Levensmoed ondanks beperkingen' Anders omgaan met kanker Het verhaal van een kankerpatiënt Kanker kan nog steeds dodelijk zijn, maar wordt meer en meer een chronische ziekte. Betere behandelingsmethoden zorgen voor een langer leven. Maar hoe leef je dat leven? Hoe ga je om met het andere toekomstperspectief? Sinds een jaar geeft het Integraal Kankercentrum West (IKW) in Leiden de cursus 'Leren leven met kanker' voor kankerpatiënten. Deze cursus is uniek in Nederland. Twee hulpverleners en een patiënt over leren leven met kanker. door Roelf Reinders Wendy Duchenne van het IKW en psycholoog Joost Baas. Foto: Hielco Kuipers De angst voor de dood is niet overheer send bij kankerpatiënten, zegt Joost Baas, psycholoog van de cursus Leren leven met kanker. ,,Dat zou je misschien denken, maar de eindigheid van het leven staat niet zo op de voorgrond. Kankerpatiënten heb ben wel veel angst, maar het is de angst voor aftakeling en eenzaamheid. De angst voor vermoeidheid, de angst dat je er niet met naasten over kan praten. Dóór gaat het over. De thema's op de cursus zijn niet groots en meeslepend, geen inspiratiebron voor kunst en film of zo." Van het concert des levens krijgt niemand een program, zegt het spreekwoord. De patiënt bij wie artsen kanker vaststellen, is wat meer van dat program bekend. Psy choloog Baas zegt het zo: „Het script is veranderd. Het leven is niet meer zoals het vroeger was. Je wordt de oude niet meer." De cursus 'Leren leven met kanker' wil pa tiënten helpen met hun 'nieuwe' leven. Niet iedere kankerpatiënt heeft hulp nodig om als kankerpatiënt verder te gaan, zegt Baas. „De meerderheid redt het ook wel zonder hulp. Ik schat dat twintig procent professionele hulp nodig heeft." Alleen: „Slechts een klein deel krijgt die hulp ook." Iedereen weet vaak zo goed wat je moet doen: praten, veel praten. 'Praat erover, krop het niet op.' Mooi advies hoor, vindt Baas. „Maar is veel praten wel goed? Als je constant hetzelfde verhaal vertelt, praat je wel veel, maar wat heb je eraan? Niks als je niet de goede gesprekstechniek gebruikt. Het gaat om góed praten met respect voor eigen gedachten en gevoelens. En het maakt nogal wat uit of je met je buurvrouw praat of met een professional." Het verschil met de buurvrouw: „In de cursus blijven we niet in algemeenheden steken." De cursusbegeleiders spreken de mensen aan als individu, zegt Baas, als mens. „We laten zien hoe je óók met kan ker kunt omgaan. Je kunt wel zeggen: 'De kanker maakt mij depressief.' Maar dat is niet zo. De kanker maakt niet somber, je doet dat zelf met je gedachten over de ziekte. 'Ik ben niet mijn kanker'. Dat moet de houding zijn." Net als bij bijeenkomsten van lotgenoten die door patiëntenverenigingen zijn geor ganiseerd, vertellen de cursisten hun ver haal. „Er komen veel zware verhalen los", vertelt Baas. „Vaak over wat er is misge gaan. Boosheid, ik hoor veel boosheid. Door er in de groep over te praten, kunnen de patiënten uiting aan die boosheid ge ven. Veel van hun boosheid heeft te maken met problemen rond acceptatie van hun situatie. Veel patiënten zijn kwaad omdat ze op de wachtlijst hebben gestaan en lang op behandeling hebben gewacht. Terwijl dat wachten voor de prognose verder niks uitmaakte." De partners van kankerpatiënten mogen ook komen. „Hun leven ligt ook aardig overhoop hoor", zegt Baas. „Zij cijferen zich weg voor hun partner met kanker en hebben ook heftige emoties. Op de cursus blijkt vaak hoe zij hebben geleden, wat hun partner dan niet eens weet. 'Je hebt nooit geweten hoe ongerust ik was', hoor je dan. 