'Ik ben loslopend creatief
000000-00
OOG in OOG
Q 0
De vragen
De regels
Joost Swarte (54) vestigde zich
na de HBS (Mendelcollege in
Haarlem) en de Academie voor
Industriële Vormgeving in Eind
hoven in 1968 als zelfstandig
striptekenaar, die bijdragen le
verde aan talloze tijdschriften
in binnen- en buitenland en di
verse boeken publiceerde. Hij is
als bestuurslid van de stichting
Beeldverhaal Nederland van
meet af aan betrokken bij de
Haarlemse Stripdagen. Zijn
werk is geëxposeerd
in Arnhem, Parijs,
Brussel en Barcelo
na. Is tevens ontwer
per van postzegels,
meubels, horloges en
de nieuwbouw van De
Toneelschuur. Swarte is vader
van drie dochters, Woody uit
zijn eerste huwelijk en Suze en
Loulou uit zijn huwelijk met Jo
an Koops en sinds kort opa van
Buster, zoon van oudste doch
ter Woody.
Joost Swarte: „Het lijkt mij het beste in mijn eigen tijd te leven. En daarin al mijn geestkracht te leggen." Foto: United Photos De Boer/Poppe de Boer
door Gerard van Putten
7. Gaat u liever niet mannen om of
met vrouwen?
„De vraag doelt op dagelijkse omgang en
dan vind ik het eigenlijk geen verschil ma
ken. In de loop der tijd is er wel het een en
ander veranderd. Als ik terugdenk aan hoe
het vroeger was... Ik heb op een middelbare
school gezeten, een jongensschool. Toen ik
daar op zat, kwamen de eerste meisjes in
de klas. En dat was toch wel een behoorlij
ke omslag. Een cultuurschok. Alles werd
anders. Ik had op de padvinderij gezeten,
daar waren alleen maar jongens. In het ka
tholieke milieu, waaruit ik ben voortgeko
men, was alles strikt gescheiden. Ik weet
nog dat toen ik mijn eerste communie
deed, de jongens aan de ene kant van de
kerk zaten en de meisjes aan de andere
kant.
Het heeft toch wel de nodige jaren gekost
om eraan te wennen op een ontspannen
manier met meisjes om te gaan. Het ge
wenningsproces is voor mij een kwestie
van doorzetten geweest. Gewoon veel met
meisjes omgaan en dan normaliseert het
op een gegeven moment wel. Langzamer
hand is alles rechtgetrokken. Nu maakt het
mij eerlijk gezegd niet zo heel veel meer uit
of ik met een man of vrouw van doen heb.
De jaren vijftig willen nog wel eens geïdea
liseerd worden. Maar de samenleving is nu
bepaald gezelliger dan toen. Ik moet er niet
aan denken dat die tijd, met de toen gel
dende normen en waarden terugkomt. Het
leven steekt nu wel veel gecompliceerder in
elkaar. Het wemelt van de comités, com
missies en organisaties. Iedereen wordt ook
geacht van alles en nog wat verstand te
hebben. Dat wordt soms teveel, vandaar
dat terugverlangen naar toen, de zoektocht
naar de eenvoud, maar dat is volstrekt fou
te nostalgie. Het is net als op vakantie gaan
naar een ander land en dan denken dat
daar altijd de zon schijnt, dat daar geen
knellende regeltjes bestaan. Omdat je ze
gewoon niet kent. Eenvoud van leven, het
klinkt aantrekkelijk, maar zo zit het leven
dus niet in elkaar."
13. Gelooft u in liefde op het eerste
gezicht?
„Nee. Ik geloof wel dat je op het eerste ge
zicht mensen aantrekkelijk kunt vinden.
Biologische aantrekkingskracht, daar geloof
ik wel in. Maar liefde gaat me een beetje te
ver. Er zijn voorbeelden uit de literatuur -
en ook uit mijn omgeving - van mensen die
voor iemand zijn gevallen en daarna fors
hun neus hebben gestoten."
29. Van welke beroemdheid greep
de dood u het meest aan?
„Ik denk van Otis Redding. Ik ben muziek
liefhebber en Otis Redding was mijn held.
Ik woonde ooit een concert van hem bij in
Parijs, in de Olympia, waar hij optrad met
Booker T and the MG's en nog een trits an
dere goede soulartiesten. Ik was er zé van
onder de indruk. Popmuziek leeft vooral in
de tienerjaren, maar bij mij is het nooit
echt overgegaan. Het wordt niet echt in
woorden uitgedrukt wat je voelt, maar je
voelt de verwantschap met het gevoel dat
die zangers en zangeressen in die liedjes
uitdrukken. Ik eh... was een echte soulkik-
ker. En Otis Redding was voor mij top. Hoe
die man hartverscheurend kon kreunen!
