Van der Valk
en de les
van Tiel
Familie-imperium wil reputatie zuiveren
ZATERDAG
20 APRIL
Op 10 februari van dit
jaar stortte het
parkeerdek van hotel
restaurant Van der Valk
in Tiel volledig in. Als
door een wonder raakte
niemand gewond. Maar
het incident bevestigde
het beeld dat het Van
der Valk-concern het niet
zo nauw neemt met de
regels.
Martin van der Valk,
sinds het terugtreden
van 'peetvader' Cerrit
het gezicht van het
machtige familiebedrijf,
laste na het incident een
radiostilte in. Nu spreekt
hij. Over de lessen van
Tiel, de normen van de
nieuwe generatie en het
naleven van regels. „Een
ondernemer zoekt altijd
de grenzen op."
door Peter Groenendijk
en Ruud Sep
Het bezoek wordt ontvangen
in het kantoor van een col
lega. „Ik heb geen eigen ka
mer", legt hij uit. „Wel een bureau,
maar daar zit ik zelden. Ik ben niet
zo'n kantoortype."
Hij mag dan behoren tot de nieuwe
generatie aan de top van het bedrijf,
Martinus Comelis van der Valk (50)
uit Hazerswoude-Rijndijk voldoet
aan de eigenschappen die Neder
land zijn familie toedicht. Hij hekelt
de overdaad aan regels die de over
heid hem en zijn collega's oplegt,
spreekt met dédain over een deel
van de vaderlandse journalistiek-
„Als het maar scoort, dan heb ik
mijn werk goed gedaan, zo lijken
sommigen te denken" - en vertelt
vol trots over de geschiedenis van
het familiebedrijf. Een echte Van der
Valk, zou oom Gerrit zeggen.
Maar mede op zijn initiatief zijn er
wel degelijk dingen veranderd, zegt
hij. „Een nieuwe generatie is tot de
top van het bedrijf doorgedrongen.
Ik, mijn broers en mijn neven: we
hebben een andere stijl dan onze
ouders. Wij zijn een andere genera
tie en we hebben ons aan veel meer
en andere regels te houden."
Sinds Gerrit van der Valk, de man
die het imperium groot maakte, hal
verwege de jaren negentig een stapje
terug deed, waait er een nieuwe
wind door het concern. De ingewik
kelde kluwen van BV's en zelfstandi
ge ondernemingen, die op de een of
andere manier aan elkaar gekoppeld
waren, is ontward en opgedeeld in
acht zelfstandige bedrijven die zijn
toebedeeld aan de acht hoofdtakken
('staken' heten ze, in het Van der
Valks) van de familie. Aan elk van de
takken staat een representant van de
nieuwe generatie, allemaal veertigers
en vijftigers. Oom Gerrit, 72 inmid
dels, heeft troonsafstand gedaan en
geniet van zijn oude dag.
Forse deuken
De machtswisseling was onafwend
baar. Onder Gerrit en broer Arie van
der Valk was het toekan-imperium
weliswaar uitgegroeid tot een bui
tengewoon succesvolle miljoenen-
onderneming, met tientallen vesti
gingen in binnen- en buitenland,
maar het imago van het bedrijf liep
forse deuken op. Geruchten over be
lastingontduiking en het negeren
van bouwvoorschriften werden
steeds hardnekkiger. De arrestatie
van Gerrit en Arie in 1994 versterkte
die geruchtenstroom. Toen Gerrit
het gedrag van de FIOD in harde be
woordingen veroordeelde, en de
concernleiding zich openlijk distan
tieerde van zijn uitspraken, werd
duidelijk dat de man die het bedrijf
groot had gemaakt, de touwtjes niet
lang meer in handen zou hebben.
Martin van der Valk - zoon van de
jong overleden Klaas van der Valk,
een broer van Arie en Gerrit - is een
van de nieuwe leiders van het con
cern. Hoe talrijk de overeenkomsten
met zijn ooms ook zijn, er zijn ook
verschillen. Zo wordt hij niet moe te
benadrukken dat hij niet de grote
baas is. „Ik ben geen nieuwe Gerrit.
Ik ben Martin van der Valk, en ik ben
niet eens de baas in mijn eigen club.
Als mijn broers zeggen 'opzouten',
dan moet ik er uit."
De man die al ruim zijn halve leven
de scepter zwaait over het Alphense
vogelpark Avifauna, is wel door de
familie naar voren geschoven als
woordvoerder. „Gewoon, omdat
niemand anders het zag zitten. Ik
heb wat aan mediatraining gedaan.
