De eerste E B 'Jeanet komt niet meer terug1 De gevaren van de anticonceptiepil worden onderschat Praktijkverhalen van de Leidse huisarts Har Meijer (aflevering 12) e studie geneeskunde was mij op het lijf geschreven. Ging het gymnasium erg moeizaam, daarna liep het van een leien dakje. Tot het doctoraal examen veel theorie en practica, daarna de co-assistentschap- pen. Eindelijk kwam de patiënt in beeld. De interne geneeskunde was moeilijk, saai, vooral geriatrie. De verloskunde fascineerde mij mateloos. Nou doceerde daar ook een inspirerende hoogleraar: 'professor Sikkel'. Een kleine, gedrongen man, met een altijd rood aangelopen gezicht met kleine pretoogjes achter een professoraal brilletje. De colleges van Sikkel, wiens stokpaardje de zwangerschapsvergifti ging was, waren super. De meest vreemde pati ënten werden door hem gepresenteerd. Zij wer den de collegezaal bin nengereden en pontifi caal in het midden van de zaal geposteerd. De zaal was een soort thea- trum anatomicum zoals heden ten dage nog zo mooi in Museum Boer- haave is te zien. Wij ke ken allen letterlijk op de ze vrouwen neer. De 'meesten vonden het prachtig. Vrouwen met een te hoge bloeddruk, te veel vocht en eiwit in de urine waren reeds vroeg in de zwanger schap tot langdurige bedrust veroordeeld. Pa tiënte zijn in de collegezaal was voor hen een welkome afwisseling. Sikkel benaderde die vrouwen met veel res pect en liefde. Zijn college begon om half negen en was afgeladen. Al was het de avond ervoor op Minerva nog zo laat geworden, ik was er altijd. Sporadisch liet hij een dame van lichte zeden opdraven met een moeilijke geslachtsziekte. Met veel humor behandelde hij haar probleem, haar volkomen in haar waarde latend. Wanneer de dame in kwestie de collegezaal weer had verlaten, keek hij guitig de zaal in. „En dit kan er ook gebeu ren, dames en heren, als u erg stout bent ge weest." Het meest indrukwekkend waren zijn de monstraties verloskunde. Ofschoon wij stu denten het steevast over een 'partus' had- deri, sprak de hooggeleerde altijd over 'de baring'. Geduldig legde hij op een fantoom, een oefenpop, de normale baring uit. Het was een genot om deze kleine man liefdevol over zijn vak te horen praten. Zijn bood schap was dat een goede dokter de baring met zijn handen op zijn rug kan leiden. Ge duld, geduld, en nog eens geduld, dat ken merkte een goede dokter. Na het doctoraalexamen had ik het voor recht Verloskunde in de Leidse Kliniek te mogen lopen. Alle co-assistenten woonden in het practicantenhuis op de Rijnsburger- weg, van waaruit je voor het doen van een bevalling werd opgeroepen. In mijn tijd was het wel erg druk en ik heb dertig partussen mogen doen, de laatste tien alleen. Ik was zo groos als een aap. Het examen verloskunde was een van de laatste examens voor het artsexamen. Professor Sikkel zou voor de co- assistenten een patiënte met een cervixcarci noom demonstreren. Zij was evenwel te ziek om te komen. Hij vroeg wie er in het openbaar zijn examen verloskunde wilde doen. Ik aarzelde geen moment. De kans om in het openbaar af te gaan was nihil. En ik beheerste de stof. Di rect stond ik op. 'Kom maar naar voren'. Ik had een paar keer tijdens operaties bij hem geassisteerd en ik bemerkte dat hij het wel prettig vond dat ik reageerde. "Wat wil je na het artsexamen gaan doen?' 'Huisarts, professor.' 'Met verloskunde?' 'Dolgraag, professor.' Hij taxeerde mij over zijn brilletje. 'Waar wil je het over hebben?' 'Een normale baring, professor.' 'Oké.' Hij liep naar het fantoom en haalde de baby er uit. Hij had er duidelijk schik in. De zaal was vol verwachting. Op de eerste rij de as sistenten met daarachter de co-assistenten. Ik had het reuze naar mijn zin. Dit kon nooit fout gaan. Hij liep naar het fantoom, stopte de pop erin en zei: 'Ik ben de barende vrouw en jij de dokter. Begin maar.' Eén van de zaken waar hij vreselijk tuk op was, was beleefdheid. Dus liep ik naar hem toe, gaf hem een hand en zei: 'Dag me vrouw, ik ben dokter Meijer.' Hij was duide lijk overdonderd, maar gaf wel een hand zonder wat te zeggen. 