Geweldig. Toen ik na dat concert terug
kwam, heb ik er nog een artikel over ge
schreven. En dat is gepubliceerd in, ik ge
loof, de Zaanse Nieuwsbode. Dat is een van
mijn weinige exercities op het journalistie
ke pad geweest.
Op het moment dat ik hoorde dat het vlieg
tuig was neergestort waarin Otis Redding
zat, was het net alsof er iets van mijn eigen
gevoel dat ik met hem deelde werd wegge
nomen. Een stuk van mezelf, zo diep zat
het. Je hebt van die mensen om je heen,
van wie je een deel van je eigen belangstel
ling mee deelt. Niet in het echt, maar zo zit
het in het hoofd. Het zijn de maitres a pen-
ser, de mensen aan wie je geregeld denkt.
Het zijn degenen die in je brein rondzwe
ven, zij kennen jou dan wel niet, maar jij
gebruikt ze om de persoonlijke gedachten
aan op te hangen. En als zo'n kapstok valt,
grijpt dat enorm aan. Af en toe zet ik nog
wel eens een plaatje van Otis op, zo eens
per jaar."
42. Wie bewondert u?
„Er zijn allerlei artiesten en kunstenaars die
een bepaald kunstje onder de knie hebben,
maar dat is gewoon hun vak. En deugen ze
karakterologisch dan niet, dan gaat er nog
een deel van de glans af. Ik zou eigenlijk op
deze vraag willen antwoorden: Frans Lom-
merse, de directeur van De Toneelschuur -
in het besef dat hij dan meteen 'ach slij
merd' zal roepen. Maar dat neemt niet weg
dat in die man een enorm doorzettingsver
mogen huist. Als hij vindt dat iets tot stand
moet komen dat weliswaar niet van hem
zelf is, maar dat uit pure bewondering voor
andermans werk in zijn visie wel gereali
seerd moet worden, zal Frans niet rusten
voordat hij zijn zin krijgt. Frans Lommerse
houdt dat al jaren vol. Altijd maar weer de
programmering van het theater zodanig in
richten dat ook de vernieuwing op toneel
wordt opgepakt. Daarnaast bracht en
brengt hij het op zich intensief te bemoeien
met de nieuwbouw van De Toneelschuur.
Het is bijna incestueus. Ik bedoel: hier zit
de gek die door een andere gek, hij dus, is
gevraagd daar wat voor te maken. Als ik zie
hoe Frans nooit nalaat altijd maar weer het
onderste uit de kan te halen, alles in het be
lang van het theater en ook telkens goede
moed weet te houden, dan heb ik daar heel
veel respect voor. Hij is een belangrijk fi
guur voor Haarlem, maar ook voor ver
daarbuiten. De Toneelschuur is een insti
tuut dat landelijk een vooraanstaande rol
speelt. En dat is zijn verdienste. Hij zal best
eens moe worden, alleen laat Frans dat
nooit merken. Als hij zich ergens in vast
heeft gebeten, laat de man niet meer los.
Guy Mortier, hoofdredacteur van het
Vlaamse tijdschrift Humo, lijkt me hetzelf
de soort mens. Al kan ik dat niet helemaal
beoordelen. Ik ben immers striptekenaar
en geen psycholoog. Maar vast staat dat
Mortier als jonge vent in een katholiek om
roepblad is gesprongen, dat hij heeft omge
vormd tot de spreekbuis voor Vlaanderen.
Hij heeft de politiek vanuit een satirische
invalshoek scherp gevolgd. En wel zo, dat
ik ervan overtuigd ben dat Mortier heel veel
invloed heeft gehad op de ontwikkeling van
het hedendaagse België. En het gaat maar
door. Hij is zelf mister Humo geworden. En
dat heeft alles te maken met zijn doorzet
tingsvermogen. Dat kent werkelijk geen
grenzen."
3. Als u nu een ander beroep zou
mogen kiezen, wat zou u dan willen
worden?
