Welkom in Auschwitz
s
'Het is onze
wraak dat
wij hier
komen en
gedenken'
930
ri
e
-
Het voormalige concentratiekamp Birkenau, omgeven door betonnen palen met prikkeldraad en wachttorens. Op de achtergrond een aantal van de overgebleven barakken. Foto: GPD/Ben Koster
Giebelend rolt een groep
Poolse scholieren de bus
uit. Men dribbelt door
het moderne
toegangsgebouw
richting filmzaal, waar
een begeleidster het hele
spul op de foto zet.
Dikke pret als ze de
cameraatjes van de kids
door elkaar haalt. Even
later schuift de groep de
filmzaal binnen. Na een
kwartiertje staan ze
weer buiten, stil en met
bleke koppies.
Bedremmeld lopen ze
naar de hoofdpoort met
de tekst 'Arbeit macht
frei'. Bij sommigen
biggelen de tranen over
de wangen.
door Ben Koster
Het voormalige concentra
tie- en vernietigingskamp
Auschwitz draagt aan de
buitenkant de tekenen van een toe
ristische attractie: een grote parkeer
plaats met rijen touringcars, cafeta
ria's, rondleidingen en winkeltjes.
Een korte film over de holocaust en
de geschiedenis van Auschwitz
vormt de overgang van de buitenwe
reld naar het drama dat zich hier in
de periode 1940-'45 afspeelde. Hier
werden meer dan anderhalf miljoen
joden (onder wie zestigduizend Ne
derlanders) vermoord, door uithon
gering, slavenarbeid, medische ex
perimenten en vergassing.
Het hoofdkamp Auschwitz I ligt in
de bebouwde kom van Oswiecim,
een industriestadje in het zuiden
van Polen. Het bestaat uit ruim der
tig stenen woonblokken van drie
verdiepingen, gebouwd in drie rijen.
Eromheen staat een betonnen muur
met prikkeldraad en wachttorens.
Een aantal blokken is ingericht als
museum. Sommige landen hebben
er een eigen paviljoen. Het Neder
landse paviljoen brengt drie eeuwen
joods leven in ons land in beeld. Er
staat een origineel treinbordje van
de lijn Westerbork- Auschwitz v.v. In
een hoekje staat een miniatuur van
de Dokwerker van Mari Andriessen.
In het Israëlische paviljoen is een
grote expositie over joodse geschie
denis te zien. In een halfdonkere
herdenkingsruimte luistert een
groep jongeren naar het hartver
scheurend gezongen 'O God the
merciful'. Geroerd staren de jongens
en meisjes in de flakkerende waxine
lichtjes in het midden van hun kring.
Mensenhaar
Boven in blok 4 is een enorme vitri
ne geheel gevuld met mensenhaar.
Hier en daar zie je de vlechten nog
zitten. Het Sovjetleger vond bij de
bevrijding van het kamp zeven ton
mensenhaar in de opslagloodsen.
Men vond ook enorme hoeveelhe
den kleding, koffers, schoenen, bril
len, borstels en prothesen, netjes ge
sorteerd, want de nazi's stuurden al
les voor hergebruik naar Duitsland.
Het mensenhaar werd gebruikt om
een soort textiel van te maken en om
kragen en pantoffels mee op te vul
len. In het kamp is een deel van de
aangetroffen spullen uitgestald. Bij
een vitrine met kinderkleertjes haakt
een oudere Amerikaanse dame snik
kend af uit haar rondleiding.
In blok 10 voerde kamparts Joseph
Mengele zijn experimenten uit. Hij
werkte graag met gehandicapten en
tweelingen, die hij gif inspoot, steri
liseerde en waarvan hij huid of an
dere lichaamsdelen transplanteerde.
Honderden mensen stierven onder
zijn handen en velen werden ver
minkt. Er zijn nog steeds slachtoffers
van Mengele in leven. Sommigen
hebben geen geslachtsdelen meer.
Of hebben drie benen.
Tussen de blokken 10 en 11 staat de
Dodenmuur, waar gevangenen met
een nekschot werden gedood. Me
degevangenen moesten de lijken op
stapelen en afvoeren. Bij de muur
liggen kransen en boeketten. In de
kelder van blok 11 zijn de isoleercel
len, waar gevangenen in licht- en ge-
luiddichte cellen staande werden
doodgehongerd. Een lang lint Poolse
bezoekers slingert zich, zichtbaar
onder de indruk, door de nauwe
gangen. In een cel heeft een gevan
gene een portret van Jezus in het
pleisterwerk gekrast. Met zijn nagels.
