Viagra II
ER
BU
H
'Krampachtige gemeente botst met sterk georganiseerde burgers'
ijgend kwam ze binnen: 'Sorry dat
ik te laat ben, maar de hele Merenwijk ligt
open en ik kon nergens een parkeerplaats
vinden.' Ze plofte op een stoel.
'Goedemorgen, mevrouw Daalder.'
'Goedendag, dokter.' Het kwam er moei
zaam uit. 'Wat een bende zeg, bij dit ge
zondheidscentrum. Mijn auto staat hier ze
ker tien minuten lopen vandaan. Ik hoop
echt dat ik hem terug kan vinden.'
Ze schikte haar paars-blauwe mantelpakje,
kruiste de benen over el
kaar en keek mij ver
wachtingsvol aan.
'Hoe gaat het?'
'Prima. Sinds ik niet
meer werk voel ik mij
geweldig, mijn bloed
druk zal nu wel in orde
zijn.'
Deze correct geklede,
keurige dame was vijfen
zestig en enkele maan
den in de vut, in alle op
zichten welverdiend. Ja
ren was ze het visite
kaartje, nee het uithang
bord van een groot nota
riskantoor geweest. Ze
was de rechterhand van
de ongetrouwde, bejaar
de notaris. Ontelbare
malen was haar naam in
hypotheekakten ver
schenen. De notaris
drukte dan op een belle
tje, de schuifdeuren gin
gen open en de immer
in zwarte rok en witte
blouse geklede mevrouw Daalder nam
plaats aan de eiken tafel om later mede de
akte te ondertekenen. Na een: 'U wordt be
dankt, mevrouw Daalder', trok zij zich weer
terug op haar eigen territorium.
Haar afscheid was stijlvol geweest. Speeches,
een mooi diner, een receptie en een envelop
met inhoud. Ik was ook uitgenodigd. Haar
'baas' was vriendelijk, zeer correct en zich
terdege bewust van zijn notariële waardig
heid. Hij beantwoordde volledig aan het
beeld dat ik in de loop der jaren uit gesprek
ken met haar van hem had gekregen. Drie
delig grijs, ketting uit de borstzak, oud meta
len brilletje en een vriendelijk 'koppie' met
twee nog heldere donkerblauwe ogen. 'Zo,
dus u bent haar huisdokter, mijnheer Meijer.
Ja, ja, ze heeft het vaak over u gehad. Zult u
goed voor haar zorgen, vooral de bloeddruk
en ook de suiker? En let u vooral op haar
rechterheup, heeft ze bij het liggen veel pijn
aan.'
Onze bejaarde vriend wist wel heel veel van
zijn rechterhand. Zou er misschien..? Nou ja,
je weet het toch nooit.
'Laten we eens kijken hoe het met de bloed
druk gaat.'
Ze aarzelde met opstaan. 'Schrijft u die ver
haaltjes in de krant zelf?'
'Ja, natuurlijk.'
Praktijkverhalen van
de Leidse huisarts
Har Meijer (aflevering 6)
'Echt waar?'
'Ja, waarom vraagt u dat?'
'Kunt u dat allemaal zo maar schrijven? Her
kennen die mensen zich niet in uw ge
schrijf?'
'Hoe bedoelt u?'
'Nou, van die gewichtheffer met die arm en
die meneer met zijn overleden vrouw.'
'In essentie is het waar gebeurd, maar de na
men, de locatie en het beroep zijn veran
derd.'
'Ja, ja.'
Ik stond op. 'De bloeddruk, zei u?'
Ze liep naar de onderzoekkamer. Het jasje
van het chique mantelpakje ging uit en ik
deed de bloeddrukmeter om haar arm. Ze
was in alle opzichten een 'kanjer' geweest.
Naast haar werk had zij haar hele leven voor
haar ouders gezorgd. Alles had zij in onder
ling overleg met hen gedaan. Een prima hu
welijkskandidaat was bij voorbaat kansloos
en dus niet door de huisselectie gekomen.
