Schimmenspel rond dodelijke hoestdrank Alphens bedrijf Vos en justitie hullen zich in stilzwijgen Vijfentachtig Haïtiaanse kinderen stierven in 1996 na het drinken van vergiftigde hoestsiroop. De grondstof die hun dood zou hebben veroorzaakt, was afkomstig van het bedrijf Vos BV uit Alphen aan den Rijn. Het Openbaar Ministerie wilde het bedrijf vervolgen wegens dood door schuld, maar liet die aanklacht vallen en trof een schikking met Vos. Na betaling van 500.000 gulden was het bedrijf af van verdere strafvervolging. Na recente nieuwe onthullingen vinden politici dat de zaak-Vos heropend moet worden. door Peter Groenendijk Het is november 1994 als het Chinese chemiebedrijf Si- nochem 72 vaten met gly cerine verscheept naar Rotterdam. Het schip Zhong He doet er een paar weken over om het vrachtje van Pe king naar de Rotterdamse haven te vervoeren. De vaten worden in Rot terdam opgeslagen in een loods, ge huurd door het Alphense bedrijf Vos BV. Daar blijven ze maandenlang staan, zonder dat iemand er naar omkijkt. Niemand weet nog dat deze vaten zullen leiden tot één van de grootste schandalen in de chemi sche sector van de afgelopen jaren. De vrachtbrief van de Zhong He en het analyserapport dat bij de vaten hoort, vermelden dat ze glycerine bevatten met een zuiverheid van 98 procent. Dat betekent dat het bruik baar is voor toepassing in genees middelen. In februari 1995 stuurt Vos BV de vaten per schip naar de haven van Port-au-Prince, hoofdstad van Haïti. Vos rekent een prijs die bijna tweemaal zo hoog ligt als het bedrag die het zelf had betaald aan de Chinese leverancier. Het Haï tiaanse bedrijf Pharval, dat medicij nen produceert, gebruikt de glyceri ne bij het maken van twee typen hoestsiroop: Afebril en Valodon. De producten worden in 1996 in Haïti op de markt gebracht. Ze blijken al snel een fatale uitwer king te hebben: meer dan honderd kinderen worden in ziekenhuizen opgenomen met ernstige lichamelij ke klachten. Zeker 85 van de kinde ren sterven omdat hun nieren ern stig zijn beschadigd. Volgens patho logen zijn de kinderen overleden doordat zij het uiterst giftige diethy- leen-glycol (bekend als antivries) hebben binnengekregen. Uit een in 1997 uitgelekt rapport van het Dordtse testbedrijf SGS blijkt dat Vos BV de glycerine kort voor ver scheping naar Port-au-Prince heeft laten testen. Het bedrijf onderzocht een kleine hoeveelheid van de glyce rine. Op 2 maart 1995 stuurde SGS een rapport aan Vos, dat de glyceri ne niet voor 98 procent zuiver was, zoals de Chinese leverancier had la ten weten, maar slechts voor 54 pro cent. Het materiaal was aangelengd met een forse hoeveelheid diethy- leen-glycol. De stof die uiteindelijk 85 kinderen het leven zou kosten. Twee vragen Twee vragen houden de gemoede ren sinds 1996 bezig. Op Haïti, waar de nabestaanden van de overleden kinderen vechten voor gerechtig heid. En in Nederland, waar Vos BV steeds weer wordt afgeschilderd als een bedrijf dat bewust dood en ver derf heeft gezaaid in een Derde We reldland. Die vragen zijn: Hoe is de antivries in de glycerine terecht ge komen? En waarom heeft Vos BV niet ingegrepen toen de glycerine onzuiver bleek? Hoe het uiterst giftige antivries in de glycerine terecht is gekomen, is nooit officieel achterhaald. Niet door het Openbaar Ministerie, en ook niet door de vele journalisten die zich met de zaak bezig hebben gehou den. Sinochem, het Chinese mega- concem dat de glycerine (met on juist testrapport) naar Rotterdam heeft gestuurd, wast de handen in onschuld, en zegt dat het de glyceri ne slechts heeft doorverkocht. Dat klopt. Maar wie het product dan wèl heeft vervaardigd, wil Sinochem niet zeggen. Volgens insiders is de glycerine naar alle waarschijnlijkheid geproduceerd door Anli Chemical, gevestigd in Su- zhou in de Chinese provincie Jiangsu. De directeur van dit bedrijf, Lu Zhiyi, zou als een van de weini gen - wellicht zelfs als enige - kun nen vertellen hoe het heeft kunnen gebeuren dat met antivries ver mengde glycerine als zuivere glyceri ne naar Rotterdam is verscheept, be weren betrokkenen. Maar Lu Zhiyi praat niet met journa listen. Geen enkele werknemer van Anli Chemical praat met journalis ten. Een woordvoerder wil de tele foon nog wel aannemen, zonder haar naam te zeggen, maar wanneer de woorden 'glycerine' en 'Haïti' val len, wordt het gesprek snel beëin digd. „De heer Zhiyi wil u over deze kwestie