GELOOF SAMENLEVING Leren tekenen met Simone Robbers Een mooi visioen 'Geld' is ingewikkeld, absurdistisch kunstwerk Lezingenserie in Stem in de Stad Carnaval in de kerk KUNST CULTUUR preek recensie Afke van der Tooien dominee Tom Hammer. LUMC, zondag 10.00 uur haarlem - Het thema "Heeft ge loven in God nog toekomst?' is onderwerp van een lezin genserie in februari en maart. De zes gespreksavonden vinden in samenwerking met de IKON op dinsdagavond plaats in oe- cumenisch-diaconaal centrum Stem in de Stad in Haarlem. Zes theologen belichten dit onder werp van verschillende kanten. Met kerk. cultuur en christelijk geloof is heel wat aan de hand. Er heerst twijfel over de toe komst van kerk en christelijk ge loof Nadenken en discussiëren over de toekomst van het chris telijk geloof in de Westerse cul tuur en een hernieuwde bezin ning. dat is het doel van de zes gespreksavonden. De twaalf ar tikelen van de geloofsbelijdenis zijn uitgangspunt voor de lezin gen. Na afloop volgt een inter- view met de gastspreker van de avond dat wordt uitgezonden op de DCON-radio. Morgen houdt dr. Anton Houte pen, hoogleraar Oecumenica aan de Universiteit Utrecht, een lezing met als onderwerp 'God, een open vraag'. Op 12 februari belicht theologe en programmamaakster Jacobi- ne Geel het thema 'Jezus, van held tot stopwoord'. Op 19 februari houdt theolo gisch onderzoeker aan de Ka tholieke Universiteit van Nijme gen Erik Borgman een lezing met als thema 'Eerbied voor het heilige'. Op 26 februari is het thema 'De kerk: wie doet na mij het licht uit?' aan de beurt met Gerben Heitink. hoogleraar praktische theologie aan de VU in Amster dam. Op 5 maart houdt predikant Arie Spijkerboer een lezing over het thema 'Zonde, dat de zonde verdween'. Op 12 maart belicht Jurjen Beu- mer, theoloog en directeur van Stem in de Stad. het thema 'Hangen wij teveel aan het le ven?'. De gespreksavonden beginnen om 20.00 uur. Diaconaal cen trum Stem in de Stad bevindt zich aan de Nieuwe Groenmarkt 10 in Haarlem. Meer informatie via tel. 023-5342891. de zilk - Voor de achtste keer was gisteren de Heilige Hartkerk in De Zilk het decor van de carnavalsmis. Een mis waarin kerkgangers zich bezinnen op de betekenis van het carnaval en zo meteen al een beetje in de stemming komen. In het middelpunt staat het Prinsenpaar der Duinknijnen Prins Euro- Jan en Prinses Lydia. De mis heeft als thema 'gelijkheid' en wordt mu zikaal omlijst door De Stropers en De Geinknijnen. Terwijl de mensen een paar minuten voor elf de kerk binnenlopen, speelt boerenkapel De Stropers het lied 'Mama Mia' van Abba. De mis begint een uur later dan gewoonlijk, omdat er zaterdagavond, ter ge legenheid van de koninklijke bruiloft, een feestavond was in De Zilk. Dat de stemming van de vorige avond er nog goed in zit, is te merken. Bij binnenkomst worden de kerkgangers met een ferme handdruk be groet door pastoor Hein Buskermolen. Als alle zeshonderd aanwezi gen een plekje gevonden hebben, is er de plechtige en feestelijke bin nenkomst van stichting Zilker Carnaval in prachtige kostuums. Twee Senioren-Dansmariekes met vlaggen, Vaandeldragers van Dwergknij- nen, Duinknijnen en Geinknijnen en het Prinsenpaar komen de kerk in. Voorop gaat de pastoor in zijn feestelijke ambtsgewaad. Het thema van de mis is gelijkheid. Prins Euro-Jan legt het uit. De euro roept ons op tot gelijkheid van waarden en betekenis in heel Europa, zegt hij. De