Na het gymnasium was zij enthousiast een
studie rechten begonnen, maar de saaie ma
terie had haar nooit kunnen bekoren. Door
de zorg voor haar ouders had zij bijna geen
contacten in de studentenmaatschappij en
dus 'straalde' ze. De baan op het notariskan
toor was haar op het lijf geschreven. Ze paste
voortreffelijk in het stijve jargon: mijnheer
de notaris keurig in het pak, de dames lang-
gerokt met witte blouse en het haar in een
knotje. De tegenover haar zittende klerk Bep
was van dezelfde signatuur en werd haar
beste vriendin. Maar alles draaide om me
vrouw Daalder, zij was de spin in het web op
het kantoor.
'Uw bloeddruk is prima.'
'Dank u, dokter. Nu hoef ik zeker geen pillen
meer?'
'U werkt niet meer, hè. Stopt u nu maar met
de medicijnen, dan zullen we over een
maand nog eens controleren.'
Het jasje ging weer aan en we liepen naar de
spreekkamer. Ze ging zitten en stak meteen
van wal.
Vragen de mensen nou echt om zo'n medi
cijn als Viagra?
Verbeeldde ik het mij of bloosde ze licht: 'Ja,
waarom niet?'
'Maar zeggen de mensen dan ook waar ze
het voor gebruiken?'
'Dat lijkt me duidelijk, mevrouw Daalder.'
Innerlijk moest ik lachen.
'Nee, nee, u moet mij niet verkeerd begrij
pen. Ik bedoel, vragen ook oudere mensen
om dat medicijn?'
'Ja.'
'En gaat u dan ook van alles vragen?'
'Nee, ik kijk of er contra-indicaties voor het
middel zijn en dan geef ik een recept.'
'Dus u vraagt niet van alles? U vraagt niet
wie het eventueel gebruikt?'
'Nee hoor.'
'En ook de meisjes van de apotheek vragen
niets?'
'Nee, dat hoort niet.'
Ze leek opgelucht.
'Ik heb wel eens over Viagra gelezen en ik
ZATERDAG
23 FEBRUARI
2002
heb ook weieens op internet gekeken. Het
schijnt ook heel goed bij oudere mensen te
werken.'
'Ja, maar de persoon in kwestie moet wel erg
veel 'zin' hebben, anders doet het niet veel.'
'Zeg dokter Meijer, u maakt toch geen grap
je, hè?'
'Nee, mevrouw Daalder.'
'Ja, ziet u, het is ook zo'n raar onderwerp,
daar zou je toch vroeger nooit over gespro
ken hebben.'
'Jammer genoeg niet, mevrouw.'
Na de dood van haar moeder had zij de vol
ledige zorg voor haar vader op zich geno
men. Naast haar zware baan kookte, waste
en streek ze voor hem. Op zaterdag en zon
dag gingen ze wandelen naar Rhijnhof om
het graf van moeder te bezoeken en te ver
zorgen. Het tuintje voor de grafsteen leek op
een mini-Keukenhof. Toen vader snel ach
teruit ging, werkte zij halve dagen. Zijn dood
deed haar enerzijds veel verdriet, anderzijds
viel een zware last van haar schouders en
begon zij eindelijk te leven. De erfenis was
groots in alle opzichten. Zij werd eigenares
van een prachtig huis en grootaandeelhoud-
ster Koninklijke Olie. Hoewel financieel on
afhankelijk pakte zij haar werk weer vol
overgave op. Altijd stipt op tijd, correct ge
kleed, welbespraakt, werd zij meer nog dan
vroeger het gezicht van het kantoor. De pen
sioengerechtigde leeftijd was de eindstreep
van haar werkzame leven.
'Komen er veel oudere mensen voor zo'n re
cept Viagra?'
'De meesten zijn inderdaad wat ouder.'
'Hoe oud, ook van mijn leeftijd?'
'Ja, juist van uw leeftijd.
'Dus het helpt heel goed bij oudere men
sen?'
Ze draaide wat onrustig op haar stoel.
'Dat heb ik al gezegd, mevrouw Daalder.'
'Ik wil ook zo'n recept.'
'Viagra, bedoelt u?'
'Ja, zoals uit dat verhaaltje.'
Ik keek schijnbaar wat moeilijk, want ze zei
direct: 'Het zit zo, dokter...'
