'Blinde in een vreemd land' Beieren: tevredenheid tussen laptop en Lederhosen Inburgeringscursus maakt van nieuwkomers geen Nederlanders ZATERDAG 27 APRIL 2002 Inburgeren is niet alleen verplicht, het is ook noodzakelijk. Volgens een onder zoek van het Nederlands Centrum Bui tenlanders vinden allochtonen dat zelf ook. Toch haakt ongeveer de helft voor tijdig af tijdens de inburgeringscursus of spreekt aan het eind niet of nauwelijks Nederlands. Is het te zwaar, te vrijblij vend of leren ze de verkeerde dingen? door Dick Hofland Mustafa vraagt of hij al leen mag zitten. „Beter voor mai. Asjeblieft." Hij moet oefeningen doen met het be grip 'per'. Hoe vaak ga je met vakan tie? Eén keer per., uur, week, maand, jaar? Mustafa weet het „Ien kier pier jaar". Dan spreekt een stem op de bandrecorder een Nederlandse zin: 'Wat ziet-ie er tevreden uit.' „Hoe veel woorden hoor je?", vraagt de docente? „Vijf', roept Mustafa. De docente herhaalt de woorden nog eens stuk voor stuk. Wat (steekt één vinger op), ziet (twee vingers), hij... Mustafa sputtert tegen. Hij?! Dat woord heeft-ie helemaal niet ge hoord. In het Regionaal Opleidings Cen trum (ROC) in Rotterdam buigen dertien allochtonen zich over de cursus NT2, Nederlands als tweede taal. Aan het raam hangt een kaartje: het raam. Aan de tl-buis hangt een kaartje: de lamp. Op de kast zit een kaartje: de kast. In het werkboek gaat het over begrippen als tevreden, ver leden en haast hebben, over het ver schil tussen honger en trek en over een gesprekje van een moeder met een oppas. Als de moeder op de band 'goedemorgen' tegen de oppas zegt, moeten de cursisten zeggen of de bewering 'het is middag' waar of niet waar is. Mustafa maakt bewe gingen met zijn mond, onhoorbaar zegt hij het woord 'moeilijk'. Meer dan eens. „lek nooit geweest naar school", zegt hij.Altijd alles geleerd boiten. les wel beter eerst hier le ren." Een maand of acht is de groep bezig. De eerste dag zaten ze nog op kruk jes, rondom de docente. Ze spraken geen woord Nederlands, de docente geen woord van hun talen. Zij ging staan en zei: 'Ga staan'. Ze ging zit ten en zei: 'Ga zitten'. Tien, twintig keer achter elkaar, tot iedereen be greep wat de bedoeling was. Daarna werd het: 'Loop naar het raam'. En zo stapje voor stapje verder. „Wij hebben deze methode geleerd van iemand die ons zelf liet ervaren hoe het is als je een taal helemaal niet kent door tegen ons Maleis te spre ken", vertelt de docente. „Nou, dan merk je hoe ongelooflijk moeilijk het is om een wildvreemde taal te leren. Ik houd het tempo bewust heel laag en werk met meer voorbeelden dan de methode aangeeft." Daarom start het ROC het inburge ren, waar mogelijk, met lessen in de eigen taal. In dat geval staat iemand voor de klas staat die bijvoorbeeld Marokkaans en Nederlands spreekt. Dat maakt het al een stuk makkelij ker voor de cursisten. Ruim tachtig Marokkanen in Amsterdam-Osdorp hebben dat voorbeeld inmiddels ge volgd en zelf een inburgeringscursus opgezet met behulp van het Neder- Edmund Stoiber (60), premier van Beieren en leider van de CSU, wil na de Bondsdagverkie zingen in september in Berlijn een conservatie ve regering vormen. De leider van Duitslands grootste deelstaat be weert te weten hoe hij de Bondsrepubliek - de economische hekken sluiter van Europa - weer op de been kan helpen. Maar buiten Beieren stuiten Stoibers ambities op scepsis. door Wierd Duk Op een zwoele lenteavond, als goed geklede paartjes over de boulevards flaneren en de lucht vol is van het ge roezemoes van de café-terrassen, lijkt het alsof München in Italië ligt. De hoofdstad van de Freistaat Bayem heeft zuidelijke flair. Hier, in een kanselarij die groter is dan het nieuwe Kanzleramt in Berlijn, zetelt Edmund Stoiber (60), premier van Beieren en leider van de Christ- lich-Soziale Union (CSU). 