I
Olie, gas en
optimisme
Dierentuin is meer dan apies kijken
Oost-Timor, paradepaardje
van de VN, op eigen benen
BmI oe lang blijf je nog?'
'Wij weten hoe we de boodschap moeten overbrengen'
ZATERDAG
18 MEI
In de nacht van zondag op
maandag wordt Oost-Timor om
klokke twaalf een
onafhankelijke staat. De
voormalige Portugese kolonie
die 24 jaar deel uitmaakte van
Indonesië, wacht grote
veranderingen. Het land behoort
tot de armste in de wereld, heeft
een bevolking die voor de helft
analfabeet is, maar is vast van
plan zich als zelfstandige natie
aan de malaise te ontworstelen.
door Theo Haerkens
'Waar ga je naar toe?'
De gasten van City Café
in het hart van Dili, de hoofdstad
van Oost-Timor, zijn koffers aan het
pakken. De uittocht van het leger in
ternationale hulpverleners begint al
voor de vlag in top gaat van Timor
Loros'ae of Timor L'este, zoals de
nieuwe republiek in zijn twee offici
ële talen heet.
Terwijl de vernielde hoofdstad flink
werd opgeknapt, legden juristen en
bestuurskundigen van de Verenigde
Naties het administratief-bestuurlijk
fundament van de nieuwe staat.
Vanwege de talrijke officiële gasten
worden ze aangemoedigd nog voor
de overdracht te vertrekken.
Toen Oost-Timor in 1999 najaren
van onderdrukking voor zelfstandig
heid koos, vernietigden het Indone
sische leger en zijn milities alles van
waarde. Honderden mensen kwa
men om, een derde van de bevolking
werd gedeporteerd.
Nu de scheiding definitief is, pro
beert president José Alexandre 'Xa
nana' Gusmao een goede relatie op
te bouwen met het buurland. Hij
reisde speciaal naar Jakarta om Me
gawati Soekarnoputri uit te nodigen.
Oost-Timorese arbeiders hangen bij het vroegere bureau van de gouverneur in Dili vlaggen op van VN-landen ter voorbereiding op de onafhankelijkheidsviering.
Foto: Reuters/Lirio da Fonseca
leeste Oost-Timorezen willen op vriendschappelijke voet blijven met Indonesië.
GPD/Theo Haerkens
Haar aanwezigheid bij de onafhan
kelijkheidsceremonie moet een
streep zetten onder het verleden.
Verzet daartegen leeft vooral in poli
tiek Jakarta. De Indonesische bevol
king steunt Megawati. In Dili is ze
van harte welkom.
Dollars
Op de terrassen van City Café, Ange
lo's Italian Restaurant en andere
pleisterplaatsen voor de internatio
nale gemeenschap is de cappuccino
net zo lekker als in Milaan of Am
sterdam en met 37 graden Celsius
vindt een tiental biermerken gretig
aftrek. Jongetjes slijten sigaretten, te
lefoonkaarten en houten Christus
beeldjes, typische huisvlijt. Mooie
meiden oefenen in een zaaltje man
nequinloopjes en proberen zo hoog
hartig mogelijk te kijken. Slechts de
geblakerde ruïne aan de overkant
herinnert aan het inferno dat Dili
was toen het Indonesische leger zich
woedend terugtrok.
De tranen zijn gedroogd, verdriet en
woede over moord en vernietiging
worden verdrongen. 'Ik ben niet
boos op Indonesië', zegt menig bur
ger zijn leiders na. De wonden zijn
nog lang niet geheeld, maar de we
deropbouw vordert en de lücht tin
telt van hoop. Achter het regerings
kantoor is een hagelwit parlements
gebouw verrezen dat schittert in de
zon. Eeuwenoude Portugese panden
worden in oude luister hersteld. De
bevolking zelfheeft meer tijd nodig
om onder dak te komen na de ver
woestingen van 1999. De zeiltjes die
na de verwoestingen als dakbedek
king fungerden, zijn inmiddels ver
vangen door golfplaten, de ramen
zijn voorzien van board. Er is weer
stroom, al stokt die geregeld. Er is
water en telefoon.
Jongens verdienen flink als taxi
chauffeur: elk ritje in de stad kost
een dollar, vier tot vijf keer zoveel als
in Jakarta. De roepia is alleen in het
bergachtige binnenland hier en daar
nog betaalmiddel. Vrouwen bedie
nen in de internationale restaurants
en café's of werken in de Chinese
winkels die floreren dank zij de dol
lars spenderende hulpverleners. Met
hun vertrek ontstaat straks in de ste
den een economische mini-crisis.
De Wereldbank hoopt dat herstel
van wegen en stroomkabels het ba
nenverlies compenseert.
Jonge Timorezen willen delen in de
weelde die ze om zich heen zien. Het
is 's nachts niet overal veilig, er
wordt ingebroken en geroofd. „Som
mige jongeren denken dat discipline
en inspanning niet meer nodig zijn
omdat we nu een democratie zijn",
zegt de katholieke zuster Guilhermi-
na bezorgd.
