Jongensachtig en serieus 'I Frits Westen 'Ik ben er moeilijk onder te krijgen' Frits Wester: „Het politieke debat moet ook aan de straat gegeven worden." Foto: GPD/Harmen de Jong ZATERDAG 4 MEI 2002 ER BU Frits Wester (net 40) is politiek commentator van RTL 4. Hij verzon het lijsttrekkersdebat tijdens de pauze van de Soundmixshow. De reacties waren verdeeld, maar zelf vond hij het fantastisch. „Je moet het politieke debat ook aan de straat geven." door Dick Hofland k ben niet bang iets nieuws uit te proberen. Iedereen I heeft het nu over dat debat tijdens de Soundmixshow, maar ik heb als voorlichter van Elco Brink man ook vernieuwende dingen ge daan. Neem de shufflehij liep dan met zo'n zendermicrofoontje over het toneel in een tijd dat alle politici nog achter een tafel zaten om hun verhaal te houden. Dat microfoontje was nieuw, maar die manier van spreken helemaal niet. Troelstra deed dat al. Pas sinds er zaalverster kers zijn, blijven mensen op één plek. Nu zie ik Melkert ook over het podium lopen, iedereen doet het. Het is gemeengoed geworden, For- tuyn doet het ook. We begonnen ook met vlottere reclamefilmpjes voor het CDA en voor Brinkman, omdat ik de politieke reclame vreselijk ach terhaald vond: tien minuten een pratende man achter een tafeltje met een bloemstuk erop. Ik wilde re clamezendtijd voor het CDA kopen bij de STER. Het land was te klein. Schande, schande, de politiek als wasmiddel. Ik werd weggehoond, maar nu maakt bijna elke partij mo derne reclamefilmpjes en D66 heeft zelfs reclameblokken gekocht in de pauzes van de Soundmixshow. Nu hoor je niemand meer. Ik moet daar wel om lachen. Nee, ik ben absoluut niet verbitterd. Als je op hoge toppen wilt staan, moet je ook bereid zijn door diepe dalen te gaan. Ik mag graag over het muurtje lopen. Ik vond in die tijd de hele po litieke campagnes nu eenmaal vrese lijk oubollig. Ik had andere ideeën. In het begin was iedereen enthousi ast hoor, vond iedereen het prachtig, vernieuwend en anders. Vanaf het moment dat er interne strubbelin gen in het CDA kwamen, toen het met Brinkman slecht ging, draaiden de meningen, werden er stenen uit de muur gehaald. Lubbers viel Brinkman af en toen hadden ineens heel veel partijleden ook kritiek op de manier waarop Brinkman zich presenteerde, De Vries en Heerma voorop. Daarna volgde de journalis tiek. Zo gaat dat. Mensen kiezen het liefst voor een winnaar en dat was Brinkman toen niet meer, en ik in zijn kielzog ook niet. Ik heb nog steeds een bijzondere relatie met El- co. We hebben veel meegemaakt, hoogtepunten en dieptepunten, hef tige momenten en niet allemaal even plezierig. Iedereen schreef vroeger altijd dat Brinkman zo'n zondagskind was, maar hij vecht nu al voor de tweede keer tegen keelkanker. De ziekte is toch weer teruggekomen. Hij is momenteel net zo kaal als ik, door de chemokuur. En zaterdagmorgen, op de dag van dat debat in de Soundmixshow, was ik nog op de begrafenisdienst van zijn moeder. Elco krijgt klap op klap, maar hij is ongelooflijk positief. Ik merk dat ik nu op een leeftijd kom, ik ben net veertig geworden, dat er om je heen vreselijke dingen met mensen gebeuren. In mijn per soonlijk leven gaat het geweldig, ik ben al jaren gelukkig getrouwd, heb geen scheiding achter de rug en heb twee zoons van acht en zes. Maar bij mijn vader is net een vorm van kan ker geconstateerd, die overigens goed te behandelen is. Mijn schoon vader heeft hartproblemen, de eerste neven en nichten zijn net overleden. Dat maakt je toch... hoe moet ik het zeggen... niet meer zo vrijblijvend... nee dat is niet het goede woord... Je komt in een andere fase terecht. Ik ga absoluut niet gemakkelijk