kerk is versierd met oranje en witte rozen. Tijdens het bre ken van het brood en de bediening van de communie speelt de boe renkapel het nummer 'I'm so excited' van de Pointer Sisters. De feest stemming zit er goed in. Aan het einde van de mis, nadat pastoor Bus kermolen de zegen heeft meegegeven, nodigt hij de carnavalsgroep De Duinknijnen uit om op het priesterkoor het afscheidslied 'Ons dorpje De Zilk' te zingen. De kerkgangers zingen luidkeels mee op de muziek van de koperblazers. Na een viering van bijna twee uur is het duidelijk: een carnavalsviering en een eucharistieviering gaan heel goed samen. Foto: United Photos de Boer Leidse illustratrice werkt aan serie doe-het-zelfboekjes Simone Robbers: „Een beetje tekentalent is ook nooit weg." Foto: Mark Lamers door Theo de With leiden - Het is een serie in wor ding. De Leidse tekendocente Simone Robbers publiceerde vier jaar geleden het boek 'Alles over tekenen'. Wegens het suc ces daarvan zijn er nu twee ver volgdelen verschenen: over het tekenen van figuren en portret ten. „Maar je kunt niet leren te kenen door rustig op de bank deze boekjes te lezen", waar schuwt ze. „Het allerbelangrijkst is dat je leert kijken." Bij een gesprek met Simone Robbers duikt met een de docente in haar op. Ze kan het niet laten. De Leidse geeft tekenles aan anderstaligen op het Da Vinei College in haar woonplaats en beoordeelt daar naast het werk van de tekencur sisten aan de LOI. Het is dus niet verwonderlijk dat ze haar didactische kennis ook in boek vorm heeft gegoten. 'Alles over tekenen' beleefde drie drukken en dat is voor zo'n doe-het-zelfboekje ongekend. „Maar dat is mede te danken aan de ECI, die het in zijn cata logus plaatste", geeft ze ruiterlijk toe. Uitgeverij Cantecleer heeft daarom besloten er een reeks van te maken. Als de nieuwe boekjes ook goed verkopen, lig gen er nog deeltjes in het ver ders wordt het een karikatuur." Zulke voorbeelden hanteert de Leidse docente in haar boekjes. Met weinig tekst en veel teke ningen. „Het is vooral belangrijk dat mensen zelf aan de slag gaan. Ik moedig de lezer aan om minstens één tekening per dag te maken. Tekenen is gemakke lijker dan veel mensen denken. Ik zal niet beweren dat iedereen na lezing van mijn boekjes di rect geweldige tekeningen kan maken: een beetje talent is ook nooit weg." Zelf tekent ze nog iedere week bij het Leids schilder- en teken genootschap Ars Aemula Natu rae. „Het biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld een naaktmo del in te huren", zegt Robbers. Toch beschouwt ze zichzelf niet als kunstenaar, maar voóral als illustrator. Ze heeft in het verle den boeken geïllustreerd en werkt nu op verzoek van het mi nisterie van Binnenlandse Za ken aan een uitleg over het op spelden en dragen van konink lijke onderscheidingen. „Ik werk graag in opdracht. Die bepaalt de kaders waarin ik moet wer ken. Voor het kunstenaarschap ben ik niet in de wieg gelegd. Ik switch heel gemakkelijk van techniek. Pen, inkt, aquarel, verf, ik kan maar moeilijk kie zen. Het is prettig als iemand anders dat voor mij bepaalt." Hoewel de belangstelling voor haar serie boekjes groot is, ziet Simone Robbers aan de andere kant de belangstelling voor de tekencursussen van de LOI ge staag afnemen. „Ik doe dat werk inmiddels twintig jaar en heb gaandeweg steeds minder cur sisten gekregen. Ik denk niet dat de interesse voor tekenen ta nende is. Het aanbod