Rupert davert nog lang, lang na
BOEKEN
Favoriete gedichten van Paul Bosvelt
Babbeldebabbel
op het strand
Marek van der Jagt
alsmaar schimmiger
n
Dichten over De Daad
VRIJDAG 15 MAART 2002
5!
We kennen llja Leonard Pfeijffer
vooral als dichter en criticus.
Maar schrijvers worden pas echt
gewogen als ze een roman
wrochten. Pfeijffer deed het. 'Ru
pert', zoals de titel van zijn de
buut in fictie luidt, is een adem
benemend knap boek, dat de le
zer ontroert, doet walgen, treurig
stemt en opwindt.
roman recensie
Theo Hakkert
'Rupert, een bekentenis' door llja
Leonard Pfeijffer. Uitgeverij De
Arbeiderspers. Prijs-. €13.95. 'Dolores,
elegieën' Uitgeverij De Arbeiderspers.
Prijs: €10,00.
Pfeijffer voert Rupert ten tonele,
een eenzame man van deze tijd.
Rupert is ongelukkig en on
machtig in de liefde, hij weet al
les van pleinen en werkelijk elke
pornofoto op internet heeft hij,
keurig gerubriceerd, op zijn har
de schijf. Maar nu is hij ergens
van beschuldigd en het lijkt seri
eus. Rupert moet voor een tri
bunaal verschijnen om zich te
verantwoorden voor een zware
aanklacht.
Waar hij precies van wordt be
schuldigd, dat wordt pas gaan
deweg duidelijk. De roman van
Pfeijffer bestaat uit de drie ver
dedigingsredes die Rupert ten
overstaan van het tribunaal
moet/mag hóuden en hij doet
er alles aan om zijn pleidooi zo
gunstig mogelijk op te bouwen.
Pfeijffer stelt zijn protégee
slechts de retorica ter beschik
king. Rupert moet zijn betoog
helemaal uit het hoofd opbou
wen, blijkbaar mag hij geen pa
pier gebruiken en dus wendt hij
zich tot de aloude truc van de
ezelsbruggetjes - bijna letterlijk.
Hij bouwt zijn verdedigingsre
des namelijk op aan de hand
van het beeld dat hij koestert
van de (niet bestaande) stad
waarin hij woont. Hij neemt de
rechters van het tribunaal mee
op een virtuele, verbale wande
ling door zijn stad. Straathoe
ken, pleinen, cafés, stegen,
standbeelden - Rupert hoeft ze
maar op te roepen en zijn herin
neringen plooien zich open.
Alras blijkt dat de aanklacht alles
te maken heeft met zijn liefde
voor een vrouw. Tussen de re
gels door wordt een drama ge
suggereerd, waarvan de volle
omvang pas in de derde zitting
van het tribunaal duidelijk
wordt. Rupert neemt namelijk
de tijd. 'Dames en heren van de
jury, u merkt dat ik draal,' zegt
hij verontschuldigend in de
tweede zitting nadat hij zich
weer een flinke omweg heeft ge
permitteerd.
Zo last hij gerust een half uurtje
in om uit te leggen aan welke
voorwaarden een plein moet
voldoen wil het een goed plein
zijn. De Dam, Piazza Novotna,
Piazza Maggiore, Piccadilly Cir
cus - niets deugt. Alleen het Pi
azza del Campo in Siena is per
fect uiteraard, maar dat is dan
ook het 'eerste en laatste we
reldwonder'. Heerlijk hoe Pfeijf
fer zich dit soort uitstapjes per
mitteert, prachtig hoe hij ze
weet te integreren, boeiend en
tegendraads wat hij verkondigt.
Rupert is een toeschouwer, een
voyeur. Zijn vriendin Mira is een
schoonheid - let wel: we lezen
alleen Ruperts mening. Maar de
liefde met haar bedrijven, dat
kan hij niet. Zijn verlangen wil
geen vlees worden, zoals Pfeijf
fer hem laat zeggen. Hij raakt al
leen opgewonden als hij zich
kan inbeelden hoe zij het met
zijn beste vriend doet, met 'Ben-
no, de klootzak' of als hij moet
toekijken hoe ze wordt ver
kracht door drie mannen. Al
leen, het slachtoffer is Mira niet.
En die drie mannen, dat is Ru
pert alleen, zo luidt de aan
klacht. Hij kan slechts op zijn
impotentie wijzen, maar zelfs
zijn onmacht is mogelijk inge
beeld.
