Een stad zonder water heeft geen vroeger of later Dobberen op het Van der Werfmeer Boek verschijnt woensdag W Fictief scenario voor de watertoekomst van het Leidse centrum Het boek 'Water in de wijk, verleden, heden en toekomst van water in de Leidse Pieters- en Academiewijk en Le vendaal West van 1200 tot 2060' is samengesteld door wijkbewoners Ton van Noort, oud-werknemer van het Hoogheemraadschap van Rijnland, en Jan Wieles, oud-be stuurslid van de wijkvereniging. Van Noort is verantwoor delijk voor de algehele realisatie en Jan Wieles heeft voor de tekst en beeldredactie gezorgd. Zij hebben medewer king gekregen van gepensioneerd architect Jaap Franso, die zijn visie over de toekomst van het water heeft weer gegeven op een aantal aquarellen. Het boek, met een voorwoord van burgemeester J. Post- ma, bevat verder bijdragen van veertien meer en minder bekende (oud-)Leidenaars over hun ervaring met of idee- en over het stadswater in het centrum van Leiden. Dat zijn onder anderen: oud-directeur Gemeentewerken van Leiden L Barendregt, auteur Maarten 't Hart, waarne mend burgemeester van Valkenburg Joop van der Reij- den, wethouder Melanie Schultz, ondernemer Peter La- bruyère en voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden L Vredevoogd. Woensdag 27 maart om 12.00 uur wordt het eerste exem plaar in het stadhuis officieel overhandigd aan de com missaris van de koningin in Zuid-Holland J. Fransen. Het boek is vanaf die datum te kbop voor 21,50 euro bij de Leidse boekhandels Kooyker Ginsberg, De Kier en het Ge meentearchief. Bij het boek is een cd-rom gevoegd met daarop een virtuele vaartocht over weer opengegraven grachten en beelden van de restauratie van de Molen- steegbrug en de Vlietbrug. Het is maart, 2005. Het Hoogheemraadschap van Rijnland - inmiddels met andere waterschappen gefuseerd tot het Grootwaterschap de Nieu we Rijnwateren - luidt de noodklok. Door veranderingen in het klimaat krijgt Leiden veel meer neerslag te verwerken dan met de beschikbare middelen kan worden afgevoerd. Als er niet snel wat gebeurt, komt de stad bij een fikse regenbui onder water te staan. Ook de Pieterskerk dreigt te 'verzuipen'. door Eric-Jan Berendsen L eiden besluit alle ooit gedempte grachten weer open te maken voor de afvoer van water. Daarnaast worden er plannen ge maakt voor de aanleg van een meer bij het Van der Werfpark. Dit gebeurt mede onder druk van de bevolking, die in de stad meer mogelijkheden eist om te recreëren. De naam van het meer wordt 'Van der Werf- meer' en het dient tevens als waterberging voor extra zoet water in de zomer. Het standbeeld van burgemeester Van der Werf komt op een eilandje te staan en de burge meester wordt voortaan op 3 oktober in een bootje naar het eiland geroeid voor de jaar lijkse kranslegging. In 2020 is het hele waterplan uitgevoerd. Het Grootwaterschap de Nieuwe Rijnwateren heeft inmiddels het hele waterbeheer in Lei den overgenomen van de gemeente. Het rio- lenstelsel valt nu dus ook onder het groot waterschap. Het riool voert schoon regen water niet meer af naar de zuivering maar naar de grachten. Er zijn vegetatiedaken die schoon regenwater vasthouden en platte da ken die als reservoir dienen. Dit water wordt onder meer gebruikt om het toilet door te spoelen. Een groot deel van de bewoners van de binnenstad zit 's avonds voor de deur vredig te vissen tussen de sloepen die overal liggen afgemeerd. Want het water is inmiddels zo zuiver ge worden dat gele lis, snoek, baars en voom zijn teruggekeerd. Doordat er meer vis zwemt in de grachten is ook de fuut weer ge signaleerd. Alle educatie en voorlichting in voorgaande jaren, .lijken vruchten te hebben afgeworpen. Zelfs na de woensdag- en zater- dagmarkt rond de Nieuwe Rijn is het water schoon. Er wordt nauwelijks nog afval in het water gegooid. Als klap op de vuurpijl