„Ik heb geen beroep, zodat ik ook geen an
der beroep kan kiezen. Ik ben loslopend
creatief. Ik ga alle kanten op. Dus een twee
de professioneel leven zou er ongetwijfeld
heel anders uit zien. Ja, als mij van officiële
zijde wordt gevraagd wat ik doe voor de
kost, dan kom ik meestal met een vage op
lossing als tekenaar schuine streep ontwer
per. En ja, daar kun je ook alle kanten mee
op. Soms wordt striptekenaar bewust naar
voren geschoven. Als je een gebouw tekent
en je zet erboven 'striptekenaar ontwerpt
gebouw', dan wordt dat over het algemeen
exotisch gevonden. Ja, dat trekt de aan
dacht."
15. Wanneer hebt u voor het laatst
teveel gedronken?
„Dat zal vorige week zijn geweest. Ik doe
het wel minder dan in het verleden.
Het heeft er mee te maken dat ik overdag
hard probeer te werken, maar dan is er veel
ruis op de lijn. Veel telefoontjes en ook veel
faxen van mensen, die verwachten dat
daarop snel gereageerd wordt. Ik werk aan
veel projecten door elkaar heen. Ik leid een
vrij rommelig arbeidsleven. Het komt wel
eens voor dat een bepaalde klus af moet,
omdat je dat hebt toegezegd. Dan neem ik
dus werk mee naar huis. Als de kinderen
dan 's avonds op bed liggen, begin ik nog
eens aan iets. Dan werk ik door tot een uur
of elf, half twaalf en soms tot nog later. En
dan krijg ik na gedane zaken altijd de aan
drift mezelf te belonen. Dan trek ik een fles
open, de kranten komen vervolgens op ta
fel, tijdschriften, de televisie gaat aan, en
dan wil het wel eens uit de hand lopen.
Maar het afgelopen jaar heb ik die levens
stijl minder aangehangen, eenvoudig om
dat die niet is vol te houden. Als ik dan 's
avonds een neutje nam, vervolgens weg
zonk in diepe slaap en dan wakker werd
om erachter te komen dat het drie uur 's
nachts was... dat lijkt me toch niet zo ge
zond. Temeer omdat 's morgens wel de
wekker ging, er boterhammen gesmeerd
dienden te worden en dan hop, de dames
naar school moesten worden gebracht.
Buiten mijn afwijkende levensritme om,
ging ondertussen het dagelijkse bestaan ge
woon door."
22. Waar geeft u het meeste geld
aan uit, woning of auto buiten
beschouwing gelaten
„Ik geef wel grote bedragen aan kleding uit,
zij het dat het heel weinig gebeurt. Eens in
de twee jaar schaf ik een paar schoenen
aan. Maar die koop ik dan in Parijs. Schoe
nen van een fantastisch merk en van een
grote luxe. Maar het meeste geld geef ik uit
aan boeken en tijdschriften. Ik excuseer me
altijd door mezelf wijs te maken dat de tijd
schriften uit professionele overwegingen
worden gekocht. Ik zeg dan tegen mezelf
en tegen anderen dat zonder niet goed te
werken is. Ik haal elke maandag Libération
in huis en andere Franse kranten om op de
hoogte te blijven van wat er aan marginale
strips in Frankrijk wordt gepubliceerd.
Daarnaast zijn er nog de bladen op het ge
bied van architectuur, vormgeving, typo
grafie en mode. Doorgaans zijn het niet de
goedkoopste tijdschriften, dus dat tikt aar
dig aan."
27. Welk tv-programma moet
meteen van het scherm af?
„Ik vind helemaal niet dat tv-programma's
van het scherm moeten. Als ik ze niet leuk
vind, kijk ik er domweg niet naar. Als ik
rondzap en op een programma stuit dat
mij niet kan boeien, dan ben ik weg. Ik kijk
ze niet eens uit, sterker nog, ik wil er niet
eens een oordeel over geven. Ik gun me
niet eens de tijd om me eraan te storen. En
laat het maar bestaan voor de mensen die
er blijkbaar wél plezier aan beleven."
33. In welke andere periode had u
graag geleefd?
„Dat is allemaal fantasie. Er zijn - of liever:
waren - op zich interessante periodes, het
interbellum bijvoorbeeld, de jaren tussen
de twee wereldoorlogen. Dan zou je den
ken dat het toen een heel interessante tijd
was, omdat er allerlei avant garde-groepen
bezig waren. Maar je verkijkt je erop. Al die
dingen die nu als belangrijk worden beoor
deeld, krijgen een zwaar accent. Maar het
dagelijks leven was toen veel minder inte
ressant. Je kunt je ook afvragen hoe margi
naal al die mensen wel niet waren. Mondri
aan wordt nu als een groot artiest gezien,
maar hoe groot was hij in zijn tijd?! Als je
ziet hoe Theo van Doesburg heeft moeten
sappelen om de touwtjes aan elkaar te kno
pen, die man viel echt niet te benijden. Het
lijkt mij het beste in mijn eigen tijd te leven.