'Ligt u lekker?' 'Ja, prima.' 'U heeft eindelijk persweeën en ik ga u hel pen bij de bevalling. Eerst ga ik voelen hoe het kindje er voor staat. Trekt u de benen maar wat op dan kan ik u onderzoeken.' Ik deed de handschoenen die er lagen aan en ging voor de pop staan. Via de kunstvagi na toucheerde ik en vond dat het kindje nog niet voldoende was ingedaald. Ik trok mijn hand terug. 'Het duurt nog wel even, me vrouw, u zult nog een tijdje geduld moeten hebben.' Hij keek mij aan en ik zag dat hij het prachtig vond. Ik rook mijn kans. 'Hebt u veel pijn?' 'Ja, vooral in mijn rug.' 'Ik zal u wat valium en pethidine geven, dan kunt u wat slapen.' 'Hoe lang denkt u dat het nog duurt?', vroeg hij. 'Moeilijk te zeggen, maar over een uurtje kom ik weer eens kijken.' Wij keken elkaar aan. 'Ga, maar door', zei hij, 'we zijn een uurtje verder.' 'Hoe gaat het, mevrouw?' 'Het begint te drukken van onderen.' 'Heeft u het gevoel dat u moet poepen?' Gejoel in de zaal. 'Laten we nog maar eens kijken.' Ik toucheerde wederom. Het kind stond op Hl met volkomen ontsluiting. Hl tot H4 zijn de vlakken in het bekken die de mate van in- daling weergeven. Mijn opmerking 'hoofdje op Hl' deed hem glimlachen. 'U mag gaan persen, mevrouw.' Hij gaf de pop een klein duwtje en er werden wat haartjes zichtbaar. 'Rustig, rustig', riep ik. 'Alleen persen als ik het zeg en tussen de weeën goed zuchten. Heeft u een wee?' 'Ja', zei hij. 'Probeer maar.' Hoe ik ook aanmoedigde en 'zet door' riep, het schoot niets op. Sikkel en de zaal stikten van het lachen. Ik stond daar maar 'persen, persen, persen' te roepen. Vooruit mevrouw, nog eens proberen.' Daar kwam wat meer haar te voorschijn. Vooruit, vooruit, doordrukken.' Langzaam vorderde de baring. 'Prima, prima, het gaat fantastisch'. Terwijl hij met zijn ene hand het popje stuurde, ondersteunde ik de vagina. Er was kans op een scheurtje in de vaginawand. 'Ik ga u een knipje geven en dan is het kind er zo'. Hij duwde de pop door de vagina naar bui ten. 'Mooi gedaan. Ga jij maar verloskunde in de huisartsenpraktijk doen'. Hij richtte zich tot de zaal: 'Wat zullen we hem geven? Een negen?' 'Goedemorgen', zei hij en beende lachend naar de deur ten teken dat het college was afgelopen. Het was het begin van een mooie verloskun dige carrière. Meer dan duizend maal heb ik het feestje dat bevalling heet, mogen vieren. De allereerste vergeet ik nooit. Ik was net en kele weken in de praktijk toen zich de eerste zwangere meldde. Het was Andrea van der Stoep. Zij was voor de eerste keer zwanger. Ik vroeg de datum van de laatste menstrua tie en berekende dat zij ongeveer 5 mei zou bevallen. Het bekkenonderzoek was nor maal, evenals bloeddruk en urine. Voor een iets te laag HB gaf ik wat staaltabletten. Ik sprak de volgende controle af en was dolge lukkig met mijn eerste opdracht. Het werd april en ik werd steeds nerveuzer. Mijn semafoon stond overal aan en voor de familie Van der Stoep was ik altijd bereik baar. In april gebeurde er helemaal niets. Mei was al aardig op streek, maar mevrouw had nog steeds geen weeën. En ik maar con troleren. Alles moest je zelf regelen. Tijdens het tennissen zaterdagmiddag ging het lampje in de semafoon aan. Ik rende naar het clubhuis en belde mevrouw Van der Stoep. 'Hoe is het?' 'Ik heb een half uur geleden een wee gehad.' In mijn opleidingstijd was mijn reactie rust gevend geweest: 'Dat zijn voorspelbare wee- en en bel over een paar uur nog maar eens terug.' Nu zei ik dat ik direct kwam kijken. De eerste bevalling, en je zou maar eens te laat komen. Mijn verlostas stond in de auto, dus reed ik rechtstreeks naar de Merenwijk. Bij binnen komst zat zij rustig met een kopje thee naast haar man op de bank. 