De vorm van de roman is inge
wikkelder dan hij lijkt. Pfeijffer
geeft de woorden van Rupert
niet letterlijk weer. We zien hem
niet staan voor het tribunaal, we
horen niet zijn woorden; Pfeijf
fer omschrijft ze. Hij maakt er
een prozaverhaal van. Rupert
heet Rupert in zijn eigen betoog.
En als er sprake is van 'ik', dan
nog zijn Ruperts woorden niet
direct tot zijn rechters gericht.
Een vondst is hoe Rupert zich
ook het lichaam van Mira als
stad herinnert. Bij de knie
rechtsaf en dat wekt deze herin
nering op; het ronden van de el
leboog schudt een andere herin
nering wakker. De fragmentatie
van het vrouwenlichaam - kwa
men we dat ook al niet tegen in
de superieure roman Salomon
van Hafid Bouazza?
Uiteraard voert de derde en
laatste zitting naar een climax
toe. Op meesterlijke wijze haalt
Pfeijffer dan het tempo juist er
uit door het beeld stil te zetten
en de verkrachtingsscène te be
schrijven als een tableau vivant
in zwart-wit, als een trage film
scène. Commentaar van Rupert:
'Ook de meest walgelijke gru
weldaden hebben een toe
schouwer nodig, anders zijn ze
vergeefs verricht.' 'Rupert'
draagt als ondertitel 'een beken
tenis'. Is hij schuldig dan? Alleen
als toeschouwen een misdaad
is, vindt Rupert.
De roman is het eerste deel, of
zo u wilt het linker luik van een
vierluik dat de fraaie titel Step
poli-Tetralogie draagt. Tegelij
kertijd verscheen het rechter
luik, zo u wilt het vierde deel:
Dolores. Een bundel 'elegieën',
die Rupert overigens en passant
in de roman al aankondigt. Der
tig luidruchtige liefdesgedichten
voor Dolores, de koffiemaakster
in Mira's favoriete café in de ro
man. Mooie poëzie, maar het is
toch 'Rupert' die nog lang, lang
nadavert. De eerste echt grootse
Nederlandse roman van dit boe
kenjaar.
MOOISTE BOEK VAN DE WEEK
essay recensie
Nico de Boer
'Monogaam' door Marek van der Jagt.
Boekenweekessay. Uitgave CPNB ism
uitgeverij De Geus. €2,25.
Wie genoten heeft van De ge
schiedenis van mijn kaalheid, de
sprankelend geschreven de
buutroman van Marek van der
Jagt, zal reikhalzend uitzien naar
nieuw werk van deze mysterieu
ze schrijver. Hij schreef op ver
zoek van de stichting Collectieve
Propaganda van het Nederland
se Boek (CPNB) ter ere van de
Boekenweek nu het boeken
weekessay Monogaam. Geen
echt essay, eerder een esseej,
zoals Willem Frederik Hermans
dure, gewichtige opstellen,
waarvan hij geen hoge pet op
had, schamperend noemde.
De liefde, het thema van de
Boekenweek, en monogamie,
zijn de thema's van dit boekje.
Hierin doet de schrijver onder
zoek naar 'de ware aard van Ma
rek van der Jagt'. In die zin lijkt
Monogaam wel op een extra,
nagezonden hoofdstuk van De
geschiedenis van mijn kaalheid,
waarin filosofiestudent Marek
van der Jagt in zijn geboortestad
Wenen op zoek is naar de
amour fou, naar liefde 'die niet
tot geluk leidt, die niets met ge
luk te maken wil hebben en die
toch de moeite waard is'.
De hoofdpersoon van Mono
gaam heet immers ook weer
Marek van der Jagt. En net als in
de roman speelt het verhaal zich
af in Wenen en schuiven we
weer aan tafel bij het gezin Van
der Jagt. De bizarre gezinssitua
tie werkte voortreffelijk in De ge
schiedenis van mijn kaalheid,
nu wekken ze eerder ergernis
op, zijn ze ongeloofwaardig en
flauw. Alles keert terug, dezelfde
sfeer, dezelfde soort zwarte en
droge humor, de dialogen, de
egocentrische personages die
meer dan in zijn roman doen
denken aan Grunberg, evenals
de stijl, al schrijft Van der Jagt
speelser.
