Abba's verhaal in magistrale biografi
BOEKEN
Subsidie levert mooie tekeningen op
Mulder niet over sport
Hond laat vieze winden
Literatuur met een Osmaanse sierletter L
Verguisd Zweeds kwartet wordt wereldband
144
MAANDAG 21 JANUARI 200
Jan Mulder. Foto: Ton Kastermans
verzameld werk recensie
Wim van Dijk
'De vrouw als karretje' door Jan Mulder.
Uitgeverij De Bezige Bij. Prijs: 17.50
38.56).
Jan Mulder, inmiddels via z'n
optredens bij Barend Van
Dorp. toegetreden tot de groep
Bekende Nederlanders, heeft in
de loop der jaren een omvang
rijk oeuvre bij elkaar geschreven
in tal van dag-, week- en
maandbladen. Z'n sportco-
lumns zijn inmiddels verzameld
in twee lijvige werken. Recent
kwam daar een nieuwe uitgave
bij: De vrouw als karretje.
De titel is al een indicatie dat het
accent ditmaal op het niet-spor-
tieve werk ligt. Dat wil zeggen:
de teksten die hij samen met
Remco Campert in het theater
voorlas, z'n herinneringen aan
Winschoten, waar z'n roots lig
gen, toespraken en nog het een
en ander.
Maar het is onvermijdelijk dat
de sport toch opduikt zo nu en
dan. Bijvoorbeeld als zoon en
voetballer Youri van FC Twente
verhuist naar het Duitse Schal-
ke. Dan staat er zomaar zo'n tas
met het opschrift van die Duitse
club. Eng. gek. Maar het had
nog erger kunnen zijn zegt z'n
vrouw: Grasshoppers. En je
moet voetballiefhebber én taal
gevoelig zijn om ten volle te
kunnen doorgronden waarom
de naam van die Zwitserse ploeg
nog erger is.
Het tekent Jan Mulder. Een
scherp oog voor details, associa
tief denkend en schrijvend en
aldus regelmatig wegdrijvend
van het oorspronkelijke onder
werp. Vooral het in deze bundel
opgenomen boek Diva in Win
schoten bevat diverse voorbeel
den daarvan. Het is Mulder op
z'n best met scherpe observa
ties.
Ook het titelverhaal gaat over
een zo'n typisch Mulderiaans
probleem: het onvermogen om
op natuurlijke wijze je vrouw
een arm te geven en aldus over
straat te gaan. Het wordt altijd
duwen of trekken. Vandaar de
titel: De vrouw als karretje.
Niet alles leest even vlot weg. De
bundel bevat bijvoorbeeld wat
onsamenhangend ogende ver
halen over leven, liefde en wer
ken van Bertrand Le Touquet,
'dichter in de tijd dat de ritsslui
tingen populair waren'. Maar de
toespraken achterin vergoeden
weer veeL
Het duurde lang voordat Abba de
erkenning kreeg die de groep
verdiende. Pas begin jaren ne
gentig durfden uiteenlopende
popmusici als Bono en Kurt Co-
bain voor hun liefde voor de
Zweedse hitmachine uit te ko
men. Carl Magnus Palm vertelt in
een magistrale biografie Abba's
bijzondere levensverhaal.
biografie recensie
Martin Hermens
'Bright lights dark shadows, the real
story of Abba' door Carl Magnus Palm.
Uitgeverij Omnibus Press. Prijs: 3649
8041). Engelstalig.
Na de overwinning op het Euro
visie Songfestival van 1974
moest het grote succes komen.
Maar het zat Abba tegen. Een
eerste concerttoumee door Eu
ropa verliep desastreus: de
groepsleden hielden er een ave
rsie tegen dit soort reizen aan
over. Daarnaast won de punk
beweging aan terrein en vanuit
die hoek werd er vernietigend
geoordeeld over de muzikale
prestaties van de groep. Pas veel
later gaven punk-muzikanten
toe soms ideeën uit het werk
van Abba geplukt te hebben. Tot
aan de Sex Pistols toe.
In eigen land verging het Abba
misschien nog wel moeizamer.
De culturele elite werd er geleid
door socialisten. Geld verdienen
was in hun ogen een vieze be
zigheid. De progressieve mu
ziekbeweging Progg zette de
groep menig keer de voet dwars.
Muzikanten die met Abba wil
den samenwerken, werd te ken
nen gegeven dat ze hun verdere
carrière wel konden vergeten.
Desondanks brak Abba het ene
verkooprecord na het andere in
thuisland Zweden.
Carl Magnus Palm schreef al
eerder boeken over Abba, de
groep die Zweden op de land
kaart zette als producent van
popmuziek. Voor zijn Bright
lights dark shadows vulde hij al
zijn vergaarde kennis aan met
verhalen van mensen die op een
of andere manier actief betrok
ken zijn geweest bij het feno
meen Abba. Als kenner van de
Zweedse samenleving plaatst hij
de groep in een historisch per
spectief zoals dat niet eerder ge
beurde.
Ook elders in de wereld kreeg de
groep het ondanks alle verkoop
successen hard te verduren. Ie
dereen die zich volgens eigen
zeggen serieus met popmuziek
bezighield, trok ten strijde tegen
alles wat Abba presteerde. Toch
volgden alle grote sterren van de
toenmalige popmuziek nauwge
zet de producties van dat
Zweedse kwartet. Het klonk alle
maal zo simpel, maar het oeuvre
van Abba zit vol met ingenieuze
harmonieën, ongewone ak
koordwisselingen en baanbre
kende studiotechniek.
