DINGEN
^VOORBIJGAAN
LEIDEN REGIO J
Schieten of geschoten worden,
tot zover reikte mijn diepgang
k>
Oude Rijn. Foto: Henk Bouwman
STADSGEZICHT
ialu
ortfc
Particuliere foto
zondere en intelligente vrouw
en na een tijdje gingen we in
Nederland wonen. Terwijl zij
werkte, maakte ik mijn droom
waar. Ik volgde een gymnasium
opleiding ter voorbereiding op
een universitaire studie Frans.
In de jaren '50 werd een derge
lijke rolverdeling niet geacce
teerd. Yvonne's familie vond
een klaploper. We hebben sal t
men twee jongens gekregen -p
Alain en Yves. Fransere name
bestaan er niet. 1
Ik ben jarenlang onrustig geH*
ven. Het huwelijk met Yvonni|
die inmiddels overleden is, li#
daardoor ook stuk. Eenmaal
universitair docent werd ik v
kalmer. Misschien ook doon
ik Ariane leerde kennen. Ik hj
vanaf de eerste dag or
veel plezier met haar.
Hoe ik mijn werk bij de unr
siteit heb ervaren? Een univ<
teit is eigenlijk een geïsoleert
maatschappij. Hoogleraar hi
de ik van mezelf niet te wor<
Ik gaf met veel plezier les in
Franse taal- en letterkunde,
ter richtte ik me op de algemi
literatuurwetenschap. Een vaje
dat ik wel aardig vond, maar
waarvan ik het nut minder in^
Nadat ik de deur van de univf,,
siteit achter me dicht had ge
trokken, ben ik me meer ga:
toeleggen op het schrijvers
schap. In 1990 verscheen 'Af
scheid in Meudon', vier jaar 1|(
ter het boek 'Helden zijn zwa|
Inderdaad, ik verwerk mijn eii
gen ervaringen in mijn boekele
Ik ben nu bezig met Ter Braatr
als antisemiet en met de Frans
auteur Céline. Dat laatste wopi
een persoonlijke benadering 11
van een schrijver die antisemir
is geweest. Sartre leerde ons (j
alleen linkse mensen goed kiij
nen schrijven. Dat is niet zo. fc
abjecte kant van Céline, valt nf
te ontkennen, maar schrijvend
kon die man. Met de vertaling
van zijn boek 'Reis naar het et
de van de nacht' heb ik in 197
de Martinus Nijhoffprijs gewrf
nen. Overigens dateert die ver
taling uit 1968. Misschien hee
de jury gewacht op mijn boeki
"Van de ene dood naar de and'
re' met vertaalde brieven, artil
len en polemieken van Céliner
daar zat een inleiding bij waar
ik het antisemitisme en fascist
bij Céline aan de kaak stelde.
Als ik met Ter Braak en Céline
klaar ben, wil ik niet meer als
wetenschapper schrijven. Dar
wens ik me nog uitsluitend tol
te leggen op romans. Ik ben al
vast begonnen. 'Memoires vaj
een gouden Bataaf. Daarmee
zijn we eigenlijk weer bij het b1'
gin van dit hele verhaal. Bij n
Emanuel Kummer die vanuit
Nederland bij het Franse kolai
ale leger terechtkwam.
Nancy Ubert
uit de Leidsch Dagblad RCHIEVE1V
ANNO 1902
Zaterdag 3 Mei
OEGSTGEEST - Door den heer H.A. van Ingen Sche-
nau, eigenaar van het aan het kruispunt van den
Hoogevoortschen weg en van den rijksstraatweg van
Haarlem naar 's-Gravenhage gelegen perceel in het
Villapark te Oegstgeest, wordt vergunning verzocht
tot het dempen van een gedeelte dertusschen het
Villapark en den Hoogevoortschen weg gelegen
sloot.