En door het vele contact met de me
dia ben ik gepokt en gemazeld, mag
ik zeggen." Desondanks heeft hij de
omstreden reputatie van het Van der
Valk-concem nog niet helemaal we
ten op te poetsen. Na het ongeluk in
Tiel kwam een stroom aan negatieve
berichten op gang: het bedrijf zou
op tientallen plaatsen regels hebben
overschreden, bouwvoorschriften
hebben genegeerd, zelfs op diverse
plaatsen hebben gebouwd zonder
vergunning.
Heksenjacht
Maar al die berichten hebben weinig
met de werkelijkheid van doen, zegt
Martin. „Tiel was een heel tragische
gebeurtenis waar iedereen in het be
drijf zijn verantwoordelijkheid voor
neemt. Laat dat voorop staan. Maar
wat er daarna is gebeurd, leek meer
op een heksenjacht. Er werden vre
selijk veel oude koeien uit de sloot
gehaald, zaken die al jaren geleden
waren opgelost. Word ik daarvoor
gekapitteld? Dan doe je een bedrijf
met zestig vestigingen tekort."
Waarom het bedrijf zo te kijk werd
gezet? Een deel van de schuld ligt bij
de journalistiek, vindt hij. „Ik vind
een deel van de Nederlandse journa
listiek de afgelopen jaren afgegleden.
Het gaat steeds meer om scoren.
Waarom juist wij daar zo het slacht
offer van werden? Misschien heeft
Martin van der Valk: „Na Tiel vonden wij dat het tijd was voor een radiostilte: we wilden eerst ons huiswerk maken, rust
in de tent krijgen, voordat we met de media wilden gaan praten." Foto: Hieico Kuipers
rkeerdek van hotel-restaurant Van der Valk in Tiel stortte begin dit jaar in. Als door een wonder raakte niemand gewond.
'PD/Jan Bouwhuis
het te maken met de historie, mis
schien met wat oud zeer. Het zal een
combinatie zijn geweest. Misschien
zat het hem ook in een slechte mar
keting van onze kant. Tiel leidde ook
tot het besef dat we anders en beter
moeten communiceren. Want we
blijken in de media toch erg kwets
baar."
Hij mag dan het gezicht en de
spreekbuis van het concern zijn, na
het incident bleef het lang stil. Een
bewuste keuze, zegt hij nu. „Na Tiel
vonden wij dat het tijd was voor een
radiostilte: we wilden eerst ons huis
werk maken, rust in de tent krijgen,
voordat we met de media wilden
gaan praten. We hebben de publici
teit zo zijn weg laten zoeken. Ik sta
daar nog steeds achter, maar wel
licht heeft het op dat moment in ons
nadeel gewerkt."
Breekijzer
De lessen van Tiel zijn geleerd. De
familie zocht na het incident contact
met lokale overheden, met het ver
zoek om alle vestigingen aan een
grondig onderzoek te onderwerpen.
Daaruit bleek deze week bijvoor
beeld dat de staalconstructie in een
motel in Apeldoorn te zwak is. „Het
gaat er nu na Tiel om uit te stralen
dat we de zaak op orde hebben, dat
mensen niet bang hoeven te zijn dat
het hier niet veilig is. Tiel is in dat
opzicht toch een breekijzer ge
weest." Zelf maakte hij ook een
rondgang langs een paar bedrijven,
in het gezelschap van politie en
brandweer. „En dan kom je best za
ken tegen waar de puntjes op de i
moeten worden gezet. Het is alleen
maar goed dat we die dingen consta
teren. De regels zijn er niet voor
niets, realiseren wij ons. Terwijl je
vroeger misschien zoals had van:
ach zeur niet, ik doe het toch."
Zijn de Van der Valken plotseling de
braafste jongetjes van de klas gewor
den? Van der Valk schudt het hoofd.
„We hoeven niet roomser dan de
paus te zijn. We blijven onderne
mers. En als ondernemer zoek je
toch de grenzen op. Dat gebeurt,
denk ik, in heel Nederland." En
daarbij: de overheid maakt het on
dernemers niet makkelijk. „Er wor
den in Den Haag heel veel regeltjes
gemaakt en we hebben met zijn al
len moeite om dat tempo bij te hou
den. En dan bedoel ik: alle horeca
ondernemers in Nederland. Soms
spreken verschillende regels elkaar
gewoon tegen. Dan kan er wel eens
iets fout gaan."
Maar eigenlijk praat hij niet graag
over al die toestanden. Natuurlijk,
hij draagt zijn verantwoordelijkheid.