'Der Edi' lijkt goede papieren te hebben: Bei eren is een succesverhaal, de werk loosheid is er evenals de criminaliteit laag en de lonen zijn er hoog. Het op timisme in de straten van München contrasteert hevig met de doemsluier die over de rest van Duitsland hangt. Maar elders stuiten Stoibers ambities op scepsis. Staan de katholieke Bei eren mentaal niet dichter bij Wenen dan bij Berlijn? Zeggen ze niet zelf 'Mir san mir' 'Wij zijn wij'), alsof ze hun aparte status willen benadruk ken? Zijn Beieren, kortom, wel echte Duitsers? Ursula Münch schiet in de lach. „Ja, toch wel", zegt de politicologe in het restaurant van het Maximilianeum, de imposante zetel van de Beierse Land tag. „Maar de Beieren vinden zichzelf wel bijzondere Duitsers." Die nationale trots, weet prof.dr. Münch, komt voort uit de lange, on onderbroken staatstraditie. Beieren is een van de oudste staten in Europa en heeft beroemde koningen voortge bracht, onder wie de krankzinnige Ludwig II die het sprookjesslot Neu- schwanstein liet bouwen. Het zelfbe wustzijn wordt bovendien gevoed door de verlichte hervormingen van de 19e eeuwse politicus Montgelas, die de basis legde voor een efficiënte bureaucratie. Ooit was Beieren een armenhuis, een agrarisch land van hoempaorkesten, Weizenbier, Alpenweides en be sneeuwde bergtoppen. Maar onder de CSU, de conservatieve volkspartij die al vijftig jaar onafgebroken aan de macht is, ontwikkelde de regio zich tot een economische macht: standplaats van BMW en Audi, van electroni- careus Siemens en verzekeraar Alli- anz, van Kirchs Media Groep en de Hypovereinsbank. CSU-peetvader Franz-Jozef Strauss haalde de ruimtevaart- en defensie industrie binnen, Edmund Stoiber maakte van Beieren Europa's belang rijkste centrum voor bio- en informa tietechnologie. En dan is er natuurlijk Bayern München, Duitslands 'Re- kordmeister'. 'Laptop en Lederhosen': moderniteit en traditie gaan in Beieren hand in hand. „Eerfijk gezegd wist ik ook niet dat Beieren economisch zo sterk is", bekent de Nederlandse staatssecreta ris van Economische Zaken, Gerrit Ybema (D66). „In de EU zou Beieren zelfs op de zesde plaats komen, net achter Nederland". Als om het inter- Edmund Stoiber, premier van Beieren. Foto: GPD/Diether Endlicher nationale gewicht van Beieren aan te geven, heeft de deelstaat een kostbare vertegenwoordiging in Brussel. Ybe ma, die met een handelsdelegatie op bezoek is:Als je ziet hoe innovatief deze economie is, daar moeten wij aansluiting bij zoeken." Eén van de vertolkers van het eigen tijdse Beierse levensgevoel is dr. Peter Friess, van het staatsagentschap voor media- en informatietechnologie. „Weet je waarom in München de In diase restaurants uit de grond schie ten?", vraagt Friess in zijn heldere, spaarzaam ingerichte kantoor. „Om dat we hier zoveel Indiase program meurs naar toe halen. Als je de beste mensen wilt, moet je ze de beste le venskwaliteit leveren. Daarom hebben we hier nu ook een Indiaas filmfesti val." Friess zweert bij het 'Model-Stoiber'. Hij legt uit: Stoiber hield aan de priva tisering van staatsondernemingen vijf miljard euro over, stopte dat geld in infrastructuur, onderzoek en onder wijs en voorzag beginnende hightech- bedrijven van ruimhartige subsidies. Kwaliteit en competentie, het zijn Stoibers stokpaardjes. Regio's met minder perspectief, zoals het deels protestantse Franken dat lijdt onder een verouderde industrie, vallen bui ten zijn blikveld. En op arme sloebers, asielzoekers uit oorlogsgebieden bij voorbeeld, zit men in Beieren niet te wachten. „Die mensen wordt snel duidelijk gemaakt dat ze hier niet wel kom zijn", zegt dr. Josef Dürr, fractie- voorzitter van de oppositionele Groe nen. „Trouwens, de huren in Mün chen zijn onbetaalbaar." Veel van Stoibers ideeën worden hem ingefluisterd door Otto Wiesheu, al negen jaar minister van Economische Zaken. De gedrongen, rossige Wies heu wijst erop dat de CSU het mid den- en kleinbedrijf altijd heeft ge steund. „Een belangrijk verschil met Schroder, die het liefst zaken doet met de grote ondernemingen", legt Wies heu uit. De CSU heeft de band met het volk al tijd serieus genomen, vertelt de Ne derlandse consul Jan Zaadhof. „Die S van sociaal is sterk ontwikkeld." Een groep senioren, een aantal gekleed in Beierse klederdracht, is op bezoek in het parlementsgebouw. Passerende afgevaardigden, dossiermappen on der de arm, stoppen voor een praatje. De sfeer is gemoedelijk. Zaadhof: „Zo functioneert democratie hier. De poli tiek staat dicht bij de mensen." De Beieren, erkent Josef Dürr van de Groenen, voelen zich bij de