Evenmin als bij de Commissie van Fabricage en de
Commissie van 'Endegeest' bestaan bij B. en Ws.
bezwaren tegen de inwilliging van het verzoek, zootf
at zij in overweging geven, behoudens de rechten f
van derden, de gevraagde vergunning te verleenen,*
onder de gebruikelijke voorwaarden. |i
LEIDEN - De prachtige wherrie, aan de Studenten-;
Roeivereniging 'Njord' door den heer G. van der Pot)
haar oudste eerelid, bij gelegenheid van het 50 jarifc
jubileum der Kon. Zeil- en Roeivereeniging 'De
Maas' geschonken, is reeds in gebruik genomen en.
verheugt zich in groote belangstelling van de leden.j
ANNO 1977
moeder goed uit want, o la la,
maman is een heilig woord voor
een Fransman. Ik werd pardoes
op de trein gezet. Ik stuurde nog
een telegram naar Nice, zonder
te weten of het daadwerkelijk
zou aankomen. Germaine Kum
mer, ton fils est la. Toen ik vanaf
Marseille per trein in Nice arri
veerde, stond ze op het perron.
Ik ben een klein jaar bij mijn
moeder gebleven. Achteraf denk
ik dat ik in die tijd een beetje
wereldvreemd ben geweest. Ik
koesterde de wens te studeren,
maar het kwam er maar niet
van. Nice is een leuke stad, nog
steeds. In die tijd was Nice voor
al een bevoorradingsplaats voor
het leger. Ik leerde er oesters
eten en versleet een paar baan
tjes. Helemaal soepel liep het bij
mijn moeder niet. Ze had een
nieuwe echtgenoot en zo nu en
dan raakte de sfeer gespannen.
Maar het mooie weer, de prach
tige zee en de verbluffend rode
rotsen maakten veel goed.
Mijn vader, zo wist ik, had altijd
gewild dat ik officier in het Fran
se leger zou worden. Een oom
van mij was officier bij het
vreemdelingenlegioen geweest.
Hij hing de meest prachtige ver
halen op. Nog vol indrukken
van de oorlog besloot ik me als
vrijwilliger aan te melden bij het
koloniale leger van Frankrijk. Ik
wilde iets van de wereld zien.
Op een gegeven moment werd
ik in Saint Raphaël gelegerd.
Van daaruit zou ik naar Mada
gaskar gaan. Daar had ik niet
zo'n trek in. Ik heb met mijn sla
pie, een joodse jongen, van be
stemming kunnen ruilen. Ik zou
voor een jaar naar Indo-China
gaan. Maar ze hebben me, heel
slim, mooi een jaar langer laten
zitten. Daardoor heb ik niet vier,
maar vijf jaar gediend. Ik was in
gedeeld bij de stoottroepen na
bij Cambodja en ik kan je vertel
len: we hebben heel wat afge
schoten. Krankzinnig eigenlijk.
Wat ik achteraf ook zo vreemd
vind, is dat er helemaal niet ge
praat werd over de dingen die
we deden. Er werd geluld over
het eten en zo. Onze missie
werd ook niet geïdeologiseerd.
Dat ik het Franse imperium
diende, heb ik mezelf maar wijs
gemaakt. Hoe je geslachtsziekte
kon oplopen, dat is ons uitge
breid verteld, maar over het doel
van de missie werd met geen
woord gerept. Schieten of ge
schoten worden, tot zover reikte
mijn diepgang. Tegelijkertijd,
hoe dubbel, genoot ik intens
van de cultuur.
Na anderhalfjaar kon ik geen
bevelen meer verdragen. Ik was
het zo ongelooflijk zat gewor
den. Moordend klimaat, men
sen om me heen die niets te ver
tellen hadden. Ik werd driftig
van de spanningen. Een week
voordat ik eindelijk op de boot
terug naar Frankrijk werd gezet,
kreeg ik de meest gevaarlijke op
dracht die je maar kunt beden
ken. Ik moest vooraan lopen en
de artillerie inschakelen zodra ik
iets verdachts ontwaarde. Nog
Emanuel Kummer in Franse dienst.
nooit was die zo vaak in actie
gekomen.