Buiten loopt een grote groep zeven
tien- en achttienjarige jongeren van
de joodse school in Milaan. Hun di
recteur hoopt dat zijn leerlingen
'voor hun leven begrijpen dat de ge
schiedenis van de holocaust voor jo
den anders is dan voor anderen'. ,,Er
zijn zes miljoen joden vermoord,
niet omdat ze iets misdaan hadden,
maar louter omdat ze joods waren.
Hier moet de jeugd de waarheid le
ren. Over de technologie van de ho
locaust en de ideeën erachter."
„Dit is een deel van ons leven", zegt
een leerling. Iemand heeft een
groepje Duitsers in het kamp zien
rondlopen. „Het is belangrijk dat
Duitsers hier komen. Ze zijn veran
derd. Dat denk ik. Dat hoop ik."
In een hoek van het kamp staan het
crematorium en de gaskamer. Hier
sloten de nazi's honderden naakte,
kaalgeschoren mensen op en lieten
het gifgas zijn werk doen. Na circa
twintig minuten bewoog niemand
meer. Vervolgens moesten joodse
dwangarbeiders gouden tanden en
kiezen verwijderen en de lijken in de
verbrandingsovens schuiven. De as
werd gebruikt om het land mee te
bemesten en om riviertjes mee te
dempen.
De lege gaskamer lijkt op een bun
ker, met bekraste muren en een klei
ne stellage met waxinekaarsjes. Maar
dan stroomt de ruimte vol met Israë
lische jongeren, die lichtelijk verbijs
terd om zich heen kijken. Sommigen
huilen en zoeken troost bij elkaar.
Anderen leggen kleine kransen bij de
ovens of zetten elkaar op de foto.
Sommigen dragen jacks met een af
beelding van een Davidster met een
spoorlijn er doorheen. Even later zit
de groep in de cafetaria aan de soep.
Een meisje met oranje haar en een
vlag om haar schouders schrijft an
sichtkaarten met de tekst: 'Groeten
uit Auschwitz. Wij leven.'
Birkenau
Een stukje verderop, buiten de be
bouwde kom, ligt Auschwitz II, ofwel
Birkenau. Het enorme kamp wordt
omgeven door betonnen palen met
prikkeldraad en houten wachtto
rens. Birkenau is grotendeels intact,
al zijn veel houten barakken verdwe
nen. Van de vier gaskamers resten
slechts ruïnes: ze werden opgebla
zen, een bij een opstand en drie toen
de nazi's aan het einde van de oor
log hun sporen wilden uitwissen.
De treinen reden door de hoofd
poort (de 'Poort des Doods') tot hal
verwege het kamp, waar de mensen
werden uitgeladen en in groepen
verdeeld. De meesten werden direct
vergast. Sommigen werden eruit ge
pikt om te werken, of mochten met
Mengele mee. Op dit perron kwam
Anne Frank in september 1944 aan.
Met haar moeder en haar zus bivak
keerde ze enige tijd in vrouwenblok
29, voordat ze naar Bergen-Belsen
werd gebracht, waar ze in maart '45
stierf.
Israëlische jongeren lopen over de
spoorlijn naar de ruïnes van de gas
kamers, dezelfde route die hun
grootouders volgden. Sommigen lo
pen met gebogen hoofden en met de
armen om elkaar heen over de rails.
Anderen marcheren bijna, zwaaiend
met vlaggen. Hier en daar gaan
groepjes zitten en krijgen ze uitleg
van hun begeleiders, onder het toe
ziend oog van veiligheidsagenten.
Bij de ingang van de gaskamers
staan waxinekaarsjes en vlaggetjes
en liggen bloemen, briefjes en steen
tjes met teksten erop.
Achter crematorium 2 zijn twee gro
te vijvers, gevuld met de as van
slachtoffers. Bij een van de vijvers
staat een groepje jongeren met vlag
gen. Ze vertellen over hun 'grandpa
and grandma'. Het valt hen heel
zwaar dit allemaal te zien. Toch vin
den ze dat elk Israëlisch kind hier
naar toe zou moeten komen om er
van te leren. „De vlaggen zijn onze
trots", zegt een meisje. „Israël is
hier. We zijn hier, ondanks wat er in
de oorlog is gebeurd." Een jongen
vult haar aan: „Het is een soort
wraak op de nazi's, dat wij, joodse
kinderen uit Israël, op deze plek ko
men en herdenken." Aan de oevers
van de asvijvers liggen stukjes men
selijk bot. Het lijken schelpjes.
Majdanek
Het vernietigingskamp Majdanek ligt
op een heuvel in Lublin, in het verre
oosten van Polen. Langs de weg
staat een monsterachtig betonnen
monument. Het kamp, waar meer
dan 360.000 mensen omkwamen,
onder wie duizenden Nederlanders,
wordt omgeven door een dubbele rij
houten palen met prikkeldraad en
wachttorens. De lange rijen houten
barakken zijn zojuist bruin geteerd.
