Rupert davert nog lang, lang na BOEKEN Favoriete gedichten van Paul Bosvelt Babbeldebabbel op het strand Marek van der Jagt alsmaar schimmiger n Dichten over De Daad VRIJDAG 15 MAART 2002 5! We kennen llja Leonard Pfeijffer vooral als dichter en criticus. Maar schrijvers worden pas echt gewogen als ze een roman wrochten. Pfeijffer deed het. 'Ru pert', zoals de titel van zijn de buut in fictie luidt, is een adem benemend knap boek, dat de le zer ontroert, doet walgen, treurig stemt en opwindt. roman recensie Theo Hakkert 'Rupert, een bekentenis' door llja Leonard Pfeijffer. Uitgeverij De Arbeiderspers. Prijs-. €13.95. 'Dolores, elegieën' Uitgeverij De Arbeiderspers. Prijs: €10,00. Pfeijffer voert Rupert ten tonele, een eenzame man van deze tijd. Rupert is ongelukkig en on machtig in de liefde, hij weet al les van pleinen en werkelijk elke pornofoto op internet heeft hij, keurig gerubriceerd, op zijn har de schijf. Maar nu is hij ergens van beschuldigd en het lijkt seri eus. Rupert moet voor een tri bunaal verschijnen om zich te verantwoorden voor een zware aanklacht. Waar hij precies van wordt be schuldigd, dat wordt pas gaan deweg duidelijk. De roman van Pfeijffer bestaat uit de drie ver dedigingsredes die Rupert ten overstaan van het tribunaal moet/mag hóuden en hij doet er alles aan om zijn pleidooi zo gunstig mogelijk op te bouwen. Pfeijffer stelt zijn protégee slechts de retorica ter beschik king. Rupert moet zijn betoog helemaal uit het hoofd opbou wen, blijkbaar mag hij geen pa pier gebruiken en dus wendt hij zich tot de aloude truc van de ezelsbruggetjes - bijna letterlijk. Hij bouwt zijn verdedigingsre des namelijk op aan de hand van het beeld dat hij koestert van de (niet bestaande) stad waarin hij woont. Hij neemt de rechters van het tribunaal mee op een virtuele, verbale wande ling door zijn stad. Straathoe ken, pleinen, cafés, stegen, standbeelden - Rupert hoeft ze maar op te roepen en zijn herin neringen plooien zich open. Alras blijkt dat de aanklacht alles te maken heeft met zijn liefde voor een vrouw. Tussen de re gels door wordt een drama ge suggereerd, waarvan de volle omvang pas in de derde zitting van het tribunaal duidelijk wordt. Rupert neemt namelijk de tijd. 'Dames en heren van de jury, u merkt dat ik draal,' zegt hij verontschuldigend in de tweede zitting nadat hij zich weer een flinke omweg heeft ge permitteerd. Zo last hij gerust een half uurtje in om uit te leggen aan welke voorwaarden een plein moet voldoen wil het een goed plein zijn. De Dam, Piazza Novotna, Piazza Maggiore, Piccadilly Cir cus - niets deugt. Alleen het Pi azza del Campo in Siena is per fect uiteraard, maar dat is dan ook het 'eerste en laatste we reldwonder'. Heerlijk hoe Pfeijf fer zich dit soort uitstapjes per mitteert, prachtig hoe hij ze weet te integreren, boeiend en tegendraads wat hij verkondigt. Rupert is een toeschouwer, een voyeur. Zijn vriendin Mira is een schoonheid - let wel: we lezen alleen Ruperts mening. Maar de liefde met haar bedrijven, dat kan hij niet. Zijn verlangen wil geen vlees worden, zoals Pfeijf fer hem laat zeggen. Hij raakt al leen opgewonden als hij zich kan inbeelden hoe zij het met zijn beste vriend doet, met 'Ben- no, de klootzak' of als hij moet toekijken hoe ze wordt ver kracht door drie mannen. Al leen, het slachtoffer is Mira niet. En die drie mannen, dat is Ru pert alleen, zo luidt de aan klacht. Hij kan slechts op zijn impotentie wijzen, maar zelfs zijn onmacht is mogelijk inge beeld. De vorm van de roman is inge wikkelder dan hij