'Coaches zijn de grootste sponsors' SI Driessen met Grasshoppers in play-offs basketbal SPORT zaterdag 6 APRIL 2002 Het publiek houdt het voor gezien in de hoofdklasse A die onze regioclubs heel arrogant de 'Serie A' van het zaterdagvoetbal zijn gaan noemen. Zijn de dagen van Alfons Groe nendijk als trainer van Katiuijk geteld? Als je het mij vraagt houdt 'Leidse Fons'zelf ernstig rekening met ontslag. Hij heeft zijn 'bedrijfswagen' in elk geval bij sponsor Cees van der Plas voor de deur gezet en de sleutels ingeleverd. Hoe ik dat weet? Van Groenendijk zelf. De beginnende trainer wil niet in het krijt staan bij Van der Plas. de vermaarde BMW-dealer die Kativijk om hoogduwde in het zaterdagvoet bal en op sportpark De Krom nog heel wat te vertellen heeft. Van der Plas rekent het Groe nendijk aan dat Kativijk in de gradatienood verkeert. Terecht? Welnee. In de bijna twintig jaar dat hij profvoetballer was (bij FC Den Haag. RodafC. Ajax, Manchester City, Sparta en FC Utrecht) heeft Groenendijk goed opgelet. Hij heeft de beste en leukste oefenstof van zijn oefen- meesters (Rob Baan en Louis van Gaal om er een paar te noe men) onthouden en ook tactisch mag hij zich aardig geschoold noemen. De spelers van Katwijk schijnen zich op de training geen moment te vervelen, tij dens de wedstrijdbesprekingen is nog niemand in slaap geval len en op tactische flaters is Groenendijk nog niet betrapt. Maar waarom staat het grote Katwijk dan in hemelsnaam bijna onderaan? Omdat het al het hele seizoen een handvol be langrijke spelers mist en omdat de Wet van Murphy (als er iets fout kan gaan, gaat het ook fout) de bal langs de voor Kat wijk verkeerde kant van de paal stuurt. Laatst zag ik met eigen ogen Katwijk-Rijnsburgse Boys. Terwijl de thuisploeg het spel maakte en kansen afdwong, werd het 0-2 in plaats van 5-2. Daar helpt geen trainertje lief aan. Als ik Van der Plas was, zou ik de sleutels van die BMW onmiddellijk aan Groenendijk teruggeven, vanochtend nog, en ik zou mijn onfortuinlijke trai ner alle succes wensen in de de gradatiewedstrijd van vanmid dag tegen FC Lisse. Met rode konen van schaamte vechten twee oud-kampioenen van de hoofdklasse om lijfsbe houd. Maar niet alleen Kativijk gr van der Hulst is niet kieskeurig. De 36-jarige basketbal- eft zo ongeveer alle denkbare teams onder zijn •had. „Het enige dat ik niet heb gedaan is de heren, maar daar is zo'n koopcultuur", zegt Iwijker, die zelf vijf jaar voor Voorburg op het eöiiveau uitkwam. Driessen, leraar lichamelijke jg, verloochent zijn beroep niet. Ook in het bas- emt hij de rol van docent op zich. „Ik zie men- r beter worden. Dat zal altijd zo blijven. Ik kan I zitten, ik ben geen tv-kijker", aldus de coach lag met de vrouwen van Grasshoppers in een tegen BV Lely aan de play-offs van de ere- mst van steeds meer Amerikaanse vrouwen eeféen voor het Nederlandse basketbal. dat het goed is. Elke ploeg heeft nu sterke s rondlopen. Maar de teams moeten niet >v- ild worden. Twee Amerikaansen per ploeg is r dan de helft van het team moet uit eigen ta- jstaan. Dan behoud je een eigen gezicht, ongeren is het goed dat ze tijdens de training leisters moeten opboksen die een weer- [bben. Jolly Jumpers heeft twee sterke bas- maar wij komen in een heel seizoen maar tegen die club uit. Ik zie liever dat ze die te- vaker op trainingen meemaken. Ik wil als iruitgang zien. Na een seizoen moet ik kun- 1: 'daar en daar zie ik verbetering'. Zodra ik [is het interessant." -en worden door de Nederlandse Basket- [1 niet serieus genomen. :n voorzitter die niet voor niets zegt: 'de ben je zelf. Ik zie de bond niet als een vij- iensen doen hun best, ook al begrijp ik er van. Ik vind het een uiterst oninteressante houd niet van een vergader- en een bobo- ben coach en kan lesgeven. Dat is waar ik in. Tegen iedereen die zeurt wil ik zeggen: eens naar jezelfMensen zeuren wel, maar I irolgens zelf niets. Als de bond iets niet goed Irijmoet je naar vergaderingen gaan en zeggen t luwel moet." ree 23 Jriessen is toe aan een nieuwe uitdaging. en nieuwe uitdaging? Als