Eenmaal terug in Nice, kreeg ik
een baan in Marseille. Daar heb
ik een Nederlandse knaap ont
moet met wie ik naar Australië
zou gaan zeilen. Van mijn laat
ste geld kocht ik een zeewaardi
ge boot. We zijn niet verder ge
komen dan St. Tropez. We be
landden in een storm en van de
boot bleef geen spaan heel. Te
rug naar Nice wilde ik niet, na
die grote blamage. Ik kwam in
Parijs terecht en kreeg via via
een baan bij de KLM.
Ik trouwde met Yvonne, een bij-
Foio's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van IS
bij 18 In zwart wit) over te maken op gironummer 57055 tm.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA Haarlem
onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d. (datum van plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het
Leidsch Dagblad, Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
leiden - Diep van binnen schaamt Emanuel Kum
mer (1926) zich. Dat hij als goedgeaarde socialist
bloedfanatiek in het Franse koloniale leger heeft
gediend en zelfs een onderscheiding voor zijn hel
denmoed heeft gekregen, vindt hij achteraf on
voorstelbaar. Maar een verklaring daarvoor heeft
de Leidse schrijver en literatuurwetenschapper
wel: „De heroïek van de Duitsers heeft menig oor
logskind niet onberoerd gelaten. Het soldateske
van de moffen zette een stempel op ons."
vrijwel vergeten. Ik heb me
nooit gedumpt gevoeld, mocht
je dat soms denken. Mijn oom
en tante zijn beslist goed voor
me geweest. Wel koesterde ik
een soort moederheimwee. Ik
verlangde naar haar. Later ont
dekte ik dat dit gevoel flink was
gevoed door mijn idealistische
inslag.
Frankrijk bestond uit een smelt
kroes van gedegenereerde ras
sen, vonden de Duitsers. Daar
maakte ik me natuurlijk flink
kwaad over. Ik was zo'n jaar of
zestien toen ik besloot tegen de
Duitsers te gaan vechten. Ik ver
trok naar de Biesbos want ik had
gehoord dat daar mensen waren
die me verder konden helpen. Ik
belde aan bij een boertje die me
hartelijk uitlachte. Ik kon onver
richter zaken terug naar Bus-
sum, waar we woonden.
Een paar maanden later beleef
de ik een nieuw avontuur. Ik
moest onderduiken om te zor
gen dat ik niet in Duitsland te
werk gesteld werd. Met een ver
valst persoonsbewijs - van vijf
kilometer afstand kon je zien dat
het ding nep was - vertrok ik
met een vriend naar Vledder. Ik
kan niet zeggen dat ik daar gele
den heb. Mijn vriend scharrelde
met de dochter van de gemeen
tesecretaris en vond bij haar on
derdak. Ik kwam bij dominee
Brouwer terecht. Brouwer was
continu op pad, hij hielp zieke
en hongerige stadskinderen, dus
ik had het rijk alleen en veel tijd
om na te denken. De aantrek
kingskracht van mijn moeder
groeide daardoor. Ik wilde naar
maman terug, die inmiddels in
Nice woonde. Mijn vader was
toen al overleden.
Eenmaal bevrijd van de Duitsers
liet ik me door een Canadese
vrachtauto naar een vluchtelin
genkamp in de Achterhoek
brengen. Daar kwam ik tussen
de Russen en Joegoslaven te zit
ten. Prachtig vond ik dat. Dicht
bij hadden de Fransen een le
gerkamp ingericht. Daar heb ik
me vervolgens gemeld. Met
mijn mulo-Frans wist ik duide
lijk te maken dat ik intens mijn
naar moeder verlangde. Waar
schijnlijk sprak ik het woord
LEIDEN - De PvdA-verkie-
zingskaravan reed giste
ren op de fiets door Lei
den. Op de voorgrond
Duisenberg en wethou
der Van Aken, links daar
achter wethouder Van
Dam. Er werd onder an
dere een bezoek gebracht
aan De Luifeibaan en het
winkelcentrum De Koper
molen in de Merenwijk.