lijkt. Pfeijffer geeft de woorden van Rupert niet letterlijk weer. We zien hem niet staan voor het tribunaal, we horen niet zijn woorden; Pfeijf fer omschrijft ze. Hij maakt er een prozaverhaal van. Rupert heet Rupert in zijn eigen betoog. En als er sprake is van 'ik', dan nog zijn Ruperts woorden niet direct tot zijn rechters gericht. Een vondst is hoe Rupert zich ook het lichaam van Mira als stad herinnert. Bij de knie rechtsaf en dat wekt deze herin nering op; het ronden van de el leboog schudt een andere herin nering wakker. De fragmentatie van het vrouwenlichaam - kwa men we dat ook al niet tegen in de superieure roman Salomon van Hafid Bouazza? Uiteraard voert de derde en laatste zitting naar een climax toe. Op meesterlijke wijze haalt Pfeijffer dan het tempo juist er uit door het beeld stil te zetten en de verkrachtingsscène te be schrijven als een tableau vivant in zwart-wit, als een trage film scène. Commentaar van Rupert: 'Ook de meest walgelijke gru weldaden hebben een toe schouwer nodig, anders zijn ze vergeefs verricht.' 'Rupert' draagt als ondertitel 'een beken tenis'. Is hij schuldig dan? Alleen als toeschouwen een misdaad is, vindt Rupert. De roman is het eerste deel, of zo u wilt het linker luik van een vierluik dat de fraaie titel Step poli-Tetralogie draagt. Tegelij kertijd verscheen het rechter luik, zo u wilt het vierde deel: Dolores. Een bundel 'elegieën', die Rupert overigens en passant in de roman al aankondigt. Der tig luidruchtige liefdesgedichten voor Dolores, de koffiemaakster in Mira's favoriete café in de ro man. Mooie poëzie, maar het is toch 'Rupert' die nog lang, lang nadavert. De eerste echt grootse Nederlandse roman van dit boe kenjaar. MOOISTE BOEK VAN DE WEEK essay recensie Nico de Boer 'Monogaam' door Marek van der Jagt. Boekenweekessay. Uitgave CPNB ism uitgeverij De Geus. €2,25. Wie genoten heeft van De ge schiedenis van mijn kaalheid, de sprankelend geschreven de buutroman van Marek van der Jagt, zal reikhalzend uitzien naar nieuw werk van deze mysterieu ze schrijver. Hij schreef op ver zoek van de stichting Collectieve Propaganda van het Nederland se Boek (CPNB) ter ere van de Boekenweek nu het boeken weekessay Monogaam. Geen echt essay, eerder een esseej, zoals Willem Frederik Hermans dure, gewichtige opstellen, waarvan hij geen hoge pet op had, schamperend noemde. De liefde, het thema van de Boekenweek, en monogamie, zijn de thema's van dit boekje. Hierin doet de schrijver onder zoek naar 'de ware aard van Ma rek van der Jagt'. In die zin lijkt Monogaam wel op een extra, nagezonden hoofdstuk van De geschiedenis van mijn kaalheid, waarin filosofiestudent Marek van der Jagt in zijn geboortestad Wenen op zoek is naar de amour fou, naar liefde 'die niet tot geluk leidt, die niets met ge luk te maken wil hebben en die toch de moeite waard is'. De hoofdpersoon van Mono gaam heet immers ook weer Marek van der Jagt. En net als in de roman speelt het verhaal zich af in Wenen en schuiven we weer aan tafel bij het gezin Van der Jagt. De bizarre gezinssitua tie werkte voortreffelijk in De ge schiedenis van mijn kaalheid, nu wekken ze eerder ergernis op, zijn ze ongeloofwaardig en flauw. Alles keert terug, dezelfde sfeer, dezelfde soort zwarte en droge humor, de dialogen, de egocentrische personages die meer dan in zijn roman doen denken aan Grunberg, evenals de stijl, al schrijft Van der Jagt speelser. Het merkwaardige van dit essay, dat eigenlijk een quasi-filosofi- sche novelle is, is dat je het geen moment serieus neemt. Wel