De zegen van Latino-priesters Argwaan tegen seminarie Nieuwe Niedorp slinkt Op uitnodiging van de Haarlemse bisschop Bomers, stichtte de rooms-katholieke lekenbeweging het Neo- Catechumenaat in 1993 een seminarie in het Noord-Hollandse Nieuwe Niedorp. Groot tumult was het gevolg. Bij het overgrote deel van de priesters en de gelovigen waren de jonge seminaristen uit andere werelddelen niet welkom. Ze spraken de taal niet, waren te recht in de leer. Maar na aanvankelijk wantrouwen volgt nu enthousiasme. De ontvangst die de priester studenten kregen, vertoont een opvallende parallel met die van Maxima Zorreguieta. De godvruchtige Latino's uit Nieuwe Niedorp zouden wel eens beweging kunnen brengen in de houten heupen van de Nederlandse kerkprovincie. door Kees van der Linden Het seminarie van Redemp- toris Mater ('Moeder van de Verlosser'), onderge bracht in een voormalig klooster in Nieuwe Niedorp, is een sombere ko los omzoomd door knerpend grind. Maar binnen is de sfeer zonnig. Wit gesauste muren, elk vertrek voorzien van een vloerbedekking in felle tin ten, van biljartlakengroen tot koren- blauw. De voertaal is Nederlands, uitgesproken met een typisch Latijn se tongval, die doet denken aan stripmuis Speedy Gonzales. Uit de kapel klinkt gezang begeleid door gitaargetokkel dat uitmondt in zulke heftige roffels, dat het lijkt als of de flamenco wordt gedanst. Voe ten slaan het ritme op de signaalro de vloerbedekking, handen klappen in staccato. Op het ogenblik telt het seminarie drie studenten uit Brazilië, vier uit Italië, twee uit Paraguay, drie uit Polen en drie uit Colombia. Spanje, Malta, Honduras, Mexico en Curacao leveren elk één seminarist. Het handhaven van de dagelijkse discipline berust bij drie priesters, gestoken in zwarte pakken met witte boordjes: de jonge rector Luc Geor ges, een dertiger uit Wallonië, stu dieprefect José Manuel Tercero Si mon, een vijftiger uit Spanje en tot slot de 28-jarige Stanislaw Kielek uit Polen. In de kapel en in de eetzaal zitten ze gedrieën naast elkaar, in een opstelling die doet denken aan die van een rechtbank. Binnen handbereik houdt de rector steeds een koperen tafelschelletje, waarmee hij binnen een seconde alle aan dacht op zich kan richten. De huishouding wordt bestierd door een handjevol oudere Italianen, on der wie kokkin Aïda. Uit haar keuken komen sobere, Romeinse maaltij den. Dat wil zeggen: een wisselend hoofdgerecht aangevuld met de on veranderlijke bestanddelen pasta al dente, wijn en fruit. Op de naamda gen van de studenten klingelt rector Georges met zijn belletje, feliciteert de gelukkige en laat een feestelijke toespijs binnendragen: coupes met Italiaans ijs. Initiatief Het seminarie kwam in 1993 naar het bisdom Haarlem op uitnodiging van de inmiddels overleden bis schop Bomers. Hij had in Rome ge zien hoe de rooms-katholieke leken beweging van het Neo-Catechume- naat er wereldwijd in slaagt jongens te interesseren voor een priesterop leiding. Vooral in Zuid-Europa, La- tijns-Amerika en Polen komen jon gemannen in gebedsgroepen tot be kering. Na een retraite in Rome, worden ze via loting uitgezonden naar seminaries over de hele wereld. Geholpen met een flinke financiële injectie van de stichting Levend Wa ter van de vrome Sporthuis Centru meigenaar Piet Derksen, kregen de studenten ook in missieland Neder land een passende behuizing. Het bleek het begin van Bomers' neergang. De leiding van de be staande priesteropleiding Het Willi- brordhuis, die zich door de manoeu vre van Bomers gepasseerd voelde, stapte furieus op. De bisschop zelf kwam evenmin onbeschadigd uit de machtsstrijd: hij moest op gezag van een onderzoekscommissie