Foto: Archief Leidsch
Dagblad
Woensdag 4 mei
LEIDEN - Een stedelijk comité van leerling-ver
pleegkundigen gaat acties voorbereiden in de zie
kenhuizen en verpleegtehuizen in Leiden en omge
ving. Dit uit protest tegen het afschaffen van salaris
en vergoedingen in de zg. pre-klinische periode van
de verpleegkundigenopleiding. Sinds 1 januari zijn
het salaris en de vergoeding van kost en inwoning
voor beginnende leerling-verpleegkundigen in de
meeste ziekenhuizen en verpleegtehuizen afge
schaft. Belangrijkste argument daarvoor is dat zij in
die periode, waarin ze voornamelijk theorie krijgen,
geen produktieve arbeid verrichten.
Uit een vergadering van leerling-verpleegkundigen
gisteravond in het vormingscentrum Troef bleek dat
de situatie per ziekenhuis of verpleegtehuis nogal
uiteenloopt. Zo is in het St. Elisabeth Ziekenhuis en
het Diaconessenhuis het salaris in de eerste drie
maanden van de opleiding afgeschaft, maar krijgen
de 'pre-klienen' in het Academisch Ziekenhuis en
het psychiatrisch ziekenhuis Endegeest nog steeds
uitbetaald. Dat komt omdat de laatste twee instellin
gen resp. onder het rijk en de gemeente ressorteren
De leerling-verpleegkundigen hebben daar niet de
zelfde collectieve arbeidsovereenkomst als hun col
lega's in de overige ziekenhuizen en verpleegtehui
zen. Wel zou er inmiddels sprake van zijn dat ook in
de overheidsziekenhuizen het salaris en de vergoe
dingen in de pre-klinische periode worden afge
schaft, maar wanneer is nog niet bekend.
Het stedelijk comité en de leerling-verpleegkundi
gen zijn tegen het afschaffen van salaris, omdat ze
vinden dat de verpleegkundigenopleiding een be
drijfsopleiding is, die onder verantwoordelijkheid
valt van de directie. Het is een opleiding die valt on
der het ministerie van Onderwijs, zo luidt het argu
ment, terwijl leerling-verpleegkundigen bovendien
in de eerste drie vier maanden van hun opleiding
gedurende enkele weken normaal werk moeten doei
op de afdeling. Een ander argument is dat deze be
zuinigingsmaatregel geen verbetering zal brengen ir
de onderwijssituatie van de leerling-verpleegkundi
gen en dat het zal doorwerken in de selectie: kinde
ren met rijke ouders zullen eerder aan de verpleeg
kundigenopleiding beginnen.
„De eerste vier decennia van
mijn leven zijn turbulent, bijna
onwaarachtig, dynamisch en
vooral tweeslachtig geweest. Zo
rond mijn veertigste kwam ik in
rustiger vaarwater terecht. Ik
werd docent aan een middelba
re school en later aan de Leidse
universiteit. Burgerlijker kan het
bijna niet.
Veertien jaar oud was ik, toen de
Tweede Wereldoorlog begon.
Voor de jonge generatie van de
ze tijd is het niet makkelijk te
bevatten wat zo'n strijd met je
doet. Mijn generatie is behoor
lijk getekend. Ik woonde in Ne
derland toen de oorlog uitbrak.
Als peuter en kleuter heb ik met
mijn ouders in Indo-China ge
woond. Mijn moeder was een
echte Frangaise, mijn vader een
genaturaliseerde Fransman.
Overigens was hij de grootste
chauvinist van de twee. Omdat
hij ernstig ziek werd, hij kreeg
TBC, stuurden mijn ouders mij
naar een lieve tante in Neder
land. Toen ik daar als zesjarig
jongetje arriveerde, sprak ik
.geen woord Nederlands. Een
jaar later was ik de Franse taal
Emanuel Kummer: „Als ik klaar ben met Ter Braak en Céline ga ik me
uitsluitend toeleggen op het schrijven van romans."
Foto: Hielco Kuipers