'Ieders hart is geraakt in Kenya' EXTRA - 'Ten hemel schreiend dat dit nog bestaat' Leidse Soroptimisten overvallen door emoties bij opening school DONDERDAG 11 APRIL 20; Het staat vermoedelijk voor al tijd op het netvlies gebrand: het beeld van het zwaaiende kinder handje dat in één beweging door in de bedelstand wordt gebracht. Dat gebaar is de Leidse Soropti misten waarschijnlijk het meest bijgebleven na hun trip naar Ke nya. Afgereisd om een door hen gesponsorde school te openen in het rimboedorp Vanga, werden ze zo overvallen door de harte lijkheid en de bittere armoede van de bevolking van het Afri kaanse land, dat ze het niet bij de bouw van de school willen la ten. „Wiens hart is geraakt, wil meer doen en tijdens deze reis is ieders hart geraakt." Jambo, jambo bwana habari gani nizuri sana wageni mwakaribishwha Kenya insensuri yetn hakuna matata Bij een temperatuur van dik 40 graden hebben ze uren staan wachten in de brandende zon, maar toch slagen ze erin de be zoekers koude rillingen te be zorgen. De manier waarop de ruim vierhonderd leerlingen van de Kiweguschool in het Ke- niase dorp Vanga hun sponsors uit Nederland ontvangen, is ronduit indrukwekkend. Als één man stormen ze af op de twee busjes, vormen een ere haag voor de gasten en zingen luidkeels het nationale wel komstliedje Jambo jambo (hal lo, hallo), begeleid door de typi sche, trillende keelklanken die Afrikaanse vrouwen kunnen produceren. Vervolgens probe ren de schaars geklede kinde ren zoveel mogelijk handen te schudden en drommen ze voortdurend heen om de leden van de delegatie van Leidse Soroptimisten, die 70.000 euro bijeen hebben gebracht voor de bouw van een nieuwe school met twee watertanks in Vanga. De overweldigende persoonlij ke belangstelling voor de 'ma ma's' uit Holland, die op eigen kosten zijn overgekomen om de officiële opening van het ge bouw te verrichten, taant pas licht op het moment dat het programma voor de hele ge meenschap begint - met het zingen van de volksliederen, een aantal speeches en een paar voordrachtjes - maar neemt weer hevig toe op het moment dat de tien klaslokalen in gebruik zijn genomen. Daar worden de gasten opnieuw toe gezongen met het Jambo jam bo: Hallo, halló, mister1 hoe gaat het! heel goed. Bezoekers welkomin ons mooie Kenya/ zonder problemen. Zelfs de Soroptimisten die zo'n ontvangst al eerder hebben meegemaakt, worden zo over vallen door de massale uiting van dankbaarheid, dat ze er (weer) emotioneel van raken. Anderhalf jaar geleden, in okto ber 2000, reisden de zes leden van de fondsenwervingscom missie van de Leidse afdeling van de internationale vrouwen club al eens naar Vanga, een in de rimboe verscholen dorp ten zuiden van Mombasa. Hét werkterrein van de stichting van Jan en Ans Verkaart, een Haags echtpaar dat al twaalf jaar scholen bouwt op afgele gen plekken in die streek van Kenya. Om daar, waar nog veel analfabetisme voorkomt, het onderwijs en daarmee de kan sen van de jongste generatie te bevorderen. Diep onder de indruk van de armoede die ze er hadden ont moet („Het enige speelgoed in de kleuterklas bestond uit afge kloven maïskolven en de ande re kinderen kregen les onder de bomen"), besloten de 'Sorren' ter plekke dat ze met Verkaart in zee zouden gaan en geld voor de bouw en de inrichting Nederlands vlagvertoon in Vanga, waar de belangstelling voor de opening van de nieuwe school overweldigend was. van een nieuwe school zouden inzamelen. Ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van hun club, die opkomt voor vrouwen en kinderen, was 70.000 gulden daarbij het streefbedrag. Maar tot hun eigen verrassing lever den hun acties ruim het dubbe le op. Meer dan voldoende voor een fris nieuw gebouw met tien klaslokalen, dat bij de opening door Jan Verkaart meteen tot het 'mooiste' van 'zijn' scholen in Kenya wordt bestempeld. Vijfendertig zijn er al gereed en er zijn er nog eens zeventien in opbouw - dus hebben de aan wezige Sorren alle reden om trots te zijn. Dat zijn ze dus ook, maar in Vanga valt dat gevoel volkomen in het niet bij de emotie die de dankbaarheid van de lokale be volking oproept. In een ge meenschap waar de vrouwen al het zware werk verrichten, heb ben de mannen het logo van de Soroptimisten op eigen initia tief groot op een schoolmuur geschilderd en in de bitter arme streek is geld opgehaald om de bezoekers presentjes mee te ge ven: een handgesneden beeldje van een giraf en een strooien hoed. Hoewel ze zelf ook niet bepaald met lege handen zijn gekomen en onder meer honderden T- shirts, pennen, boeken, speel goed, blokfluiten en klokken hebben meegenomen, treft dat de Soroptimisten diep. Zoals ze al eerder tijdens hun reis door Kenya zwaar onder de indruk zijn geraakt. Van de overal zwaaiende kinderhandjes, die in één beweging een boog be schrijven naar de bedelstand - een gebaar waarin tegelijkertijd de hartelijkheid en de armoede van de bevolking van het land wordt uitgedrukt. Van het schrille contrast tussen arm en rijk; van de dierlijke schoonheid van de safariparken en de ver vuilde straten in de steden Nai- Ans en Jan Verkaart, met hun Kenyaanse coördinatrice Bessie. „Als we al het geld voor ontwikkelings hulp de laatste vijftig jaar in het onderwijs hadden gestoken, zouden we nu veel minder problemen heb ben." Foto's: Sander Pardon Het logo van de Soroptimisten op de muur van de nieuwe school in Vanga. robi en Mombasa; van de ellen de in de kale hutjes langs de wegen, die zelfs naar toeristi sche attracties onbegaanbaar zijn; van de aanblik van de overal lopende Afrikanen en van de vrouwen en mannen die vechten om uitgedeelde kettin gen. Maar ook en vooral van het bezoek aan een vervolgop leiding voor meisjes en een 'medisch kamp', alweer projec ten van Jan en Ans Verkaart. Zij bouwen niet alleen lagere scholen, maar richten ook me dische posten in. En met hulp van geldschieters organiseren ze op afgelegen plekken gere geld kampen waar de lokale be volking gratis medische hulp kan krijgen. Bovendien worden verspreid over drie bestaande 'secondary schools' (wees-) meisjes opgevangen, „die an ders verhandeld zouden wor den op het moment dat ze vruchtbaar zijn." Die meisjes zijn intern op zo'n middelbare school, kennen totaal geen pri vacy en hebben geen bezittin gen anders dan wat kleren in een koffertje, maar beseffen dat ze 'bevoorrecht' zijn. Ze stralen een blijheid uit die vrijwel elke bezoeker kippenvel en tranen in de ogen bezorgt. Jambo jambo bwana habari gani mzuri sana wageni mwakaribishwa Kenya insensuri yetu hakuna matata Zelfs in de dorpen waar ze die week onaangekondigd komen, schalt het liedje spontaan uit honderden kinderkelen. Jan en Ans Verkaart zijn na twaalf jaar bouwen zo bekend en populair in het gebied ten zuiden van Mombasa, dat ze er overal bijna uitzinnig worden begroet. Hun komst alleen al geeft kinderen hoop dat er iets gaat gebeuren, dat er een nieuw schoolgebouw komt en dat het schoolgeld om laag gaat door hun sponsoring. Vaak is dat ook meteen na hun bezoek het geval, want Ans (65) en Jan Verkaart (67) houden van snelle beslissingen en wer ken anders dan andere hulp verleners. Ze werven niet eerst de fondsen om daarna te gaan bouwen, nee, ze bouwen en zien wel hoe ze aan geldschie ters komen. Dat systeem werkt omdat ze potentiële gevers op eigen kosten naar en door Ke nia laten reizen. „Zodat ze zelf kunnen bekijken wie en wat ze sponsoren. Dat is zo indrin gend en emotioneel dat ze zich daarna vanzelf aandienen", al dus Jan Verkaart. Zelf raakte het Haagse echtpaar toevallig verzeild in Kenya, op een keerpunt in hun leven. Na dat Jan Verkaart zijn bedrijf in verwarmingsinstallaties op 53- jarige leeftijd had overgedaan aan zijn kinderen, besloot hij dat hij de rest van zijn leven nog wel wilde werken, 'maar nooit meer voor geld'. Hij nam zich voor dat hij 'met nul gul den dood wilde gaan' en dat hij zijn tijd en zijn financiële mid delen in het