tijdelijk bevoegdheden afstaan. Maar on danks de geweldige oppositie, bleef het seminarie bestaan, zelfs toen de geldschieter kort daarop stierf en niet lang daarna ook de bisschop dood in elkaar zakte. Stanislaw: „Toen Bomers overleed, dachten we: nu kunnen we onze koffers wel pak ken." Maar, zoals Stanislaw gelooft, God greep in. Eerst meldde zich een ano nieme particulier die de hypotheek op het gebouw overnam, vervolgens was daar hulpbisschop Punt, die het seminarie slim integreerde in de dio cesane priesteropleiding. Nu rijdt er dagelijks een Fiat-busje met studen ten van Nieuwe Niedorp naar het Willibrordhuis in Vogelenzang, waar de jongens een loodzwaar lespro gramma volgen. Televisie kijken is er niet bij, de enige uitlaatklep is zo nu en dan een balletje trappen op een veldje achter het klooster en op dinsdagavond: zwemmen in het overdekte zwembad van Winkel. In het chloorwater spoelt de ernst er bij de studenten snel van af. Onder vrolijk gebrul storten ze zich uitgela ten van de duikplank en houden ze wedstrijdjes snelzwemmen. De blonde badjuffrouw heeft niet te kla gen over aandacht van de charman te badgasten, die hun priesterlijke allure even helemaal laten varen. Al mijden ze, in tegenstelling tot de overige badgasten, opvallend zedig de gemeenschappelijke kleedkamer en geven ze de voorkeur aan de kleedhokjes. Na afloop koerst het ge zelschap naar de benzinepomp van het dorp, waar cometto's, kauwgom en chips worden ingeslagen. Verbazing In de bibliotheek zit de Colombiaan Wilson Varela (23) gebogen over een stapel boeken. Zijn gezichtstrekken verraden Indiaanse voorouders. Ne derlands spreekt hij na twee jaar oe fenen vrij goed, maar een Nederlan der zal hij nooit worden, voorspelt hij. „Dat wil ik ook niet. In Colombia zijn we warmbloedig en wat blijer, dat wil ik zo houden." De geschiede nis van Nederland verbaast hem. „In relatief korte tijd hebben jullie de re ligie aan de kant gezet, terwijl jullie ooit zoveel missionarissen uitzon den over de hele wereld. Maar mis schien waren de priesters hier wel te streng, trokken ze te veel macht naar zich toe." In zijn opvattingen klinkt vooral be houdendheid door. Zo heeft de kerk 'een bepaalde orde', waarin de priester en niemand anders de sa cramenten bedient. Pastoraal wer kers mogen daar hun vingers niet aan branden. Eucharistie en bedie ning van de sacramenten zijn on misbaar 'voor de opvoeding in het geloof. Ook zijn standpunt over ho moseksualiteit verraadt kennis uit versleten boeken over moraaltheolo gie, al debiteert hij zijn opvattingen zonder een spoor van fanatisme. „Ik geloof in de bijstand van de Heilige Geest aan de Paus en de bisschop pen, dus sta ik achter hun leer. Ook hier op het seminarie ervaar ik dat de zaken niet verkeerd lopen, als je maar gehoorzaam bent." Trouw zijn aan de leer is een eigen schap van alle nieuwe studenten, legt rector dr. Jan Hendriks - hoofd van de priesteropleiding in Vogelen zang - uit. „Iemand die grote moei lijkheden heeft met de roomskatho- lieke leer, wordt in deze tijd toch geen priester meer? Dan ben je gek als je daar je leven aan geeft." Maar verslijt de aanstormende lichting niet voor muggenzifters, vervolgt hij. „Ze zetten heus niet overal de botte bijl in. Ze kunnen zaken goed rege len, hun zuidelijke temperament heeft iets soepels. Ik heb ze zien sla gen op plekken waar eerder Neder landers de mist in waren gegaan." De argwaan tegen de studenten uit Nieuwe Niedorp zit niet zelden bij de oude pastoors. Arie (63) uit Tuit- jenhom, een gepensioneerde mavo directeur, geeft Nederlandse les op het seminarie in Nieuwe Niedorp. „In onze parochie zou een student uit Nieuwe Niedorp stage