staan er mooie scènes en aardi ge gedachten in het boek. Even als in De geschiedenis van mijn kaalheid betoont de auteur zich een meester van oneliners, zo als: 'De dood is een ongenode gast, maar met de waarheid zit ten we ook niet graag aan tafel.' Maar al die mooie scènes en zinnen bij elkaar willen geen overtuigend geheel vormen. Monogaam is teleurstellend saai. Pas tegen het einde springt een vonk over, is er even sprake van de aangenaam lichte toon en verrukkelijke humor waaraan Van der Jagts roman zo rijk is. Als de monogame hoofdfiguur zijn vriendin, een celliste, van het vliegveld haalt, wisselen ze eerst 'enkele beleefdheden' uit: 'Hoe was de seks?' vraagt hij. 'Goed', zegt ze. 'Heel goed.' Over de figuur van Marek van der Jagt worden we niet veel wij zer. De indruk wordt versterkt dat Marek van der Jagt inder daad slechts een verzinsel is, een pseudoniem, achter wie zich een bekende schrijver ver schuilt. Dus toch Grunberg? De geschiedenis van mijn kaal heid was in dat opzicht een stuk oorspronkelijker en geloofwaar diger. Had het maar bij één boek gelaten, ben je geneigd te denken, dan was het mysterie in stand gebleven en had zowel boek als schrijver tenminste nog een cultstatus kunnen verwer ven. Nu dreigt de geheimzinnige schrijver zich te verstrikken in zijn eigen mysterie. roman recensie Wim Vogel 'Het hoofd op de buik' door Willem Melchior. Uitgeverij Atlas. Prijs: De onhuwbaren, noemde Wil lem Melchior zijn vorige roman en met die titel verwees hij naar zijn personages die ten koste van bijna alles hun onafhanke lijkheid willen behouden. Kun stenaars, schrijvers willen en zullen ze zijn en iedereen die dat blokkeert en tegenwerkt moet vertrekken. Dat zo'n standpunt slachtoffers maakt, is duidelijk, want wie van ons kan zonder liefde? Niets voor niets komt Lodewijk, hoofdpersoon uit De onhuwba ren, ten slotte tot het inzicht wat de tragiek van zijn le ven, en misschien wel van hét leven is: dat we ons aan de ene kant willen ver liezen, om op te gaan in iets buiten ons, dat groter is dan wij, en aan de andere kant juist uit alle macht onze onaf hankelijkheid willen bewaren, om onszelf te kunnen zijn.' Het lijkt er veel op dat Willem Melchior zijn nieuwe boek Het hoofd op de buik heeft geschreven als een luchtig bewijs van wat hij in De onhuwbaren zo geloofwaardig en tragisch uiteenzette. Een toetje, dat een beste maaltijd af rondt maar kwalitatief niet in de schaduw staat van het hoofdge recht. Daarvoor is zijn stijl dit keer te clichématig, te babbelig, daarvoor mist het het broeierige van zijn oudere proza en daar voor is vooral het verhaallijntje wel erg mager. Acht maanden, van januari tot aan het einde van de zomer, duurt de verliefdheid tussen Melchiors alter ego en zijn Am sterdamse stadsgenoot, de zes jaar jongere Erben. De ik-per- soon schrijft met vallen en op staan aan een groot boek waarin we gemakkelijk De onhuwbaren herkennen. Om de theorie van dat boek te toetsen aan de prak tijk van het leven wordt bij wijze van spreken tussen de regels van dat boek door ook nog e,( 'w een zomerzotheid beschreven !"a Veel Amsterdams nachtlevens ',z veel strandvertier komt daait kijken: Zandvoort, IJmuidenj fns het hele gebied daartussea[ eV warmte 'brandt weldadig', q raapt schelpen op 'in al kleuren die glanzen' of verniaj zich door 'uitgelaten rond 1, plonzen in de golven'. Dj naast speurt de hoofdpersoj 11 onophoudelijk naar andere h] mojongens waar we in nichte 901 geneuzel uitgebreid over vm den geïnformeerd. 