of licht door het leven, ik ben heel serieus, maar als je de kans hebt om te fees ten, dan moet je die benutten. Ik wil dat jongensachtige nog niet kwijt." „Ik heb niets tegen de gangbare lijst trekkersdebatten, maar ik vond dat het ook hier tijd was voor iets nieuws. Ik wilde eigenlijk met de lijsttrekkers gaan zeilen. Varen en debatteren, dat leek me geweldig. Dat zouden we dan uitzenden in de pauze van de finale van de Sound mixshow. Zoiets kan echter niet live, en daar hadden de politici na hun aanvankelijke enthousiasme zeer grote moeite mee. Toen heb ik iets anders bedacht: een live-debat tij dens het programma van Hennie Huisman. Iedereen was daar en thousiast over, RTL, Hennie, maar zeker ook de politici. Iedereen wist exact de setting, hoe het zou gaan, wat de bedoeling was, dat ze in het begin ieder vijftien seconden zouden krijgen en dat daarna het debat zou beginnen. We hebben ze absoluut niet voor verrassingen geplaatst. De bedoeling was dat ze duidelijk moes ten maken wat ze zélf vinden, wat htin oplossingen zijn, in plaats van dat gekissebis onder elkaar. Achteraf kun je zeggen dat de onder brekingen misschien wat lang wa ren, waardoor af en toe de vaart er uit ging, maar alles bij elkaar vond ik het fantastisch. Er hebben miljoenen mensen gekeken, veel jongeren ook, en ik vind het heel mooi dat je zo veel mensen bereikt met politiek. Want wat je er ook van zegt: het de bat was politiek, het ging over de vier prioriteiten van dit moment. We hebben ze geen rare dingen laten doen, daar ging het helemaal niet om en dat wil ik ook helemaal niet. Politiek is serieus, het gaat om onge looflijk belangrijke dingen. Daarom vind ik het belangrijk dat je probeert de goegemeente te bereiken. Politiek moet besproken worden in de kroeg, op het werk, in de club. Niet alleen op de opiniepagina's van de kwali teitskranten en in Buitenhof. Het de bat moet ook aan de straat gegeven worden. De kritiek dat ik op die manier de persoon belangrijker maak dan de inhoud, is niet terecht. Colijn, Drees, Den Uyl, allemaal waren ze al bezig met: hoe kom ik over? De persoon is al lang, héél lang belangrijk in de po litiek. Dat heb ik niet verzonnen. Po litiek gaat om inhoud, natuurlijk. Waar staat de partij voor? Maar het gaat ook om de persoon: welke men sen vertrouw je enorm belangrijke dingen zoals de sociale zekerheid toe? Het gaat niet alleen om wie ver baal het sterkst is, maar ook om wie het gezag verwerft. Dat soort eigen schappen wordt blootgelegd in zo'n debat. Televisie is daarin niet het enige middel, maar wel zeer belang rijk. Dat is nu eenmaal zo. We eisen bepaalde vaardigheden en eigen schappen van politici en dank zij de tv kun je ook zien welke dat zijn. Dat is niet alles bepalend, maar wel be langrijk. De grote spreekbeurten van vroeger, daar komt tegenwoordig al leen nog maar een beetje achterban naar toe, meer niet. Televisie is zeer dominant geworden, in zekere zin mag je inderdaad van tv-democratie spreken. Wat dacht je van die hele populariteit van Méxima? Dat is toch ook vooral dank zij de televisie? Ik vind dat niet erg. Ik ben heel erg gericht op de inhoud en die voert ook de boventoon in mijn commentaren en in de ge sprekken die ik met politici houd. Ik heb niets tegen de gangbare lijsttrek kersdebatten zoals vooral Paul Wit- teman die houdt. Die zijn absoluut nodig en Paul doet het bovendien voortreffelijk. Dat eerste debat met Fortuyn waarover zoveel te doen is geweest, dat heeft hij heel goed ge daan. Je bent er als gespreksleider en niet om de heren in bescherming te nemen. Ja hoor, zo'n soort debat wil ik ook best leiden. Natuurlijk. Zo'n tv-debat tijdens de Soundmixshow is