niet te woord staan. Wij doen hierover geen uitlatingen." Dan de tweede vraag: waarom heeft Vos BV niet ingegrepen, toen het testrapport van SGS op de mat viel? Het rapport is op 2 maart per post verzonden, en dus enkele dagen la ter in Alphen aan den Rijn aangeko men. Het schip met de vaten glyceri ne was toen pas een week onderweg. De fabricage van de hoestsiroop was nog lang niet begonnen. Een ramp had voorkomen kunnen worden. Bij Vos BV wil niemand iets kwijt over de gang van zaken. De mensen die toen verantwoordelijk waren, werken niet meer voor het bedrijf, meldt een woordvoerder. De toenmalige directeur, E. Huis man, wil evenmin uitleggen waarom het Haïtiaanse bedrijf Pharval nooit gewaarschuwd is. Huisman wordt tot nu toe gezien als de hoofdverant woordelijke binnen het bedrijf. Niet alleen omdat hij directeur was, maar ook omdat hij in 1995 verantwoor delijk was voor de commerciële rela ties met China. Huisman vertrok in 1998 bij Vos, na een conflict met het Duitse moederbedrijf Helm AG. Een woordvoerder van testbedrijf SGS wil iets meer kwijt. Bekend is aan welke afdeling binnen Vos BV het rapport over de glycerine is toe gestuurd. „Ik kan u nu niet melden welke afdeling dat was. Ons volledi ge dossier is in beslag genomen door het Openbaar Ministerie", meldt de woordvoerder. Het OM weet dus aan wie het rap port van SGS is verzonden. Daar kwam onlangs nog iets bij: deze week werd bekend dat een voorma lig onderdirecteur van Vos (die net als Huisman inmiddels is vertrokken bij het bedrijf) als 'inkoper' staat ver meld op een opdrachtformulier van Vos betreffende de glycerineaan- koop. Het OM kent de naam van de persoon in kwestie. Merkwaardig is dat de directie van Vos (onder wie Huisman en de voormalig onderdi recteur) tijdens onderzoeken van de Nederlandse Inspectie van de Volks gezondheid in 1996 nog verklaarde, dat zij de glycerine niet in een labo ratorium had laten testen en daarom niet had geweten dat de partij onzui ver was. Nalatigheid Insiders uit de chemische industrie willen niets over de zaak zeggen, of slechts anoniem. Behalve Michiel de Goede, hoofd inkoop van de Inter national Dispensary Association (IDA) in Amsterdam. Hij kent de branche erg goed: IDA is 's werelds grootste non-profit leverancier van medische supplementen. De Goede houdt zich dagelijks bezig met de aankoop van chemische producten als grondstoffen van medicijnen. „Vos wist dat het fout zat", zegt hij. „Dat kan niet anders: zo'n rapport laatje niet rondslingeren of onge opend op tafel liggen. Dat het bedrijf geen alarm heeft geslagen, is een ernstige vorm van nalatigheid. Wat er precies is gebeurd, weet ik niet, maar onwetendheid kan het niet ge weest zijn. Vos valt absoluut iets te verwijten." Vos had de glycerine bovendien al veel eerder moeten laten testen, en niet nadat het al verkocht was, vindt De Goede. „Als je handelt in grond stoffen van medische producten, moetje altijd oppassen. Zeker wan neer je die stoffen uit China haalt: de fabrikanten van chemische produc ten worden in dat land slecht gecon troleerd. Vos moet dat hebben gewe ten: het handelt vaker met Chinese bedrijven, omdat die nu eenmaal goedkoper zijn. En in deze kwestie had Vos het al helemaal moeten we ten, omdat met het testrapport uit China overduidelijk iets mis was. Ik heb dat rapport gezien: er ontbraken diverse essentiële testresultaten." Doodslag Het Openbaar Ministerie pakte de zaak-Vos in 1997 op. Het bedrijf werd dood door schuld en doodslag ten laste gelegd. In 1999 werd de aanklacht aangepast: dood door schuld werd vervangen door over treding van de Wet Milieugevaarlijke Stoffen (WMS), een vergrijp waar een nog hogere straf op staat. Dood slag verviel, omdat het OM het moeilijk bewijsbaar vond dat de handelingen van Vos BV te maken hadden met de dood van de kinde ren. In 1999 verviel ook de verden king met betrekking tot de milieu wet. „Er waren binnen Vos BV geen personen aan te wijzen die voor ver volging in aanmerking komen", zegt een woordvoerder. De zaak werd ge schikt voor 500.000 gulden. Verdere toelichting op de schikking geeft het OM niet meer, 'omdat de zaak nu te gevoelig ligt'. De kritiek op deze schikking was al direct fors, maar is recent nog verhe vigd. Diverse media, waaronder deze krant, meldden vorige week het be staan van autopsierapporten van de overleden kinderen, waaruit blijkt dat de relatie tussen