'Maar u hoeft mij niets te vertellen, me
vrouw Daalder.'
'Nee, nee, u moet het weten. U weet dat ik
alleen in dat grote huis woon. Nou, sinds de
dood van mijn vader komt er af en toe ie
mand bij mij eten.'
Zij keek me ondeugend aan. 'Nee, nee, niet
de notaris. Vlakbij woont een oude professor
wiens vrouw vorig jaar is overleden. U kent
hem wel, die grote, statige man, die hoogle
raar in de letteren is geweest. Hij publiceert
nog steeds. Een schat van een man, in alle
opzichten.'
'Ik begrijp het, mevrouw Daalder.'
'Dus u heeft wel zo'n recept voor mij?'
'Voor u zeker, mevrouw.'
'Wanneer moet ik hem innemen?'
'Pardon, de professor, bedoelt u.'
'Ja, ja, Wim.'
'Zo'n uurtje voor het slapen.'
'Dus een uur voor we naar bed gaan.'
'Precies. Hoeveel wilt u er?'
'Nou, doe maar net als bij die mevrouw.'
'Twee dus.' Ik gaf het recept, 'Alstublieft.'
Ze stond op. 'Moet ik nou ook zeggen dat u
een schat bent zoals in dat verhaal?'
'Hoeft niet, mag wel.'
Ze stopte het recept zorgvuldig in haar tas,
gaf een hand en liep grijnzend naar de deur.
Ze draaide zich om.
'Schrijft u nou ook zo'n verhaaltje over mij
in de krant?'
(Vervolg van vorige pagina)
Verbeek: „Het gemeentebestuur wil de macht
houden door bezwaarschriften naast zich neer
te leggen of niet-ontvankelijk te verklaren. Zo
houdt het de macht over niets. Er zijn voortdu
rend botsingen tussen sterk georganiseerde bur
gers en de krampachtige gemeente."
Van der Malen: „Burgers die zo veel invloed
hebben dat de overheid terugkeert op haar
schreden, na planvorming van 15 jaar. Dat zou
ook tot tevredenheid kunnen stemmen, want de
burger kan kennelijk veel in deze stad."
Cornel: „Die planvorming kan danig worden
versneld met een visie. Daarbij moet je de pro
fessionaliteit van betrokken instellingen erken
nen. Direct. Niet achteraf. Dan is het te laat."
Glaser: „Er is sprake van een armoedige over
heid. Zonder visie. Ik zou graag in discussie
gaan over een visie, maar die ontbreekt. De
overheid houdt vast aan iets dat mager is en dan
komen er reacties los. In het kader van het gro-
te-stedenbeleid maakt Leiden een inhaalslag.
Op een bepaald moment ligt er wat, maar dat
wordt niet helder afgetimmerd. Mensen verlaten
de stad vanwege een gebrek aan woonkwaliteit.
En dan komt er een plan voor het EWR-terrein
met 80 woningen per hectare, geen groen, geen
tuinen, nauwe straten. Echt druk maakt nie
mand zich daar om want alle aandacht gaat uit
naar een nieuw fenomeen dat wordt toegepast
in deze nieuwbouwwijk, het particulier op
drachtgeverschap, waar iedereen als dolgedraai
de ezels achteraan holt. Ik snap dit niet."
Van der Malen: „Waarom moeten er Haagse
geldpotten worden leeggeroofd, kan Leiden met
zijn eigen economische dynamiek ook nog wat
uitrichten?"
Broeksma: „Leiden kan zeker niet alles zelf op
lossen. Er is een tekort aan ruimte voor bedrij
ven, aan personeel en mobiliteit. Ik bedoel alle
vormen: fietsen, openbaar vervoer, auto's. Daar
moet Den Haag wel bij helpen. Met miljarden.
Anders kun je het wel schudden. Daarom moet
Leiden zich ontdoen van zijn minderwaardig
heidscomplex en harder op de grote trom
slaan."
Van der Malen: „Is het niet eerder zo dat voor
relatief kleine problemen uit grootheidswaanzin
onuitvoerbare megaprojecten worden ontwik
keld? Denk aan de Lakenhal en het Aalmarkt
project. Het gaat in beide gevallen om relatief
kleine stukjes stad, maar in de plannen zit van
alles en nog wat: een steeg, een brug, een plein
en een parkeergarage en nieuwe huisvesting van
Stadsgehoorzaal en LVC."