En daarin al mijn geestkracht te leggen. In
reïncarnatie geloof ik ook niet, daar heb ik
niks mee. Volgens mij is het echt afgelopen,
straks - finito. Dus ik zal het nu moeten
doen, een tweede kans zal er niet komen."
49. Denkt u te weten wat uw
partner in u ziet?
„Ik heb het haar nooit gevraagd. Maar ze
zal wel wèt in mij zien, anders zouden we
niet samen zijn."
ZATERDAG
25 MEI
2002
ER
BU
1Wanneer bent u voor het laatst enorm boos
geweest?
2. Op welke plek buiten Nederland zou u een
jaar willen wonen?
3. Als u nu een ander beroep zou mogen
kiezen, wat zou u dan worden?
4. Wat zult u nooit weggooien?
5. Welk kunstwerk (boek, schilderij, beeld, lied,
cd) zou u gemaakt willen hebben?
6. Waarover heeft u in uw leven het meeste
verdriet gehad?
7. Gaat u liever om met mannen
of met vrouwen?
8. Wordt u met het ouder worden
optimistischer of pessimistischer?
9. Van welk bedrijf of welke instelling zou u
directeur willen zijn?
10. Wanneer was u voor het laatst
zenuwachtig?
11. Als u vandaag ineens alles zou durven, wat
zou u dan als eerste doen?
12. Wat zou u willen veranderen
aan uw jeugd?
13. Gelooft u in liefde op het eerste gezicht?
14. Wat kan u in mensen vreselijk ergeren?
15. Wanneer heeft u voor het laatst te veel
gedronken?
16. Welke rol in welke film had
u willen spelen?
17. Van wie zou u een toegestoken hand
weigeren?
18. Wat vindt u opwindend?
19. Vindt u zichzelf aantrekkelijk?
20. Wat is uw slechtste eigenschap?
21. Heeft u een euthanasieverklaring getekend?
22. Waar geeft u het meeste geld aan uit?
(Woning en auto buiten beschouwing
gelaten)
23. Heeft u wel eens een
belangrijke vriendschap verbroken?
24. Op welke terreinen heeft volgens u de
andere sekse het gemakkelijker?
25. Zijn er onderwerpen waarover tegen u geen
grappen gemaakt mogen worden?
26. Is seksualiteit belangrijk in het leven?
27. Welk tv-programma moet meteen van het
scherm worden gehaald?
28. Mogen partners geheimen
voor elkaar hebben?
29. Van welke beroemdheid greep de dood u
het meest aan?
30. Wat was de gelukkigste fase
van uw leven?
31. Welke dag zou u willen overdoen?
32. Wat is de karaktertrek waarvan u wilt dat
mensen zich u erom herinneren?
33. In welke andere periode had u graag
geleefd?
34. Wanneer was u voor het laatst verliefd?
35. Bent u trouw?
36. Bent u gelovig?
37. Wat zou u graag beter kunnen?
38. Wat mist u in het buitenland het
meest aan Nederland?
39. U mag vier mensen - onder wie ook
overleden personen - uitnodigen voor een
dinertje. Wie kiest u?
40. Welke kus zou u willen overdoen?
41Waar krijgt u kippenvel van?
42. Wie bewondert u?
43. Gaat u wel eens alleen uit?
44. Wat was uw slechtste beslissing?
45. Wat is in uw werk uw grootste frustratie?
46. Wat was uw angstigste moment?
47. Wanneer hebt u voor het laatst een leugen
(tje) gebruikt?
48. Wat is de grootste wetsovertreding die u
heeft begaan?
49. Denkt u te weten wat uw partner in u ziette
50. Wanneer beschouwde u zichzelf
als volwassen?
De geïnterviewde gooit telkens een dobbelsteen
met twintig vlakken, om te bepalen welke vraag
hij (of zij) krijgt voorgelegd. Voor de eerste vraag
wordt gerekend vanaf nul. Bij de volgende
negen worpen wordt er doorgeteld, waarbij na
vraag 50 weer vraag 1 volgt. Komt iemand op
een vraag die hij al heeft beantwoord, dan moet
die worp over.