In ijltempo
naar de top
y
De beste metro ter wereld
Portretfotografe Hellen van Meene
bokst tegen imago
Verval in Rusland alleen boven de grond
ZATERDAC
20 APRIL
2002
4%
Hellen van Meene.
Foto: United Photos De Boer/Cynthia van Dijke
Negenentwintig jaar pas, en nu
al aan de wereldtop van de
portretfotografie: Hellen van
Meene uit Alkmaar.
Aangekocht door hoog
aangeschreven musea als het
Museum of Modern Art en het
Guggenheim in New York en
werkend met galeries van
Londen tot Tokio. Ze
fotografeert jonge vrouwen,
meisjes nog, op weg naar
volwassenheid. Er zijn
mannelijke journalisten die over
haar werk geschreven hebben
in termen van erotiek en
pornografie ('Pikanterie met
een beugeltje'). 'Pornografie?!
Daar kan ik zó hels om worden,
als ze dat zeggen'. Haar laatste
grote serie (31 foto's) maakte ze
in Japanse opdracht voor de
Biënnale van Venetië. Na New
York en Edinburgh is de
expositie vanaf dit weekeinde
voor het eerst te zien in
Nederland (Haarlem).
door Aart van der Kuijl
Op de wc van Hellen van
Meene ben je als man wei
nig op je gemak aan het
plassen; een roodharig meisje kijkt je
recht in je gezicht. Niet alleen hier,
overal in haar smaakvol ingerichte,
zonovergoten flat in Alkmaar kom je
foto's van pubermeisjes tegen. Het is
haar centrale thema. Maar er han
gen ook foto's van collega's. „Ik ruil
veel met collega's zoals deze foto
van Céline van Balen. En ik koop
kunstwerken van anderen die ik
goed vind. Je moet elkaar een beetje
ondersteunen, toch...?!" In haar in
terieur staat bijvoorbeeld een flink
aantal dierenbeelden van Carolijn
Smit die zij bewondert. En verder
veel design, stoelen in allerlei stijlen
door elkaar en grappige gadgets, ge
scoord in feestartikelenwinkels over
al ter wereld.
Van Meene staat - zwanger van haar
eerste kind - op het punt te verhui
zen uit haar eenvoudige vijftiger ja-
renflat in het Hoefplan in Alkmaar.
Naar een 'echt huis met een tuin',
aan de buitenrand van de stad. Ze is
geboren en getogen Alkmaarse. Tij
dens haar studie aan de Rietveld
heeft ze voor een half jaar een uit
stapje gemaakt naar Amsterdam,
maar toen ze daar haar woning uit
moest, vond ze dat niet erg. Ze voelt
zich nu eenmaal meer thuis in haar
eigen stadje.Ach, die Amsterdamse
kunst-scene. Ik heb er niet zoveel
mee. Je komt er altijd dezelfde kop
pen tegen."
Ze zal haar oude buurtje, waar ze vijf
jaar woonde, missen. „De meeste
van mijn foto's zijn gewoon hier
voor op straat of binnen gemaakt.
Kijk, dat is de brede vensterbank
waar dit meisje op leunt. En deze fo
to heb ik gemaakt bij die lantaarn
paal. En deze - met «lie rekstok - in
het speeltuintje hier iets verderop.
En zie je deze foto waarbij die jas
van dat meisje om die boom zit? Dat
is die boom. Op reis in je eigen
straat. Op zoek naar iets dat je foto
verder brengt. Waar ik ook ben, ik
kijk altijd in fotografische beelden."
Haar modellen plukt ze gewoon van
de straat, zoals een Turks buurmeis
je of een meisje dat haar opviel toen
ze in de trein zat. „Weet je, ik vind
dat je je foto's in principe moet kun
nen maken in je eigen achtertuin -
nou, ja die heb ik pas over een paar
weken - of in je huiskamer. Het is
ook praktisch, want ik ben soms heel
ongeduldig. Dan bel ik mijn model
op en dan moet ze meteen kunnen.
Nü, nü, nü."