is groter geworden. Mensen volgen liever een tekencursus bij een creativi teitscentrum of een volksuniver siteit dan een schriftelijke cursus bij de LOI, al was het alleen maar vanwege de gezelligheid." De Leidse illustratrice is met de boekjes een half jaar bezig ge weest. „Deze twee deeltjes zijn tegelijkertijd verschenen, omdat ze allebei over mensen gaan. In het eerste boek is dat onderwerp nauwelijks aan de orde geweest Op verzoek van de uitgever gaat het volgende deel over het teke nen van dieren. Mensen vinden het een uitdaging om him huis dier te vereeuwigen. Of het nu een hond is of een schildpad." 'Alles over portrettekenen' en 'Alles over figuurtekenen' zijn verschenen bij uitgeverij Can tecleer en kosten 11,25 euro per stuk. schiet over het tekenen van die ren, landschappen, bloemen, stillevens en perspectief. Stap voor stap wijdt Robbers de lezers in in de geheimen van de tekenkunst „Het is geen metho de voor school, maar echt een handleiding voor de amateur. Ik weet precies waar zich de pro blemen voordoen. Bij de LOI voorzie ik de ingestuurde teke ningen van commentaar. Het heeft dikwijls te maken met techniek, verhoudingen en compositie. Cursisten tekenen ogen bijvoorbeeld heel vaak te hoog in een gezicht. Die moeten ongeveer op de helft zitten; an- ot Annemarie Feltmann en Julian Goldsman in de jeugdvoorstelling 'Geld'. Foto: Johan Ghijsels Een illustratie uit het boekje 'Alles over figuurtekenen'. Tekening: Simone Robbers jeugdtheater recensie Paulien Koopmans Voorstelling: 'Geld' door Jeugdtheater Sonnevanck. Regie: Flora Verbrugge. Spel: Arjan Bouw, Annemarie Feltmann, Julian Goldsman, Amina Meliane. Gezien: 3/2, LAKtheater, Leiden. Een duiveltje dat in zijn neus peutert en zich als een parasiet vastklemt aan een man. Een matroos die met een piepklein pistooltje een appel van een man zijn hoofd schiet. En een meisje dat een witte engel met een touw om zijn middel uit de hemel naar de aarde trekt. Dit zijn slechts een paar ab surde scènes uit 'Geld' van Jeugdtheater Sonne vanck. Daarna volgen nog veel beelden waarover de toeschouwer zich het hoofd moet breken. 'Geld' toont associatief, abstract theater met een soms onbegrijpelijke logica. In een korte mono loog vol archaïsche taal schetst een oude vrouw het kader. Ze vertelt dat haar leven is volbracht. Wat haar rest is een boodschap des doods. Haar kapitaal verbrandt ze, want ze is immers met lege handen ter wereld gekomen. En ze zal op dezelfde manier sterven. De vrouw laat haar beide zoons met lege handen achter. Tot zover is het nog duidelijk. Daarna volgeif den uit een wrede, dreigende droomwereld niets met elkaar te maken lijken te hebben? van de broers wordt opgesloten in een kist. der wordt belaagd door een duivelachtig vvl tje. In vrij snel tempo volgen verschillende I tjes elkaar op. Ze komen vanuit twee coulisse? toneel op en verdwijnen op onvoorspelbare menten. De drie hoofdrollen, de broers en een meisje! den gespeeld door in ondergoed geklede act Het spel is hilarisch, slapstick-achtig en bij vf ook lyrisch. De teksten zijn gebaseerd op imp satie. Vaak is er geen touw aan vast te knopetf maakt 'Geld' een erg ontoegankelijke voorsta zeker voor kinderen. Sommigen van hen zr volstrekt ontgaan dat 'Geld' ook het gevecht de mens om iets te bereiken in het leven. OveJ succes en mislukking. En over onzekerher doorzettingsvermogen Desondanks levert 'Geld' vaak bijzondere td1 beelden op. Maar ook nu weer vooral voor d11 ders in het publiek. Zo zijn er knipogen nal Middeleeuwse schilderkunst van Jeroen BosC naar de poëzie van J.C. Bloem met 'De P perstraat'. 