Tussen hoop en vrees
Inwoners
Srebrenica
proberen hun
leven weer
op te pakken
930
Kasten vol zakken met opgegraven stoffelijke resten wachten in het mortuarium op identificatie. Foto: GPD/Phil Nijhuis
Achtergrond
Anton
Dreesmann
bouwde villa
om zijn kunst
verzameling
heen
Peter Faber
slaat zich puur
op instinct
door het leven
Verminkt en doods is
Srebrenica, de moslim
enclave in Servisch
gebied. Bijna zeven jaar
na de moord op
duizenden mannen
keerden nog maar
weinig moslims terug.
Terug naar de stad waar
behalve duizenden
ongelukkige Servische
vluchtelingen de
moordenaars van hun
geliefden kunnen huizen
en elke vooruitgang
moeizaam moet worden
bevochten. Een stad vol
wantrouwen. „Het is
alsof we leven op een al
half gezonken Titanic."
door Simone van Driel
Ze is terug en daarom weet ze:
soms helpt God ons. Zehta
Ustic (52) straalt. „Ik ben
heel, heel gelukkig." Het was en is
héér stad en zal dat altijd zijn. Daar
om had de moslimvrouw vanaf de
dag dat ze weg moest maar één ge
dachte: terug naar Srebrenica. Het
lukte in augustus 2001. Haar ver
woeste huis is bijna herbouwd en
conform de traditie zijn haar Servi
sche buren haai- met wat geld en ca
deautjes geluk komen wensen. Ze
zijn vriendelijk tegen haar, zij is
vriendelijk tegen hen - het verleden
is geen onderwerp van gesprek.
„Natuurlijk kan ik niet vergeten wat
er hier is gebeurd", zegt ze. „Maar
het is zinloos om daarover te praten.
Ik kijk vooruit, ik moet verder." Dus
praat ze met de buren over hoe alles
straks beter zal gaan, en dat ze
straks weer bloembakken aan hun
huizen zullen hangen. En kleuren
haar wangen als haar wordt ge
vraagd of ze niet bang is dat de ge
schiedenis zich zal herhalen. „Dat is
een politieke vraag. Ik heb geen pro
blemen met Serviërs."
Schone schijn of werkelijkheid? De
aanwezigheid van 4.409 zakken met
stoffelijke resten van de vermoorde
mannen van Srebrenica zegt alles
over_de_gespannen rust die de stad
uitademt. Kastna-kasVrij na rij lig
genocide pleegden op de moslim
mannen. 'Gods ellendelingen'
noemt Radivojevic mensen die niet
begrijpen dat Srebrenica van Ser
viërs én moslims is, zoals dat hon
derden jaren het geval was. „De Ser
viërs zien niet in dat zij zelf zullen
opdrogen als de moslims niet terug
komen."
Zijn visies leveren hem 'veiligheids
problemen' op en het is daarom dat
hij zich nog niet permanent in Sre
brenica heeft gevestigd. Dat leverde
hem weer de kritiek op dat hij de
positie slechts voor het geld be
kleedt. .Als ik honderd procent vei
lig ben, kom ik hier definitief wonen
en neem ik mijn kinderen mee."
Hetzelfde geldt voor de burgemees
ter, hij heeft drie minderjarige kin
deren, die een bron van chantage
zouden kunnen vomien. Maar hij
wil terug zodra het kan. „Ik heb alle
verschrikkingen overleefd, maar
mijn twee broers heb ik verloren. En
ik realiseerde me dat ondanks - of
dankzij - alles de stad niet in han
den mag zijn van degenen die dat
allemaal hebben veroorzaakt. Dat is
mijn drijfveer."
De situatie mag volgens Hafizovic
qua veiligheid acceptabel zijn, ach
ter de witgrijze deuren in het ge
meentehuis zetten Servische ambte
naren de strijd onverminderd voort.
Moslims geven voorbeelden: papie
ren die nodig zijn om een claim op
hun huis te leggen, worden vaak
met grote vertragingen gegeven. Een
moslimvrouw heeft geen stroom in
het huis waar ze zit. „Haar eigen
huis is een etage hoger maar daar
zitten Serviërs in en die hebben wel
elektriciteit."
Het huis van Namik Mustafic is bij
na klaar, hij denkt er over een paar
weken in te kunnen. Hij hoopt dat
de andere*75 huizen die met geld uit
Maleisië hun voltooiing naderen,
snel zullen worden bevolkt. Zijn eer
ste bezoek na de oorlog aan Srebre
nica was een verschrikking, de we
tenschap dat er geen moslimvrien
den waren om naar terug te keren
'heel pijnlijk'. Ook was hij ziek van
angst. Het viel mee, sommige Ser
viërs zeiden hem gedag- En toen hij
de nacht bij een Serwr doorbracht,
had die hem verteld waar hij zijn
pistool bewaarde voor het geval er
gevaar dreigde. „Ik ben optimis
tisch." Een lichtpuntje is dat voor
herbouw van de witte moskee, een
van de vijf die de stad telde en die
werden verwoest, het fundament is
gelegd.
Een wit marmeren blok met aan vier
kanten de tekst 'Srebrenica juli
1995' staat als sereen object in een
omgeving van verval en schroot. Pal
tegenover wat de basis was van
Dutchbat in Potocari, enkele kilo
meters buiten Srebrenica, komen de
graven van de mannen die na de val
van het 'veilig gebied' werden ver
moord. Een politieman houdt van
uit een keetje met VN-logo een oog
je in het zeil; de steen stond er nog
niet of iemand had er al 'SDS', de
initialen van Karadzic' partij, op ge
klad. Mustafic: „Ik hoop dat mos
lims, als hun geliefden hier begra
ven liggen, gestimuleerd worden om
terug te komen."