Het merkwaardige van dit essay,
dat eigenlijk een quasi-filosofi-
sche novelle is, is dat je het geen
moment serieus neemt. Wel
staan er mooie scènes en aardi
ge gedachten in het boek. Even
als in De geschiedenis van mijn
kaalheid betoont de auteur zich
een meester van oneliners, zo
als: 'De dood is een ongenode
gast, maar met de waarheid zit
ten we ook niet graag aan tafel.'
Maar al die mooie scènes en
zinnen bij elkaar willen geen
overtuigend geheel vormen.
Monogaam is teleurstellend
saai. Pas tegen het einde springt
een vonk over, is er even sprake
van de aangenaam lichte toon
en verrukkelijke humor waaraan
Van der Jagts roman zo rijk is.
Als de monogame hoofdfiguur
zijn vriendin, een celliste, van
het vliegveld haalt, wisselen ze
eerst 'enkele beleefdheden' uit:
'Hoe was de seks?' vraagt hij.
'Goed', zegt ze. 'Heel goed.'
Over de figuur van Marek van
der Jagt worden we niet veel wij
zer. De indruk wordt versterkt
dat Marek van der Jagt inder
daad slechts een verzinsel is,
een pseudoniem, achter wie
zich een bekende schrijver ver
schuilt. Dus toch Grunberg?
De geschiedenis van mijn kaal
heid was in dat opzicht een stuk
oorspronkelijker en geloofwaar
diger. Had het maar bij één
boek gelaten, ben je geneigd te
denken, dan was het mysterie in
stand gebleven en had zowel
boek als schrijver tenminste nog
een cultstatus kunnen verwer
ven. Nu dreigt de geheimzinnige
schrijver zich te verstrikken in
zijn eigen mysterie.
roman recensie
Wim Vogel
'Het hoofd op de buik' door Willem
Melchior. Uitgeverij Atlas. Prijs:
De onhuwbaren, noemde Wil
lem Melchior zijn vorige roman
en met die titel verwees hij naar
zijn personages die ten koste
van bijna alles hun onafhanke
lijkheid willen behouden. Kun
stenaars, schrijvers willen en
zullen ze zijn en iedereen die
dat blokkeert en tegenwerkt
moet vertrekken. Dat zo'n
standpunt slachtoffers maakt, is
duidelijk, want wie van ons kan
zonder liefde?
Niets voor niets komt Lodewijk,
hoofdpersoon uit De onhuwba
ren, ten slotte tot het inzicht wat
de tragiek van zijn le
ven, en misschien
wel van hét leven is:
dat we ons aan de
ene kant willen ver
liezen, om op te gaan
in iets buiten ons,
dat groter is dan wij,
en aan de andere
kant juist uit alle
macht onze onaf
hankelijkheid willen
bewaren, om onszelf
te kunnen zijn.'
Het lijkt er veel op
dat Willem Melchior
zijn nieuwe boek Het hoofd op
de buik heeft geschreven als een
luchtig bewijs van wat hij in De
onhuwbaren zo geloofwaardig
en tragisch uiteenzette. Een
toetje, dat een beste maaltijd af
rondt maar kwalitatief niet in de
schaduw staat van het hoofdge
recht. Daarvoor is zijn stijl dit
keer te clichématig, te babbelig,
daarvoor mist het het broeierige
van zijn oudere proza en daar
voor is vooral het verhaallijntje
wel erg mager.
Acht maanden, van januari tot
aan het einde van de zomer,
duurt de verliefdheid tussen
Melchiors alter ego en zijn Am
sterdamse stadsgenoot, de zes
jaar jongere Erben. De ik-per-
soon schrijft met vallen en op
staan aan een groot boek waarin
we gemakkelijk De onhuwbaren
herkennen. Om de theorie van
dat boek te toetsen aan de prak
tijk van het leven wordt bij wijze
van spreken tussen de regels
van dat boek door ook nog e,( 'w
een zomerzotheid beschreven !"a
Veel Amsterdams nachtlevens ',z
veel strandvertier komt daait
kijken: Zandvoort, IJmuidenj fns
het hele gebied daartussea[ eV
warmte 'brandt weldadig', q
raapt schelpen op 'in al
kleuren die glanzen' of verniaj
zich door 'uitgelaten rond 1,
plonzen in de golven'. Dj
naast speurt de hoofdpersoj 11
onophoudelijk naar andere h]
mojongens waar we in nichte 901
geneuzel uitgebreid over vm
den geïnformeerd.