CSU 'ge borgen'. „Stoiber doet veel aan de be strijding van criminaliteit. En vreemde invloeden krijgen geen kans. Zo wil de CSU in de Beierse dorpen geen begra fenissen volgens islamitisch ritueel toestaan." Dürr moet er meewarig van glimlachen: ,Als je tot de CSU-cliënte- le behoort, is het in Beieren goed toe ven. Maar wie zijn plaats niet accep teert, krijgt problemen." lands Centrum Buitenlanders (NCB) en de gemeente. Onderwijs in de eigen taal is voor Marokkanen en Turken soms nog wel te regelen, maar aangezien de inburgeraars tegenwoordig uit de hele wereld komen, is dat niet voor iedereen te doen. De docente in Rot terdam gebruikt de leermethode Breekijzer, omdat het hier gaat om een groep zeer laag opgeleiden. In andere groepen wordt gewerkt met IJsbreker. Maar dat niveau is voor deze cursisten te moeilijk. Tahar, een wat oudere Turkse slager, die van deze inburgeraars veruit het best Nederlands spreekt: „Elke taal is moeilijk. Alleen je eigen taal is mak kelijk. In het begin is je kennis nul. Ik wist niets van een koe, maar nu ken ik alle onderdelen." sus of het voortijdig afhaken komt door begrijpelijke redenen, zoals ge brek aan kinderopvang, verhuizing naar een andere stad, of bijvoor beeld omdat de mensen werk heb ben gevonden. Dan vinden ze het op dat moment niet nodig om een cur sus te volgen, want hun doel is be reikt: een financieel zekere toekomst voor hun gezin. Bij vrouwen is zwangerschap een veel voorkomende reden om niet door te gaan. „Als mensen lessen verzuimen, bellen we meteen op, en als ze geen telefoon hebben, schrij ven we een brief', zegt Marije van Gennip, adjunct-directeur van het ROC Rotterdam. Blijven ze weg, dan j LEESHC: Verplicht Hoe ga je je weg vinden in een land dat totaal anders is dan waar je van daan komt? Op die vraag moet de in burgeringscursus het antwoord ge ven. Deze omvat daarom naast de Nederlandse taal ook maatschappij oriëntatie (MO) en beroepen-oriën tatie Het is, ruwweg, een theoreti sche variant van de inburgering zo als die voor prinses Maxima werd bedacht. Hoewel iedereen ervan overtuigd is dat ook zij nog maar weinig te weten is gekomen over Ne derland, moeten de inburgeraars het met veel minder doen. Ze krijgen lessen over landschap, huizen, dieren, eetgewoonten en dat soort zaken, maar ook over normen en waarden, bijvoorbeeld dat homo seksualiteit in Nederland geen zonde is. De cursus is er dus deels op ge richt hoe je je kunt redden in het da gelijks leven, maar vormt voor de cursisten die daartoe gemotiveerd zijn, ook een voorbereiding op werk. Door ervaring wijs geworden legt de cursus de laatste jaren steeds min der nadruk op de grammatica. De inburgeringscursus, en vooral het leren van de Nederlandse taal, is verplicht. De overheid dreigt afha kers met het verminderen van de uitkering. Maar afgezien daarvan vinden allochtonen zelf inburgeren ook een noodzakelijke voorwaarde om hier een goed leven te kunnen leiden. Dat bleek althans uit een vo rig jaar gehouden onderzoek van het Nederlands Centrum Buitenlanders. Volgens een zeer recente meting van de overheid haakt evenwel de helft van de inburgeraars voortijdig af of spreekt aan het eind geen of nauwe lijks Nederlands. Het ROC Rotterdam merkt dat het niet starten met de inburgeringscur- Bij vrouwen is zwangerschap een veel voorkomende reden om de inburgerings cursus niet af te maken. In het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) in Rotterdam volgt een groep allochtonen een cursus Nederlands als tweede taal. Foto: Roland de Bruin moeten de opleidingscentra dat melden aan de gemeentelijke instan tie die belast is met het inburgeren. Van Gennip: „We hebben te maken met volwassenen die weer naar school gaan en dat is sowieso moei lijk, en dan moeten zij ook nog eens naar school in een andere maat schappij. Ze zijn al gevormd, het zijn geen kinderen meer. Bovendien ko men bij ons veel allochtonen die laag tot zeer laag zijn opgeleid, niet zelden zijn ze zelfs analfabeet. In hun eigen land was dat niet zo'n probleem, want daar spraken en ver stonden ze de taal. Veel analfabeten komen uit kleine, soms geïsoleerde dorpjes, waar ze hun eigen plek en status binnen de gemeenschap hadden. Hier in