'Ik heb het je nooit verteld, want je had het zelf al zo zwaar'. Patiënten weten niet dat hun partners nachtenlang niet konden sla pen. „Hoe vaak ik wel niet met de hond heb gewandeld. Jij sliep dan." Anders dan de traditionele lotgenotenbij- eenkomsten geeft de IKW-cursus veel in formatie. Specialisten als radiologen en oncologen vertellen over achtergronden en nieuwtjes rond kankerbehandelingen, psy choloog Baas is er voor de psychosociale problemen. „Hoe kun je anders over kan ker denken? Niet iedere vrouw wordt wan hopig van borstkanker. We laten zien dat het ook anders kan. We leggen bijvoor beeld uit wat rouwverwerking is. Iedereen heeft het over verwerking, maar eigenlijk weet niemand wat het is en hoe het werkt." De mix tussen pure informatiever schaffing en psychosociale begeleiding heet psycho-educatie. „Sinds een jaar of tien is daar veel belangstelling voor", ver telt Wendy Duchenne van het IKW. „Vroe ger draaide alles om genezing. Er kwam al leen hulp als een patiënt eraan onderdoor ging. Nu is er steeds meer aandacht voor psycho - educatie. Maar, zegt zij, er moet nog veel verbeteren. „Ziekenhuizen en thuiszorgorganisaties nemen veel te weinig initiatieven om kan kerpatiënten dit soort begeleiding aan te bieden. Het heeft geen prioriteit, dat is ook een kwestie van geld. Psycholoog Baas: „Het is geen onwil van de ziekenhuizen, maar er is gewoon geen ruimte voor. Een specialist heeft al zo weinig tijd voor z'n patiënten. In een paar minuten moet er van alles worden besproken. En kanker, dat is al zo emotioneel. Dan is het lastig om ook nog eens een cursus aan de orde te stellen." Toch vinden Baas en Duchenne dat een specialist of oncoloog-verpleeg kundige standaard kankerpatiënten moe ten wijzen op de mogelijkheid van psycho sociale hulp. „Daar moeten we naartoe." De volgende cursus 'Leren leven met kanker' begint dinsdag 12 februari bij het Integraal Kankercentrum West (IKW) in Leiden. Telefoon 071-525.97.59. ZATERDAG 2 FEBRUARI 2002 ER BU Grenzen De fiets van Jans Lisker (62) staat op de gang van de to renflat. Alleen voor bood schappen gebruikt ze hem nog. Twee jaar geleden reed ze er weke lijks nog ritjes op van vijftig, zestig kilometer. Even weg uit Zoetermeer om de mooie plekjes in het Groene Hart te zoeken. Romannetje mee voor de pauzes langs een sloot. Maar dat was vroeger. Voordat er borst kanker bij haar werd geconstateerd. Ze is nu te moe voor lange fietstoch ten. Dat komt door de medicijnen. Ze hebben haar rechterborst dan wel weggehaald maar de okselklieren waren aangetast; de kankercellen za ten al in de rest van haar lichaam. Dat betekent dat ze opnieuw kanker kan krijgen. De cursus 'Leren leven met kanker' van het Integraal Kan kercentrum West heeft haar geleerd met die dreiging om te gaan. „Mijn leven staat niet in het teken van kan ker." Een dikke bos grijs haar heeft Jans Lisker. Ze is er trots op. Een jaar ge leden was ze nog zo kaal als een knikker. Ze is zelfs al weer naar de kapper geweest. Bobbeltjes Een kort, zakelijk briefje kreeg ze'in de eerste zomer van het nieuwe mil lennium. Afzender: het bevolkings onderzoek naar borstkanker. Of ze even naar haar huisarts wilde gaan. Ze hadden namelijk iets gevonden. Ze was-zoals altijd gewoon weer naar het bevolkingsonderzoek geweest, in de stellige overtuiging dat er niks aan de hand was. Er was nog nooit wat bij haar gevonden. En zelf had ze ook niks gevoeld, want ze contro leerde haar borst af en toe op harde bobbeltjes. Haar huisarts zei dat het nu wel eens niet goed kon zijn. De borströntgenfoto liet gezwellen op twee plaatsen zien. Ongelukkige plaatsen. De rechter borst moet he lemaal weg, zei de specialist. „Het hoeft niet ernstig te zijn, dacht ik, toen ik de brief van het kankeron derzoek kreeg. Eén foto zegt niet al les. Onzeker was ik natuurlijk wel. Ik was in dertig jaar niet meer ziek ge weest. Een half jaar eerder was een fijne vriendin van mij aan borstkan ker overleden. Ik ben het volgende slachtoffer, dacht ik. Ik zat met dui zenden vragen, wilde alles weten over kanker. Ik heb toen alle boeken over borstkanker verslonden die ik in de bibliotheek kon vinden. En het gekke is, dit informatie-offensief nam mijn angst wat weg. Ik gaf me over aan wat me te wachten stond. Ik wist wat ik moest ondergaan. Ik moest zorgen dat ik daar doorheen kwam." De chirurg verwijderde haar rechter borst. De kankergezwellen waren weg. Maar er waren uitzaaiingen. De kanker zat nog in haar lijf. „Ik ben naar huis gegaan om een week zielig te doen. Ik wilde het alleen verwer ken. Toen begon de behandeling om te proberen de kankercellen in mijn lichaam te doden. Chemotherapie, bestraling, medicijnen. Vijftig pro cent kans dat het goed zou gaan. Fif- ty-fifty. Misschien zit ik wel bij de goede fifty. Vier keer chemotherapie heb ik gehad. Steeds was ik tien da