'Booming'
Hellen van Meene is pas 29 en haar
werk is booming. Sinds haar afstude
ren aan de Rietveld Academie in
1996 heeft ze in ijltempo de top be
reikt. Haar Japan-serie bijvoorbeeld
maakte ze vier jaar later (februari
2000) op uitnodiging van de Japan
Foundation. Deze stichting vroeg
haar als eerste buitenlandse kunste
naar een expositie te maken voor het
Japanse Paviljoen van de Biënnale
voor Architectuur in Venetië. Ze is
onlangs benaderd voor een werkpe
riode met een aansluitende solo-ex
werk geweest. Mijn modellen vond
ik op straat. Ik vormde een soort ko
misch duo met mijn Japanse assis
tente, want ik spreek geen woord Ja
pans. Heel bijzonder, die frêle Ja
panse en ik, zo'n blozende Holland
se... En een rauwdouwer. Ik blijf on
der alle omstandigheden Hellen van
Meene, dus ga ik niet Japans denken
en me al buigend als een knipmes
aanpassen. Ik ga altijd recht op mijn
doel af en zeg ongezouten hoe ik er
over denk. Dat heb ik ook in Japan
gedaan. En ze accepteerden dat."
Wat haar in Nederland nog nooit
overkomen is, gebeurde daar. Ze
kreeg bedankjes van haar modellen.
„Dan zeiden ze 'Ooooh, I was spa
cing out', of tegen de assistente:
'Hellen heeft mijn kwetsbaarheid
doorbroken'.
Geen porno
Ze begrijpt niet dat haar foto's vaak
heftige reacties oproepen. „Porno
grafie?! Daar kan ik zó hels om wor
den, als ze dat zeggen. Mijn werk is
niet prikkelend in die zin. In mijn fo
to's zit een zekere esthetiek. Okay,
soms zie je tepels maar daar is - zo
als ik het fotografeer - niets erotisch
aan. Ik let erg op vorm. Huid is zo'n
vorm waarmee ik speel. Dat magere,
geprononceerde been, die sneeuw
witte huid. Erotiek is bepaald niet
mijn uitgangspunt. Misschien ben ik
daar wel naïef in. Ik realiseer me ge
woon niet dat mijn werk in die zin
schokkend kan overkomen. Van de
andere kant: met journalisten die het
zo willen zien, is volgens mij iets
mis. Die schrijven met een zere pie
mel."
Expositie Hellen van Meene 'Japan
Foto's 2000'. Te zien: van 20 april t/m 16
juni, De Hallen, Frans Halsmuseum,
Grote Markt 16, Haarlem. Open: di t/m
za van 11.00 uur tot 17.00 uur, op zon
en feestdagen van 12.00 uur tot 17.00
uur.
Op internet: www.dehallen.com
positie in het Duitse Essen op uitno
diging van het Folkwang Museum.
Nee, een aanstormend talent voelt
ze zich niet meer. Maar ze heeft wel
het idee dat ze beroemder is buiten
dan in Nederland. „Ze zijn hier zo
kat-uit-de-boom-kijkerig. Het is een
houding van 'ze zou na een mooie
serie wel eens een mindere foto kun
nen maken...' Ach, Nederland... Ik
heb hier geeneens een galerie meer.
Ik zit bij Sadie Coles HQ in Londen;
zij neemt heel Europa voor haar re
kening. Matthew Marks Gallery in
New York doet Amerika, Atsuko Koy-
anagi Gallery in Tokio neemt Japan
en de rest van Azië voor haar reke
ning. Dus is zo'n beetje de hele we
reld gedekt."
Wie denkt dat ze er zelfingenomen
door geworden is, heeft het mis.
Kindsblij kan ze zich verkneukelen.
„Mijn fotowerken zijn door heel veel
musea aangekocht, waaronder het
Museum of Modem Art en het Gug
genheim in New York. Als die je aan
kopen is dat natuurlijk helemaal te
gek. Maar weet je wat ik het leukste
vind? Dat ik van het Guggenheim
een toegangspasje voor het leven
heb gelaegen. Dat is zó geweldig
stoer."