ik het team van dit Pfljergelijk met dat van vorig seizoen, dan was «"■Nieuwe uitdaging. Het klopt wel dat ik heb ge- stop als er het komende jaar geen vol- noté selectie is. Er zitten nu drie junioren in, vier 04Qen speelsters van dames 2. Dat is niet vol- In het begin van het jaar had ik mazzel dat ik kon opstellen. Ik heb het meegemaakt dat g^en eerst in Eindhoven moesten spelen en ;en door moesten rijden naar Twente om te en Lisse knijpen de billen sa men. Ook ARC en Rijnsburgse Boys zetten zich met angst en beven aan de slotfase van een competitie waarin de Rotter damse' clubs de macht hebben gegrepen. Excelsior Maassluis. Capelle en ASWOL betivisten dit seizoen de titel waarop de 'Leid se' clubs het alleenrecht dachten te hebben. De heerschappij van de Duin- en Bollenstreek in het zaterdagi'oetbal is voorbij, maar de kampioenen van gisteren voetballen alsof ze morgen ge woon weer de dienst uit zullen maken. Deze hoogmoed heeft niet alleen tot een val van voor al Katwijk, Lisse en Rijnsburg op de ranglijst geleid, maar ook tot een alarmerende terugloop in de toeschouwersaantallen. Het publiek houdt het voorge zien in de hoofdklasse A die on ze regioclubs heel arrogant de 'Serie A' van het zaterdagi'oetbal zijn gaan noemen. De derby heeft zijn aantrekkingskracht verloren. Dat komt niet alleen omdat Kativijk-FC Lisse niet langer om het kampioenschap maar om degradatie gaat, maar ook omdat het spelersverloop nauwelijks bij te benen is. De midvoor van Ter Leede draagt volgend seizoen net zo makke lijk het shirt van Noordwijk. Daardoor verslapt de band tus sen een club en zijn aanhang. Het wordt tijd voor een frisse wind uit zee. Net als Ruud Paauw, mijn ouwe baas en kri tisch volger van het zaterdag voetbal, pleit ik voor afschaffing van de regionale hoofdklasse. Paauw stuurde mij daarover een mailtje. Ik citeer: 'Noord- wijk. Quick Boys, Rijnsburg en zovoorts zijn ten prooi gevallen aan een soort inteelt. Het getuigt van zakkerigheid van al die bol- lenclubs om steeds maar weer bij elkaar te willen hokken. Lek ker makkelijk, lekker goedkoop, hoeven we niet zo veel te reizen. Maar ik wil IJsselmeervogels wel weer eens zien. EaSpakenburg. De heilzame u ei&ng van een zeebries wens ik ook de trainer van Rijnsburgse Boys toe. Na de nederlaag van zaterdag tegen Capelle verbood Wim Schaap zijn elftal om met de pers te pra ten. De trainer was bang dat zijn spelers lelijke dingen zou den zeggen over de scheidsrech ter die de Boys in de slotfase twee penalty 's tegen gad gege ven. Zelf mekkerde Schaap er op Radio West en in het Leidsch Dagblad vervolgens flink op los. Volwassen voetballers behande len alsof ze onbezonnen pubers zijn en dan de scheids de schuld van je eigen falen geven. Als er zaterdag iemand gemuilkorfd had moeten worden dan teas het de trainer van Rijnsburgse Boys. Jaap Visser Reageren? sportrodactic.ld^dumla- te.hac.nl gen de landskampioen in spe te basketballen. Dan wordt roofbouw op de junioren gepleegd. Ik ben daar geen voorstander van. Ik wil daarom een bredere se lectie. Lukt dat niet, dan doe ik niet meer mee." 4. Spelen zonder center tart elke basketbalwet. „Het is hoogst ongebruikelijk. Vorig jaar had ik erg veel lengte in mijn ploeg, maar het klikte gewoon niet. Speelsters zijn toen met boze gevoelens vertrokken. Het was geen fijn jaar. Ik had dan wel het langste team van de eredivisie, maar ook het langzaamste. Nu heb ik een van de snelste ploegen. Ik heb me ge oriënteerd op de speelwijze van de Amerikaanse luchtmachtteams - daar mogen ze niet langer dan twee meter zijn - en Princeton. In tegenstelling tot andere universiteiten geeft Princeton geen scholar ships. Zij hebben niet het geld om de betere spelers binnen te halen. Die jongens moeten tegen langere teams spelen en ze winnen geregeld omdat ze slim mer zijn. Het zou lekker zijn als wij iemand hebben die de rebounds kan pakken, maar het moet wel een speelster zijn die snel en slim is. Op alle manieren zijn teams kampioen geworden. Je moet als coach zoeken naar iets wat past bij je eigen filosofie