'Goed. Ik naar huis. Zit ik va ur. middag op het strand, in g sprek met Anne, wie komt dï aangesloft? Jawel, 'Ondertuss Rl wilde het geval,Ja, gunst.' Bj bel, babbel, babbel. En nC moeten we met filosofie uni overpeinzingen als: 'En het Rj, wonderde me te b bb seffen dat elk varnj fa ontelbare schelpj ft ooit het huisje ti een levend, maari op middels ontslapi dn wezen is geweest.'1 derdaad, de natum prachtig, zoals wei 101 dere dag op Discon jj Channel kunr. J zien. Gelukkig ga; hoofd op de buik a nog wel ergens ders over. Over 1 ïf betrekkelijke van schoonhe Dat die feitelijk alleen bestaat! de gratie van degene die jout kijkt. Over het verlangen naar .l grote liefde en over de man» w waarop die grote liefde de w beelding aanzwengelt. Mj vooral over het voortduren spel van aantrekken, afstoï van vertwijfeling en jaloe Over het wanhopige verlang naar tederheid dat daar me voortkomt en uiteindelijk, als ju geliefde onbereikbaar blijkt, h (q- heimwee juist naar dat onb reikbare. Het is jammer dat Willem M ID chior deze bepaald niet kind achtige thematiek zo flodd verwoordt. Natuurlijk, ik vn dat het boekenweek is. EMD laadbak vol liefde is dus uitg stort in de boekwinkel, maai betwijfel zeer of Melchior baat bij heeft daar tussen tel ,Z( gen. Dit tussendoortje moei ;P we maar snel vergeten. TOP 10 FICTIE Merkwaardige installaties maakte hij die leken op ouderwetse stoommachines met enorme wielen of fantasiescheepjes. Maar de schilder/beeldhouwer Wout Muller, die in 2000 op 53-jarige leeftijd in zijn tuin in Ierland overleed, werd vooral bekend door zijn fantas tisch realistische schilderijen waarin vrouwen met kolossale borsten en even voluptueuze billen de hoofdrol speelden. Vaak in een vaak theatrale setting. „Met mijn schilderijen wil ik slechts mensen plezie ren. Ik wil mensen behagen. Echter mezelf in eerste instantie." Het klopt als een bus. Muller schilderde alleen wat hij leuk vond en ge zien de gretige aftrek die zijn schilderijen vonden zijn er genoeg mensen die zijn smaak delen. Aanvankelijk nog surrealistisch werden zijn schilderijen later bepaald door een steeds esthetischer (en ero tisch getint) realisme. In het Amstelveense Museum Jan van der Togt is ter gelegenheid van de verschijning van de monografie 'Zijn para dijs' over deze schilder (Waanders, €36,00) een tentoonstelling te zien tot en met 7 april. Foto uit besproken boek 1. (1) M. Vasalis, De oude kust lijn. Van Oorschot, 20,00 2. (2) Tim Krabbé, Kath/s dochter. Bert Bakker, 19,95 3. (-) J.M. Coetzee, Portret van een jongeman. Cossee, 18,90 4. (-) Judith Koelemeijer, Het zwijgen van Maria Zachea. Plataan, 17,54 5. (4) John Grisham, Het dos sier. A.W. Bruna, 19,95 6. (-) Jiskefet, 10 jaar Jiskefet. De Bezige Bij, 25,00 7. (-) Louis Ferron, Het over spelige gras. De Bezige Bij, 18,50 8. (5) J.K. Rowling, Harry Potter en de geheime kamer. De Harmonie, 14,50 iM' 9. (3) Milan Kundera, Onfpe tendheid. Ambo/Anthos, 17,90 10. (9) Per-Olov Enquist, bezoek van de lijfarts. Ambo/Anthos, 22,64 K li Privé-bloemlezing van tien voorkeuren uit literatuurgeschiedenis DE LEESTAFEL aC ij. De Zuid-Afrikaanse schrifl= J.M. Coetzee schonk zijn n we roman aan zijn pas \tlp zichzelf begonnen NederlariJv uitgever Eva Cossee. Daardo kan Nederland het bijna ove bejubelde Portret van een ]t geman als eerste lezen. De boekentoptien wordt wel lijks samengesteld op basis v verkoopcijfers van Athenae J Boekhandel en H. de Vries Bi to ken in Haarlem, Boekhan 311 Kooyker Ginsberg in Leid 3,31 Standaard Boekhandel Haii ,0P ma in Hilversum, Boekhan:ntei Los in Bussum