Broeksma: „Het is inderdaad belachelijk dat het
LVC zo lang moet wachten. Maar vergeet ook
niet dat Leiden tussen grote stadsgewesten ligt.
Dan is het dringen geblazen op de politieke
agenda van Den Haag. Vandaar die grote trom."
Van Duijn: „In Leiden wordt inderdaad voort
durend groot gedacht. Projectontwikkelaar MAB
moest het Aalmarktproject doen. Ik heb op de
website gekeken van MAB. Ik wist niet wat ik
zag. Dat is een conglomeraat van heb ik jou daar
dat in heel Europa actief is, maar dan voor giga-
stukken in de stad. En dat moet dan in dit stadje
wat winkels komen neerzetten? Prestigieus en
megalomaan. Zo'n concern heeft toch niets in
een stad met een klassiek centrum te zoeken.
Die panden in het Aalmarktgebied die moeten
worden opgeknapt, daar heb je geen MAB voor
nodig. Schrijf gewoon de eigenaren aan! De ge
meente kan hen dwingen hun onroerend goed
te renoveren. Zo knap je stukje voor stukje op en
dat is meer dan wat er nu gebeurt: helemaal
niets."
Visser: „Inderdaad. Die manier van denken gaat
ten koste van initiatieven die van onderaf ko
men. Kijk naar cultureel centrum de X dat nu
dreigt te verdwijnen. Er wordt in Leiden volledig
voorbijgegaan aan de eigen capaciteit. De part
ners van het gemeentebestuur krijgen een geau
tomatiseerd antwoord en horen dan helemaal
niets meer. Zo vergaat het mij ook als ik infor
meer naar de subsidiebeschikking voor het LVC.
Ik moet dan zes uur aan de telefoon hangen en
ik word óf niet, óf door arrogante, maar niets
wetende ambtenaren te woord gestaan."
Cornel: „Klopt. Die afhankelijkheidsrelatie die
maatschappelijke organisaties zoals de onze er
met de gemeente op nahouden, wordt er flink in
gepeperd. Regentesk heet dat."
Glaser: „Die behoefte aan dat grote gebaar be
grijp ik wel. Soms zijn forse ingrepen niet te ver
mijden. Ik vind bijvoorbeeld dat er snel op grote
schaal voor ouderen moet worden gebouwd.
Grootse plannen zijn niet erg, mits er een ver
haal achter zit. En alsjeblieft niet het verhaal van
de stad die mee moet in de vaart der volkeren.
De praktijk leert dat je bij voorbaat weerstand
oproept, als je de burgers met zulke plannen
confronteert."
Bouras: „Wij mogen meer eisen van de raadsle
den. Die zouden het niet moeten pikken als
Ruud Visser zes uur moet bellen voor zijn subsi
die. Iedereen loopt achter de feiten aan. Ik ver
lang wel eens terug naar de jaren zestig. Toen
waren de partijen duidelijk, de scheidingen hel
der en de doelen concreet en wilde men met
kleine dingen verder."
Van der Malen: „Ik proef veel ambitie maar er is
ook veel kritiek. Er heerst een minderwaardig
heidscomplex. Leiden is op een ingewikkelde
manier trots op zichzelf. Er zal niemand met een
megafoon voor zijn mond verkondigen dat Lei
den zo goed is, maar er wordt wel direct een
strijdbare houding ingenomen als anderen zeg
gen dat Leiden niet goed is. De politiek kan
nooit voor de maatschappelijke organisaties uit
lopen. Wat moet er volgens u dringend worden
aangepakt?"