De meeste gebouwtjes zijn leeg,
maar bij de barakken 52 en 53 lopen
bezoekers geëmotioneerd weg.
De barakken liggen vol met schoe
nen van slachtoffers. Binnen kijken
enkele oudere Polen elkaar geschokt
aan. Premier Kok was hier in 1999 en
hij hield het niet droog. Bij een zij
poort vragen twee jongens of ze op
de foto mogen, met het kamp op de
achtergrond. Vriendelijke boys,
vleespetten, bomberjacks, het zijn
toch geen...? Dan komt het wel weer
goed uit dat ze tegen de zon in zijn
gefotografeerd.
Een groep Israëlische jongeren
maakt foto's in het crematorium.
Zouden ze weten dat de ovens nooit
zijn schoongemaakt en dat er nog as
en botresten in liggen? Een lerares is
hier voor de tweede keer. De eerste
keer was gemakkelijker, zegt ze,
want toen kon ze huilen. Vanuit het
crematorium kun je via lange trap
pen een heuvel beklimmen met een
groot betonnen afdak erboven. De
heuvel bestaat uit as van slachtof
fers. Aan de voet van de asheuvel
houden jongeren een ceremonie. Er
wordt gedeclameerd, gezongen, mu
ziek gemaakt en met vlaggen ge
zwaaid.
Sobibor
Sobibor ligt in een bosrijk gebied ten
oosten van Lublin, vlak bij de grens
met Oekraïne. Boeren met paard en
wagen ratelen over de smalle wegen.
In de buurt is een camping. Op het
terrein van het vernietigingskamp
staat een katholiek kerkje, waarover
veel heisa is geweest. Hier werden
250.000 mensen vermoord, onder
wie meer dan 34.000 Nederlanders.
Na de opstand in oktober 1943,
waarbij 365 gevangenen ontsnapten,
werd het kamp met de grond gelijk
gemaakt. Na de sloop werd het hele
terrein omgespit door buurtbewo
ners, op zoek naar door joden inder
haast begraven kostbaarheden. Er
werden heel wat trouwringen gevon
den.
Het terrein, gelegen aan het spoor
lijntje Chelm-Wlodawa, is nu gedeel
telijk een houtvesterij, gedeeltelijk
een ruig grasveld en grotendeels bos.
Bij de parkeerplaats staat een monu
ment voor de doden: 'O aarde! Be
dek mijn bloed niet'. Naast een klein
museum staan drie huizen, waarvan
de middelste ooit de woning van de
kampcommandant was. Kinderen
voetballen op de plek waar de barak
ken stonden. Aan de overkant van
het spoor verkommert het oude sta
tion Sobibor, een geel geverfd hou
ten gebouwtje met een zinken dak.
Hier arriveerden in 1943 negentien
treinen met Nederlandse joden uit
Westerbork. Na een barre reis van
drie dagen in veewagons viel de eer
ste aanblik van het kamp nog mee:
Tirolerhuisjes (van de bewakers),
bloembakken, richtingborden ('Naar
de sauna', 'Naar de kegelbaan',
'Naar de bibliotheek allemaal om
de mensen rustig te houden. Dat
werd moeilijker nadat men bagage,
kleding en kostbaarheden moest af
geven en kaalgeschoren en naakt
over een driehonderd meier lang
pad naar de gaskamer (de 'douche
ruimte') was gejaagd. De Duitsers
hielden ganzen om het geschreeuw
te overstemmen.
Op de plaats van de gaskamers staat
nu een groot beeld van een uitge
teerde vrouw met een kind. Een as
faltpad leidt er vanaf de parkeer
plaats naar toe. Achter het beeld is
een stukje asfalt opengelegd kenne
lijk om opgravingen te doen. In de
kuil zijn betonnen funderingen te
zien. Uit een zandhoop steekt een
groot stuk bot.
Het pad loopt door naar een enorme
gemetselde bak met grint erop,
waarin zich de as van een kwart mil
joen mensen bevindt. Verderop in
het bos liggen resten van funderin
gen met wat roestige blikjes, scher
ven aardewerk, asfaltzeil en een
stukje blauwgrijs geverfd hout, in
dezelfde kleur als het huis van de
kampcommandant. Hier stond de
barak waar de mensen zich moesten
uitkleden.
Een trein puft voorbij. Dan is het bos
weer doodstil. De voorjaarslucht is
fris en hemelsblauw.
Een joodse vrouw met haar kinderen op weg naar de gaskamer. Foto: GPD