Eerbetoon aan ee zwijgende moede BOEKEN THEATER Besnorde mond vindt zachte, vochtige plekjes Van bomenruzie tot spinazie zaaien De onuitroeibare wens naar onsterfelijkheid EEN KWART EEUW Seriemoordenaars verklaar ank =jiba Doeschka Meijsing ontrafelt familiegeschied ns| VRIJDAG 12 APRIL 2002_ non-fictie recensie Aly Knol 'Het mummiecongres' door Heather Pringle. Vertaling Yolande ligterink. Uitgeverij Luitingh- Sijthoff. Prijs: €18,95 euro. Ze zijn wat misbruikt, de doden van lang geleden die als mummie bleven 'voortle ven'. In de Renaissance werden het vlees en de botten van geconserveerde Egypti sche doden fijngestampt en vervolgens - gepromoveerd tot wondermiddel tegen zo ongeveer alle kwalen, van vergiftiging tot incontinentie, van duizeligheid tot verlamming, van schorpioensteken tot hoogtevrees. 'Het zag er walgelijk uit en smaakte af grijselijk. Het veroorzaakte felle steken in het hart en deed de maag omdraaien. Het wekte braakneigingen op en de pati ent kreeg onveranderlijk een afschuwelijk zure smaak in de mond. Het was boven dien heel duur.' Maar omdat de dokters uit die tijd bekendstonden als volslagen barbaren, die de vreselijkste pijnen met nog gruwelijker middelen bestreden, werd het medicijn ondanks zijn bijwer kingen met liefde geslikt. Tot in het begin van de twintigste eeuw werden mummies ook vermalen om als bruine verfstof voor kunstschilders dienst te doen. Himmler misbruikte de prachtig geconserveerde veerdijken, die men over al in Noord-Europa had aangetroffen - in Nederland onder meer 'Het meisje van Yde' - voor zijn politieke doeleinden. Vele veerdijken bleken afkomstig van mensen die gewelddadig om het leven waren ge komen. Volgens Himmler waren de veerdijken van homoseksuelen, die naar een oude Arische traditie 'in het moeras werden verdronken'. Hij zou die rite wel even in ere herstellen en zond vijfden- duizend homoseksuelen naar de vernie tigingskampen. Toen in de Andes een bijna volmaakte mummie van een jong Inca-meisje was gevonden, deed een firma een bizar voorstel om de eitjes uit haar eierstokken •te halen, ze te bevruchten met heden daags sperma om vervolgens een heuse Incababy ter wereld te laten komen. Je zou er bijna een postmortale depressie van krijgen. 1 Al deze verhalen en nog veel meer heeft de Canadese wetenschapsjournaliste Heather Pringle (1952) met uiterst vlotte pen, grote trefzekerheid en overduidelijk plezier opgeschreven in haar boek Het mummiecongres, dat nu in Nederlandse vertaling is verschenen. Het is zo'n boek dat je met een beetje onverschilligheid ter hand neemt in de veronderstelling 'ach, mummies, dat is Egypte, dat ver haal kennen we nu toch zo langzamer hand wel', om vervolgens vanaf de aller eerste pagina gegrepen te worden door een opeenvolging van schitterende ver tellingen over mummies in de hele we reld, waarvan je het bestaan nooit had vermoed, tenzij je natuurlijk al mummie- deskundige was. Voor Pringle begint het allemaal als ze ta melijk toevallig terechtkomt op een con gres van mummiekenners in het Chi leense Arica. Deze stad is omringd door de Atacamawoestijn, de waarschijnlijk droogste plek ter aarde, waar het de na tuur zelf is die overledenen mummifi ceert. Pringle: 'Het wemelt in Arica van de mummies. Het is het Mekka van de mummiekenner.' Ze wordt zó getroffen door de excentriciteit en 'eigenaardige hartstocht' van de deelnemers aan het mummiecongres, dat ze zelf op zoek tocht gaat. Ze geeft er deze, zeer plausibele, verkla ring voor 'Mummies zijn herkenbare personen gebleven, zelfs na honderden of