gewoon eens iets anders, maar wel vanuit mijn opvatting dat als je men sen wilt informeren, je ze eerst zult moeten interesseren. Net als op de markt. Eerst moet je zorgen dat ze jouw kraam zien, anders lopen ze er voorbij en kopen ze niets. Ik ben het wel gewend dat ik de meest vreselijke commentaren op dit soort dingen krijg. Ik ben ver guisd toen ik voorstelde Brinkman gast te laten zijn in het programma van Karei van der Graaf en helemaal om een interview aan de Libelle te geven. Nu staan alle lijsttrekkers in de Libelle, zelfs in de roddelbladen. Al vind ik dat het soms te ver gaat, omdat het niets meer met politiek te maken heeft. Zolang je op dat punt geen concessies doet, dus zorgt dat het altijd ook over politiek gaat, mag het. Bolkestein heeft een keer een in terview in een roddelblad gegeven in de tijd dat de Centrumdemocraten in opkomst waren. Hij vertelde toen over zijn persoonlijke herinneringen, dat er joodse kinderen uit zijn klas werden weggehaald. En zo kwam hij met zijn verhaal ook in de wijken waar de problemen zaten." „Zelf heb ik totaal geen politieke am bitie. Het lijkt me een prachtig vak, maar ik zou het niet willen. Ik heb het allemaal van binnen uit meege maakt, ik weet hoe fracties werken, hoe campagneraden werken, weet wat er in die hoofden omgaat, en daar wil ik als journalist mijn voor deel mee doen. Mijn leven nu vind ik ook leuker dan van een politicus. Begin deze week zat er bij Villa BvD een kamerlid in de zaal, «lie vertelde dat hij in de afgelopen vier jaar twee amendementen had ingediend die waren aangenomen. Tja, dat is toch een bestaan waar ik niet voor voel. Ik zeg dat zonder dédain, maar daar zou ik mijn ziel en zaligheid en mijn onrust niet in kwijt kunnen. Ik ben ook niet opgegroeid in een politieke omgeving. Mijn ouders wa ren slapend lid van de AR, de Anti- Revolutionaire Partij. Als Aantjes kwam, gingen ze wel luisteren. En ze brachten soms wat folders rond. Dat was het. Mijn ouders komen uit Gro ningen en Friesland, we hebben tot mijn zevende in Veenendaal ge woond, daarna in Alkmaar. Thuis werd zelden over politiek gesproken, laat staan gediscussieerd. Mijn zus, die een paar jaar ouder is, had er ook geen belangstelling voor. Ik zat op de havo en daarna het atheneum, maar die heb ik niet afgemaakt, om dat ik bedrijfskunde kon gaan stude ren op de hts. Eigenlijk wilde ik naar de Zeevaartschool. Ik zou daar in tern worden, mijn moeder had de dominee al gebeld om een oogje in het zeil te houden, en toen bedacht ik me op het laatste moment. Ik wil de naar Nijenrode. Nee toch maar niet. Toch maar bedrijfskunde. Die onrust zit in mijn karakter, anders kan ik het niet verklaren. Ik ben al tijd druk geweest, altijd bezig, altijd aan het woord. Leren was bij mij een grote chaos en bende. Ik hing rond bij raadsvergaderingen, was pen ningmeester bij de drugshulpverle ning, zat in het jongerenoverleg. De leraar wiskunde op de middelbare school zei een keer: 'Jij bent maar voor twee dingen geschikt: de poli tiek en de journalistiek'. Hij bedoel de dat als ultieme vernedering, iets lagers bestond er in zijn ogen niet. Voordat zijn voorspelling uitkwam, heb ik bollen geraapt, gekookt in een restaurant, bediend in een hotel in Oostenrijk, teksten geschreven voor een reclamebureautje, op schepen gewerkt en post bezorgd als beëdigd postbode. Maar dat waren meer baantjes. Mijn werk als voorlichter bij het CDA was mijn eerste echte baan. Daar ben ik terechtgekomen omdat ik allerlei functies in het CDJA had, de jongerenorganisatie van het CDA, waar ik weer bij was gekomen via de secretaris die mijn vader goed kende. Het werd al snel mijn groot ste hobby. Op mijn 