gen ziek, daarna ging het wel weer. De effecten van de therapie waren minder erg dan ik had gedacht. Ik was er erg bang voor geweest. Mijn vriendin had het veel ellendiger. Die was dood- en doodziek en viel enorm af. Dat is mij bespaard geble ven." Lamgelegd Na de chemotherapie begon de be straling. Ruim een maand lang ging ze elke werkdag naar het ziekenhuis in Den Haag voor een bestralingsbe handeling. Vijfentwintig keer. „Ik werd er onbeschrijflijk moe van. En ik kon er niks tegen doen. Mijn li chaam liet me in de steek. Het was niet de kanker, het was de therapie die mij lam legde. Over de toekomst dacht ik niet meer na. De therapie, de vermoeidheid, slokte mij volledig op. Het ontbrak mij aan de energie om vooruit te denken. Ik had toen het dwaze idee: als het achter de rug is, is het achter de rug. Maar later kreeg ik het benauwd. Wat als alles écht achter de rug is? Wat als alle aandacht en bezorgdheid voorbij is? Dan moet ik het alleen doen. Ik wist dat ik dat niet kon. Wat kon ik doen?" De folder over de cursus 'Leren le ven met kanker' zag ze bij één van haar laatste bezoeken aan het be stralingscentrum. Het was een klein stapeltje folders, ze had er gemakke lijk overheen kunnen kijken. „Die folder zie ik als een geschenk. Op het moment dat ik die cursus nodig had, lag die folder daar. Ik wist onmiddel lijk dat ik eraan ging meedoen. Dat er ook inloopbijeenkomsten voor borstkankerpatiënten zijn, wist ik wel. Maar dat wilde ik niet. Ik had geen zin om allemaal klaagverhalen van anderen aan te horen, ik had ge noeg aan mezelf. Ik had ook niet zo'n behoefte aan praten, ik was meer op zoek naar informatie. De cursus heeft invloed gehad op hoe ik met het leven omga. Ik heb er weer plezier in. Het is goed zoals het is. Ik houd erg van fietsen. Ik maakte vaak tochten van vijftig, zestig kilo meter door het Groene Hart, maar nu gebruik ik m'n fiets alleen nog maar om boodschappen te doen. Voor lange tochten ben ik nu te moe. De medicijnen hè. Volgend jaar misschien maar weer, denk ik dan. Ik kan nu dingen laten zonder dat ik spijt krijg. Vóór de cursus pro beerde ik krampachtig mijn oude conditie terug te krijgen. Ik liep ex pres tien minuten langer of fietste wat langer door. Dat heb ik afge schaft, ik weiger mijn grenzen te overschrijden." "Ik weet dat het niet meer wordt zo als vroeger. Maar ik ben nu voldoen de gewapend om op een acceptabe le manier verder te leven. Vechten kost energie. Ik heb mijn grenzen le ren kennen om te kunnen blijven vechten. Ik maak bijna geen afspra ken meer voor de lange termijn. Als ik me goed voel, ga ik mensen bellen om elkaar gelijk te ontmoeten. En als ik te moe ben, durf ik een afspraak af te zeggen. Dan zeg ik erbij dat ik me te moe voel. Dat deed ik vroeger nooit. Dan kwam ik toch maar om dat ik niet weg durfde te blijven, uit fatsoen. Ik voel me niet meer schul dig om iemand af te zeggen en ie mand teleur te stellen. Eerlijker ben ik dus ook geworden. Maar ik vertel heus niet iedereen dat ik kanker heb. Dat is niet nodig. Ik sta nu anders in het leven. Zie nu snel de betrekkelijkheid van alles in. Wat een dooddoener hè, vind je niet? Je hoort het toch van iedereen die een erge ziekte heeft gehad? Maar het is echt waar. Ik maak me absoluut minder druk om kleinig heidjes. Ik denk dan: is het nodig om me hier druk over te maken? Ik leef meer overwogen, bewuster. Relaxter ook. Ik kan nu gemakkelijk iets laten zonder dat ik daar spijt van krijg. Zo houd ik energie over voor de dingen die ik echt leuk vind. De toekomst zie ik positief. Ik weet ook wel dat ik dat zeg op een mo ment dat ik me goed voel. Ik ben be perkt in veel zaken, maar de beper kingen houden me niet van m'n le vensmoed af. Mijn leven staat niet in het teken van kanker en angst. Het idee dat de kanker kan terugkeren brengt me ook niet in paniek. Dat komt door mijn zelfvertrouwen, dat is flink gegroeid. Ik ben geen kanker patiënt, maar ik ben Jans Lisker die toevallig kankerpatiënt is." Jans Lisker is een gefingeerde naam. Fietsen doet Jans Lisker nog steeds graag, maar voor verre tochten heeft ze niet voldoende conditie meer. Geënsceneerde foto: Mark Lamers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 43