duizenden jaren. Ze doen een beroep op onze fantasie en we geven ze graag iets van onszelf mee. We geven ze een verhaal, een geschiedenis, een naam, een moment in de tijd. We verwonderen ons over hun onsterfelijkheid en dromen er van die te delen... We zien hen als een van ons.' Natuurlijk gaat ze naar Egypte, zoals haar in met name de negentiende eeuw velen voorgingen, want destijds was Egypte al dé vakantiebestemming voor menig ge goed Engels- of Fransman. En het was bon ton om met een beetje souvenir te rug te komen: 'Je kunt je in Europa niet vertonen zonder een mummie in de ene hand en een krokodil in de andere.' De schrijver Gustave Flaubert kwam met slechts een gemummificeerde menselijke voet terug, uit ruimtegebrek in zijn baga ge, maar deze voet stond wel tot aan zijn (eigen) dood op zijn bureau te pronken. Maar Pringle trekt ook naar Japan, waar Reconstructie van het 'Meisje van Yde'. Foto uit besproken boek honderden jaren geleden boeddhistische priesters, door het volgen van een heel bijzonder dieet, zichzelf als het ware mummificeerden om op die wijze hun 'ziekelijke, vergankelijke vlees' om te vor men tot 'iets onveranderlijks en eeuwigs' om ten slotte verlichte wezens oftewel boeddha's te worden. In Amerika duikt ze de verhalen op van de shows rondom het 'uitpakken van mummies', waarbij op een dag het uitpakken van 'een prin ses' het hoogtepunt zou worden. Ze bleek echter een welgeschapen penis te hebben, wat de showmaster gemakshal ve maar toeschreef aan 'het slechte handschrift van de man die de sarcofaag had gemaakt'. Pringle verhaalt over een bonte stoet fi guren, die om de een of andere reden in de historie van de mummie thuishoren, van Lord Nelson tot Hitler, van een slun gelachtige, Europees-uitziende mummie in China tot Italiaanse heiligen en de vroegere Sovjet-leider Lenin. Maar in Amerika is mummificeren tegenwoordig ook weer in, ook voor uw hond of kat: kosten 14.000 dollar inclusief een bron zen kist in de gelijkenis van het huisdier. De wens naar de onsterfelijkheid lijkt on uitroeibaar. Rond haar elfde jaar verbrokkelt het vrolijke en vanzelfsprekende gezin van de ik-persoon uit '100% chemie'. Wat ging er mis? In haar nieuwe roman beschrijft Doesch ka Meijsing in prachtig Neder lands een vermoeden van een antwoord op die existentiële vraag. roman recensie Wim Vogel '100% chemie, een familieverhaal' door Doeschka Meijsing Uitgeverij Ouerido. Prijs: €15,95 (Het boek verschijnt op 18 april) Dat antwoord is niet eenduidig. Er is een moeder die op haar dertiende, in 1934, met haar ou ders uit Frankfurt a/M naar Ne derland vertrok, haar uitgebrei de familie in Duitsland achterla tend. Voelde haar vader, een Nederlander die al bijna vijfen dertig jaar in Duitsland woonde, aan wat er in de jaren daarna in Duitsland stond te gebeuren? Begreep haar moeder instinctief dat joodse voorouders ook het leven voor katholieken er in die zelfde jaren niet gemakkelijker op zouden maken? Hoe dan ook: hun dochter sneed haar hart in tweeën, zou haar leven lang haar uiterste best haar vier kinderen op te voeden tot eersteklas Neder landse kinderen die slechts spo radisch, en vaak tegen de wens van hun moeder in, een glimp roman recensie Margot Engelen 'Zomer van overvloed' door Barbara Kingsolver. Vertaling: Maaike Post en Arjen Mulder. Uitgëverij Bert Bakker. Prijs: €22,50. Na twee eerdere bestsellers, Varkens naar de hemel en De gifhouten bijbel, pu- bliceért Barbara Kingsolver opnieuw een roman voor een breed publiek: Zomer van overvloed. In dit boek is de natuur bijna een