21ste zat ik in dertig besturen. Toen was ik trou wens al kalend en begon ik mijn haar steeds korter te knippen. Ton deuse 3, tondeuse 2, tondeuse 1en zovoort. Tot ik mezelf helemaal kaal schoor. Ik was al kaal toen Pim For tuyn nog lang haar had. Er zit nog een beetje haar, maar ik scheer me nu bijna elke dag. Ik haat mannen die het haar van hun linker oksel naar hun rechter oor kammen." „Via het CDJA kwam ik bij het CDA, als voorlichter. In die tijd heb ik met diverse collega's en journalisten een uitstekende relatie opgebouwd. Sommigen waren hele goede vrien den, met wie ik nog in Friesland tientallen kilometers heb geschaatst. Ik was voor hen een voorlichter die te vertrouwen was, die ze niet voor loog. Op het moment dat ik parle mentair journalist bij RTL werd, kreeg ik ineens de meest vreselijke commentaren over me heen. Ik was begin dertig en wilde gewoon een andere baan. Is dat zo gek? In het buitenland is zo'n overstap volstrekt normaal, in de sportjournalistiek ook. Maar ineens lieten ze me vallen. Ik kan me best voorstellen dat men sen bedenkingen hadden. Ik was voorlichter van een politieke partij en dan vind ik het niet gek dat je je afvraagt of ik als journalist wel onaf hankelijk ben. Maar ik deugde ge woon bij voorbaat al niet. De enor me heftigheid waarmee ik toen ben bejegend, die sloeg werkelijk ner gens op. Drie collega's zijn opge stapt, maar de meeste collega's en de hoofdredactie zijn achter me blij ven staan en dat heeft me gesterkt. Ik heb er alleen maar van geleerd dat je je door kritiek niet uit het veld moet laten slaan. Ik ben iemand die er moeilijk onder te krijgen is. Ik ben een vechter. Je moet tegen mij nooit zeggen: dat kan je niet, dat lukt je niet of dat durf je niet. Dan ga ik juist het tegendeel bewijzen. Dan trek ik me aan mijn eigen haren... nou ja aan mijn eigen oren omhoog. Als ik de pest in heb, ga ik hardlo pen. Dan loop ik tien keer tegen die brug op, ik spring over een nog gro tere stapel vuilniszakken heen en dan ben ik het weer kwijt. Ik loop so wieso graag. Bijna elke morgen een uurtje, of ik hang in de sportschool aan de ijzers. Soms stap ik op de motor. Sinds een jaar of zes heb ik een motor. Ik heb altijd wel een ver langen naar motorrijden gehad, maar het was er nooit van gekomen. Tot op een ochtend mijn vrouw zei: opschieten, ze komen zo. Pardon? Stond de motorrijschool voor de deur. Als het mooi weer is, pak ik nu de motor, bijvoorbeeld als ik een vergadering in Hilversum heb. Dan mijd ik zo veel mogelijk de snelwe gen, zie je de prachtigste dingen, heb je een heerlijke dag. Ik heb geen racemotor, maar een dikke 1600 cc tweecilinder, plof, plof, plof. Nog mooier is zeilen. We hebben een eigen boot, een platbodem. Daar kun je overal mee komen. Je kunt er mee droog vallen op het wad, er voor anker gaan en een nacht blijven. Dat is de grootste rijk dom die er is. Zeilen is vrijheid. We zeilen bij voorkeur naar Terschel ling. Als daar, in café Lieman de ei genaar z'n accordeon pakt, dan spring ik op het biljart en ga zingen. Je moet ook leven. Nu met Villa BvD in het Scheveningse Kurhaus is het verleidelijk om elke avond te blijven slapen, maar ik woon in Voorburg, dus dat doe ik niet, want ik wil mijn vrouw ook zien en ik wil mijn kinde ren zien opgroeien. Alleen vrijdag, dan blijf ik, lekker met alle jongens doorzakken en de volgende morgen met z'n allen ontbijten. Wat dat be treft ben ik inderdaad wel een feest beest. Daar heb ik altijd behoefte aan gehad: wie hangt er het eerst in de lantaarnpaal? Ik ben geen zuip- schuit, maar feesten is een belang rijk onderdeel van het leven."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 39