en Boekhanf De Ark in Almere. atv een gen woc ver wijl uw id c »t( poezie recensie Francoise Ledeboer Privé-bloemlezing. Uitgave CPNB i.k.v. Boekenweek. Prijs: €7,50. Wat bindt Henk van der Meyden met ds. Nico ter Linden? Beide heren, zo blijkt op de site www.komliefste.com, blijken zo gecharmeerd van Gorters Zie ik hou van je en Aan Rika van Piet Paaltjens dat ze deze gedichten allebei in hun top tien aan liefdespoëzie plaatsten. De Stichting CPNB liet C.J. Aarts en M.C. van Etten ter gelegenheid van de 'Lief desboekenweek' 548 gedichten uit de li teratuurgeschiedenis selecteren waaruit iedereen een privé-bloemlezing van tien voorkeuren mag samenstellen. Dankzij de moderne technologie van printing on demand is dat tegenwoordig mogelijk voor de schappelijke prijs van 7,50 euro per bundel en, met eventuele opdracht aan de al dan niet versmade liefde, vanaf 8 april af te halen bij een boekwinkel naar keuze. Een heel karwei? Valt best mee, stelt de CPNB in het welkomstwoord: 'U kunt de gedichten op zes verschillende manieren zoeken: op dichter, op titel of beginregel, op thema, op generatie, op (trefiwoord of op nummer. Wenst u eerst informatie, klik dan 'hier' voor meer uitleg. Maar wilt u direct gaan zoeken: meldt u dan eerst aan als 'nieuwe gebruiker' en ga uw gang.' Feyenoord-voetballer Paul Bosvelt. Foto: Hans van Weel De opgewekte toon van deze introductie wekt de indruk dat meedoen een fluitje van een cent is. Een waarschuwing is hier echter op zijn plaats: de 'vraagbaak' van de site werpt een drempel op die voor menigeen waarschijnlijk te hoog zal zijn omdat tijd, zin, of deskundigheid ontbre ken. De meeste gedichten zijn alleen te NOS-presentatrice Annette van Trigt. Foto: GPD lezen in Acrobat Reader omdat er rech ten op rusten die de auteurs, het spreekt vanzelf, in klinkende munt uitbetaald moeten krijgen. Wie zich welgemoed voorneemt deze reader te downloaden, moet echter eerst vele alinea's aanwijzingen in computer taal zien te begrijpen en succesvol uit voeren. Hoe snel dat gaat is afhankelijk van de modemverbinding, maar reken er op dat dit circa 10 tot 20 minuten kan duren. De computer van de bibliotheek gebruiken kan overigens ook, daar is de reader alvast gedownload. Ere wie ere toekomt: wie thuis eenmaal deze tijdrovende breinbreker heeft opge lost, wordt beloond met een schat aan prachtige liefdespoëzie. Ter vermaak moet de surfer vooral beginnen met de top tien van 'bekende Nederlanders'. Naast Ter Linden en Van der Meyden zijn dat Gerrit Komrij, Jan Mulder, jeltje van Nieuwenhoven, Annette van Trigt, Robert ten Brink en Paul Bosvelt. Het is verleidelijk de keus van deze be kende Nederlanders te onderwerpen aan een psychologische analyse, maar hoe dan ook ontkomt niemand die meedoet er ten slotte aan ook in de spiegel van de eigen ziel te kijken. De thema's liefdes verdriet, ontrouw, afscheid, verlangen en liefde en dood bieden een keur aan ge dichten ter bevestiging van diep leed, cy nisme en/of woede. Wie in de zevende hemel verkeert, zal zijn/haai- hemelse gevoelens prachtig verwoord zien in de rubrieken verliefd heid en romantiek. Maar een met humor gekruide mix samenstellen kan ook. Ja cob Cats (1577-1660) geeft ten slotte een realistische raad met eeuwigheidswaar de: 'Wie peerd of wijf zoekt zonder ge breken,/ Die mag het werk wel laten ste ken,/ En denken dat hij bed en stal/ Voor eeuwig ledig houden zal.' door Martin Hendriksma Wekelijks ligt een ander genre boeken op de leestafel. Deze week, in het kader van de Boe kenweek, de recente oogst lief despoëzie. 