personage. Ze ademt, groeit lustig, maakt mensen wellustig en wordt bedreigd. Was De gifhouten bijbel behal ve een lekker leesboek over een missio narisgezin in Afrika ook een aanklacht te gen religieus fanatisme: Kingsolvers nieuwste boek is een warm, zeg maar ge rust zinderend pleidooi voor natuurbe scherming. De roman volgt drie paren, keurig afge wisseld in hoofdstukjes: een woest lief despaar in de bergen, een stel onver draagzame buren, en een echtpaar dat over echtscheiding peinst. In elk van de ze paren schuilt een tegenstelling. Het liefdespaar bestaat uit een natuurbe- schermster en een jachtlustige schapen fokker. Van de ruziënde buren wil de een zijn tuin netjes schoon en keurig hebben ter wijl de ander de natuur haar gang laat gaan en faliekant tegen het gebruik van onkruidbestrijder is. Het echtpaar wordt, maar niet lang, ge vormd door een boer en een geleerde vrouw uit de stad die gespecialiseerd is in insectkunde. De man, mooi, sterk en simpel, sterft bij een auto-ongeluk waar na de vrouw zich geleidelijk ontpopt als een echte boerin, zij het een aparte, een tje met ontzag voor de natuur. De jonge weduwe heeft bij volle maan ondanks haar verdriet last van haar natuurlijke verlangens. 'Cole vree als een boer, wat niet wil zeggen dat hij ruw was. Integen deel, hij had een verfijnd gevoel voor het lichamelijke, waarmee hij op haar aardse geuren afging, en met zijn besnorde mond vond hij haar zachte, vochtige plekjes en hij ploegde haar om als verse aarde voor een nieuwe oogst.' Niet ver fijnd, wel duidelijk. Op sommige momenten is de schrijfster al te expliciet, en nadrukkelijk politiek correct, zoals waar de geleerde vrouw aan een werkelijk onnozele boerenzoon de verschillen tussen de rituelen van jo den en moslims uitlegt. Wie bereid is dat voor lief te nemen heeft aan Zomer van overvloed een superieure familie- en streekroman, vakkundig verteld. De drie paren hebben enkele raakvlak ken, variërend van familiebanden tot zo iets kleins als een afgedankte stoel, maar echt verweven raken ze pas helemaal aan het eind, als de vrouw van het woeste liefdespaar, 47 maar toch zwanger, afd- Plaatjes kijken, beetje lezen en vooral veel watertanden Wekelijks ligt een ander genre boeken op de leestafel. Deze week de recente oogst tuinboe- ken. door Frederike Krommendijk David Austin is een wereldbe roemde kweker van Engelse ro zen. Zijn boek Engelse rozen (Terra Lannoo, €24,95) is een feest voor het oog. Wat een prachtige foto's, om in te lijsten. Wie dit boek uit heeft, weet bij na alles wat er over rozen te we ten is. Een stukje historie, de ou de en nieuwe rozen, ideeën om de Engelse rozen te verwerken in borders en andere beplantin gen, de 60 beste soorten, com posities voor in huis en de crea tie van nieuwe rozen. De foto's zullen sommige tuin- fanaten vast bekend voorko men, die sieren ook de brochure van rozenkwekerij De Wilde uit Bussum die de Austin-rozen over Nederlandse kwekers ver spreid. Plaatjes kijken, beetje le zen en vooral veel watertanden. Een nieuw leven in de Provence beginnen en daar tuinen aan leggen. Dat deed tuinarchitect Alex Dingwall-Main en hij schreef er het boek Tijm, truf fels en tuinen (Spectrum, 14,50) over. Zijn klanten kijken niet op een euro meer of min der, zoveel is wel duidelijk. Dingwall laat bijvoorbeeld me tershoge beplanting overkomen uit Italië en dubt met eigenaren over de beste kleur voor een zwembad. Het is geen tuinboek, het is geen Een vakkentuin van Mien Ruys. Foto: GPD roman, het is een beetje Peter Mayle maar dan niet zo vlot op