Onstilbare
honger naar
kennis en
kunst
Imposante collectie Anton Dreesmann
bij Christie's geveild
Vier generaties Dreesmann
gek van kunst
ZATERDAG
6 APRIL
2002
Een privé-collectie van
meer dan 1.300
voorwerpen uit de
periode van Lodewijk
XIV, werken uit de
Gouden Eeuw, serviezen
en bekers uit de
glorietijd van de
Verenigde Oostindische
Compagnie die dit jaar
jubileert, een bibliotheek
met 100.000 boeken. De
villa van Anton
Dreesmann in Laren - in
de Gooise volksmond
ook wel Dallas genoemd
- is speciaal ontworpen
om de immense
verzameling tot haar
recht te laten komen.
Vanaf volgende week
wordt de grootste privé-
verzameling in
Nederland ooit op de
markt gebracht, geveild.
door Timothy Beldman
Pieter Dreesmann, kunstken
ner en eigenaar van The Art
Document Company aan het
Lange Voorhout in Den Haag, haalt
in het oude politiebureau van het
dorp Laren herinneringen op aan
zijn vader en diens passie voor
kunst. Met het oog op de publiciteit
rond de veiling is hij l'aide de
champ, de spreekbuis van de fami
lie. Pieter Dreesmann en zijn mede
werkers melken cd-roms en boeken
met kunstcollecties van rijke parti
culieren. Hij lijkt de liefde voor kunst
van zijn vader te hebben geërfd.
„Vader had in 1978, toen er sprake
was van verhuizing van Amsterdam
naar Laren, een aardige collectie bij
elkaar. Hij was daarmee in 1955 be
gonnen in Wassenaar, twee iaar na
het huwelijk met mijn moeder. Zijn
eerste aankoop was een Hollands
wortelnoten kabinet. Toen die een
maal vol was, had hij de smaak te
pakken. Uiteindelijk heeft de verza
meling de grootste omvang ooit in
Nederland gekregen. Na het overlij
den van mijn opa, die ook verzame
laar was en woonde in de Diepen-
brockstraat in Amsterdam, is het ge
zin naar de hoofdstad verhuisd en
kon vader verder met zijn passie.
Ook dit huis werd te klein en zo
kwam hij in Laren terecht. De archi
tect moest een huis ontwerpen dat
als het ware om de kunstcollectie
heen kon worden gebouwd. Zo had
mijn vader vier grote staande horlo
ges. Dat betekende dat het huis ook
vier gangen zou krijgen, met aan ie
der uiteinde een klok."
In de houten kasten van de biblio
theek moesten 100.000 boeken wor
den ondergebracht. De muren van
het landhuis dienden lang te zijn om
de vele vitrines met porselein, zilver
werk en glas tegenaan te kunnen
zetten. Of om de meubelen uit het
Frankrijk van de achttiende eeuw tot
hun recht te laten komen. De vele
snuifdozen vonden onderdak in de
woonkamer. De gang was voor de
impressionisten, en voor de Hol
landse schilders uit de zeventiende
eeuw.
De Larense villa ademde kunst,
overal was wel iets te zien. Of eigen
lijk overal heel veel. De zoon weet
nog dat zijn vader altijd riep dat hij
vier passies had. „Zijn vrouw, de
kinderen, de zaak en de kunst. In die
volgorde. Ondanks dat hij altijd be
zig was met eerst Vroom Drees
mann en later met Vendex was hij er
altijd voor ons. Wij waren met vijf
kinderen. We hebben allemaal eco
nomie gestudeerd. Mijn vader vond
het heerlijk om met ons daarover te
discussiëren. Ik was gek op die de
batten, waarbij hij je wel in je waar
de liet, maar toch iedere keer do
ceerde. Dat deed hij ook met veel
liefde op de Universiteit van Amster
dam. Nadat vader klaar was met zijn
proefschrift economie, waarin ieder
vrij uurtje ging zitten, heeft hij zich
vol overgave op de kunst gestort.
Hij verafschuwde cocktailparty's en
andere feestjes. Alleen als hij echt
moest, omdat bijvoorbeeld iemand
van de raad van commissarissen
wegging, was hij van de partij. Hij
vond het maar vervelende tijdver
spilling, evenals televisie kijken.
Lummelen, daar deed hij niet aan.
Hij reed nooit in de auto zonder re
den. Ook voor hem geen dure Ferra
ri's of peperdure reisjes. Nee, hij be
steedde geld en tijd aan de aanschaf
van kunst. Om zijn tijd zo efficiënt
mogelijk in te delen, was hij in de
vroege ochtenduren, in de avond en
op zaterdag met de kunst bezig. Op
deze tijden had hij ook een kunst
secretaresse die alles voor hem bij
hield. Per week kwam er veertig kilo
catalogi uit binnen- en vooral bui
tenland binnen. Moet je je voorstel
len wat een stapel dat na drie weken
zou zijn." Niet eentje bleef ongele
zen. „Nee, hij werkte ze altijd nauw
gezet door, wilde op de hoogte blij
ven."