'Erotiek is voor mij oningelost verlangen en hunkerend ver beelden. Rauwe of humo reske vulgariteit kwam er niet in: dat is mij te plat en eenduidig.' Literair journaliste Fleur Speet, tot voor kort medewerker van deze krant, maakte onder de noemer Zinnenstrelen (Contact, €14,50) een selectie uit de eroti sche poëzie in Nederland en Vlaanderen. Het woord 'neu- ken', meldt ze met gepaste trots, komt slechts één keer in het boek voor. Zinnenstrelen is een aantrekke lijke bundel omdat de meeste gekozen gedichten - in tegen stelling tot veel andere poëzie bloemlezingen - van recente da tum en daardoor voor de lezer vaak nieuw zijn. Van sleetse seks is nergens sprake. Bovendien koos Speet voor een even slim me als opwindende volgorde: de bundel begint met onschuldige zinspelingen en wordt, naarma te de pagina's vorderen, steeds explicieter. Pas in de laatste ge dichten komt de opgebouwde spanning tot uitbarsting. Alleen, puntje van kritiek, het naspel ontbreekt. Het onderzoek dat Speet voor haar selectie verrich te, leidde tot verrassende con clusies. In Vlaanderen wordt al sind§ de Tweede Wereldoorlog op grote schaal dichtend verslag gedaan van de lichamelijke lief de. Hier maken we de achter stand pas de laatste tien jaar een beetje goed. En de emancipatie tussen de lakens leidt (nog?) niet tot emancipatie in de erotische dichtkunst. 'Terwijl mannelijke dichters het vrouwenlichaam voornamelijk bezingen, hebben vrouwelijke dichters voor dat li chaam weinig vertederende woorden over. Lichamelijke lust is hun eerder een last', aldus Speet. Hamvraag: welk gedicht ver dient het predikaat 'het meest erotische gedicht uit de naoor logse letteren'? Speet kiest voor Pieter Boskma's Centergold, waaruit we, om u lekker te ma ken, hier alleen de eerste, zinde rende regels citeren: 'Je lichaam kronkelt rond mijn tong, smaakt naar een schelp uit hei lig water, verdrinkt mij in he den zonder een later en maakt mij zuidelijk dronken en jong.' Een veel onschuldiger poëzie bloemlezing over dezelfde the matiek lijkt Vervuld van Liefde zijn al mijn Gedachten (Ambo, €13,57), waarvoor classicus Frans van Dooren een keuze maakte uit de klassieke Italiaan se liefdesgedichten. Maar schijn Je b gra dee ia bedriegt. Neem het gedicht 1 tus van Pietro Aretino (1492 1556) waarin het woord 'neu- ken' in de eerste twee regels' ker voorkomt dan in de hele bundel van Speet. Aretino he het gedicht vanuit een vrouw geschreven en besluit overtui gend met: 'Maar geen gezeur meer! Ram je lid tot aan mipn,er hart erin en maak dat de ge zwollen roes van jouw dnft- in vuur en vlam doet staan. Ii JJ) als je door kunt gaan, beweri 'evj> dan ook mijn kut nog met je kloten om ook voor hen 'tgf noegen te vergroten!' Zo, die zit. Gelukkig is Aretino verre van exemplarisch voord ze bundel, waarin Dante en ft jj^ trarca de hofleveranciers zijn Neem de beginregels van hei gedicht Al/een met liefde vand PP3 laatste: 'Alleen en peinzend et met trage tred zoek ik mijn j110' weg door de eenzaamste gebi den, terwijl ik steeds mijn o| scherp laat spieden naar pk sen waar geen mens zijn scltf den zet.' Hier is de zwetende praktiseerder verruild door* smachtende romanticus. Om toch nog optimistisch te beetf digen met: 'Maar toch vind ik geen plaatsen zó verlaten liefde mij erheen niet vergezd om steeds met mij - en ik mü haar - te praten.' Een bundel die, zoals je van Italianen maf verwachten, alle facettenen® dia van de liefde overtuigend belicht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 18