Optimaal contact
Hellen van Meene werkt niet met
een technische camera zoals haar
gerenommeerde collega's Rineke
Dijkstra en Céline van Balen, maar
met een Rolleiflex 6 bij 6 grootbeeld.
Vandaar dat haar foto's altijd een
vierkant formaat hebben. Ze kijkt
van boven af in het oculair van de
camera die op haar buik hangt. „Ik
fotografeer ook in overdrachtelijke
zin met mijn buik; ik zou niet anders
willen. Doordat mijn gezicht vrij is,
Een opname van Hellen van Meene uit
heb ik optimaal contact met het mo
del. De camera ziet precies wat ik
gezien heb. En ik fotografeer altijd
met daglicht. Ik druk mijn foto's
eerst zelf af in de doka, omdat ik ze
een bepaalde koelheid wil meege
ven. De huid moet cyaan, iets mint-
kleurig zijn, zonder dat het onna
tuurlijk wordt. Die afdruk neem ik
mee naar het fotolab, want anders
drukken ze je foto's standaard in te
warme tinten af."
Haar aanpak heeft iets weg van een
modefotograaf annex modellenbu
reau: „Ik betaal mijn modellen altijd
en ze krijgen de foto." Ze legt haar
modellenboek op tafel. „Meisjes ver
anderen tijdens de puberfase heel
Haar modellen haalt Hellen van Meene gewoon van de straat, zoals dit Turks
buurmeisje.
haar serie 'Japan Foto's 2000'.
sterk. Met sommigen wil ik dan ook
vaker werken. Dan heb ik een basis
idee waarbij ik bijvoorbeeld denk 'In
deze setting zou Barbara goed pas
sen'. Dat is die roodharige, een van
mijn lievelingsmodellen. Ja, die van
de wc. Weet je hoe oud ze al is? Ou
der dan ik: 31! Zou je niet zeggen, hè.
Ze kan makkelijk door voor een zes
tienjarig meisje."
Met veel van haar modellen ontstaat
een vriendschappelijk contact. „Ik
sta voor mijn gevoel nog dicht bij
mijn eigen puberteit. Maar, ik help
ze wel erg, hoor. Je moet ze regisse
ren, want ze zijn nog heel speels.
Maar wat ik vooral heel belangrijk
vind: heel onbevangen. Ze vertrou
wen me, net als hun ouders trou
wens. Die weten dat ik gek ben,
maar geen rare dingen met hun kin
deren doe. Je bouwt iets op met el
kaar. Maar ik manipuleer wel, deels
intuïtief. Ik speel met hun voorko
men, met iets dat ze soms qua ont
wikkeling misschien al achter de rug
hebben."
Japan-serie
Ze toont een foto uit haar Japan-se
rie. „Geen Japans meisje in Japan
overigens, maar een geadopteerde
Koreaanse in Nederland. Ik spotte
haar hier in de Hema en fotografeer
de haar thuis, ergens in de kop van
Noord-Holland. Een groter contrast
kun je niet bedenken. Zo'n Koreaans
meisje met oer-Hollandse ouders in
een oud Noord-Hollands poppen
huisje, zo gezellig. Echt een cadeau
tje, deze ontmoeting. Ons contact
was al heel snel zó vertrouwd, dat ik
toen ik vroeg of zij een bel wilde bla
zen van haai- bubblegum en zij dat
niet bleek te kunnen, ik het zelf heb
gedaan waarna zij zonder mankeren
die bonk klapkauwgom weer in haar
mond stak.
De foto van het Koreaans meisje is
een uitzondering: „De rest van de
serie heb ik wel in Japan geschoten
hoor! In een periode van twee maan
den ben ik daar eerst een week en
daarna nog twee weken aan het
Na ruim tien jaar
markteconomie is het verval
in Rusland nog niet tot
stilstand gebracht. In
ziekenhuizen, scholen en
weeshuizen blijkt duidelijk dat
de collectieve sector
onverminderd met de nieuwe
realiteit worstelt.