'Hallo, hoe is het?' 'Prima.' 'Heb je sterke weeën?' 'Nee, ik heb totaal mets meer. Ik heb alleen maar voor de zekerheid gebeld in het geval u nog ergens naar toe wilde gaan.' Ze zaten er zo ontspannen bij dat ook bij mij de rust wat weerkeerde. 'Laten we maar eens kijken hoe ver het is. Ga maar even op bed liggen.' Ik waste mij handen, deed de handschoenen aan en toucheerde. Volledig gesloten baar- moedermond. 'En, hoe ver, dokter?' Ik moest toch iets van mijn status ophou den, dus antwoordde ik: 'U bent begonnen. Nog wel aan het begin, maar toch...' Ze zaten er beiden wat verslagen bij, maar herstelden zich snel. 'Nou, dan gaan we van avond maar naar een feestje bij de buren. Kan geen kwaad, hè?' Ze was weer geheel ontspannen, in tegen stelling tot haar dokter. 'Nou, tot ziens maar weer, en bel maar als de weeën om de twee minuten komen.' Eindelijk was ik weer mezelf en gaf het ge bruikelijke advies. Terug op de tennisbaan dronk ik een biertje: goed om te ontspan nen. De hele zaterdagavond zat ik naast de telefoon. Voor het slapen gaan besloot ik nog even te bellen. Zonder mijn naam te zeggen riep ik: 'Hoe gaat het? O ja, met Har Meijer, de dokter.' 'Ja, ja, ik heb weeën om de twee minuten en wat rode afscheiding in mijn broekje' 'Waarom heb je met eerder gebeld?' 'Het is toch uw weekend en vanmiddag heb ben we voor niets gebeld.' 'Ik kom direct.' Binnen de kortste keren stond ik voor de deur. Zij ijsbeerde door de kamer terwijl haar man haar tot 'puffen' trachtte te bewe gen. 'Krijg zelf een kind, zeikerd!' Mijn lieve pati ënte was in barensnood. Behalve mijn ver lostas was er niets, geen zuster, geen zeiltje, geen dettol, er lag totaal niets klaar. 'Ik moet drukken', klonk het wanhopig, ter wijl ik nog mijn strategie stond te bedenken. zaterdag! 20 APRIL j 2002 Tekening: Bert van der Meij 'Ga maar op bed liggen, dan ga ik mijn han den wassen'. Terwijl zij ging liggen, gutste een enorme waterval uit haar onderbuik: de vliezen wa ren gebroken. Ik hoefde niet eens meer te toucheren, het hoofdje stond keurig voor de vagina. Ik ging naast het bed zitten en legde uit dat 'we' bij iedere wee rustig zouden gaan persen om de vagina goed op te rekken en zo een scheur te voorkomen. 'Als u goed luistert, lukt het zonder hechtingen', beloof de ik. De volgende wee diende zich aan. Zij trok haar handen onder haar benen en be gon als een dolle te persen. 'Rustig, rustig, zuchten, zuchten.' Langzaam schoof het hoofdje naar buiten. De haartjes waren volledig zichtbaar. 'Prachtig, het gaat fantastisch.' Ik had de zaak onder controle. 'Daar komt-ie', zei ze gespannen 'Ga maar persen, prima, prima. Nu zuchten. Uitstekend.' Het hoofdje was nu geheel buiten. Ook de schoudertjes kwamen door. Met mijn pin ken onder de oksels werd een nieuw mensje geboren. 'O, is-ie er al. Wat is het?' 'Een jongen.' Ik legde hem op haar buik, terwijl ondertus sen grote stolsels in het bed rolden. Haar echtgenoot, die ik totaal was vergeten, kuste vrouw en kind. Zo, dat was dat. Gelukkig zat er een steriel navelklemmetje in de verlostas. Twee ko- chers gingen om de navelstreng en vader had het voorrecht de band met de moeder te verbreken. Het roze kindje legde ik naast het gezicht van de stralende moeder. Een lichte druk op de buik maakte de moederkoek zichtbaar. Nog een duwtje, en ploep, daar was-ie, gevolgd door een enorme hoeveel heid stolsels. Inspectie van de vagina leerde dat er geen enkel scheurtje was. Ik weet niet wie er trotser was, de vader of de dokter. Twee vrouwen overleden aan longembolie nadat ze de nieuwe Yasmin-pil hadden geslikt. Theo Stap moest meteen aan zijn dochter denken toen hij het las. Zij slikte een ouder type anticonceptiepil. Die is haar vorige maand mogelijk fataal geworden. Nu wil vader alle meisjes waarschuwen. door John Bruinsma Tot op de dag dat Jeanet Stap stierf, nog maar 19 jaar oud, was niet duidelijk waaróm. De internist vroeg de ouders die ochtend van de derde zondag in maart dan ook om toestemming voor autopsie op het lichaam van hun dochter. Dat geschiedde de volgen de dag. 