Glaser: „Voor allerlei groepen zijn er veel te wei
nig woningen. Daar kunnen we op korte termijn
niet veel aan doen. Belangrijker vind ik dan ook
om te werken aan nieuwe structuren waarbin
nen organisaties in netwerkverbanden de wijken
bedienen waarin ze actief zijn. De LWO, huisart
sen, het maatschappelijk werk, iedereen wil een
plek in de wijk. Het wordt tijd dat ze nieuwe co
alities aangaan, dat de grenzen vervagen. Nu
doen de organisaties allemaal een stukje. Het is
net als werken achter een lopende band. Ieder
een verricht zijn handeling maar niemand heeft
R. Verbeek (Rijnlands Architectuur Platform).
M. Bouras (Stichting Marokkaanse Unie
El Moultaka).
zicht op het eindresultaat. Ik zie het type ge
bouw voor me waar iedereen zijn eigen werk
kan doen, maar waar de huisarts de buurtop
bouwwerker kan tegenkomen."
Cornel: „Het Leidse Instellingenberaad (LIB)
wacht niet af wat de gemeente doet en gaat
door. We werken themagericht en betrekken de
bewoners overal bij. We moeten natuurlijk wel
naai' behoren worden gefinancierd, dus ook
subsidie voor de gestegen loonkosten. Ook heb
ben we werkers nodig die moeilijk zijn te vin
den. Bovendien staan er als gevolg van die sub
sidiekwestie banen op het spel bij de LWO. Wij
hebben stelling genomen en de steun bij politie
ke partijen groeit. Het is te hopen dat het dualis
me in de gemeentepolitiek, waarbij raadsleden
los komen te staan van het college van burge
meester en wethouders, wat oplevert."
Visser: „Onze huisvesting moet hoognodig wor
den aangepakt. Maar zoals wel vaker, zit ons in
de weg dat het gemeentebestuur vooral uit is op
het conserveren van cultuur. Conserveren kost
veel meer dan het oplevert. De oude, gevestigde
cultuur verdringt de nieuwlichters. Kijk naar
Cultureel Centrum de X, daar is geen geld en
ruimte voor. Niemand breekt daar een lans
voor. Wel klinken er nu stemmen op voor het
behoud van de Aalmarktschool. Dat kreng moet
straks voor ik weet niet hoe veel worden opge
knapt. Als we zo doorgaan wonen we straks in
een Anton Pieck-museum."
Cornel: „Ook hier ontbreekt weer een visie. Met
een visie scoor je echter niet. De planvorming in
Leiden is een onsamenhangend projectencircus.
Met losse projecten kun je immers scoren. Clus
ter nu eens, zou ik zeggen."
Bouras: „Waar dringend wat aan moet gebeu
ren is de politieke participatie van jongeren in
arbeiderswijken. En aan het feit dat allochtone
jongeren voor hun vrijetijdsbesteding naar an
dere, grotere steden uitwijken. Leiden moet zijn
kwaliteiten in Leiden laten."
Van Duijn: „Wij hebben zo veel plannen. Zo
veel mensen ook. We willen uitbeiden. Sociale
ondernemers moeten een vuist maken om in de
dominante geldeconomie overeind te blijven.
Wij werken daartoe met veel organisaties sa
men. Met kerken, politieke partijen, de LWO.
Wij trekken ons niet veel aan van de gemeente,
die is voor ons een storend bijgeluid. Wel kost
het ons veel energie om dat geluid op afstand te
houden. Ik pleit ervoor om plaatsen in de stad te
creëren waar nieuwe initiatieven worden ont
plooid. Het barst nog van het ongebruikte on
roerend goed van de gemeente die het laat be
waken door kraakwachten. Zo'n project mag
best wel eens mislukken. Ideeën die succesvol
zijn, moeten worden beloond. Zulke dingen ho
ren ook in een stad. Vergeet niet dat de X, het
LVC en de kunstenaars van Haagweg 4 ook uit
krakersacties zijn voortgekomen."
Broeksma: „De kwaliteit van de stad moet be
ter. De Aalmarktplannen zijn in dit verband een
hot item. Er moet daar wat gebeuren, investeren
in de stad loont, ook in de historische binnen
stad. Acceptabele vormen van anarchie en infor
mele economie moeten ook kunnen en mogen
van mij de kans krijgen tot volle wasdom te ko-
door Wim Koevoet, Robbert Minkhorst, Wim
Wegman en Annet van Aarsen
M. van Duijn (Eurodusnie/Vrijplaats
Koppenhinksteeg). Foto's: Henk Bouwman
C. Broeksma (Kamer van Koophandel).