Uitzondering op de regel is de
befaamde Moskouse metro.
Nog altijd snel, veilig en
goedkoop. Inmiddels wordt
zelfs weer gewerkt aan
uitbreiding van het net. „Dit is
nog altijd de beste metro ter
wereld."
door Frank Hendrickx
Lidia Visileva spaart routineus haar stem als
weer een trein metrostation 'Plein van de
Revolutie' binnen dendert. De afgelopen ja
ren heeft de tengere vrouw geleerd in inter
vallen van 90 seconden te spreken, precies
de tijd tussen twee treinen. Visileva leidt dan
ook al 20 jaar toeristen rond over de indruk
wekkendste stations van de Moskouse me
tro. Eerst was ze in dienst van de roemruch
te KGB-dependance Intoerist ('Toen waren
de toeristen nog bang'), nu werkt ze voor
een commercieel reisbureau. Haar gevoel
voor de metro is hetzelfde gebleven. Ontzag.
„Dit is gebouwd voor de eeuwigheid", zegt
Visileva. „De beste materialen, de mooiste
technieken."
De ondergrondse paleizen van Moskou blij
ven voor toeristen een bron van verwonde
ring en verbazing. De mozaïeken van station
Kievskaja, de marmeren medaillons van Park
Koeltoery, de keramische panelen in Teatral-
naja, de 'kunst ter verheffing van het volk' is
nog altijd imposant. „Waar ter wereld zie je
dit?", vraagt Lidia Visileva als ze wijst naar
de marmeren bogen en de levensgrote bron
zen beelden van soldaten, arbeiders, zeelie
den, moeders en sportmannen op station
Plosjstjad Revoljoetsii. Ze beantwoordt de
vraag zelf: „Nergens." Ze zegt het niet met
zoveel woorden, maar het doet haar genoe
gen dat de 'buitenlanders' nog steeds te im
poneren zijn. „Onze metro is de beste van
de wereld."
Dat vindt ook Valentin Bolotov. Al bijna zes
tig jaar werkt de oude baas voor de Moskou
se metro. Toen de eerste lijn in 1935 open
ging, was Bolotov er als klein kind van zeven
bij. Tijdens de Duitse bombardementen in
1941 schuilde hij samen met 500.000 andere
Moskovieten in de soms 60 meter diepe me
trostations. Hij kan zich nog herinneren hoe
jonge soldaten zich verzamelden op de plat
forms, een laatste oppeppende toespraak
kregen en naar het front vertrokken, een
paar kilometer verderop aan de stadsgrens
van Moskou.
„De meeste mannen zijn nooit meer terug
gekomen", zegt Bolotov nonchalant. Hij
weet ook nog dat op station Kirovskaja, het
huidige Tsjistye Proedy, het hoofdkwartier
van de militaire staf was gevestigd. „Zelfs
Stalin had er een kamer." De metro is sinds
dien een symbool gebleven van het verzet
tegen de nazi's.
Het is misschien ook in de oorlog geweest
dat de metro van Moskou iets onverwoest
baars kreeg. Miljoenen mannen stierven aan
het front, maar zelfs in de bitterste oorlogs
jaren bleef de bouw van de metro doorgaan.
„Het was goed voor de moraal", zegt Bolo
tov. „We wisten dat niet alles verloren was.
Er werd immers nog gewoon gebouwd aan
de metro."
Bolotov zelf begon midden in de oorlog in
1943 als 15-jarige jongen aan zijn opleiding
tot assistent-chauffeur. Later groeide hij uit
tot machinist en nog later tot 'natsjalnik',
chef van het depot. Sinds tien jaar is hij di
recteur van het Metro Museum, gevestigd bij
halte Sportivnaja. Noem Bolotov rustig een
fanaat.Al bijna 75 jaar oud, maar bij de
metro krijgen ze me niet weg", glimlacht hij.
„Jawel, ik ben trots."