'Goed. Ik naar huis. Zit ik va ur.
middag op het strand, in g
sprek met Anne, wie komt dï
aangesloft? Jawel, 'Ondertuss Rl
wilde het geval,Ja, gunst.' Bj
bel, babbel, babbel. En nC
moeten we met filosofie uni
overpeinzingen als: 'En het Rj,
wonderde me te b bb
seffen dat elk varnj fa
ontelbare schelpj ft
ooit het huisje ti
een levend, maari op
middels ontslapi dn
wezen is geweest.'1
derdaad, de natum
prachtig, zoals wei 101
dere dag op Discon jj
Channel kunr. J
zien.
Gelukkig ga;
hoofd op de buik a
nog wel ergens
ders over. Over 1 ïf
betrekkelijke van schoonhe
Dat die feitelijk alleen bestaat!
de gratie van degene die jout
kijkt. Over het verlangen naar .l
grote liefde en over de man» w
waarop die grote liefde de w
beelding aanzwengelt. Mj
vooral over het voortduren
spel van aantrekken, afstoï
van vertwijfeling en jaloe
Over het wanhopige verlang
naar tederheid dat daar me
voortkomt en uiteindelijk, als ju
geliefde onbereikbaar blijkt, h (q-
heimwee juist naar dat onb
reikbare.
Het is jammer dat Willem M ID
chior deze bepaald niet kind
achtige thematiek zo flodd
verwoordt. Natuurlijk, ik vn
dat het boekenweek is. EMD
laadbak vol liefde is dus uitg
stort in de boekwinkel, maai
betwijfel zeer of Melchior
baat bij heeft daar tussen tel ,Z(
gen. Dit tussendoortje moei ;P
we maar snel vergeten.
TOP 10 FICTIE
Merkwaardige installaties maakte hij die leken op ouderwetse
stoommachines met enorme wielen of fantasiescheepjes. Maar de
schilder/beeldhouwer Wout Muller, die in 2000 op 53-jarige leeftijd
in zijn tuin in Ierland overleed, werd vooral bekend door zijn fantas
tisch realistische schilderijen waarin vrouwen met kolossale borsten
en even voluptueuze billen de hoofdrol speelden. Vaak in een vaak
theatrale setting. „Met mijn schilderijen wil ik slechts mensen plezie
ren. Ik wil mensen behagen. Echter mezelf in eerste instantie." Het
klopt als een bus. Muller schilderde alleen wat hij leuk vond en ge
zien de gretige aftrek die zijn schilderijen vonden zijn er genoeg
mensen die zijn smaak delen. Aanvankelijk nog surrealistisch werden
zijn schilderijen later bepaald door een steeds esthetischer (en ero
tisch getint) realisme. In het Amstelveense Museum Jan van der Togt
is ter gelegenheid van de verschijning van de monografie 'Zijn para
dijs' over deze schilder (Waanders, €36,00) een tentoonstelling te
zien tot en met 7 april.
Foto uit besproken boek
1. (1) M. Vasalis, De oude kust
lijn.
Van Oorschot, 20,00
2. (2) Tim Krabbé, Kath/s
dochter.
Bert Bakker, 19,95
3. (-) J.M. Coetzee, Portret van
een jongeman.
Cossee, 18,90
4. (-) Judith Koelemeijer, Het
zwijgen van Maria Zachea.
Plataan, 17,54
5. (4) John Grisham, Het dos
sier.
A.W. Bruna, 19,95
6. (-) Jiskefet, 10 jaar Jiskefet.
De Bezige Bij, 25,00
7. (-) Louis Ferron, Het over
spelige gras.
De Bezige Bij, 18,50
8. (5) J.K. Rowling, Harry Potter
en de geheime kamer.
De Harmonie, 14,50
iM'
9. (3) Milan Kundera, Onfpe
tendheid.
Ambo/Anthos, 17,90
10. (9) Per-Olov Enquist,
bezoek van de lijfarts.
Ambo/Anthos, 22,64
K li
Privé-bloemlezing van tien voorkeuren uit literatuurgeschiedenis
DE LEESTAFEL
aC
ij.
De Zuid-Afrikaanse schrifl=
J.M. Coetzee schonk zijn n
we roman aan zijn pas \tlp
zichzelf begonnen NederlariJv
uitgever Eva Cossee. Daardo
kan Nederland het bijna ove
bejubelde Portret van een ]t
geman als eerste lezen.