rijden bussen niet meer massaal door het centrum. Ze zijn verdrongen door de watertaxi. Opengraven Is het bovenstaande feit of fictie? Het is in ie der geval een scenario dat wordt geschetst in het boek 'Water in de wijk, verleden, heden en toekomst van water in de Pieters- en Aca demiewijk en Levendaal-West van 1200 tot 2060'. Want, kort door de bocht, het klimaat verandert en Nederland kantelt. Het oosten komt omhoog en het westen zakt. En het water moet ergens naar toe. Deze vaststel ling noopt de gemeente tot het weer open graven van in het verleden gedempte grach ten. Dat wordt Leiden ingefluisterd door het Hoogheemraadschap van Rijnland. De taken van Rijnland zijn kort samen te vatten als 'zorgen voor droge voeten en schoon water'. Om er voor te waken dat dit ook in de toe komst kan, heeft het hoogheemraadschap plannen en projecten lopen om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. Daarbij wordt gekeken naar hoe en waar er meer ruimte kan worden gemaakt om de grotere hoeveelheden water door de toena me van de neerslag en veranderingen in ruimtegebruik - meer wegen en bebouwing - te kunnen bergen. Maar daar blijft het niet bij. Om het water De waterkaart van Leiden in 2020? Duidelijk is het Van der Werfmeer te zien maar onder meer ook de weer openge graven Kaiserstraat, Doezastraat, Sint Jacobsgracht, Garenmarkt, Korevaarstraat, Geregracht, Langebrug en Papen gracht. Illustratie: Hoogheemraadschap van Rijnland toerisme te bevorderen, wordt ook het net werk van al bestaande grachten en singels aangepakt. Door de lage, veelal vaste brug gen en het ondiepe vaarwater is het stads centrum voor veel vaartuigen niet toeganke lijk, terwijl Leiden toch aan de rand van het Hollandse plassengebied ligt. Daarom moe ten er drie vaarroutes door de binnenstad komen die een doorvaarhoogte van 1,75 me ter hebben. De doorvaarroutes zijn van Ou de Rijn en Nieuwe Rijn via de Stille Rijn en het Galgewater de stad uit - van de Haarlem mertrekvaart via de Morssingel naar de Rijn en van de Vliet via de Neksluisbrug naar Ra penburg/Steenschuur. Daarnaast zijn vaar routes gepland op de Herengracht en de Zijlsingel/ Herensingel Dit betekent het uitbaggeren (op diepte brengen) van vaarroutes en het ophogen van bruggen. Zo wordt de binnenstad niet alleen toegankelijk voor rondvaart en kleine recrea tievaart, maar ook voor de op meerdaagse vaartochten gerichte pleziervaart met neer- klapbare opbouw. Op die manier moet Lei den, in combinatie met de vele monumen ten, winkels en horeca, een aantrekkelijk verblijfsgebied voor bewoners en (water)toe risten worden. ZATERDAG 23 MAART 2002 ■as Holland een delta, Leiden was een eilandenrijk. Dat was tenminste de indruk van de Italiaanse geleerde Lodovico Guicci- ardini toen hij de stad rond het midden van de 16de eeuw bezocht. Hij telde 31 eilanden, verbonden door 145 bruggen. Gelegen rond de samenloop van de Rijn, Vliet en Mare was Leiden een echte grachtenstad, gebouwd op drooggelegd land, zo leert de bijdrage aan het boek Water in de wijk van L. Vredevoogd voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden. Aan de mooiste gracht, het Rapenburg, kwam in 1575 de Academie van Holland, de eerste universiteit van de noordelijke Neder landen. Daar, in het Leidse quartier latin dat zich om de universiteit heen vormde, lag het intellectuele hart van de stad en het land. Evenals dat land was de universiteit diep gaand beïnvloed door het water. Het was vooreerst een gevaar. Slechts zeer weinigen onder de studenten die er leerden en de ge leerden die er doceerden, konden zwem men. Menigeen vond er dan ook, verzwaard door de goedkope drank waarop een lidmaat van de universiteit recht had, een ontijdige dood in het zwarte water van dé Leidse grachten. In dat tijdsbeeld werd begonnen met de overkluizing van de Langebrug (1595-1670), De