en menszijn. Ik ben meer voorstander van een vrijere aanval dan van een gestructureerde aanval. De speelsters moeten dan zelf denken. Dat is wat ik ze probeer te leren. Ik vind wel dat de speelsters, nu het goed gaat, de cre dits verdienen. Zij voeren het uit. Ik ben niet veran derd." RANDJE BUITENSPEL 5. Surfen is leuker dan basketbal. „Ja. Als je staand van een achtbaan afgaat, dan is dat toch spannend. Je wordt soms wel eens ziek van alle mensen om je heen. Dan wil je op jezelf zijn. Ik heb erg veel behoefte aan die mix. Stap ik op mijn plank dan ben ik een met de elementen. Windsurfen vraagt ook veel doorzettingsvermogen om het te leren. Ik ben wel eens bijna verzopen, lag ik uitgeput aan de kant. In het begin loop je ook veel. Moet je van Huis ter Duin weer helemaal terug naar de surfclub ter hoogte van Hotel Edelman. Dat staat niet voor niets bekend als 'the walk of shame'. Als je in het begin op de golven komt, word je gesprongen. Toch is het grappig als het je op een gegeven moment lukt om bij de surfclub uit te komen. Het is wel een neurotisch bestaan. De hele dag zit je op internet te kijken of er wind staat en als die er is, wil je weg. Als je dan ook nog drie kinderen hebt, is het soms last-minute werk." 6. De play-offs interesseren Grasshoppers niet. „We hebben onze doelstelling - niet degraderen - ge haald. Daar zijn we ontzettend trots op. Iedereen dacht dat wij er als eerste uit zouden knikkeren. Ik hield met dit resultaat zelf ook geen rekening. Andere ploegen hadden er zekere winstpartijen tussen zitten. Wij niet. Wij hadden wel kansen om te winnen, maar dan moesten we alles goed uitvoeren. Waren we on danks ons goede spel toch gedegradeerd, dan was ik ontzettend trots geweest. Nu stellen we onszelf nieu Rick Driessen: „Ik zou zo een deel van mijn baan inleveren om vaker basketbaltraining te kunnen geven, maar dat is niet reëel. Er moet toch brood op de plank komen." Foto: Dick Hogewoning we doelstellingen. We doen er alles aan om de vol gende ronde in de play-offs te halen. Als dat me niet interesseert, zou ik niet weten waarom ik dit werk doe." 7. De trainingen van Grasshoppers lijken veel op een familiereünie „We hebben inderdaad drie koppeltjes: de zusjes Ver steeg, de zusjes Bröring en mijn zus spelen in het eer ste. En Corinda Guyt is het nichtje van Heieen van Duyn. Ik heb ook mijn broer Bart, mijn vrouw Marion en mijn zoon Tom training gegeven. Ik heb daar nooit een probleem van gemaakt. Ik trek mijn eigen familie nooit voor. Als ze het niet goed doen, krijgen ze dat van mij te horen. Het is niet moeilijk, het inte resseert me geen biet. De mensen weten hoe ik ben en wat ik zeg. Ze vinden het meestal fijn om bij mij te trainen. Ze snappen wat ik wil." 8. Samenwerking tussen Grasshoppers en MSV is de redding voor het basketbal in Katwijk geweest. „Ik denk het wel. Het bolwerk is door Ria Bröring en mij opgezet, niet omdat ik het leuk vind want ik ben geen bestuurder. In het begin was er veel weerstand. De mensen die toen sceptisch waren, vroegen later of er voor hun team ook een andere speler mocht uitko men. Kijk, dan zijn we om. Vroeger gingen ze van MSV niet bij Grasshoppers spelen en andersom ook niet. In een eerste gesprek kreeg ik ook te horen: 'Als we dat doen dan ben ik weg'. Nou, ze zitten er nog. Als MSV naar de eredivisie kan, moeten ze dat niet doen. Stopt een aantal speelsters met basketbal, dan vliegen ze er zo weer uit. Dat is met Grasshoppers ook gebeurd. Met een team dat voor de helft uit Grass hoppers bestaat en voor de helft uit MSV, redden we het net. Om de zoveel jaar moet er wel een talentje naar boven komen." 