Letter T
Bij de kunst en zijn andere interes
ses had hij de stelregel dat hij zich
wilde ontwikkelen als de letter T:
breed van boven en diep van onde
ren. Hij wilde over van alles iets we
ten, maar van een aantal zaken alles.
En dat gold zeker voor kunst. Hij had
een brede belangstelling, van mun
ten tot staande horloges. „Ook voor
Nederlands zilver", zegt Pieter
Dreesmann, wijzend op pagina 54
van het nieuwe magazine van Chris
tie's. Daar staat een tazza op een
voet afgebeeld, van zilver. „Gemaakt
door Christian van Vianen, van één
plaat zilver, helemaal gedreven met
een hamertje op een aambeeld. Ik
vind dat deze man alsnog postuum
de Nobelprijs moet krijgen voor dit
meesterwerk."
De bowl, die Dreesmann ter gele
genheid van zijn 75ste verjaardag
van zijn kinderen kreeg, gaat in Am
sterdam waarschijnlijk 300.000 tot
400.000 euro opleveren. „Maar er
zijn ook kleinere stukken, want voor
iedere portemonnee is er wel iets.
Mijn vader heeft er ook bewust voor
gekozen om de kunst twee jaar na
zijn overlijden te laten veilen. 'Mijn
collectie is als een maatpak, het past
alleen mij'. Door het te laten veilen
wist hij zeker dat de kunst in handen
zou komen van mensen die het net
zo veel waarderen als hijzelf."
Pieter Dreesmann heeft, net als zijn vader, grootvader en overgrootvader, een grote voorliefde voor kunst.
Foto: Ton Kastermans
De verzameling was echt Anton
Dreesmanns privé-domein. De
schaarse gasten op het Larense land
goed kregen niet automatisch een
rondleiding. „Hij deed ook nooit van
'kijk mij nou'. Wel zat overal een ver
haal aan vast, van alle voorwerpen
wist hij nog precies van wie hij het
had verkregen, wat het voorstelde en
waar de boeken over dit onderwerp
waren te vinden."
Pieter Dreesmann verdenkt zijn va
der ervan dat zijn voorliefde voor
kunst slechts een excuus was om
boeken in huis te halen. „Want van
ieder voorwerp dat hij aankocht wil
de mijn vader de volledige docu
mentatie, van een schilder wilde hij
alles weten. Dat heeft geresulteerd in
z'n grote privé-bibliotheek. Hij was
een echte boekenman, met veel eer
ste drukken, wellicht de grootste pri
vé-collectie over de Tweede Wereld
oorlog, archeologie maar ook wis
kunde. Van alles had hij wel een
boek. Hij had een onverzadigbare,
onblusbare honger naar kennis."
Wie denkt dat Anton Dreesmann al
leen maar 'ruggetjes' verzamelde om
zijn kasten mee te vullen heeft het
mis. „Nee, hij wist van ieder boek
waar het stond. Hij zei dan 'je moet
de derde kast, tweede plank hebben
en dan staat het rechts, bovenaan
gele kaft'. Pa leende die boeken ook
nooit uit. Want dan krijg je ze niet
terug, zei hij. Hij had een goede
vriend die wel mocht lenen, maar
dan ging er altijd een briefje op de
lege plek: uitgeleend aan die en die,
op die datum. Pa was daar uiterst
precies in."
In een halve eeuw is veel gebeurd
met de V&D-topman, die later
Vendex International zou opstuwen
in de vaart der volkeren. Aan het
eind van zijn leven werd Dreesmann
getroffen door een hersenbloeding.
Het speelde hem danig parten en
deed hem in een rolstoel belanden.
Ondanks het ongemak liet hij zich
niet aan de kant zetten als leider van
het concern. En ook zijn verzamel
woede werd er niet minder om. Ie
der vrij uurtje ging in zijn kunstcol
lectie zitten. „Aankopen deed hij
zelf. Hij vond galerieën maar niets.
'Ik moet zelf een mening hebben',
zei hij altijd. Mijn vader dook dan in
de boeken. Pas als hij overtuigd was,
begon het bieden. Mijn vader heeft
ook nooit meer geboden voor een
stuk dan de prijs die hij vooraf in
zijn hoofd had."