De boekentoptien wordt wel
lijks samengesteld op basis v
verkoopcijfers van Athenae J
Boekhandel en H. de Vries Bi to
ken in Haarlem, Boekhan 311
Kooyker Ginsberg in Leid 3,31
Standaard Boekhandel Haii ,0P
ma in Hilversum, Boekhan:ntei
Los in Bussum en Boekhanf
De Ark in Almere.
atv
een
gen
woc
ver
wijl
uw
id c
»t(
poezie recensie
Francoise Ledeboer
Privé-bloemlezing. Uitgave CPNB i.k.v. Boekenweek.
Prijs: €7,50.
Wat bindt Henk van der Meyden met ds.
Nico ter Linden? Beide heren, zo blijkt op
de site www.komliefste.com, blijken zo
gecharmeerd van Gorters Zie ik hou van
je en Aan Rika van Piet Paaltjens dat ze
deze gedichten allebei in hun top tien
aan liefdespoëzie plaatsten.
De Stichting CPNB liet C.J. Aarts en M.C.
van Etten ter gelegenheid van de 'Lief
desboekenweek' 548 gedichten uit de li
teratuurgeschiedenis selecteren waaruit
iedereen een privé-bloemlezing van tien
voorkeuren mag samenstellen. Dankzij
de moderne technologie van printing on
demand is dat tegenwoordig mogelijk
voor de schappelijke prijs van 7,50 euro
per bundel en, met eventuele opdracht
aan de al dan niet versmade liefde, vanaf
8 april af te halen bij een boekwinkel
naar keuze.
Een heel karwei? Valt best mee, stelt de
CPNB in het welkomstwoord: 'U kunt de
gedichten op zes verschillende manieren
zoeken: op dichter, op titel of beginregel,
op thema, op generatie, op (trefiwoord of
op nummer. Wenst u eerst informatie,
klik dan 'hier' voor meer uitleg. Maar wilt
u direct gaan zoeken: meldt u dan eerst
aan als 'nieuwe gebruiker' en ga uw
gang.'
Feyenoord-voetballer Paul Bosvelt.
Foto: Hans van Weel
De opgewekte toon van deze introductie
wekt de indruk dat meedoen een fluitje
van een cent is. Een waarschuwing is hier
echter op zijn plaats: de 'vraagbaak' van
de site werpt een drempel op die voor
menigeen waarschijnlijk te hoog zal zijn
omdat tijd, zin, of deskundigheid ontbre
ken. De meeste gedichten zijn alleen te
NOS-presentatrice Annette van Trigt.
Foto: GPD
lezen in Acrobat Reader omdat er rech
ten op rusten die de auteurs, het spreekt
vanzelf, in klinkende munt uitbetaald
moeten krijgen.
Wie zich welgemoed voorneemt deze
reader te downloaden, moet echter eerst
vele alinea's aanwijzingen in computer
taal zien te begrijpen en succesvol uit
voeren. Hoe snel dat gaat is afhankelijk
van de modemverbinding, maar reken er
op dat dit circa 10 tot 20 minuten kan
duren. De computer van de bibliotheek
gebruiken kan overigens ook, daar is de
reader alvast gedownload.
Ere wie ere toekomt: wie thuis eenmaal
deze tijdrovende breinbreker heeft opge
lost, wordt beloond met een schat aan
prachtige liefdespoëzie. Ter vermaak
moet de surfer vooral beginnen met de
top tien van 'bekende Nederlanders'.
Naast Ter Linden en Van der Meyden
zijn dat Gerrit Komrij, Jan Mulder, jeltje
van Nieuwenhoven, Annette van Trigt,
Robert ten Brink en Paul Bosvelt.
Het is verleidelijk de keus van deze be
kende Nederlanders te onderwerpen aan
een psychologische analyse, maar hoe
dan ook ontkomt niemand die meedoet
er ten slotte aan ook in de spiegel van de
eigen ziel te kijken. De thema's liefdes
verdriet, ontrouw, afscheid, verlangen en
liefde en dood bieden een keur aan ge
dichten ter bevestiging van diep leed, cy
nisme en/of woede.
Wie in de zevende hemel verkeert, zal
zijn/haai- hemelse gevoelens prachtig
verwoord zien in de rubrieken verliefd
heid en romantiek. Maar een met humor
gekruide mix samenstellen kan ook. Ja
cob Cats (1577-1660) geeft ten slotte een
realistische raad met eeuwigheidswaar
de: 'Wie peerd of wijf zoekt zonder ge
breken,/ Die mag het werk wel laten ste
ken,/ En denken dat hij bed en stal/ Voor
eeuwig ledig houden zal.'
door Martin Hendriksma
Wekelijks ligt een ander genre
boeken op de leestafel. Deze
week, in het kader van de Boe
kenweek, de recente oogst lief
despoëzie.