geschreven. Dingwall maakt een mix van tuintips, persoonlijke belevenissen en beschrijvingen van de Provence. Als tuinier kun je er weinig mee, als mens krijg je vooral erg veel zin in vakantie. Meer praktisch van aard en han dig vormgegeven is de Tuinor- ganiser van Rien Meijer (Kos- mos-Z&K, €12,50). Het is een combinatie van een agenda waarin eigen tuinnotities kun nen worden gezet en een over zicht van tuininfo per maand. Er wordt van alles en nog wat aangestipt en dat is tegelijkertijd de kracht en de zwakte. Van bu renruzie over bomen tot het zaaien van spinazie, het komt allemaal kort aan bod. Dat maakt het geheel gevarieerd, maar sommige klussen worden ook wel erg bondig behandeld zodat de lezer nog met allerlei praktische vragen blijft zitten. Leuk om ideeën op te doen en om tuinkriebels te krijgen, maar voor echt grote klussen is toch nadere informatie vereist. Zo staat bij april een simpel proefje met een jampot om vast te stellen hoeveel organische stof er in de grond zit. 'Zo kunt u de verhouding tussen de lichte organische stof uit de grond en de zware minerale deeltjes vast stellen en bepalen of u extra or ganisch materiaal door de grond moet werken'. O ja, en hoe dan wel en hoeveel en wat precies? Meteen de mouwen opstropen. Die reactie roept Een jaar in de tuin (Terra Lannoo, €35,00) op, want alle klussen in de tuin wor den er van maand tot maand in behandeld. Wie erg tegen wer ken opziet, doet er goed aan niet meerdere maanden ineens te bekijken, want dan ben je al moe voor je bent begonnen. Ge woon kijken naar de maand waarin we leven en dan de aan wijzingen volgen, dan kan er weinig mis. De klussen zijn goed geïllus treerd en variëren van het snoei en van rozen tot het timmeren van een obelisk voor klimplan ten. Achterin is een index opge nomen van allerlei tuinplanten met daarin informatie over favo riete standplaats, hoogte, bloei tijden en dergelijke. Bij elke maand staat ook een overzicht van bijzondere planten. De foto's zijn goed gemaakt maar soms wel wat erg dicht op elkaar geplaatst zodat een hoofdpijnverwekkend geheel ontstaat. Verder een prima tuin boek, waarin allerlei informatie praktisch is geordend. Als je maar één tuinboek zou mogen hebben, komt dit aardig in de buurt. TOP TIEN FICTIE 1. (-) Sandor Marai, Gloed. Wereldbibliotheek, 14,50 2. (4) Judith Koelemeijer, Het zwijgen van Maria Zachea. Plataan, 17,50 3. (1) M. Vasalis, De oude kust lijn. Van Oorschot, 20,00 4. (-) J.K. Rowling, Harry Potter en de vuurbeker. Harmonie, 16,90 5. (2) Tim Krabbé. Kath/s dochter. Bert Bakker, 19,95 6. (9) J.R.R. Tolkien, In de ban van de ring. Boekerij, 16,50 7. (5) Kristien Hemmerechts, Donderdagmiddag, half vier. Contact, 18,50 8. (7) J.M. Coetzee, Portret van een jongeman. Cossee, 18,90 9. (-) M. Weis, De verheven steen II. Luitingh/Sijthoff, 22,50 10. (-) Battus, Opperlans. Querido, 63,95- Waar uitgever Wereldbiblio theek het vroeger alleen van Al- lende moest hebben, daar heb ben ze nu ook Mérai. Zijn no velle over een mannenvriend- schap staat al ruim een jaar vrijwel continu in de top tien. Echt nieuw: het tweede deel in de fantasy-reeks van Margaret Weis, waarin de door elfen en orken bevolkte wereld van Loe- rem wordt beschreven. De boekentoptien wordt wekelijks sa mengesteld op basis van verkoopcij fers van Athenaeum Boekhandel en H. de Vries Boeken in Haarlem, Boekhan del Kooyker Ginsberg in Leiden, Stan daard Boekhandel Harkema in Hilver sum, Boekhandel Los in Bussum en Bockhandel De Ark in Almere. opvangen van hun Duitse fami lieleden. Wat dat