Natuurlijk, de Newyorkse (471 km lang) en
Londense metro (408 km) zijn nog omvang
rijker dan het 264 kilometer lange netwerk in
Moskou, maar 'nergens ter wereld' reizen
dagelijks zoveel mensen met de onder
grondse als in Russische hoofdstad. Negen
miljoen mensen per etmaal, meer dan in
Londen en New York samen. „Nergens ko
men de treinen zo kort achter elkaar; in de
spits om de 80 seconden", zegt Bolotov. „En
nergens rijden de treinen zo snel. Nee, op
het gebied van techniek hoeft niemand ons
iets te leren."
De verbazingwekkend betrouwbare werkwij
ze van de Moskouse metro is niet de belang
rijkste reden voor zijn faam. Het interieur
van de stations baarde al in de jaren dertig
opzien. In 1938 won het ontwerp van Majak-
ovskaja de Grand Prix op de Wereldtentoon
stelling van New York. De ruime gewelven,
marmeren vloeren en de stalen zuilen, zijn
sober vergeleken bij de extravagantie van het
met kristallen kroonluchters uitgeruste
Komsomolskaja, dat in 1952 eveneens een
Grand Prix won op de Wereldtentoonstel
ling. „Komsomolskaja is een van mijn favo
rieten", zegt Bolotov. „Maar Plosjstjad Re
voljoetsii en Novokoeznetskaja zijn ook
De 'ondergrondse paleizen' zijn een nala
tenschap van Stalin. In de metro worden de
verworvenheden van de Sovjet-Unie dan
ook in socialistisch-realistische stijl breed
uitgemeten, terwijl de bloedige 'zuiveringen'
vanzelfsprekend buiten beschouwing blij
ven. Een rit met de metro is daardoor ook
een confrontatie met de utopische Sovjet-
Unie. De haltes zijn tevens een monument
voor de lugubere daadkracht van het regime
van Stalin. Arbeiders uit heel het land wer
den ingezet om de metro sneller dan ge
pland af te krijgen. Gewerkt werd er, want
ondermaatse arbeid was goed voor een lang
durig verblijf in een van de vele kampen.
Bolotov herinnert zich de tijd van de con
structie echter vooral als een hoopvolle pe
riode. 'Heel het land' bouwde aan de metro
en toen het werk was voltooid, zagen de
straten zwart van de mensen. „Op de eerste
dag alleen maakten honderdduizenden
Moskovieten een ritje met de metro", zegt
Bolotov. Er moet bovendien niet te hard ge
oordeeld worden over de Russische geschie
denis, meent Bolotov, want 'dan blijven we
bezig'.
De museumdirecteur vindt het dan ook jam
mer dat veel metrohaltes met socialistische
namen nu meer politiek-correcte namen
hebben gekregen. „We hebben in dit land
socialisme gehad, of we nu willen of niet. We
gaan toch ook niet de Alexander-tuinen een
nieuwe naam geven, omdat tsaar Alexander
fouten heeft gemaakt."
Bolotov is niet de enige die het verleden wil
laten rusten. Voor Konstatin Tsjekasski,
hoofd van de pr-afdeling van de metro, telt
alleen de toekomst. Enthousiast vertelt hij
over de nieuwe uitbreidingsplannen. In 2005
moet het netwerk met 20 kilometer spoor
zijn uitgebreid. Nog dit jaar zal een nieuwe
halte open gaan en ook bij het nieuwe 'Park
van de Overwinning' komt een station. Bui
ten de stadsranden komen mini-metro's en
zeven kleine haltes, waardoor ook de buiten
wijken aansluiting krijgen op het net.
„Het heeft even geduurd, maar het budget
laat het nu weer toe om te bouwen", zegt
Tsjekasski. „Helaas is het er eerder niet van
gekomen, want er had nu al 25 tot 30 kilo
meter spoor meer moeten liggen. Die be
hoefte is er zeker." Op de vraag wat hij het
liefste nog wil veranderen aan de metro,
geeft hij glimlachend antwoord. „Het salaris
natuurlijk. Een gemiddeld inkomen van 200
dollar is niet veel."