'Men wil te veel tegelijk'
Wim
Kok ziet onmogelijke verlangens
ZATERDAG
13 APRIL
2002
ER
BIJ
Wim Kok: „Met beleid kan je veel onheil voorkomen, maar de overheid is niet verantwoordelijk voor hoe het bij mensen tussen de oren zit en kan ook niet worden aangesproken op normvervaging."
Foto: GPD/Harmen de Jong
Het almaar praten over
het succes van Pim
Fortuyn komt premier
Kok 'langzamerhand de
neus uit'. Maar de
klachten van burgers kan
de premier naar eigen
zeggen heel goed
plaatsen. „Ik wóón hier
niet in het Torentje. Ik
geef mijn ogen en oren
heel goed de kost".
Niet verbaasd dus, wel
een tikje teleurgesteld
over de magere zes die
ruim 42.000 lezers van
de CPD-bladen in de
enquête 'Staat van het
land' het vaderland
hebben gegeven.
door Paul Koopman
en Wilko Voordouw
Over het eigen erf is de ge
middelde Nederlander nog
redelijk content, maar
daarbuiten begint de ontevreden
heid. Onderwijs, zorg, veiligheid en
openbaar vervoer, ze scoren alle
maal dikke onvoldoendes, blijkens
de enquête 'De Staat van het Land'.
Het kabinet-Kok krijgt een mager
zesje. Geen eindrapport waar je na
acht jaar premierschap vrolijk mee
naar huis gaat.
Verbaasd is Kok niet over het soms
harde oordeel dat de lezers van de
bij de Geassocieerde Pers Diensten
aangesloten kranten over het vader
land vellen. Sterker: bij lezing van de
belangrijkste resultaten zou de vonk
der herkenning zijn overgesprongen.
Kok zegt: „Ik kan het ook persoonlijk
heel goed plaatsen." Wijds armge
baar: „Ik wóón niet hier in het To
rentje. Ik ben behalve premier te
vens vader, grootvader, zoon en
echtgenoot. Ik heb familie en vrien
den. Ik geef mijn oren en ogen echt
wel de kost."
Maar de regeringsleider heeft aan
het eind van zijn termijn een pro
bleem. De overheid krijgt tegen
woordig van zo'n beetje alles de
schuld, signaleert hij. Alsof het de
Haagse politici zijn die hoogst per
soonlijk voor de onveiligheid op
straat en de files zorgen. En dan
komt Pim Fortuyn de 'puinhopen
van paars' hekelen. En vat essayist
Paul Scheffer twee paarse kabinetten
samen als 'De verloren jaren van
Kok'.
„Scheffer schetst een wel erg eenzij
dig beeld", meent Kok. „En Fortuyn
maakt van de situatie een karikatuur.
Volgens hem rommelen we er hier
maar een beetje op los. In andere
Europese landen ziet men die puin
hopen hier in Nederland echt niet.
Naar Nederland wordt nog steeds
met een zekere afgunst gekeken. Het
valt over de grens eerder op hoezeer
de welvaart en werkgelegenheid hier
zijn gegroeid, hoe goed opgeleid de
bevolking door de bank genomen is,
hoe goed wij hier onze talen spre
ken. En pas nog las ik een rapport
waarin Nederlanders met IJslanders
en Belgen tot de gezondste volkeren
worden gerekend."
Kok wil maar zeggen: er zitten meer
dere kanten aan het verhaal. Om te
beginnen: de enquête. Die neemt hij
bloedserieus. „Er is zonder meer
sprake van een aantoonbare onte
vredenheid. Daarom is deze enquête
een aansporing voor politici om alles
uit de kast te halen", zegt hij. „Ik ben
wel de laatste om met voldoening te
rug te kijken. We moeten problemen
aanpakken, maar ook duidelijk ma
ken wat de overheid wel en niet in
zijn macht heeft. De samenleving is
in een enorm hoog tempo veran
derd. De vraag naar zorg, onderwijs
en mobiliteit is enorm gestegen.
Maar we moeten ook niet verzuimen
om mensen op hun eigen verant
woordelijkheid aan te spreken. En
men mag ook elkaar aan de jas trek
ken als er iets niet deugt."
U bedoelt?