vervolg zou spen deren aan mensen die 'minder gelukkig in het leven staan'. Tij dens een vakantiereis werd hem duidelijk welke mensen dat zouden zijn: de kinderen in Kenya. „Juist in Kenya, omdat dit land nog zo puur is, zo vol armoede, achterstand en leed, dat je er nog veel kunt doen. We hoorden dat 50 procent van de kinderen niet naar school ging, dat 80 procent van hun ouders analfabeet was en dat de overheid alleen de leraren levert. Dus bestond er grote be hoefte aan faciliteiten voor on derwijs. Daarvoor wilden wij de voorwaarden scheppen." Dat doen de Verkaarts nu al weer geruime tijd, waarbij ze strikte afspraken maken met de gemeenschappen waar ze hun scholen bouwen. Zo moeten de lEDEI ren, met trips naar Rcgr den en Parijs, -maar wei NOS- den ze niet voor op de NL N men van morgen.-Wa&tenpr ten we onze scholieren Bijkei ker het leven in de dérdlEphrc reldlanden met eigen 'o rie ge schouwen? Dan worde NOS- dwongen na te denken Je lijf soort zaken en dan vereGezoi hoe dan ook hun inzie) Actue merken we heel sterk alheids leerlingen komen van ij Alle d bare scholen, die hier i mee. ben gedaan." Smar Zelf doet hij alles wat hiUitze Kenya, waar inmiddelsiPartij 25.000 kinderen onderi|Man I nieten op de Verkaart-; ïazin „En daar kun je natuuiGet tl over opmerken. Dat henisqu ten tegen de bierkaai is N0S- druppel.op eén gloeiéaNefr" maar voor die kinderen enpr dat allemaal niet. Ik we Tien dat ik Kenya niet kan w itrijd ren, maar ik weet ook jiRond dit niet zouden doen, npalist tien procent van die kii )roS.r: analfabeet was gebleVe|Heili{ van die meisjes die nutkwesl meisjesscholen zitten, tDe W. tal zwanger zou zijn gei5ion: gedoemd zou zijn hun piet r ven thuis te zittèn om cpntwc het werk te doen- Zo gafnent, hier meestal, want de ylO 'a heeft hier drie vijanden ^ue staat, de kerk en'de ma "lach' staat heeft geeninteresherha haar, de kerk houdt ha£in(h en de man gedraagt zie koning der dierëti. Ze d drie dus niets om het le veranderen. Aile.en.alsi weerstand biedt aan dj! tie, kan er wat -gebeuren^ wanneer kun je weerst<j" den? Juist, als je kennis en zo kom je weer bij h"'6 derwijs terecht." iu „Daarom", zegt Verkaajg.oo" „doen we hier op dat 20.05 les wat in onzemogelij Jj* ligt. Daarom, en omdat 2.21 zelf zo leuk vinden. He slag om te geven, het isleiii !*®ri voor sinterklaas te spel *e h® het is leuk om populair n wee Dat geeft buitengewoon voldoening! Het is in fe tieme zelfbevrediging. ons is zo'n aankomst ii 17.00 dorp elke keêr weer eeiistivai. nis." - ;10H Staf Jambo, jambo bwana den ei habari gani mzuri sanNVAS wageni mwakaribishi Kenya insensuri yetu 23. hakuna matata de hc Kenyanen zelf het gebouw en de watertanks schoonhouden en dienen alle leerlingen jaar lijks een aantal bomen te plan ten. Met de opbrengst van het timmerhout dat dit oplevert, moeten de scholen zich in de toekomst zelf gaan bedruipen. „Ik zal niet meemaken dat ze dat geheel kunnen", beseft Verkaart. „Maar we kunnen er wel een aanzet toe geven dat ze zelf iets ondernemen en hun lot ook een beetje in eigen hand houden. Daarom hanteren we die regels. Houden ze zich daar niet aan, dan wordt de hulp tij delijk stop gezet. Dat lijkt bedil lerig, maar het kan hier niet an ders. Stel je die voorwaarden niet, dan gebeurt er ook niets. En het is essentieel dat je voor uit denkt." Dat is volgens hem tot nu toe veel te weinig gebeurd in het ontwikkelingswerk, waardoor 150 miljoen kinderen op de we reld nog altijd niet naar school gaan. „Honderdvijftig miljoen! Dat is toch schandalig?", roept Verkaart fel. „Als we al het geld voor ontwikkelingshulp de laat ste vijftig jaar in onderwijs had den gestoken, zouden we nu veel minder problemen heb ben. Want door vergroting van kennis ben je in staat een menswaardiger bestaan op te bouwen. Nu we daar een halve eeuw te laat mee zijn, bestaat de kans dat heel Afrika straks gaat 'lopen'. En daar is onze jeugd dan weer niet klaar voor. Die laten we op