komen lo pen. Onze pastoor begon meteen: 'Wat moeten we met zo'n conserva tieve jongen?' Ik zei: jij leest alleen de kranten, probeer het nou maar eerst een keer. Dus die jongen kwam en na drie weken was het ijs gebro ken. Een scherpslijper? Helemaal niet. Ik herinner me maar één voor val, toen hij de liturgieboekjes voor een huwelijksinzegening over heeft laten maken, omdat er was gerom meld met de vaste tekst van het eu charistisch gebed." Bij de oude priesters is het wantrou wen inderdaad groot, weet Hen driks. „Na 1968 zijn er nog maar Veel bidden en hard studeren. De jonge seminaristen van Nieuwe Niedorp bereiden zich voor op een loopbaan als priester in het bisdom Haarlem. Foto: Hans van Weel mondjesmaat priesters gewijd, de grote hap is van vóór die tijd. Al die priesters hebben hetzelfde traject doorlopen en op het groot-semina rie Warmond dezelfde vorming ge had. Ik kan me voorstellen dat ze huiverig zijn." Verdachtmakingen De dikke kloostermuren in Nieuwe Niedorp bewezen in de beginjaren dienst als buffer tegen de niet afla tende stroom van verdachtmakin gen. De seminaristen kwamen zel den buiten en kregen les van docen ten die werden ingevlogen uit Italië en Spanje. Pas na de samenvoeging met de diocesane priesteropleiding, gingen de deuren open en begon de argwaan van de gelovigen buiten de muren te smelten. Stanislaw: „Op een gegeven moment hebben we een open dag gehouden. De mensen zaten vol vooroordelen, ze gingen er bijna van uit dat we hier Latijn met elkaar spraken. Toen de eerste stu denten voor stage naar de parochies trokken, gingen ze er met angst naar toe. 'Worden we straks opgegeten'?" Een van de eerste redemptoris-ma terstudenten die als priester in een parochie belandden, was Stanislaw Kielek. Tot zijn spijt heeft hij zijn be trekking inmiddels moeten opgeven, omdat bij hem de ziekte multiple sclerose is vastgesteld. Maar aan de jaren in Blokker heeft hij goede her inneringen. „Natuurlijk waren er mensen die dachten dat ik terug naar de jaren vijftig wilde en natuur lijk zijn er die hun vooroordelen be hielden. Het zijn nu eenmaal men sen." De deken van Haarlem en Beverwijk, Ton Cassee, heeft zijn visie op het seminarie inmiddels bijgesteld. „Eerst moest ook ik er niet veel van hebben. Maar nu zeg ik: laten we het avontuur maar aangaan. Want de eerste geluiden uit de parochies waar deze jongens werken, zijn posi tief. De grootste scepsis is bij de mensen nu wel weg. Als deken zeg ik: ik hoop dat ze voldoende Neder lands leren en tegelijkertijd de kunst beheersen om de eigen cultuur te behouden. Mensen uit andere cultu ren kunnen je helpen over de gren zen heen te kijken. Hun geloof is zeer bezield, dat stralen ze ook uit. Dat kan ook bijna niet anders, want ze hebben als jonge vent hun ge boorteland verlaten, dat is niet niks. Deze jongens kunnen een welkome aanvulling worden." De komst van allochtonen in de Ne derlandse kerk is zelfs noodzaak, meent rector Hendriks. „Waarom zouden de priesters in deze multi culturele samenleving allemaal Ne derlanders moeten zijn? Op een re ceptie in het bisdom heb ik iemand in een speech ooit geëmotioneerd horen zeggen, dat hij hoopte dat de Haarlemse kerk eens weer van vreemde smetten vrij zou zijn." Zo'n visie betreurt Hendriks. „Een impuls van buiten kan toch geen kwaad? We zijn hier een beetje te stijf, Neder landse katholieken zijn een soort halve protestanten, zeggen ze wel." Hoe los de verhoudingen kunnen zijn, blijkt uit het feit dat de Latino priesters en -stagiairs zich laten aan spreken bij hun voornaam. Hen driks: „Mijnheer pastoor klinkt erg vormelijk tegen iemand die nog zo jong is. Bovendien heeft het ook een praktische