Landbouw
Hulp is onontbeerlijk, maar de rege
ring wil dat Timor Loros'ae snel in
eigen behoeften voorziet. De land
bouw moet worden opgekrikt, zodat
het land zichzelf kan voeden en de
koffie bij export meer opbrengt. De
belangrijkste bron van inkomsten,
de olie- en gasvoorraden in de Ti-
morzee die het eiland scheidt van
Australië, begint over vier jaar te
stromen. Dat geld wordt zorgvuldig
geïnvesteerd, want komende genera
ties moeten meeprofiteren. Voorlo
pig is onderhoud van alle wegen te
duur en hoeft een deel van de der
tien districten niet op stroom te re
kenen.
Armoedebestrijding staat hoog op
de agenda: productie van zeezout en
spijsolie, maar ook toerisme moet
banen scheppen. Er zijn plannen
voor een koffiebranderij, maar in
vesteerders laten nog op zich wach
ten. De lonen zijn te hoog. Met de
dollar hebben de Timorezen zich uit
de markt geprijsd.
Onderwijs is bepalend voor succes
van de nieuwe natie en daarmee een
punt van grote zorg: de helft van de
bevolking, 750.000 zielen, kan lezen
noch schrijven. Scholen zijn afge
brand en Indonesische leraren ge
vlucht. Vrijwilligers houden de ba
sisscholen draaiende. De kerk, zeer
invloedrijk in het conservatief katho
lieke land, schoolt de amateur-on
derwijzers bij en werkt aan een op
leiding die over vier jaar de eerste
geschoolde leerkrachten aflevert.
Alsof de problemen niet groot ge
noeg zijn, heeft Timor Loros'ae het
Indonesisch, voertaal van zestig pro
cent van de bevolking, in de ban ge
daan en Portugees en het lokale Te-
tum uitgeroepen tot de officiële ta
len. Minder dan een kwart van de
bevolking spreekt de taal van de
voormalige kolonisator, maar de
macht van de op Portugal georiën
teerde elite is groter dan die van de
jeugd die Engels wilde leren.
Duizend Portugese onderwijzeres
sen brengen de nieuwe taal bij.
„Links, rechts. Hoe gaat het?" de
monstreert Manuel (18). Hij heeft
twee keer per week drie uur les. De
taalkeuze roept bij menig VN'er
weerstand op, maar niemand wil
openlijk een van de eerste beslissin
gen van de prille democratie de
grond in boren.
Twijfel
De mogelijkheden van het nieuwe
Timor worden algemeen erkend,
maar onderhuids woekert twijfel. Er
is wijsheid nodig om het parade
paardje van de VN om te smeden tot
een florerend land. De politieke top
heeft nog niet laten zien die te kun
nen opbrengen. De kritiek geldt niet
alleen de Timorese machthebbers.
Ook de aanpak van de VN roept vra
gen op. Ze gebruikt op grote schaal
computers, maar Timor Loros'ae
heeft geen technici die het netwerk
aan de gang kunnen houden. „Dit
wordt een computerkerkhof', meent
een waarneemster. „Een papieren
administratie, zoals Indonesië en In
dia hebben, was beter geweest."
De vrees voor corruptie, de beruchte
ziekte van Zuidoost-Azië, is alge
meen. „We hebben een verkeerd
voorbeeld gegeven", meent de
vrouw. „Een minister wilde niet on
derdoen voor VN'ers en eiste een su
per-de-luxe auto met cd-speler, ter
wijl andere wagens maar een kwart
daarvan kosten." Een andere waar
neemster verwoordt haar scepsis
wat meer verhuld: „De mensen heb
ben zich ontworsteld aan Indonesië,
we moeten er wel vertrouwen in
hebben dat het wat wordt."
Moderne dierentuinen zetten zich steeds meer actief in voor het behoud van
bedreigde diersoorten in hun natuurlijke leefomgeving. Ze zijn hard op weg
een serieuze gesprekspartner te worden op het gebied van natuureducatie.
door Peter de Jaeger
„Heel vroeger wilde men de mensen het
wonder der schepping tonen door de veel
heid en diversiteit aan soorten te laten zien.
Nu wil een dierentuin de bezoekers vooral
iets bijbrengen over hoe de dieren in het
wild leven. De nadruk ligt hierbij op na
tuurbescherming", meent Bart Hiddinga
van de Stichting Dierentuinen Helpen. De
organisatie, in april 1997 opgericht door
twaalf Nederlandse dierentuinen, is gehuis
vest op het terrein van Artis, dat eind april
zijn 150-jarig bestaan vierde.
Elke dierentuin stort jaarlijks een bedrag in
een fonds waaruit verschillende natuurbe-
houdprojecten worden betaald. Bedreigde,
soms zelfs in het wild uitgestorven dier
soorten worden in dierentuinen gefokt om
ze later terug te plaatsen in hun oorspron
kelijke leefgebied.
Een klassiek voorbeeld is de herintroductie
van het gouden leeuwaapje in Brazilië.
„Twintig jaar terug stond dit aapje op uit
sterven. De dierentuinen, overal ter wereld,
staken de koppen bij elkaar en begonnen in
nauwe samenwerking met de Braziliaanse
regering een internationaal fokprogramma.