de middelbare scholen wel alles zien van giste- je - c e. 17 te. 15 Met de klanken en de van het deuntje nog in oren, kijkt Akke Timme um fC presidente van de Leidi (vpr optimistenclub, in het naar Nederland met vo én^F terug op de geslaagde 1 vischi op het 'toeval' dat de 'S® D..as naar Verkaart en naarllg^N leidde. Via het verhaal: Chantal van Lieshout d eiben mens de Tón Hoogenb stichting aide bouwval school had gesponsord handelstoel van schooi specialiste Ineke de Gf te het idee bij de club lari Welt en een stemming, waa project maar net bóvei der werd verkozen. „Mjseidf bleek wel een project zonder goed bij oris pa dus de presidente. „We shov de kans op educatie. D to 51 koloniaal, want we leg ®y~ op, maar scheppen alle |in° mogelijkheid. Die kun! lights, pakken óf niet. Doefrz oi dan kan er meer gelijkv heid ontstaan en konil balans in de samenle1 zal een proces van gèi zijn, maar ik ben niet tief over de ontwikkelii Afrikaanse landen. 0< wat ik nu gezien heb. zo indrukwekkend, d< mensen van de club reisden aan vervolgsl denkeri. Wiens hart tijl reis is geraakt, wil g( doen. En ik denkdat.i is geraakt." Paul de Tombe Ze zijn vast van plan terug te gaan, om er jaarlijks een aantal dagen te werken. Hij wil er tan den en kiezen gaan trekken, zij wil lessen in mondhygiëne en 'tandenpoetsen' geven. De Leidse tandarts Rob Snoep en zijn gelegenheids- assistente Nel Peerdeman waren na een dag doorpezen in een medisch kamp in de bush van Kenya zo onder de indruk van wat ze hadden gezien, dat ze ter plekke besloten in de toekomst vaker werk-uitstapjes naar het Afri kaanse land te maken. „Niet dat ik zo bevlogen ben, maar wat ik hier heb gezien, heb ik nog nooit meegemaakt", zo moti veerde Snoep (49) zijn instant beslissing. „Ik heb hier in één dag meer tanden en kiezen ge trokken dan in een heel jaar in mijn eigen praktijk. En dan heb ik alleen nog maar die exempla ren getrokken waar de mensen pijn aan hadden, anders had ik er nog veel meer kunnen ver wijderen. Zo erg was het met de gebitten." Snoep had zelf aangeboden om een dag te werken in het me disch kamp in Kenya ('om de trip en de kick') en had tangen en ander gereedschap meege nomen. „Plus 200 ampullen verdovingsvloeistof en spui ten." Met een uit het hotel meege sleepte stoel voor de patiënten, in een lokaal van een vervallen schoolgebouwtje en bij een temperatuur van dik dertig gra den, bleef hij onafgebroken tanden en kiezen trekken. 'Meer dan 150' verwijderde hij er, bijgestaan door Nel Peerde man, de vrouw van een Leidse tandarts die spontaan haar diensten had aangeboden en haar ogen af en toe ook niet kon geloven. Rob Snoep en Nel Peerdeman werken zich in het zweet in het me disch kamp. „Het is ten hemel schreiend, dat dit nog bestaat", zei zij la ter, en daarbij doelde ze niet al leen op de staat van de gebit ten, maar ook op het handelen van de Kenyaanse 'tandartsen' in hetzelfde lokaaltje. Die ston den soms opzichtig te prutsen, met als gevolg dat de rij voor de professioneel werkende Hol landse tandarts alleen n groeide. Snoep begreep! waar het gepruts vand; kwam („er worden in K maar tien echte tand jaar opgeleid") en werl zelfs na dé sluiting van 1 disch kamp in het z dereen te helpen. „Orr mensen soms uren h lopen om hier te komei daarna nog eens urerii%em hadden gestaan. Die wil ,pe van de pijn afhelpen.'--. Bij het biertje'.bij hét hoi zwembad, waarmee hij i later beloonde, nam'hiji slissing dat hij zoiets vafc doen. Zo mogelijk in sajM/ES werking met collega's,-dflio W die manier de sleur van 'n vd€ ledaagse tandartsenbest rmet („waardoor zoveelbufn voorkomt"), kunneiydo 'OC ken. „Daar offer je dari i H schien een deel van jevi q j0" voor op, maar je krijgt ei acht-» heel wat voor terug. Je kP'd-H plekken waar je anders) komt en je houdt er een onaa bevredigd gevoel aan o\ 0 Bal het is in alle opzichten f 16.G dntkwekkende ervaring, j'®™ - rh. 2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 10