reden, de meeste jongens hebben onuitsprekelijke achterna men." Brave jongens Maar natuurlijk is niet iedereen in het bisdom lovend. Henk Baars van de progressief-katholieke Acht Mei Beweging noemt de studenten ge ringschattend 'brave jongens', on voldoende toegerust voor het grote werk. „In die Noord-Hollandse dor pen kun je ze makkelijk neerzetten. Wat ze meenemen is een soort evan gelische charismatische bevlogen heid." Na de heftige strijd van de ja ren tachtig en negentig, stabiliseert het bisdom nu in de conservatieve richting, concludeert hij. Maar is dat zo erg dan? Baars wijst op de discus sie over het celibaat die momenteel woedt in de Verenigde Staten. „Ik zou in het dekenaat Haarlem zo gauw niet een priester weten die nog strikt celibatair leeft. Maar deze jon gens gaan er weer helemaal voor." De nieuwe lichting priesters zal te kampen krijgen met frustraties, waardoor de kans op seksueel mis- bruik van de parochianen toeneemt, voorziet Baars. „Denk maar niet dat zij er beter mee omgaan dan de ou de priesters." Bruno Sestito (33), het prototype van de gezellige, rondbuikige Italiaan, is zo'n man 'die er weer helemaal voor gaat'. Nog maar anderhalf jaar gele den was hij apotheker te Rome. „Ik had een fantastisch leven, een mooie auto, een fraai appartement, geld, veel vriendinnen en ja, dus ook seks. De kerk? Dat was iets voor depres sieve mensen. Ik was op aarde, Christus in de hemel, zoiets. Ik ging elke avond uit, eerst eten met vrien den en dan naar het theater of de bioscoop." Een gebedsgroep van de neo-ca- techumenale weg bracht verande ring. „Ik moest een vriendin begelei den die daar naar toe wilde, zelf in teresseerde het me geen barst. Tij dens een van die bijeenkomsten werd er gelezen uit Lucas 12: 'Het le ven is meer dan het voedsel, en het lichaam meer dan de kleding. Let eens op de raven: ze zaaien niet en maaien niet, ze hebben geen voor raadkamer of schuur, maar God voedt ze'. Toen begon ik me te reali seren hoe afhankelijk ik was van ma terie. Tot mijn grote angst voelde ik zelfs een roeping om priester te wor den, om alles achter me te laten. In verwarring ben ik nog naar Lourdes gegaan, en daar voelde ik hetzelfde." Bruno zwijgt even en zegt dan met een ironisch lachje: „En nu zit ik hier, in een land waar ik vijftien jaar geleden op vakantie was en waar ik nooit meer naar terug wilde keren. Een land waar ik het eten vies vond en de mensen afstandelijk en kil. Desondanks ben ik hier gelukkig." Voorzienigheid Buiten staat de zon laag boveh het Noord-Hollandse grasland, waar kraaien hun laatste graantjes van de dag pikken. Rector Luc Georges is op weg naar de kapel voor de dagelijkse eucharistieviering. „Rijk zijn we niet. Met het geld dat we hebben, kunnen we hooguit een paar maanden voor uit", vertelt hij, gevraagd naar de fi nanciële onderbouwing van zijn on derneming. „We leven van Gods voorzienigheid." Tevreden consta teert hij dat zijn vertrouwen op de hemelse leiding nooit wordt be schaamd: de giften, legaten en dona ties blijven komen. Ook uit het succes van het seminarie blijkt Gods hand. Trots somt hij op: in Castricum en Alkmaar zijn al priesters uit Nieuwe Niedorp be noemd, in Bergen en Heemskerk zijn stagiairs aan werk. Nog deze maand wordt voor de vierde keer een student uit Nieuwe Niedorp tot priester gewijd. Het werk dat eerst onder vuur lag, werpt nu vruchten af. Begeleid door akolieten schrijdt Georges in kazuifel de kapel binnen. Met zijn seminaristen zingt hij een toepasselijke berijming van Davids psalm 126: 'Die onder tranen zaaien, zij oogsten met gejuich'. ZATERDAG 25 MEI 2002 ER BIJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 43