de levering van Vos en de dood van de kinderen wel degelijk te bewijzen valt. Daarmee wordt het argument van het OM om de aanklacht wegens doodslag te la ten vervallen, ontkracht. Volgens Theo de Roos, strafrecht deskundige van de Universiteit Lei den, is de kans dan ook groot dat de zaak toch heropend wordt. „Het is zeer aannemelijk dat de Hoge Raad het OM alsnog tot vervolging gelast. Daar is alle reden toe." Volgens De Roos is de zaak-Vos 'typisch zo'n zaak die je niet moet schikken'. „Het is een gruwelijke historie, die aan tientallen kinderen het leven heeft gekost. Zo'n zaak moet je óf sepone ren omdat je geen bewijs hebt, óf naar de rechter brengen. Ook al sta je niet heel sterk, en loop je kans dat Twee vragen houden de gemoederen sinds 1996 bezig. Hoe is de antivries in de vaten terecht gekomen? En waarom heeft Vos BV niet ingegrepen toen de glycerine onzuiver bleek? Foto's: Henk Bouwman het bedrijf wordt vrijgesproken. Schikken is uiterst onwenselijk, om dat het onbehagen bij de bevolking enorm is. Is Vos nou schuldig, of niet? Zo'n schikking helpt eigenlijk niemand." De Duitse advocaat van 34 nabe staanden, mr. Hensier, is het met De Roos eens. „Ik vind deze schikking echt ongelooflijk. Er is niemand be straft, maar daarnaast zijn de nabe staanden niets opgeschoten. Vos be taalt een schadevergoeding, die ver dwijnt in de Nederlandse staatskas. De nabestaanden krijgen niets! Deze mensen hebben elk vertrouwen in de Nederlandse rechtspraak verlo ren." De Roos heeft veel contact met hooggeplaatsten binnen het OM, en weet dat men ook daar met de zaak- Vos in de maag zit. „Ook de officie ren van justitie geven nu toe dat er geschikt is, omdat de relatie tussen de glycerinelevering en de dood van de kinderen moeilijk te bewijzen was. En men weet dat dat nooit een reden mag zijn om te schikken. Als er geen bewijs is, moet je een zaak seponeren. Als er wel enig bewijs is, moet je het bedrijf voor de rechter slepen." Dat Vos niet bestraft wordt in het ka der van de WMS, omdat er geen na tuurlijke personen aan te wijzen zijn die voor vervolging in aanmerking komen, vindt De Roos uitermate zwak. „Ook een rechtspersoon, in dit geval een bedrijf, kun je natuurlijk bestraffen. Als er genoeg bewijslast is, moet dat ook gewoon gebeuren." Ook Anli Chemical, het Chinese be drijf dat de glycerine zeven jaar gele den leverde, moet door het OM ver volgd worden, vindt De Roos. „Als dat bedrijf inderdaad de leverancier is, heeft het in Nederland een delict gepleegd." Advocaat Hensier vindt dat het OM niet snel genoeg kan beginnen met een nieuw onderzoek. „Niet alleen de nabestaanden zijn geschokt, ik zelf ook. Justitie in Nederland heeft gefaald, in Duitsland was het nooit zover gekomen. Als de zaak nu nóg niet wordt heropend, weet ik niet wat ik nog tegen mijn cliënten moet zeggen." Politiek De politiek schaart zich na de recen te onthullingen achter Hensier. Bijna alle Tweede Kamerfracties willen dat de schikking met Vos ongedaan wordt gemaakt, en dat het bedrijf opnieuw wordt vervolgd. Kamerlid Boris Dittrich (D66): „Als er ook maar enige kans is dat Vos alsnog vervolgd kan worden, moet het OM zich daarvoor opnieuw inzetten." ZATERDAG 23 FEBRUARI 2002 ER BU Diverse partijen vinden naar aanlei ding van de affaire, dat het OM bij schikkingen in toekomstige 'grote' zaken eerst de Kamer moet informe ren. Theo de Roos is het met de politici eens dat de schikking geen schoon heidsprijs verdient, maar noemt de reacties uit de Kamer 'absurd'. „Men maakt er een verkiezingsitem van. Dat het OM de Kamer om toestem ming zou moeten gaan vrag^i om te kunnen schikken, is een totaal on zinnig voorstel. De Kamer heeft daar helemaal niets over te zeggen. Wat men nu doet met de zaak-Vos, is ab surd. Pure verkiezingsretoriek. En deze zaak is te gruwelijk om daar voor te worden gebruikt." Het OM heeft inmiddels laten weten dat het geen nieuw onderzoek over weegt. De bal ligt nu bij de Hoge Raad. Die beslist of het Openbaar Ministerie de zaak moet heropenen of niet. Het besluit valt vermoedelijk over enkele weken. Voor de advocaat van de nabestaanden, mr. Hensier, is er maar één uitkomst mogelijk. „In een rechtsstaat is een zaak als deze niet afgedaan met een schik king. Nederland mag deze zaak niet laten rusten." Met medewerking van Gert-Jan Broere, GPD-correspondent in China.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 39