Frans Jansen:
'We zijn nog
steeds een
hartstikke leuk
vakantieland'
gen in een speciaal mortuarium in
Tuzla bemodderde, genjimmerde
zakken met lichamen die uit bloot
gelegde massagraven zijn gehaald.
De aanblik is overweldigend, de am-
moniaklucht die de lichamen afge
ven verstikkend, het drama bijna
voelbaar.
Pas 183 slachtoffers van de Servi
sche massamoorden zijn geïdentifi
ceerd. Onderzoek met behulp van
DNA-materiaal moet het proces ver
snellen, maar de verwachting is dat
het nog jaren zal duren voor elk li
chaam weer een persoon is met een
naam, die geliefden na jaren van
onzekerheid kunnen begraven.
Meer dan duizend pagina's tellen de
boeken vol foto's van broeken,
schoenen, truien, kammetjes, foto's,
portemonnees, oorbellen en andere
bezittingen die uit de graven zijn ge
komen en waaraan nabestaanden
hun familieleden mogelijk kunnen
herkennen.
Claim
Hoeveel moslims weer in Srebreni-
ca-stad of omliggende gemeen
schappen hun leven hebben opge
pakt, is onduidelijk. Ruim 4.600
mensen hebben een claim op hun
huizen ingediend, waarvan er bijna
1.600 zijn afgehandeld. Maar velen
wachten tot ze het veilig genoeg vin
den, anderen moeten wachten tot
Servische huizenbezetters zijn ver
trokken, en sommigen willen hun
huizen slechts terug om die daarna
te kunnen verkopen.
Burgemeester Sefket Hafizovic
noemt de veiligheidssituatie 'accep
tabel'. Volgens de teruggekeerde
Namik Mustafic (45) is de situatie
redelijk rustig. Hij woont weer in
Srebrenica, omdat hij het een steeds
grotere last vond als vluchteling
door het leven te moeten. En hij wil
de de stad niet zomaar opgeven aan
degenen die haar verwoestten„Ik
zag het ook als mijn plicht en ver-
antwoordelijkheid om terug te ko
men."
Het betekende ook terugkeer naar
een oord waar de meerderheid van
de bevolking uit gedesillusionéerde
Servische vluchtelingen bestaat, veel
huizen zijn verminkt en straten ver
vuild, de economie volkomen plat
ligt, jong en oud zich scheel verveelt
en de straten 's avonds bij gebrek
aan verlichting in duister zijn ge
huld. Voor de Republika Srpska
heeft de wederopbouw van Srebre
nica absoluut geen prioriteit.
„Als ik soms naar buiten kijk en al
die apathische mensen zie, vind ik
het griezelig", zegt Nada Jovanovic,
het energieke hoofd van het letter
lijk gammele Huis der Cultuur dat
ze probeert op poten te krijgen.
„Jonge mensen zullen niet terugko
men, alleen ouderen. Het lijkt soms
net een spookstad, alsof we leven op
een al half gezonken Titanic." Brane
Dragizevic is nog pessimistischer:
„De Serviërs vertrekken en de mos
lims komen niet terug. Iedereen
heeft deze stad opgegeven."
Dragizevic is een Serviër, Srebrenica
is zijn stad, hij is er geboren. Sinds
het einde van de oorlog ziet hij geen
millimeter vooruitgang. Dus zit de
breedgeschouderde secretaris van
de bond van oorlogsveteranen, ge
tooid met zwarte muts, imposante
paardenstaart en een groot houten
kruis aan een ketting, reeds om half
elf 's ochtends met grimmig kijken
de mannen rond een tafel vol drank.
Vanaf een foto aan de muur kijkt
Radovan Karadzic neer op Dragize
vic, die doodziek is van alle politici,
maar de rigide standpunten van
hardliners als Karadzic blijkt te de
len.
Volgens hen werd Srebrenica 'be
vrijd': de Serviërs verdedigden zich
slechts tegen de moslims 'die ons
allemaal wilden afslachten.' Dragi
zevic verloor een been tijdens een
aanval van de moslims in de Nisici
vallei. Laat het dus duidelijk zijn,
dicteert hij vanachter zijn bureautje:
vijftig jaar lang is geprobeerd om
onechte eenheid en broederschap
tussen de moslims, Serviërs en Kro-
aten te smeden, en dat is van alle
kanten mislukt.
Dragizevic kan niet vergeten wat de
Serviërs is aangedaan, maar hij is
'machteloos' tegen de wens van de
internationale gemeenschap dat
moslims en Serviërs weer samenle
ven. Daarom verklaart hij als bonds-
secretaris dat het uit den boze is dat
veteranen huizen betrekken van
moslims die terug willen. Hoe hoog
die nood ook is, want van de drie
duizend ex-strijders hebben velen
geen bewoonbaar onderkomen.
Samenleven
Desnica Radivojevic kent mensen
met soortgelijke meningen als Dra
gizevic maar al te goed. „Maar hoe
kan ik die veranderen? Als het aan
sommigen in Srebrenica lag, was ik
ook al lang dood geweest. Er is maar
één oplossing: wie misdaden heeft
begaan, moet worden vervolgd, en
wie niet wil samenleven, moet ver
trekken. Daders en slachtoffers kun
nen niet samenleven."
Radivojevic is voorzitter van de ge
meenteraad, Serviër, en een van de
weinigen die publiekelijk verklaart
dat de Bosnisch-Servische troepen
Moslimvrouwen begroeten elkaar op straat in Srebrenica. Bijna zeven jaar na de moord op duizenden mannen keerden
nog maar weinig moslims terug. Foto: GPD/Phil Nijhuis