's Avonds kwam de huisarts langs om de uitslag mee te delen: een longembo lie. Met verwijzing naar zijn medisch beroepsge heim wil de huisarts geen nadere toelichting geven op de dood van zijn patiënte. En schriftelijk heeft hij aan de vader ook niet bevestigd wat hij hem mondeling op die maandagavond wel heeft gezegd: dat het, achteraf geredeneerd, niet is uit te sluiten dat de fatale embolie is terug te voeren op het gebruik van de anticonceptiepil die de jonge Arnhemse sinds tweeënhalf jaar slikte. Nu wil vader het wel van de daken schreeu wen: meisjes, pas op! Slik de pil niet zomaar! Laat je elk halfjaar controleren! Lees de bij sluiter! Want daar zag Stap achteraf de symptomen beschreven die de alarmbellen hadden moeten laten rinkelen en die hij bij zijn dochter ook wel had gezien, maar niet als zodanig had onderscheiden: een duidelij ke vermoeidheid zonder aanwijsbare reden, kortademigheid en op het laatst hoesten zonder aanleiding. Aanwijzingen die kunnen duiden op trombose respectievelijk op bloedstolsels die bezig zijn een fatale blokka de in de longvaten te leggen. Maar niemand die eraan dacht haar klachten aan het pilge Zo'n 2,5 miljoen Nederlandse vrouwen slikken de pil. Foto: GPD/Theo Peeters bruik te relateren. De internist niet, zo reca pituleert Stap, de diabetesverpleegkundige niet, de huisarts niet en zeker hij en zijn echtgenote niet. De pil is ook zo gewoon geworden. Zó ge woon, dat het niet uitzonderlijk is dat in Ne derland een meisje als Jeanet, dat al sinds haar zevende diabetespatiënt was en wier oma (van vaders kant) trombose had, een pilrecept kreeg. Ook al worden suikerziekte en trombose in de familie als extra risicofac toren aangemerkt. „De pil is het snoepje van de week gewor den", zegt prof. F.R. Rosendaal, hoogleraar klinische epidemiologie in Leiden. Zo'n 2,5 miljoen Nederlandse vrouwen in de vrucht bare leeftijd slikken 'm. Rosendaal denkt mét vader Stap dat daar vrouwen bij zijn die 'm te makkelijk krijgen. De Leidse hoogleraar waarschuwde onlangs voor het gebruik van de nieuwe Yasmin-pil, die een andere hor moonsamenstelling kent dan pillen uit vori ge generaties. De eerste generatie, die vanaf 1960 op de markt verscheen, wordt sinds de jaren tachtig met meer voorgeschreven, om dat het hoge gehalte aan oestrogenen de kans op trombose vergrootte. In zwang raakte een tweede generatie pillen met een lager oestrogeengehalte, die tot aanwijsbaar minder trombosegevallen leid de (3 op de 10.000 gebruikers). De pil van Jeanet Stap behoorde tot deze categorie. En er kwam nog een derde generatie bij, van nog lichtere pillen, maar met een groter risi co op trombose (6 op de 10.000), zoals uit onderzoek is gebleken. De nieuwste telg, Yasmin, heeft volgens de producent als voordeel dat je er minder dik van wordt dan van andere pillen. Er zitten stoffen in - spirolactonen - die voorkomen dat je lichaam vocht vasthoudt. Maar dat op 500.000 Yasmin-gebruikers sinds april vorig jaar al veertig trombosege vallen zijn gesignaleerd, waarvan twee in een fatale longembolie resulteerden, beschouwt Rosendaal als een nadeel. Verontrustend ge noeg, naar zijn idee, om eerst maar eens wat meer stollingstesten te doen. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft ook een richtlijn uitgevaardigd om Yasmin voorlopig met voor te schrijven. Maar die richtlijn is niet bindend. „Zeventig procent van onze adviezen wordt opge volgd", zegt Pim Assendelft, hoofd richtlij nen bij het NHG. „We zien liever dat huisart sen pillen van de tweede generatie voor schrijven. Maar net als in andere beroeps groepen houdt de een zich wel aan zo'n ad vies en de ander niet. En de druk vanuit de farmaceutische industrie is groot." De kritische Rosendaal zal niet zo snel op de borrel genood worden bij pillenfabrikanten en huisartsen die receptjes op bestelling le veren. „We zijn door de jaren heen gaan ge loven dat de pil helemaal geen risico's meer kent. Zeven jaar geleden zijn we wakker ge schud, toen uit verschillende studies bleek dat de pillen van de derde generatie meer trombosegevallen opleverden. Maar mijn in druk is, dat de pil nog steeds relatief makke lijk verkrijgbaar is." Wie zich de eerste keer bij de huisarts meldt voor de pil behoort voorlichting te krijgen over het gebruik en de risicofactoren. Hart en vaatziekten, trombose in de familie, hoge bloeddruk en diabetes behoren daartoe. Geeft de dokter een patiënte de pil, dan ziet hij haar soms na drie maanden nog even te rug, maar meestal alleen nog als er klachten zijn. Jeanet Stap ging, bijna 17 jaar oud, naar de huisarts voor haar eerste pilrecept. Ze wilde hem slikken omdat ze een onregelma tige menstruatie had, wat in haar geval leid de tot extra schommelingen in de toch al wankele suikerspiegel. Het meisje wilde niet dat haar moeder mee ging. Die had de dokter, die van de diabetes wist, kunnen vertellen dat er ook nog trom bose in de familie voorkwam, iets dat haar dochter niet wist. Rosendaal heeft, in algemene zin gesproken, twijfels over de intake: „We zijn in slaap ge sust. We moeten beter informeren. Pilge bruik oké, maar vertel erbij dat er risico's kunnen zijn. Ik weet niet of de anamnese goed wordt gedaan. De bloeddruk wordt bij voorbeeld niet meer gemeten. Dat zouden we toch wat meer moeten doen. En wordt vrouwen voldoende duidelijk gemaakt dat het gebruik van de pil in combinatie met ro ken gevaarlijk kan zijn? Vroeger had je nog de tweejaarlijkse pilcontrole. Dat was ook met verkeerd. Vergeleken met andere landen gaan we ook veel langer door met het ge bruik van de pil. In de VS stoppen vrouwen na hun 35ste. Hoe hoger de leeftijd, hoe gro ter het risico." Olga Loeber zal het in de ogen van Rosen daal beter doen dan de huisartsen. Als arts van het Rutgers Huis ziet zij meisjes drie en zes maanden na het eerste consult weer te rug en vervolgens om het jaar. „Maar dat kan omdat wij in anticonceptie gespeciali seerd zijn en geen algemene klachten be handelen. De huisarts bestrijkt een veel gro ter medisch gebied. Daarom kan hij ook niet alles weten. Als er klachten zijn, kan ik wat meer variëren in de voor te schrijven pillen. Of andere anticonceptiemiddelen aamaden, zoals het spiraaltje of het pessarium, bij voorbeeld bij klachten over hoofdpijn of pijn in de borsten." Maar Loeber, die bijna dertig jaar ervaring heeft met voorlichting en verstrekking van anticonceptiemiddelen, waaronder de pil, wil niet voor haar rekening nemen dat de begeleiding door de huisartsen tekort schiet. „De communicatie is goed. We moeten de mensen ook niet bang gaan maken. Je moet de cijfers afzetten tegen de wetenschap dat één op de 10.000 mensen sowieso kans op trombose heeft, dus zonder een pil te slik ken, en dat bij een zwangerschap de kans op trombose 9 op de 10.000 is. In absolute zin gaat het om heel kleine aantallen. In relatie ve zin is het risico bij de ene pil groter dan bij de andere." Duizenden vrouwen zag Loeber in haar car rière voorbij komen. Al die tijd heeft ze maar twee wouwen met trombose gezien. „Eén vrouw die het in het kraambed kreeg, na de bevalling. En één vrouw die het kreeg na drie maanden pilgebruik. Dat was door de huis arts niet herkend. Ik zag het omdat ze moei lijk de trap opliep. En toen ik aan haar benen voelde, merkte ik dat het ene kouder was dan het andere. Dat is ook een symptoom. De laatste dokter heeft het meest gelijk."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 42