De dieren werden na een training in het
wild teruggebracht."
Datzelfde wordt momenteel gedaan voor de
Arabische oryx (antilope) in Oman, toren
valk en echoparkiet op het eiland Mauritius
en de Europese nerts in Estland. „Kort gele
den kwam het bericht dat er voor het eerst
sinds decennia weer een Californische con
dor is geboren uit exemplaren die een paar
jaar terug zijn uitgezet in Califomië", zegt
Hiddinga.
Herintroductie van bijna verdwenen dieren
betekent overigens dat de situatie al te ver
heen is, meent hij. „Dat moetje proberen te
voorkomen door natuurbescherming ter
plekke te ondersteunen." Een goed voor
beeld is de Afrikaanse wilde hond in Zim
babwe. „Deze wilde hond is zeer bedreigd
door ziektes die door huishonden worden
overgedragen. Het Europees fokprogramma
wordt geleid door safaripark Beekse Bergen.
Vrijwilligers zamelen geld in door presenta
ties te houden en souvenirs te verkopen uit
Zimbabwe. Met de opbrengst worden vac
cins gekocht om de huishonden rond een
nationaal park in te enten zodat de wilde
honden beschermd zijn tegen infecties
waartegen zij geen weerstand hebben."
Eveneens in Axtis huist de Europese associ
atie van dierentuinen EAZA. Deze organisa
tie streeft eveneens naar natuurbescher
ming ter plekke. Een van de campagnes is
de aanleg van groenstroken in het Atlanti
sche regenwoud langs de kust van Brazilië.
„We proberen hiermee versnipperde stuk
jes bos met elkaar te verbinden, zodat ge-
isoleerde groepen apen weer met elkaar
kunnen mengen. Dat verhoogt de kans op
overleving."
Er wordt niet alleen met geld geholpen, ook
met overdracht van kennis. Zo wordt in Oe
ganda een vervallen dierentuin omgetoverd
in een educatief centrum voor de lokale be
volking. „We hebben veel ervaring met edu
catie. Bijvoorbeeld: hoe de boodschap het
beste bij de mensen over te brengen?", zegt
Hiddinga. „Inwoners van een miljoenen
stad hebben nog nooit een giraffe, olifant of
zebra gezien. Zij missen het geld voor een
weekendsafari. Het educatiecentrum wil
daarom de lokale bevolking in contact
brengen met levende dieren."
Ook in praktische zin verleent de EAZA
hulp, bijvoorbeeld aan de zwartvoetpin-
Bart Hiddinga in Artis bij het wisentenverblijf. Deze oerrunderen konden begin vorige eeuw dankzij
een fokprogramma van Europese dierentuinen weer worden uitgezet in Polen.
Foto: GPD/Roland de Bruin
guïns in Zuid-Afrika. Deze zeldzame pin
guïns werden in 2000 bedreigd door stook
olie van een gestrande tanker. Zeven erva
ren dierverzorgers werden naar Zuid-Afrika
gestuurd om de dieren schoon te maken, te
voeden en te helpen met terugkeer in de
natuur.
Dierentuinen vervullen een onmisbare
functie bij het onderzoek van dieren in het
wild. Om het gedrag van wilde honden of
olifanten te volgen worden ze vaak voorzien
van een zender in een halsband. „Maar de
vorm en kwaliteit van die halsband moet
eerst worden uitgeprobeerd. En dat kun je
beter doen bij dieren in gevangenschap dan
in het wild, anders verstoor je onnodig het
groepsleven", zegt Hiddinga. Dat geldt ook
voor verdoving, nodig om die halsband met
zender aan te brengen. Om te weten welke
dosis nodig is, wanneer ze wakker worden
en hoe ze reageren, is makkelijker en be
trouwbaarder uit te vinden in een dieren
tuin. De dierentuin als testcase voor het
wild.
Dierentuinen blijven nodig, ondanks schit
terende natuurfilms op televisie, vindt Hid
dinga. „Oog in oog contact met een dier
doet de mensen veel meer, daar ben ik van
overtuigd". Hij noemt de Apenheul in Apel
doorn. Daar kunnen bezoekers onder bege
leiding van verzorgers doodshoofdapen
voeren. „Vooral als het koud is hangt zo'n
beestje lekker dicht tegen je aan. Ik heb
mensen een uur lang gebiologeerd zien kij
ken naar een aapje dat onder hun warme
jas in slaap was gevallen. Dat doet meer
dan een natuurfilm kijken op de bank met
een zak chips en een glas cola bij de hand."
Het jaarlijks stijgend bezoekersaantal on
dersteunt zijn opvatting. De Nederlandse
dierentuinen trekken inmiddels samen al
meer dan tien miljoen mensen. Dat biedt
enorme kansen. .Andere natuurbescher
mingsorganisaties zoals Wereldnatuurfonds
beginnen nu eindelijk ook in te zien dat
dierentuinen meer zijn dan apies kijken.
We zijn hard op weg een serieuze gespreks
partner te worden, vooral op educatief ge
bied. Dierentuinen bieden een enorm plat
form voor voorlichting over natuurbescher
ming."