betreft, zijn jeugd en familie van de moeder omgeven door vermoedens, ver draaiingen, raadsels en gehei men: zaken waarvan nu duide lijk wordt waarom een schrijf ster als Doeschka Meijsing daar wel raad mee weet. Waar haar moeder slechts af en toe iets loslaat over haar achter gronden, daar heeft de ik-per soon genoeg aan een kleine anekdote, aan een slordig be zoek van een verre tante, aan een fotootje uit een bijna verge ten familiealbum, aan allerlei andere flarden van haar moe ders vorige leven om dat verle den uit te bouwen tot een voor geschiedenis waarin het voor haar in ieder geval steeds ver- trouwder wonen is. Uit dat verleden, dat ze schrij- venderwijs van zijn strikken ont doet, komen avontuurlijke tan tes, ongrijpbare grootouders, za kelijke overgrootouders naar bo ven. Een waaier aan verhalen en geschiedenissen. Niet alleen herschept ze daardoor het ver zwegen verleden van haar moe der, ze creëert ook voor zichzelf een traditie, een erfenis zonder welke haar verlorenheid stuur loos blijft. Door zich zo intensief bezig te houden met de verzwegen ge schiedenis, wordt het Doeschka Meijsing ook duidelijk dat ze haar talent heeft te danken aan haar moeders zwijgzaamheid, aan haar raadselachtige liedjes. Haar zingen was 'de grondtoon en he d-stri regin ondei EU uldig mei -De voor /aard Amei jen hi leidt reigei .van 1 „e ndse 'olge: voor alles wat ik ven.' Wat dat betreft is het ii De zaak Judith Reiss sings debuutbundel l 6" (1974) nog eens te lej zelfde verlatenheid, y», raadsels, soms dezelfd ennr en net als in de herii| van haar moeder zijn verhaal de ramen van kelders blauw geschildi In 100chemie, een e jij' aan een moeder, wi kennelijk plezier en m dige ironie ook het daj ven beschreven van Haarlems burgergezin ren vijftig. De kathol school in de Velsersl ste auto, de eerste val eerste bezoekjes van milieleden die met h nummerborden de stra lijk maken wat voor vi de kuip heeft en niet te hun meedogenloze ckGI als lederhosen dië van moedende kinderen 1 moffenkinderen make H g in een stad als Haarlenf dereen natuurlijk in had gezeten. ^een Het knappe van deze 1 y. familiekroniek zijn de i .-jj ze vervlechting van feil en de stijl: ironiserei liefdevol, analyserend gelijk ruimte biedend halen, voor het raadsel familie waarvan de jo n' den zich afvragen uit band zij toch zijn losgei °ten eerd oen: gew ireid staaj lasb ard. eteis waai MOOISTE BOEK aalt naar het dorp om bij de gifhatende buurvrouw haar bevalling af te wachten. De vader, 28, is met zijn geweer verder de bergen in getrokken. 'De wereld was nu eenmaal zoals ze was, een plek waar bepaalde regels golden voor honger en bevrediging. Dieren leef den er, ze paarden en stierven er, kwa men en gingen, even vanzelfsprekend als de zomer. Ze gingen hun eigen weg, uit eigen beweging.' Enige affiniteit met de natuur, en dan op onnederlandse schaal, is voor het lezen van deze roman wel een vereiste. Anders zouden de uiteenzettingen over vlinders en vogels, kastanjebomen en kamperfoe lie misschien kunnen gaan vervelen, of de discussies over jacht en natuurbe scherming. Voor liefhebbers daarentegen is Zomer van overvloed een rijke evocatie van het stoere natuur- en plattelandsleven in Vir ginia, merkbaar de vertrouwde geboorte grond van de schrijfster. Het moet een moeilijke opdracht zijn om van een boek over het heropende Theater Tuschinski géén fantastische uitgave te ma ken. De Amsterdamse bioscoop, vermaard om zijn jugendstil-in- terieur, weet immers al dik tach tig jaar zijn bezoekers te betove ren. Freelance journaliste Jesse