Burgerplicht is een
witte vlek
Goudmijn aan gegevens
Lezers-enquête: 'We hebben het goed, maar zijn ontevreden'
ZATERDAG
13 APRIL
2002
Nederlanders zijn
ontevreden, zo blijkt uit de
enquête 'Staat van het
land', gehouden onder de
lezers van de persdienst
GPD, waarbij ook deze
krant is aangesloten.
Ondanks de welvaart
mopperen burgers over
persoonlijke veiligheid,
woonomstandigheden,
gezondheidszorg en
vervoer. Vooral politici
moeten het ontgelden. De
consensus-cultuur op het
Binnenhof doet mensen
afhaken. 'Niemand
herkent zich meer ergens
in'. Onvrede alom, dus.
Maar het zou goed zijn als
de burger ook eens kritisch
naar zichzelf keek. 'Waar
zijn de plichten van de
burger gebleven?
Bijvoorbeeld om eens per
vier jaar te stemmen?'
door James McGonigal
De GPD-enquête 'Staat van
het land' toont dat er veel
ontevredenheid is. Maar
waaruit bestaat die ontevredenheid?
Nederland is een rijk land. De wel
vaart is de afgelopen tien jaar met
ongeveer 25 procent gestegen. De
gemiddelde gezondheid is relatief
hoog: Nederlanders hebben een ho
ge levensverwachting. De gezond
heidszorg wordt hooguit beperkt
door wachtlijsten voor wat je zou
kunnen noemen welvaartsziekten in
een vergrijzend land.
We leven in een van de veiligste lan
den van de westerse wereld. En toch
overheerst een gevoel van onveilig
heid, waardoor het lijkt alsof de klei
ne criminaliteit, inclusief woningin
braken, ons land overspoelt. Dat on
veilige gevoel overschaduwt andere,
positieve ervaringen. Daarnaast is er
ontevredenheid over de diensten die
de overheid verleent. „Wat hebben
we er eigenlijk aan?", mokt de belas
tingbetaler.
Maar er is meer: de GPD-enquête
laat zien dat het onbehagen al begint
in de eigen slaapkamer ('Mijn seks
leven is niet wat het wezen moet'),
zich uitstrekt tot de naaste kring
('Heb ik wat aan m'n kinderen?') en
zeker niet eindigt bij het uitgaansle
ven ('De horeca deugt al evenmin').
Alles is relatief, en we hoeven ons
niet af te meten aan de sloppen van
de Derde Wereld. Maar de paradox
van welvaart en onvrede is groot. Als
we de tegenstelling onüeden, is die
inderdaad vaak schijnbaar. Onder
zoeken van het Sociaal en Cultureel
Planbureau (SCP) wijzen niet op
massale ontevredenheid. „Samen
met de Denen hebben de Nederlan
ders in Europa het meeste vertrou
wen in de politieke en maatschappe
lijke instituties", zegt directeur Paul
Schnabel. Een recent onderzoek van
het blad Medisch Contact wees uit
dat 95 procent van artsen het zeer
naar de zin heeft, ondanks de pro
blemen in de gezondheidszorg.
Schnabel wuift de irritatie van veel
mensen niet weg: „Wij hebben al
veel eerder aangetoond dat de kleine
criminaliteit en de moeizame sociale
integratie (acceptatie van buitenlan
ders, red.) verschrikkelijk veel pro
blemen op laag niveau oproepen.
Dat geldt ook voor de verloedering
van de steden en van het openbaar
vervoer." Toch zijn veel mensen vol
gens Schnabel tevreden over het rei
len en zeilen van het land. „Ons on
derzoek laat niet zien dat de mensen
in het algemeen ontevreden zijn."
Volle maag
De ontevredenheid van mensen
richt zich op een aantal makkelijk
benoembare sectoren: persoonlijke
veiligheid, woonomstandigheden,
gezondheidszorg en vervoer. Maar
ook die ontevredenheid is relatief.
Prof. dr. Kees van Kersbergen van de
Universiteit van Nijmegen schetst
een dubbele beweging: rijkdom leidt
aanvankelijk tot een gevoel van te
vredenheid, het gaat immers beter.
Maar als een niveau is bereikt van
volle maag, dak boven je hoofd, geen
levensbedreiging, ontstaat een hoger
niveau van onbevredigde behoeften:
gaat het wel goed genoeg, letten we
wel voldoende op het milieu, vol
doet het openbaar bestuur wel?
Tegelijkertijd speelt volgens de poli
ticoloog ook de 'relatieve deprivatie'
een rol: een soort ontevredenheid
die inherent is aan het feit dat het
erg goed gaat in Nederland. Daar
door denken mensen: 'Als het zo
goed gaat, waarom gaat het dan niet
beter met mij?', 'De buurman heeft
een Porsche, waarom heb ik dan
geen Mercedes?', 'Het is toch bela
chelijk dat ik iets niet heb, terwijl
een ander dat wel heeft?'