'Geld' is eigenlijk één groot absi tisch kunstwerk. Maar wel te ingewückeld. P Het is hier zo hoog als in de machtigste kathe draal. Maar geen ranke ramen hier, die spits naar de hemel wijzen. Geen glas-in-lood dat het binnenvallende licht heilig verft. Deze kathedraal wordt gevormd door zakelijke wanden met vierkante ramen in ef ficiënt gelid. De 'kerk' waar het hier om gaat is in werkelijk heid een binnenplein in het Leids Universi tair Medisch Centrum (LUMC). Met enkele simpele middelen godsdienstklaar ge maakt. Want wat is daar in essentie slechts voor nodig: een orgel tje, een spreekgestoel te. een paar rijen stoe len, en je bent er. Héél protestants zou je kun nen zeggen, maar na tuurlijk vinden hier ook rooms-katholieke diensten plaats. De enige sier is een geel element achter de do minee. een soort stof fen baaierd van zonne stralen - toch nog wat O D E E T daglicht heilig geverfd, bij wijze van spreken. Dominee Hammer, van de afdeling geeste lijke verzorging, preekt vandaag voor zo'n 20,25 mensen, plus een onbekend aantal via de zie- kenhuisomroep. Het gaat over de Bergrede, de toespraak van Jezus met die beroemd geworden eerste zin: „Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen". Nu moet je bij dat Koninkrijk der Hemelen niet denken aan een leven na dit leven, betoogt Hammer, maar aan het concrete hier en nu. „Het verwijzen naar het hiernamaals heeft al te veel mensen monddood gemaakt. In een gewone kerk al een invalshoek om de oren bij te spitsen. Maar hier, waar Hammers woorden langs de hospitaalmuren omhooggal- men, prikkelt het pas echt. Dit is immers een plek waar veel geleden wordt, en soms zelfs in ondraaglijke mate. Hoe troostrijk zou juist hii niet de gedachte kunnen zijn dat je na dit lev je revanche krijgt? Hammer zoekt de zaligheid dichterbij - maar gelijkertijd ook verd weg. In een trefzeke analyse van de bij bei tekst bouwt hij een mooi visioen op van een gemeenschap vj gelovigen, die in zei zin elkaar die zalighi bieden. Dat zit zo. In de Ber| grede figureren twq groepen die Jezus zq noemt. Bij de eerstel waaronder de arm et van geest, gaat het q mensen die lijden a| een bepaald tekort o gebrek, stelt Hammi „Zij zullen het aar da beërven: een plek oj in vrede te wonen. woon een humane menleving op deze de dus. Niet dat zij ineens gi lijden meer zullen Iq nen. Maar dat zal w| worden verlicht, en| door de tweede catq rie van Jezus' zaligei zoals de barmhartig! 'van die mensen wa anderen tegen zeggen: je moet wel realistisch blijven hoor, al te goed is buurmans gek'. Zo passen hulpbehoevenden en hulpvaardig! als een soort yin en yang in elkaar. Tot slot ri<| Hammer zich direct tot zijn gehoor. Voel je je verwant met de eerste categorie, zegt hij, 'daii mag je rekenen op mensen uit onze geloofsg! meenschap. de barmhartigen'. Hoor je daar n bij? Dan 'is het goed om je de houding eigen maken' van de tweede categorie. Een prachtig visioen heeft Hammer met zijn kalm voorgedragen, helder opgebouwde pree tevoorschijn getoverd. En het mooiste is, dat geen kathedrale muren en gothische ramen n dig heeft. Zelfs tussen deze koele hospitaalwa den kleurt het heel eventjes warm.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 10