Goossens vertelt in 'Tuschinski, droom, legende en werkelijk heid' (Bzztoh, €22,90) op vlotte wijze het bijzondere verhaal van het theater (het hart van de Ne derlandse cinema) en zijn oprich ter. Vooral de levendige inter views met oud-werknemers van het theater spreken tot de ver beelding. De kleurenfoto's van de door de recente renovatie herstelde oude luister van het theater, zoals de hier afgebeelde wandschildering van Pieter den Besten, zijn adequaat. Al had een professionele fotograaf nog beter werk afgeleverd. Wat wél jammerlijk ontbreekt is een overzichtsfoto van de restaureerde Grote Zaal stand de mooiste biosco van Nederland. Foto's uit besproken boimar des öva i ave ïoer -exf non-fictie recensie Arno Ruitenbeek 'Handlangers van de dood, seriemoord in België en Nederland' door Guy van Gestel. Uitgeverij Lannoo. Prijs: €18,95. Drie of meer moorden met daar tussenin een afkoelingsperiode. Deze definitie van FBI-man Ro bert K. Ressler over seriemoor- den is ook het uitgangspunt voor de Belgische journalist Guy van Gestel. In zijn boek Hand langers van de dood maakt hij overduidelijk dat dit type meer voudige halsmisdrijven, dat zo vele fictieschrijvers inspireerde, niet alleen veilig ver weg (en voornamelijk in de Verenigde Staten) gebeuren. Ook in België en Nederland kennen we serie moordenaars. Wat heet. Van Gestel heeft zijn voorbeelden uit de lage landen voor het oprapen. Hij beschrijft ze naar modus operandi of 'af wijking'. Haagse Koos H. die eind jaren zeventig tieners ver kracht en vemioordt wordt ver bonden met Michel Stokx die minstens drie kinderen aan zijn pedofiele lusten offert. De leider van de Bende van Venlo Franky P. met minstens zeven moorden op de rekening, wordt gekop peld aan Michel W. die in Ant werpen drie kruisjes achter zijn naam zet. P. en W. hebben ge meen dat ze, in tegenstelling tot de meeste seriemoordenaars, in groepsverband opereren. De in Nederland vrij onbekende Freddy Horion en de daarente gen internationaal beruchte Mare Dutroux rijn de hoofdbe standdelen van dit overzichts werk. Zij corresponderen ook met de auteur, die stukken uit de voor de heren veelzeggende epistels hier publiceert en van deskundig commentaar voor ziet. Andras Pandy, de Hongaars- Belgische dominee die rijn ex- vrouwen en vier van rijn (stief) kinderen om zeep zou hebben geholpen, mag natuurlijk niet ontbreken. Het vonnis tegen Pandy, levenslang, kwam te laat. Dat is niet zo erg, want Van Ge stel biedt genoeg stof tot naden ken. Hij gaat uitgebreid en diep op zaken in. Slechts in het nog lopende onderzoek tegen Wil lem van E., voorheen 'de lust- gaai nen moordenaar van Ter Arijen langs uitgeroepen tot dec- van Harkstede' mist hij nen De inschakeling van tjnee gen als de Nederlands! ïr ee loog Frans Koenraad )laz< analyseren en het sdehi onverklaarbare toch tefces n (althans goede poging teri richting te doen) is nc$en. gisch. De gekozen vor nen ter niet gelukkig. Val :n. puntige vragen leveren gesponnen teksten va dervraagde op, maar woord is het niet altijd erg verstopt). Voor degenen die in *ork the Lambs de waarheii irdii fenomeen menen teen i; ontdekt, is Handlange *an| dood een bittere telei doll Want een Hannibal Leiero'i aanpakken door een «was FBI-agente is vragen criozi lijkheden. Het is leuknave plaatje, voor de film, pkei strekt onrealistisch. Je 1 w wat in je mars hebbe ïteg confrontatie met de slagen berekenende en pal koei liegende psycho- en si e ce aan te kunnen, zo stipts st stel terecht aan. gr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 6