeggers en
dat soort lui. Mensen die beweerden
dat ze door God gezonden waren en die
met mijn overgrootvader communi
ceerden. Mijn psychiater zegt dat het te
maken heeft met verdringing: ik heb
een aantal zeer zware momenten ge
kend in mijn leven en die eisen dan
hun tol, als je ze hebt weggestopt in je
geest en er niet mee in het reine bent
gekomen."
Ze kijkt heel ongelukkig als ze enkele
voorbeelden geeft: „Buitenbaarmoe-
derlijke zwangerschap, kinderloosheid.
Zware mishandeling door een partner,
bedreiging en mishandeling door ex
treem-rechts eind jaren tachtig. En de
zoektocht naar mijn vader, een Creool
met wie mijn moeder als hindoestaanse
niet mocht trouwen. Als gevolg daarvan
had ik niet eens een geboorteakte! Ik
was een soort schuifkind, ging van de
ene oma naar de andere tante. Maar nu
word ik geheel verzorgd door mijn fa
milie, met name twee tantes."
Deze situatie zadelde Singh Varma op
met een loyaliteitsconflict dat zij haar
hele leven met zich meetorst en dat,
wellicht, nog versterkt werd door affai
res als de uitwijzing van de familie
Gümüs en de Bijlmerenquête. Zaken
waarin zij, als befaamd parlementair
voorvechtster van de gelijkberechtiging
voor migranten, naar haar gevoel te
weinig voor de betrokkenen heeft kun
nen doen.
Singh Varma: „In elk geval: toen die
gekte in mijn hoofd kwam, was ik al
snel niet meer overtuigd van de zin van
het leven. Ik zat maar de hele dag apa
thisch op een stoel, met om me heen
allemaal mensen die de gekste dingen
deden maar die ik in mijn waanwereld,
waarin ik vast geloofde, een plaats gaf.
Gebedsgenezers, occultisten. Die, als ik
riep dat ik een spuitje wilde hebben om
dood te gaan, over me heen begonnen
te blazen of mijn voeten gingen masse
ren. Aan hen heb ik het ook te wijten
dat ik op zeker moment geloofde dat ik
terminale kanker had. Ik heb wel medi
sche problemen: aanleg voor suiker
ziekte en een traag werkende schild
klier. waarvoor ik nog steeds behandeld
word. Dus echt gezond voelde ik me
niet. Maar dat het kanker was, dat heb
ben die mensen me wijsgemaakt en ik
geloofde dat onvoorwaardelijk. Wat
met mij gebeurd is, is volgens mijn psy
chiater het omgekeerde wat Sylvia Mil-
lecam overkwam. Die geloofde op ge
zag van dit soort mensen dat ze géén
kanker had."
Pas sinds enkele maanden, zegt Singh
Varma, is „het luikje bij mij openge
gaan." Nu pas is ze ervan doordrongen
hoe vreemd en onherstelbaar ongeloof
waardig ze indertijd is overgekomen.
„Vooral tegenover de echte kankerpati
ënten, zulke kwetsbare mensen, voel ik
me verschrikkelijk. Maar nogmaals, ik
geef niemand de schuld. Ik neem zelf
de volle verantwoordelijkheid voor iets
wat ik niet met opzet gedaan heb."
Boekhouder
De chaos die zijzelf creëerde, was ten
slotte ook haar redding. Familieleden,
gealarmeerd door de geruchten, doken
op zekere dag in de dozen vol onge
opende post die in haar huis rondslin
gerden. Ze openden de enveloppen
met bankafschriften en haalden er een
boekhouder bij, die nu nog bezig is or
de op zaken te stellen. Er bleken door
de occulte gasten, die ogenblikkelijk het
huis uit werden gejaagd, voor vele dui
zenden guldens aan inkopen te zijn ge
daan met Singh Varma's pasje dat ken
nelijk voor iedereen in huis gebruiks
klaar voorhanden was.
„Er zijn mensen geweest die maanden
lang bij mij hebben gewoond en onge
controleerd allerlei dingen hebben ge
kocht", zegt ze. „Uiteindelijk ging de
bank mijn huis veilen toen ik ruim vier
ton rood stond."
Hier grijpt advocaat Dhalganjansing in:
„Met die bank voer ik nu afrondende
besprekingen. In feite is mevrouw
Singh Varma van al haar schulden bin
nenkort af. De bank begrijpt ook wel
dat ze die schuld niet zomaar had mo
gen laten oplopen. Er is daar iets heel
erg fout gegaan, en mevrouw Singh
Varma was door haar toestand niet bij
machte daarop adequaat te reageren."
Het Openbaar Ministerie seponeerde
een andere nare zaak: de beschuldiging
van de Ninash Foundation dat het ka
merlid tijdens een bezoek aan India een
grote jaarlijkse schenking in het voor
uitzicht had gesteld maar die belofte
niet was nagekomen, waardoor de
stichting in financiële moeilijkheden
was gekomen. Men had op voorhand al
enkele uitgaven gedaan. Overigens had
de Interkerkelijke Organisatie voor Ont
wikkelingssamenwerking ICCO al, op
verzoek van Groenlinks dat nu wel
eens het naadje van de kous wilde we
ten, geconcludeerd dat er van schade
voor Ninash geen sprake was.
Dat lijkt, alles bijeen, toch een kans op
een gelukkiger toekomst te bieden?
Singh Varma: „In elk geval ben ik fysiek
niet meer in staat tot het soort van werk
dat ik dertig jaar lang heb gedaan. De
migrantengemeenschap in Nederland,
waar ik me voor de volle driehonderd
procent voor heb ingezet, is die per
soon Singh Varma kwijtgeraakt. Ik ben
heel blij dat ik in die kringen nog steeds
een goede naam heb, zoals ik heljge-
merkt. En zeker, ik zou graag weer voor
ze aan de slag willen, want de burger
rechten voor migranten zijn hier nog
steeds niet gewaarborgd. Maar ik zou
dat niet meer doen binnen een politie
ke partij, maar met een straatbeweging
of zo, een beweging die dingen aan de
kaak stelt. Politieke partijen zijn institu
ten geworden, dat is een ding dat Pim
Fortuyn goed duidelijk heeft gemaakt.
Ik ben het met zijn ideeën helemaal
niet eens en zijn gedachten over mi
granten bestrijd ik. Maar heel veel men
sen op het Binnenhof beschouwen
zichzelf zo langzamerhand als een half
god en Fortuyn heeft ze gelukkig een
trap onder hun kont gegeven, want
daar waren ze echt aan toe. Maar ja,
wie heeft nu nog de moed om daarmee
verder te gaan? Nu zijn we weer mond
dood. Of denkt u dat het toch het ge
wenste schokeffect heeft gehad en dat
er veranderingen komen? Ik hoop het
maar. Zoals ik ook hoop, dat ikzelf mis
schien ooit weer iets voor de mensen
kan betekenen."
ZATERDAG
1 JUNI
2002
uitgezonden
in Kopspijkers
Interplast
opereert
verminkingen
I en geboorte-
afwijkingen in
Derde Wereld
Weefkunstenares
Rita Kok blijft
het liefst in
de schaduw
i Wat er wel
en niet wordt
0 Z0>