Arkegracht (1669-1670), die van het Ra penburg naar de Rijn bij de Koombrugsteeg liep, de Pieterskerkgracht (1611), de Papen gracht (1633) en het grachtje om het Graven steen (1669-1670). In 1669 was er door malaria een grote sterfte ónder de bewoners van Leiden, vooral onder de 'meer gegoede en aanzienlijke lieden'. Vermoedelijk is daaraan de haast toe te schrijven waarmee nadien de nog openlig gende grachtjes werden gesloten. Vaak wer den de grachten eerst overwelfd en pas later, in de 19de en 20ste eeuw gedempt. Ze kon- dén namelijk niet worden gemist als afvoer voor huis- en industrievuil. Bij het dempen werd een riool aangelegd. Na een relatief rustige 18de eeuw, sloeg het 'dempingsvirus' in de 19de en 20ste eeuw weer toe. Bij deze dempingen verdween veel stadsschoon: de Sint Jacobsgracht (1825) en de Koepoortsgracht - de huidige Doeza straat - die in 1864 dicht ging. De Cellebroe- dersgracht, nu de Kaiserstraat, werd ge dempt in 1875. De Zijdgracht, momenteel de Korevaarstraat, in 1886, het Kort Rapenburg in 1910 en het Gangetje in 1938. De laatste De Doezastraat in de toekomst? Montagefoto: Gerard Zwarts, Hoogheemraadschap van Rijnland demping in de wijk was in 1962. Het Kort Le vendaal (tussen de Korevaarstraat en de Ga renmarkt) werd toen dichtgegooid. Niet al leen hygiënische redenen speelden daarbij een rol maar in de 20ste eeuw ook verkeers technische. Vooral vletten bevoeren vroeger de stadswa- teren, voor het vervoer van zwaardere mate rialen, zoals steen en timmerhout. Daar naast werd er ten behoeve van de textielind- rustrie ook 'laken' vervoerd. Verder gebruik ten kooplieden het water voor de aan- en af voer van goederen naar de markten. Tot het begin van de vorige eeuw gebeurde dat nog. Het vervoer heeft tegenwoordig het indu striële karakter verloren. De grachten en sin gels worden nu vooral gebruikt voor recrea tief personenvervoer. En daarmee is de cirkel rond. Leiden heeft twee nota's uitgebracht met daarin een scala aan plannen voor het watertoerisme. Een van die nota's heeft zelfs de veelzeggende ti tel 'Een stad zonder water heeft geen vroeger of later...' De doorvaarroutes in die rappor ten zijn besproken en de watertaxi is inmid dels een vertrouwd beeld. Daarnaast worden regionale aspecten van het watertoerisme en promotie en evenementen op en aan het water uitgewerkt. Want Leiden ligt aan vaar routes van (boven) regionaal belang waarop jaarlijks zo'n 22.000 pleziervaartuigen dob beren, die voor een groot deel de stad niet aandoen. Deels komt dat door onbekend heid, deels door een gebrek aan afineer plaatsen. Daarom wordt er gekeken naar meer passantenhavens die, naast die bij de Haven, moeten komen bij molen De Valk, de Beestenmarkt en de Rijn tussen Rijnzicht- brug en Churchillbrug. Ten slotte wordt er samengewerkt met de re gio. Met gemeenten rondom De Kaag en Braassem en een aantal grotere gemeenten (Delft, Dordrecht, Gouda, Schiedam, Haar lem, Den Haag) wordt gesproken over plan nen op het gebied van toeristische vaarrou tes. De route voor de plezier- en chartervaart van Amsterdam /Haarlem via Leiden naar Dordrecht is dit voorjaar gereed. En dat zou best eens een eerste aanzet kun nen zijn tot het weer opengooien van in vroeger tijden gedempte grachten om toeris ten meer te laten zien van Leiden. Waar eer der het water de wijk heeft genomen in de Pieters- en Academiewijk en Levendaal West heeft het in ieder geval de bewoners mo menteel in een steviger greep dan ooit. t Doezastraat, toen nog Koepoortsgracht, rond 1780. Tekening: Jacob Timmermans De Doezastraat nu. Foto: Jos Versteegen er niet op tijd wordt ingegrepen, dreigt Leiden te 'verzuipen'. Dan komen de Pieterskerk en het Pieterskerkhof kr water te staan. Montagefoto: Gerard Zwarts, Hoogheemraadschap van Rijnland

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 49