„Neem de veiligheid. Wij investeren
enorm in het politie- en justitie-ap-
paraat. Je kunt nog strenger gaan
straffen, meer opsporen, meer aan
preventie doen. Maar laten we wel
wezen: het is niet de overheid die je
autoradio steelt of in je huis in
breekt. Wij kunnen toch niet voor el
ke deur een agent neerzetten? Als
het over het gedrag van mensen
gaat, heb je daar maar beperkt greep
op. Op bepaalde uren kun je niet
meer de tram nemen of over de
markt lopen zonder risico op lijfelijk
geweld. Burgers voelen zich, blijkt
ook uit uw enquête, onveiliger. Dat
komt niet door de overheid die het
laat afweten, maar door het gedrag
van een deel van de bevolking dat
het verstiert voor anderen."
De mensen vragen te veel van de
overheid?
„Ik denk wel eens: zou er een ver
band zijn tussen de stijgende wel
vaart en toenemende ontevreden
heid? Aan de overheid worden te
genwoordig veel hogere eisen ge
steld. Daar klaag ik niet over, daar
aan moeten we tegemoetkomen.
Wat ook speelt: naarmate het beter
met ons gaat valt het des te meer op
hoezeer we naast elkaar leven. De
jachtigheid neemt toe. Toegegeven:
ik doe daar ook aan mee. De druk op
de voorzieningen, zoals kinderop
vang, is veel groter geworden. Ook
door de vergrijzing is er meer be
hoefte aan zorg. Er kan niet alleen
meer, de mensen willen ook meer
op dit punt."
Soms, vindt Kok, wordt het onmoge
lijke verlangd. Het verkeersbeleid is
daarvan volgens hem een mooi
voorbeeld. Verkeersminister Nete
lenbos, blijkens de enquête de minst
populaire minister van het kabinet,
heeft in vier jaar tijd het fileleed niet
kunnen verzachten. Nogal wiedes,
aldus de premier. „Hier wil men te
veel tegelijk. Met vijfentwintig pro
cent welvaartsgroei in acht jaar, is de
mobiliteit enorm toegenomen. Maar
mensen willen niet al om kwart voor
zes naar hun werk. We willen ook
niet meer infrastructuur en er zeker
niet meer voor betalen."
Nou, al die automobilisten die elke
dag in de file staan willen best meer
wegen.
„Ja, maar niet voor de deur. Niet ten
koste van de Randstad. Niet door het
groene hart. Er is ook weinig steun
geweest voor rekeningrijden en kilo
meterheffing. Er is een algemeen
pleidooi: 'Mogen we het kwartje (van
Kok; red) ook nog eens een keer te
rugzien?'. Maar door die optelsom
van wensen staan we bumper aan
bumper."
Had u niet gewoon moeten zeggen:
die files lossen we niet op, maakt u
zich vooral geen illusies?
„We hebben nooit beloofd dat de fi
les in vier jaar zouden verdwijnen,
wel in lengte inperken. Het is volsla
gen onzin om bij zo'n welvaartsgroei
en met tegenwoordig vaak twee au
to's per gezin en een groeiende be
volking dergelijke beloftes te doen.
Ik zeg nu niet: we doen ons best en
luister nou eens beter. Maar de
mensen willen te veel dingen die
niet te combineren zijn."
Fortuyn buit de onvrede uit. Uzit in
tussen in de hoek waar de klappen
vallen.
„Hij heeft ons allemaal wel flink
wakker geschud. Blijkens uw onder
zoek sluimerde de onvrede al langer.
En inmiddels is de politiek er onte
genzeglijk een stuk levendiger op ge
worden. Maar het moet nog blijken
of Fortuyn stand houdt. Want Ne
derlanders zijn toch over algemeen
nuchtere mensen die goed kijken
wat voor vlees ze in de kuip hebben.
Biedt Fortuyn een oplossing? Ik zie
die niet."
Hij belooft wel wat. Binnen vier jaar
geen wachtlijsten meer in de zorg,
bijvoorbeeld.
Fel: „Ik denk dat de mensen een sik
van krijgen van die stoere beloftes:
over vier jaar dit en over vier jaar dat
- als je niet aangeeft hoe je dat onge
veer doet! Anders is het een slag in
de lucht. Als je de geldkraan in de
zorg gedurende twee jaar dicht
draait, zoals hij wil, los je geen enkel
probleem op. Dat kan zelfs geen
wonderdokter. Als je dat doet krijg je
alleen maar een verschraling."
En u? Wat kunt u nog beloven?
„Ik heb geen behoefte aan verdere
grootspraak. Ik denk dat de aanval
op wachtlijsten in een aantal secto
ren met succes is ingezet. Op andere
punten moet de omslag nog worden
bereikt. Het zal ook afhangen van de
omstandigheden. Want laten we wel
wezen: het is en blijft een race tegen
de berg op."