Ne derland valt dat in één klap allemaal weg. Ik heb altijd sterk geloofd in het principe 'je kunt wat je wilt', maar ik denk dat we dat bij veel van deze mensen moeten laten varen. Ze zijn welwillend, maar kunnen vaak niet. Als je aan je plafond zit, dan moet je wel zeer gemotiveerd zijn om toch steeds weer door te gaan. Bij vaders zie je bijvoorbeeld dat ze door wil len, omdat hun kinderen beter Ne derlands spreken dan zijzelf." Voor Khalid, een Marokkaan van 34 die al veertien jaar in Nederland woont, was de motivatie een baan die hem zwaar tegenviel. Hij had al snel werk gevonden op de postafde ling van Schiphol, maar sprak amper Nederlands. Hij kon daardoor nau welijks met zijn collega's praten en zij niet met hem, zodat hij zich een eenling voelde. Bovendien maakte hij door zijn taalachterstand geen enkele kans op beter, leuker werk. „Veel allochtonen denken dat ze het wel redden als ze werk hebben", weet hij nu. „Maar uiteindelijk ont dek je dat je niet verder komt. Je moet de taal echt goed leren praten, lezen en schrijven. Nederlands is een moeilijke taal, je moet erg je best doen, maar je hebt papieren nodig, diploma's. Of je het hier redt, ligt uiteindelijk aan jezelf. Alles ligt aan jezelf." Ben je Nederlander als je deze cur sus hebt gevolgd? Immers, niet al leen de taal, maar ook het accepte ren van onze normen en waarden wordt als voorwaarde voor een ge slaagde inburgering gezien. Een moslim die voortreffelijk Nederlands spreekt, maar homoseksuelen nog minder vindt dan een varken, is die wel echt ingeburgerd? Greetje Grundel, coördinerend do cent: „Wat zijn Nederlanders? Wij willen ze geen Nederlander maken, maar slechts handvatten aangeven om te kunnen functioneren. We ver tellen ze hoe wij hier leven, wat onze normen en waarden zijn, maar we leggen die niet op. Wat ze er zelf mee doen, is aan hen. Het is geen kwestie van er in gieten en slikken maar. Het zijn volwassen mensen. Maar we houden ze nadrukkelijk voor, dat leren hun kans vergroot om in deze samenleving mee te kun nen komen. Simpel voorbeeldje: op tijd rijn is heel belangrijk in Neder land. Wil je werk, dan is dat een van de eerste dingen waar je je aan moet houden. Of ze dat later in de praktijk ook doen, is hun eigen verantwoor delijkheid." Conducteur Abdur, een Turk van 28, is hier ruim twee jaar, maar spreekt en verstaat nog zeer gebrekkig Nederlands. Met hulp van enkele andere inburgeraars slaagt hij er in duidelijk te maken dat hij kort na rijn aankomst in Neder land al een baan kon krijgen. Hij werkte zeven maanden in de steiger bouw, maar wil heel graag iets an ders. Het liefst trambestuurder of conducteur. Pas sinds kort beseft hij dat hij daarvoor wel goed Neder lands moet kunnen. Hij denkt dat hij het dit keer wel volhoudt. „Jij moet...iejts...lieren", weet Gul- makay, een Afghaanse oud-lerares. .Anders krijg je alleen het eenvou digste, meeste vieze en slechtst be taalde werk. Als je iets wilt bereiken, moet je hard werken en je best doen. Voor mij is dat niet zo moeilijk. Hier is alles makkelijker, alles fijn. In Af ghanistan is alles kapot, alles weg." En hoe zit het met de Nederlandse cultuur. Homoseksualiteit bijvoor beeld. Kunnen allochtonen, veelal uit islamitische landen, daar wel mee omgaan? Khalid: „Die imam van ons is,gek. Als een man met een man wil leven moet hij dat zelf we ten. Heb ik niks mee te maken. Is hun leven. Daarom ben ik naar Ne derland gekomen, omdat het een vrij land is. In mijn land heb je geen recht, in Marokko kun je lang niet al les doen wat je wilt." Said (27), ook Marokkaan, getrouwd en vader van een dochtertje: „Ik kom uit een dorpje waar nog niet eens stromend water is. Als je in Ne derland wilt leven, is het belangrijk te weten wat het verschil is tussen Nederland en je eigen land. Je moet alles weten van het land waar je woont. Ik leef hier met mijn vrouw en mijn kind, dus ik moet Neder lands kunnen praten, lezen en schrijven. Veel inburgeraars denken dat ze het leven veel beter op straat kunnen leren. Zeker, op straat kun je veel leren, maar dan kom je niet ver der. Als je helemaal niets kunt, blijf je een blinde in een vreemd land."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 49