'Erotiek is voor mij oningelost
verlangen en hunkerend ver
beelden. Rauwe of humo
reske vulgariteit kwam er niet in:
dat is mij te plat en eenduidig.'
Literair journaliste Fleur Speet,
tot voor kort medewerker van
deze krant, maakte onder de
noemer Zinnenstrelen (Contact,
€14,50) een selectie uit de eroti
sche poëzie in Nederland en
Vlaanderen. Het woord 'neu-
ken', meldt ze met gepaste trots,
komt slechts één keer in het
boek voor.
Zinnenstrelen is een aantrekke
lijke bundel omdat de meeste
gekozen gedichten - in tegen
stelling tot veel andere poëzie
bloemlezingen - van recente da
tum en daardoor voor de lezer
vaak nieuw zijn. Van sleetse seks
is nergens sprake. Bovendien
koos Speet voor een even slim
me als opwindende volgorde: de
bundel begint met onschuldige
zinspelingen en wordt, naarma
te de pagina's vorderen, steeds
explicieter. Pas in de laatste ge
dichten komt de opgebouwde
spanning tot uitbarsting. Alleen,
puntje van kritiek, het naspel
ontbreekt. Het onderzoek dat
Speet voor haar selectie verrich
te, leidde tot verrassende con
clusies. In Vlaanderen wordt al
sind§ de Tweede Wereldoorlog
op grote schaal dichtend verslag
gedaan van de lichamelijke lief
de. Hier maken we de achter
stand pas de laatste tien jaar een
beetje goed. En de emancipatie
tussen de lakens leidt (nog?) niet
tot emancipatie in de erotische
dichtkunst. 'Terwijl mannelijke
dichters het vrouwenlichaam
voornamelijk bezingen, hebben
vrouwelijke dichters voor dat li
chaam weinig vertederende
woorden over. Lichamelijke lust
is hun eerder een last', aldus
Speet.
Hamvraag: welk gedicht ver
dient het predikaat 'het meest
erotische gedicht uit de naoor
logse letteren'? Speet kiest voor
Pieter Boskma's Centergold,
waaruit we, om u lekker te ma
ken, hier alleen de eerste, zinde
rende regels citeren: 'Je lichaam
kronkelt rond mijn tong,
smaakt naar een schelp uit hei
lig water, verdrinkt mij in he
den zonder een later en maakt
mij zuidelijk dronken en jong.'
Een veel onschuldiger poëzie
bloemlezing over dezelfde the
matiek lijkt Vervuld van Liefde
zijn al mijn Gedachten (Ambo,
€13,57), waarvoor classicus
Frans van Dooren een keuze
maakte uit de klassieke Italiaan
se liefdesgedichten. Maar schijn
Je b
gra
dee
ia
bedriegt. Neem het gedicht 1
tus van Pietro Aretino (1492
1556) waarin het woord 'neu-
ken' in de eerste twee regels'
ker voorkomt dan in de hele
bundel van Speet. Aretino he
het gedicht vanuit een vrouw
geschreven en besluit overtui
gend met: 'Maar geen gezeur
meer! Ram je lid tot aan mipn,er
hart erin en maak dat de ge
zwollen roes van jouw dnft-
in vuur en vlam doet staan. Ii JJ)
als je door kunt gaan, beweri 'evj>
dan ook mijn kut nog met je
kloten om ook voor hen 'tgf
noegen te vergroten!'
Zo, die zit. Gelukkig is Aretino
verre van exemplarisch voord
ze bundel, waarin Dante en ft jj^
trarca de hofleveranciers zijn
Neem de beginregels van hei
gedicht Al/een met liefde vand PP3
laatste: 'Alleen en peinzend et
met trage tred zoek ik mijn j110'
weg door de eenzaamste gebi
den, terwijl ik steeds mijn o|
scherp laat spieden naar pk
sen waar geen mens zijn scltf
den zet.' Hier is de zwetende
praktiseerder verruild door*
smachtende romanticus. Om
toch nog optimistisch te beetf
digen met: 'Maar toch vind ik
geen plaatsen zó verlaten
liefde mij erheen niet vergezd
om steeds met mij - en ik mü
haar - te praten.' Een bundel
die, zoals je van Italianen maf
verwachten, alle facettenen®
dia van de liefde overtuigend
belicht.