Cadeau
Hoewel verzamelaars vaak moeilijk
afstand kunnen doen van hun col
lectie, kregen goede vrienden toch
een cadeau. Het waren Juliana, toen
nog koningin, en prins Bernhard. Zij
kregen van Anton Dreesmann de
ontwerptekeningen van de Gouden
Koets, gemaakt door Nicolaas van
der Waay. „Mijn vader had geregeld
contact met Bernhard, want ze wa
ren allebei betrokken bij de Jaar
beurs in Utrecht. Mijn vader als
voorzitter, Bernhard als bescherm
heer." De prins was er ook bij toen
Dreesmann 75 werd, anderhalf jaar
voor zijn overlijden. Bij die gelegen
heid kreeg het Mauritshuis in Den
Haag van Anton Dreesmann een gift,
als bijdrage voor de aanschaf van het
schilderij De oude man van Rem
brandt. Voor zijn dood had hij al
aangekondigd dat zijn immense col
lectie zou worden geveild. Nu is het
zover. Bij het gerenommeerde vei
linghuis Christie's wordt de particu
liere collectie ondende hamer ge
bracht. In New York en Parijs zijn
kijkdagen gehouden, komende week
gebeurt dat in Londen en Amster
dam. In de twee laatste steden vin
den de veilingen plaats. Christie's
heeft een set catalogi samengesteld
van vijfhoeken, vol met de 1300 lots,
veilingkavels. De cijferaars in Am
sterdam verwachten dat de collectie
zo'n 24 miljoen euro gaat opbren
gen. Gezien het verleden en de ge
luiden die andere kenners laten ho
ren, zou de schatting wel eens aan
de lage kant kunnen zijn.
Er worden overigens drie voorwer
pen niet geveild: het Hollandse kabi
net uit de achttiende eeuw dat
Dreesmann kocht in 1955 en de
Louis XVI-pendule die hij erfde van
zijn grootvader. Het andere voor
werp is zijn laatste aankoop, een
fopglas dat hij kocht voor 14.000 gul
den. Het heeft een holle schacht
waardoor het lijkt alsof de wijn er
naast stroomt. Gekocht op 20 janua
ri 2000, nog geen maand voor zijn
overlijden. Deze drie kunstvoorwer
pen staan in het Larense apparte
ment van Dreesmanns weduwe.
Kijkdagen bij Christie's in Londen: t/m 9
april; veiling 9,10 en 11 april. Kijkdagen
bij Christie's in Amsterdam: 12 t/m 15
april; veiling 16 april.
Anton Dreesmann in een van de vele hallen van zijn landhuis, in Laren, aan de muur slechts een gedeelte van zijn kunstverzameling. Foto: Christies images ltd.
Anton C. R. Dreesmann (1923-2000) heeft het verzamelen niet van
een vreemde. Ook zijn grootvader, afkomstig uit Duitsland, was
gek van kunst. Als jochie van 16 trok hij in 1870 met een rugzak vol
lakens en fournituren de grens over. Hij begon acht jaar later op
de hoek van de Rozenstraat en Rozendwarsstraat in Amsterdam
een eigen manufacturenwinkel en kreeg ook oog voor kunst.
Grootvader was op dat gebied een autodidact, hetgeen na de ge
boorte van zijn kinderen - één zoon en drie dochters - erfelijk
bleek. Want ook Willem J. R. Dreesmann zou zich verdiepen in de
kunst. Zo zeer zelfs dat 'de zaak' er wel eens onder moest lijden,
weet Pieter Dreesmann - alweer de vierde generatie met een voor
liefde voor kunst - nog van familieverhalen. „Mijn opa ging altijd
in de pauze - het hoofdkantoor zat toen nog in de Kalverstraat -
naar de drie galerieën in de buurt. Dan bleef hij altijd veel te lang
weg, omdat kunst hem veel meer boeide dan de verkoop van wol
len sokken."
Willem verzamelde van alles, van porselein tot zilver. Ook zijn wo
ning aan de Amsterdamse Johannes Vermeerstraat mocht met
recht een museum worden genoemd. „Opmerkelijk is dat hij het,
na afspraak, openstelde voor belangstellenden. In 1954 is hij over
leden en is de collectie aangeboden aan de gemeente Amsterdam,
omdat mijn opa veel over de hoofdstad had verzameld. Het gaf een
mooi beeld van Amsterdam door de eeuwen heen. Het gemeente
bestuur wilde of kon niet de hele collectie voor drie miljoen gulden
kopen. Uiteindelijk heeft de gemeente zes jaar later slechts enkele
stukken voor hetzelfde bedrag gekocht. Het resterende deel van de
verzameling ging naar het Historisch Museum, toen een depen
dance van het Stedelijk Museum, dat mede door deze aanwinsten
op eigen benen kon staan."
In die jaren was Anton Dreesmann inmiddels opgegroeid en neer
gestreken in Wassenaar. „In 1953 zijn mijn ouders getrouwd. In
1955 heeft hij een Hollands kabinet gekocht en daar is het allemaal
mee begonnen."