Als u over uw schouder terugkijkt, en
het niveau van de zorg, onderwijs en
het openbaar vervoer beoordeelt,
kunt u dan een beetje tevreden zijn?
Geprikkeld: „Daar gaan we weer!
Straks noemt u ook de veiligheid
nog. Toe maar!"
Juist op die punten geven onze lezers
een dikke onvoldoende.
„Dat zo stellen is totale waanzin! U
maakt daar een amorfe massa van.
Alsof we het hebben over dé gezond
heidszorg, hét openbaar vervoer.
Alsof alles wat eraan mankeert door
POLITICI LANGS DE MEETLAT
De landelijke poltici zijn door de Nederlanders
langs de meetlat gehouden. Ook is gevraagd naar
de populariteit van komende man Pim Fortuyn. Op het moment van
invullen (24 november j.l.) zat die nog bij Leefbaar Nederland.
DE RAPPORTCIJFERS
Berekend voor zijn/haar taak
■I Sympathiek
■i Goed voor het land
C GPD-GRAPHICS/R.S
de overheid is veroorzaakt. Daar te
ken ik protest tegen aan."
U begint giftig te worden.
„Ik ben helemaal niet giftig! Ik pro
beer structuur aan te brengen in uw
vraag. Ik pas ervoor om te horen dat
de overheid moet voorkomen dat
burgers zich hufterig gedragen. Met
beleid kan je veel onheil voorkomen,
maar de overheid is niet verant
woordelijk voor hoe het bij mensen
tussen de oren zit en kan ook niet
worden aangesproken op normver
vaging. Over het onderwijs en de
zorg zeg ik dat er absoluut hele be
langrijke slagen voor verbetering zijn
te maken. Maar het positieve nieuws
blijft wel erg onderbelicht. Ik vind
het heel gevaarlijk, heel gevaarlijk,
dat de honderdduizenden mensen
in die sectoren zo'n beetje het etiket
krijgen dat ze wel gek moeten zijn
om nog lol in hun werk te hebben.
Terwijl - wéér een recent onderzoek
- vijfentachtig procent van de wer
kers in de zorg tevreden is met het
werk."
Ook over het onderwijs vallen wel
een paar positieve kanttekeningen te
plaatsen, vindt Kok. „Er worden
vandaag de dag veel hogere eisen
aan leerkrachten gesteld dan pakweg
vijf of tien jaar geleden. Zij moeten
uit die smeltkroes van bruin, zwart
en wit iets maken dat een beetje
eenheid vertegenwoordigt. En daar
worden hele goeie resultaten mee
bereikt, óók in zwakke wijken."
Burgers hebben weinig vertrouwen in
dat integratiebeleid. Uit de enquête
klinkt een soort noodkreet. Men heeft
de indruk dat het op alle fronten mis
gaat met het allochtonenbeleid.
„Ik erken dat de integratie onvol
doende gelukt is. We moeten er nog
meer werk van maken, ik ben de eer
ste die dat toegeeft. De inburgering
wordt minder vrijblijvend, wat dat
betreft hebben wij onze les wel ge
leerd. Maar dat gevoel van onbeha
gen wordt - denk ik - eerder veroor
zaakt doordat mensen de wereld en
ook de eigen leefomgeving snel zien
veranderen. Dat gaat soms één op
één gepaard met criminaliteit en ge
weld op straat. Voor je het weet heb
je samen een gezamenlijke vijand
aangewezen: de vreemdelingen."
Als het zo snel gaat, moet je dan geen
voet op de rem zetten?
Kok veert overeind: „Waar zit die
dan, die rem?"
Je kunt een strenger asielbeleid voe
ren, gezinshereniging bemoeilijken,
werk maken van de uitzetting van il
legalen.
„Het aantal asielzoekers daalt aan
merkelijk, ook dit jaar. En met ge
zinshereniging zijn we niet netter of
ruwer dan andere Europese landen.
Er is hier echt geen sprake van een
verwelkomingsbeleid waarmee we
internationaal uit de pas zouden lo
pen."
Fortuyn heeft wel succes, blijkt uit de
peilingen, met zijn belofte dat de
asielkraan dichtgedraaid ivordt.
Weer getergd: „Laten we nou eens
ophouden over het succes van Pim
Fortuyn te praten, want die procla
matie van het succes van Fortuyn
komt me geleidelijk aan mijn neus
uit!"
Kalmer: „Maar het is ook een bles
sing in disguise. Dankzij Fortuyn
kunnen we nu in de campagne veel
meer hoofden en harten bereiken.
Het leeft meer."