Maar liever heeft hij het over 'ons
fantastische bedrijf. Over de hotels,
de restaurants. „Onze keuken heeft
zich enorm ontwikkeld. Het is niet
alleen meer de halve kip, de bal ge
hakt en de schnitzel. Het is tegen
woordig gebakken tong, rossini, een
denleverpastei. We hebben nog
steeds een schnitzel, maar het assor
timent is enorm gegroeid." Van der
Valk wil altijd beter. „Elke zondag
ben ik in het restaurant te vinden.
Praatje met de klanten maken, dat
vind ik prachtig om te doen. Of een
middagje op een bankje in Avifauna
zitten, en luisteren naar wat die
mensen tegen elkaar zeggen. Dan
weet je snel genoeg hoe je het doet."
Het familiaire aspect zorgt, zegt Van
der Valk, voor unieke krachten. „Een
buitenstaander weet soms niet wat-
ie meemaakt. Echt, als ik met m'n
broers en neven in vergadering ben,
dan kunnen we soms vreselijk tegen
elkaar tekeer gaan. Maar daama
gaan we samen een uitsmijter eten.
Dat kan, omdat je elkaar van A tot Z
kent. We weten wat we aan elkaar
hebben."
Verdraaid lastig
Maar blind voor de nadelen van een
familiebedrijf van deze omvang is hij
niet. „We zitten nu met vijftig tot
zestig generatiegenoten van mij in
het bedrijf. Daar zitten er natuurlijk
bij met meer en met minder capaci
teiten. En het is verdraaid lastig om
tegen een familielid, iemand die je al
je hele leven kent, te zeggen: jongen,
je bent niet goed genoeg voor deze
job. Verdraaid lastig." Het leidt nooit
tot grote conflicten, benadrukt hij.
„Maar er zijn verschillen in capaci
teit, dat wel. Kijk, de één bereikt met
123 uur per week werken nog niet
wat een ander op een achternamid
dag voor elkaar krijgt. Als je dan ge
lijke normen wil hanteren, dan moet
je bereid zijn om elkaar te helpen.
En dan moet die helpende hand na
tuurlijk ook nog wel aangenomen
worden."
Sinds 1997, toen het bedrijf definitief
werd opgedeeld in acht 'staken',
werken de Van der Valken achter de
schermen aan een stille revolutie.
Het opgeknipte familiebedrijf wordt
omgevormd tot een moderne orga
nisatie, waarin tot in detail is vastge
legd waaraan een bedrijf moet vol
doen om de toekan te mogen voe
ren. „Alles wat onder die toekan valt,
moet aan dezelfde eisen voldoen. De
vrijblijvendheid moet weg. Inder
daad, Van der Valk als een soort
franchise. In een familiebedrijf is dat
misschien lastiger dan elders, dat
stellen van gelijke eisen is emotio
neel beladen. Maar een aantal din
gen is al bereikt. We hebben ons tot
doel gesteld alle zaken rond regelge
ving deze zomer in orde te hebben,
en binnen twee jaar moet de norme
ring tot stand komen. Of dat lukt?
Dat bepaal je uiteindelijk wel met
z'n achten, en dan moeten de emo
ties ook nog een beetje in toom blij
ven. Maar het moet, het is van le
vensbelang voor de toekomst van
het bedrijf."
De stille revolutie heeft alles te ma
ken met de komst van de volgende
generatie Van der Valken. „De vraag
naar kwaliteitseisen leeft binnen on
ze generatie. Maar bij de volgende
generatie is dat nog veel sterker. En
die komt er aan. Daar zitten al jon
gens tussen van twintig, dertig jaar."
En die jongeren pakken de zaken
opnieuw anders aan. „Als ik kijk
naar mijn jongens: die praten over
zaken als marketing en communica
tie via internet - zaken waar wij ons
nooit mee bezig hebben gehouden."
Met de komst van de volgende gene
ratie Van der Valken worden de fa
miliebanden losser, en lijkt het
slechts een kwestie van tijd voordat
de eerste buitenstaanders hun intre
de doen. Martin van der Valk heeft
er geen moeite mee. „Als je van bui
ten de familie betere mensen kan
krijgen en de prijs is acceptabel,
waarom niet? We hebben nu al men
sen in de top die-niet Van der Valk
heten, maar die zijn dan nog aange
trouwd. Ik kan me best voorstellen
dat er op een bepaald moment echt
iemand van buiten de familie de lei
ding van een bedrijfstak krijgt.
En zo wordt het meest besproken fa
milie-imperium van Nederland
langzaam maar zeker net een nor
maal bedrijf. „Mijn grootste ambitie
met de toekan? Ik wil ze fokken. Valt
niet mee hoor, tropische vogels fok
ken in een vogelpark, het lukt maar
zelden. Of bedoelde je iets anders?"