9. Ton Boot is de beste coach in geschiedenis van het Nederlandse basketbal. „Ton Boot heeft absoluut de beste resultaten geboekt. De speelwijze van zijn ploeg heeft mij als coach geïn spireerd. Bij de meisjes junioren van Grasshoppers heb ik geprobeerd zijn verdediging in de wedstrijden te kopiëren. Eerst wist ik niet waar ik moest beginnen. Op trainingen leek het wel een ontwikkelingsland. Een jaar later waren we kampioen. Ik schrijf dat voor een deel toe aan de inspiratie die ik kreeg door Boot. Ik vind het heerlijk om, net als Boot, met een ploeg kei- en keihard te trainen. Ik heb enorm veel respect voor zijn manier van werken. Boot heeft een aparte houding, is controversieel, maar dat interesseert me geen bal. Je moet niet over iemand oordelen als je de ins en outs niet kent. Meestal werken mensen naar eer en geweten. Wie ben ik dan om een oordeel te hebben over het feit dat zijn spelers niet voor Oranje mogen uitkomen. Hij zal best zijn redenen hebben. Ik ben puur in zijn opvatting over basketbal geïnteres seerd en in zijn verhaal over mentale hardheid. Ik heb een aantal jaren geleden het boekje 'Coach' gelezen. Iedereen heeft het daarin over Cruijff. Hij was de maatstaf. In basketballand is Boot dat." 10. Coaches in het vrouwenbasketbal werken nog voor een appel en een ei. „Het is duidelijk dat er geen geld is in het basketbal. Dat is ook de reden waarom ik niet semi-professio- neel kan werken. Ik zou zo een deel van mijn baan in leveren om vaker basketbaltraining te kunnen geven, maar dat is niet reëel. Er moet toch brood op de plank komen. Basketbalcoaches zijn de grootste sponsors van de club. Het is niet te vergelijken met het amateurvoetbal. Ik weet wat ze daar verdienen. Ik wou dat ik dat kon pakken. Dat is overigens geen be lemmering. De mensen gaan anders toch alleen maar de zakken vullen. Er moet een intrinsieke motivatie zijn. Dat heeft te maken met de wil om meer te trai nen en harder te trainen." leiden - Rob (40) en Jasper (37) van Marwijk begonnen met tennis bij Unicum, maar stapten al op jonge leeftijd over naar Roomburg. Rob (rechts) is voorzitter van de vereniging en speelt in het 35+-team in de hoofdklasse. Jasper komt sinds een paar jaar uit voor het eerste mannenteam van OLTC. De twee groeiden op in de Professo- renwijk in Leiden. Sinds elf jaar zijn ze mede-eigenaar van hun bedrijf Van Marwijk Partners, gespecialiseerd in verzekeringen en financiële dienstverlening. Rob en Jas per hebben nog een oudere broer, Harm, en worden geportretteerd in hun ouderlijk huis. kracht hadden." Rob: „En jij won al van die oudere jon gens. Behalve van mij. Ik was drie keer jeugdkampioen en jij drie keer tweede." Jasper: „Op mijn zestiende stond ik op de B-lijst. Ik speelde ook veel internatio nale jeugdtoernooien in het land. Dan sliep ik een week in een gastgezin. Ik speelde vaak in acht onderdelen mee, dus ik was wel de hele week bezig." Rob: „Ik vond het super dat hij zo goed was. Kon ik mooi mezelf ontplooien in de schaduw van de aandacht voor hem. Ik ben pas op mijn 23ste naar de B-lijst gegaan." Jasper: „Ik heb het tot mijn zeventiende volgehouden. Ik had een broertje dood aan trainen. Daar vond ik weinig aan. Deels kwam dat door mezelf, deels door de trainers." Rob: „Maar je bent nog wel een goede B1 -speler geworden. Jasper: „Ik hield me wel staande, heb nog een paar toernooien gewonnen." Rob: „Toen Jasper het tennisles geven zat was en ik het werken in mijn vaders bedrijf, zijn we met een derde partner ons bedrijf begonnen. We wilden eigen baas zijn." Jasper: „Het gaat lekker, maar we zijn niet zo streberig dat we over vijf jaar dertig man in dienst willen hebben." Rob: „Het moet wel gezellig blijven." Jasper: „Anders stoppen we subiet." Rob: „We zijn broers. Ik weet hoe hij in elkaar steekt. We kunnen het best met elkaar vinden. Anders hadden we nooit elf jaar samen in het bedrijf uitgehou den." van der Eb zijn van kinds af met elkaar zen Mijn oudste broer ging al het 476Joen ik elf was." 3EPt)etballen en tennissen op straat. -r1 nog niet veel auto's." ke t\ve waren altijd aan het klooien ^ccolballetje. We speelden ook slag- nl obUeybal." ben we naar Roomburg gingen, |we elke dag op de tennisbaan. 4 was te ver rijden." .Tpnnic Was dagelijkse kost." leeftijdsverschil was snel op- Jasper was een groot talent. Ik goed gaan tennissen." .peelde al snel met ouderen, ik meer van, zei mijn oude aazebroek, omdat ze meer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 23