Deze ontevredenheid als gevolg van
relatieve achterstand, zij het op hoog
niveau, wordt ook gesignaleerd door
cabaretier Freek De Jonge en anti-
globaliste Noreena Hertz. De Jonge:
„Het is toch te dol dat mensen zich
blind laten maken door het consu
mentisme. Ga maar in de rij staan
op de meubelboulevard op zondag
middag, betaal je maar blauw aan de
dvd-plasmascherm-thuisbioscoop."
En Hertz, verbonden aan de univer
siteit van Cambridge in Engeland:
Als er ongebreidelde zelfverrijking
is, is het logisch dat mensen zich on
gelukkig gaan voelen. Op elk wel
lllustratie Paul Kusters
vaartsniveau ontstaat er ongenoegen
bij grote ongelijkheid. Kijk naar de
verkopen van kalmeringsmiddelen
in de westerse wereld. Uiteindelijk
leidt onvrede tot geweld." Het stelen
van mobieltjes, scooters en dergelij
ke uitingen van rijkdom is inmiddels
standaard: 'jij hebt het, ik pak het'.
In zijn boek The Best of Times over
de periode-Clinton omschrijft de
Amerikaanse journalist Haynes
Johnson de ogenschijnlijke tegen
stelling tussen welvaart en onvrede.
Hoewel het materieel extreem goed
gaat en Amerika de enige super
macht is, begrijpen de Amerikanen
niets van het zinloos geweld (schiet
partijen op scholen), de algemene
vijandigheid, stress (op werk, op
school), gebrek aan vertrouwen in
de toekomst ('Bestaat mijn baan vol
gende week nog?') Johnson meent
dat het voortdurend wegvallen van
grenzen mensen onzeker maakt. Het
gezin is in een tijd van echtscheiding
geen baken meer, arbeid is geen tot-
je-pensioen-zekerheid.
Sociaal cement
Het moge dan zijn dat het sociale
cement uit de samenleving aan het
wegspoelen is (kerk, partij, vakbond,
vereniging), er komen andere ver
banden voor in de plaats. Die zijn
wel losser, maar daarom nog niet ir
relevant. Mensen zijn geen lid meer
van een sportvereniging, maar spre
ken wel af in het bos om samen te
gaan hardlopen. Van Kersbergen:
„Sommige mensen kopen welzijn,
zoals culturele- of wandelvakanties,
workshops en cursussen.
De georganiseerde politiek heeft de
ze boot van individueel samenzijn
gemist. De veranderingen in de
maatschappij van de afgelopen jaren
hebben er onbedoeld voor gezorgd
dat elk verband tussen burger en be
stuurder verloren is gegaan. Schaal
vergroting, efficiency, privatisering:
het als ouderwets afgedane dorpsge-
voel is zo hardhandig afgeschaft, dat
we nu nergens meer bij horen.
Schnabel: „De politie is regionaal
georganiseerd. Justitie wordt cen
traal aangestuurd vanuit het rijk. Het
aanpakken van plaatselijke crimina
liteit staat dus ver weg van de bur
ger. Alles wat scholen betreft komt
centraal vanuit Zoetermeer. Er is
weinig invloed ter plekke, maar er is
ook nauwelijks lokale informatie
naar het bestuur toe." Kortom,
plaatselijke politiek bestaat amper
meer in de beleving van de burger
en de provincie is al helemaal iets
waarvan niemand denkt dat-ie er
iets mee te maken heeft.
Ook wat betreft de 'Haagse Kaas
stolp' slaat de ontevredenheid toe.
Geen wonder, volgens Van Kersber
gen. „Iedereen in Den Haag schurkt
aan tegen uitvoering van beleid, te
gen de regering. Het gaat niet meer
om het uitdragen van standpunten
en idealen, het gaat alleen nog maar
om haalbaarheid, om consensus."
En dus haken mensen af - die her
kennen niets meer."
Van Kersbergens standpunt wordt
gedeeld door Freek de Jonge, die
witheet wordt van het zalvende coa
litiegedrag van de meeste Binnen-
hofbewqners. Schnabel meent dat
de politiek door het negeren van sig
nalen van de samenleving terecht
het verwijt van 'elitair bezig zijn'
over zich heeft afgeroepen.
Maar wat doet de burger zelf? Bitter
weinig, aldus Van Kersbergen.
„Waar zijn de plichten van de burger
gebleven? Bijvoorbeeld om eens per
vier jaar te gaan stemmen?" Hij
vindt de uitspraak 'De kiezer heeft
altijd gelijk' van WD-leider Hans
Dijkstal een gotspe. „Ook als de kie
zer zich niet heeft geïnformeerd? Of
geen afwegingen wil maken, maar
alleen deelbelang ziet? Waar zijn po
litici dan voor?" De burger moet de
hand ook in eigen boezem steken:
men is lid van politieke partij noch
vakbond, gaat amper stemmen,
heeft geen zin in vrijwilligerswerk.
'Ikke, ikke en meer niet'.
De Raad van State signaleert een va
cuüm na het tot voor kort bejubelde
terugtreden van de overheid. Een gat
dat geen enkele organisatie van alge
meen belang heeft opgevuld. 'De
markt' kan of wil het al helemaal
niet: winstmaximalisatie staat vier
kant in de weg als het gaat om recht
vaardigheid, rechtszekerheid, barm
hartigheid en andere elementaire
kenmerken van bestuurskwaliteit.
Maar ook de Raad van State legt in
het jaarverslag over vorig jaar een
deel van het probleem bij de burger
zelf: de overheid is zowel boosdoe
ner (voor de calculerende burger) als
falende probleemoplosser (als de
burger er niet meer uit komt). Grote
witte vlek: de plichten van de burger.
„De tegenkanten van het financieel-
economisch succes van de afgelo
pen twintig jaar", aldus het jaarver-
slag.
Vervolg elders in deze bijlage
brief
van c
Prof. Bernard van Praag.
Foto: GPD/Ronald Sweering
door Wilko Voordouw
„Wat ons het meest opviel in de enquête, is dat
de onvrede in Nederland al langere tijd bestaat.
De opkomst van Leefbaar Nederland en de toch
behoorlijke populariteit van Pim Fortuyn zijn
feilloos weerspiegeld in het onderzoek, dat al
eind november werd gehouden. Toen al zei een
kleine twintig procent op Leefbaar Nederland te
zullen stemmen. Je mag dus vaststellen dat er
een grote ontevredenheid is in het land."
Voor prof. dr. Bernard van Praag én zijn collega
Henriëtte Maassen van den Brink van de Uni
versiteit van Amsterdam staat als een paal bo
ven water dat de enquête 'De staat van het land'
de sfeer in Nederland goed weergeeft. „De mees
te opinieonderzoeken worden gehouden onder
ten hoogste 2.000 respondenten, maar meestal
zijn het er minder. Hier werden de vragen voor
gelegd aan alle lezers van de kranten, die bij de
GPD - Geassocieerde Pers Diensten - zijn aange
sloten.
We hebben ruim 42.000 ingevulde enquêtes ont
vangen. Dat stelt ons in staat om veel gedetail
leerder studies te maken, bij voorbeeld naar de
leefomgeving van bejaarden, werklozen of men
sen die in de WAO zitten. Zo'n uitgebreid onder
zoek wordt dus niet even gedaan in anderhalve
maand, maar vergt veel meer tijd."
De Universiteit van Amsterdam, met name de
werkgroep Scholar, en de kranten die bij de
GPD zijn aangesloten, hebben intussen een rui
me ervaring met 'De Staat van het Land'. Het is
in zijn soort de grootste enquête van Nederland.
„We deden in 1983 voor het eerst zo'n studie.
Toen was het allemaal wat kleiner van opzet Dit
is de vijfde keer dat we de Staat van het Land
hebben gedaan met in totaal 115 vragen.
Wat ons in z'n algemeenheid is opgevallen, is
dat de paradox tussen 'de private rijkdom en
publieke armoede' zo schrijnend aan het licht
komt. Enerzijds is de Nederlander zeer tevreden
over zijn privé-leven, anderzijds is hij niet be
paald content met de taken die voor rekening
komen van de overheid. De vervolgvraag moet
natuurlijk zijn of Nederland dit wil, overheids
diensten die tot een minimum beperkt worden.
Duidelijk is dat een groot deel daar niet van
overtuigd is. Maar, en daar is natuurlijk vervolg
onderzoek voor nodig: heeft de Nederlander ex
tra geld over voor sterkere overheidsdiensten,
bij voorbeeld via belastingverhoging? Want dat
is natuurlijk een consequentie als men wil dat
die publieke diensten worden verbeterd."
Voor de onderzoekers van de Univepiteit van
Amsterdam is het werk nog lang nR afgelopen,
na de publicatie van deze gegevens. „De cijfers
die we uit het onderzoek hebben gekregen ver
tegenwoordigen een ware goudmijn voor ons.
Dat is ook al gebleken in het verleden. Het on
derzoek van 1991 toonde voor het eerst echt het
bestaan van armoede in Nederland aan. Dat on
derwerp lag voordien in de taboe-sfeer. Dit on
derzoek heeft toen geholpen aan de erkenning
van armoede; ook in onze Nederlandse wel
vaartsstaat"
Ditmaal richten de onderzoekers hun aandacht
op enkele andere gebieden. „We gaan onder
meer onderzoek doen naar de taakverdeling
tussen man en vrouw in het huishouden en de
vraag of de gezondheid afhangt van het plezier
in het werk.
Ach, er zijn tientallen onderwerpen waar men
sen van de universiteit mee aan de slag gaan. In
het verleden heeft 'De Staat van het Land' al
aanleiding gegeven tot vele proefschriften en
wetenschappelijke artikelen", aldus professor
Van Praag.