Bono van U2 was een van de
eerste rocksterren die begin ja
ren negentig zijn waardering
voor het werk van Abba openlijk
uitsprak. Ook iemand als Kurt
Cobain was een fervente fan van
de groep. R.E.M. speelde Abba-
repertoire tijdens concerten. Ab
ba. redeneert Palm, is dus wel
degelijk van invloed geweest op
de popmuziek. Niet zozeer van
wege de ongelofelijke verkoop
cijfers, wel om de muzikale en
productionele aanpak.
De lijvige biografie van Palm
gaat uitgebreid in op de levens
DE LEESTAFEL
door Jan Kuys
Wekelijks ligt een ander genre
boeken op de leestafel. Deze
week de recente oogst op strip-
gebied.
door Jan Kuys
Barbara Stok toont er schetsen,
teksten, systeemkaartjes en dag
boekfragmenten die vooraf gin
gen aan het maken van het
stripverhaal. Ze laten zien hoe
minutieus de Groningse te werk
gaat bij het bedenken en teke
nen. Peter Pontiac exposeert er
twaalf bladen uit zijn succesal
bum Kraut. Wondertjes van te
kenkunst. Peter van Dongen laat
tot in de kleinste details de ont
wikkeling van zijn 'klare-lijn'-te-
kening zien, zodat de toeschou
wer een goed idee krijgt van wat
voor een Titanenklus het teke
nen van strips kan zijn.
En dat was nou net de bedoe
ling van het Fonds voor Beel
dende kunsten, Vormgeving en
Bouwkunst Het fonds verstrekt
kwalitatief goede striptekenaars
een beurs, waardoor ze een tijd
lang ongestoord aan een verhaal
kunnen werken. De manier van
werken en de resultaten zijn te
zien op de tentoonstelling Toe
kenning 006 die het fonds heeft
ingericht in het eigen onderko
men aan de Brouwersgracht 276
in Amsterdam.
In het algemeen is het tekenen
van strips geen vetpot. Veel kun
stenaars schnabbelen er wat bij
om in de kosten van hun le
vensonderhoud te kunnen voor
zien. Dat gaat nogal eens ten
koste van onafhankelijke, crea
tieve producties. Vandaar dat
het fonds sinds een jaar of vier
striptekenaars financieel onder
steunt
De reacties zijn zonder uitzon
dering positief. Veel stripteke
naars weten dat zij zonder die
financiële steun een aantal pro
jecten niet of moeilijk tot stand
kunnen brengen. Gerrie Hondi-
us bijvoorbeeld was destijds
dolblij met de ondersteuning.
Het stimuleerde haar met enor
me energie te werken aan de
publicatie van haar eerste boek.
Ook Van Dongen kan daardoor
in alle rust zijn ragfijne tekenin
gen bijwerken tot het gewenste
resultaat is bereikt.
Op de expositie hangt materiaal
van de reeds genoemden en van
Guido van Driel, Cees Heuvel,
Helena Klakocar en Marcel Ruij-
ters. De tentoonstelling is te be
zichtigen van maandag tot en
met vrijdag tussen 9 en 17 uur.
Philippe Foerster begon in 1980
met het maken van stripverha
len. Aanvankelijk korte afleve
ringen in tijdschriften en later
ook het grotere werk. Bekend is
bijvoorbeeld het verhaal De Styx
dat hij maakte samen met An
dreas. In de serie Silex Files is
nu Ontbrekende Schakels (Le
Lombard, 4,99 11,00)) ver-
Illustratie uit Kraut van Peter Pontiac.
schenen. Foerster biedt een per
siflage op Humphrey Bogart in
een verhaal dat zich in de oud
heid afspeelt. Deze kinderstrip
voor volwassenen doet soms
iets te veel aan de Flintstones
denken.
Jeroen Janssen blijft intrigeren.
Wie herinnert zich niet zijn be
levenissen uit Ruanda in het in
dringende verhaal Muzungu
Zijn afwijkende stijl van tekenen
nodigt niet onmiddellijk uit tot
een nadere kennismaking, maar
verdient dat wel. Een nachtegaal
in de stad was begin 2000 zijn
tweede proeve van kunnen,
waarmee hij in 1998 de VSB-
prijs won tijdens de Haarlemse
Stripdagen. Nu ligt er Klaarlich
te nacht (Wonderland, 19,71
43,43)), vier erotische verha
len. Niet allemaal even boeiend,
maar wel een goede manier om
met deze fascinerende Belg ken
nis te maken.
De Chileen Jodorowsky (Blue
berry, Jerry Spring) heeft met
van de vier Abba-leden Benny
Andersson, Björn Ulvaeus, Ag-
netha Faltskog en Anni-Frid
Lyngstad. Ze waren allen, zij het
met wisselend succes, al gerui
me tijd actief in de Zweedse
muziekwereld. Begin jaren ze
ventig kwam daar langzaam
maar zeker Abba uit voort. Het
was geen vooraf bedacht con
cept, zo maakt de auteur duide
lijk. Maar de weg naar het com
merciële succes werd wel goed
uitgekiend.
Voor dat laatste was manager en
platenbaas Stig Anderson ver
antwoordelijk, een omstreden
figuur in de Zweedse muziekwe
reld. Hij zag zichzelf graag als
topman van wat een imposant
zaken-imperium moest worden.
Maar de aan drank verslaafde
manager beging blunder na
blunder en werd daarmee de ri
see van de Zweedse zakenwe
reld. In 1997 overleed hij, ont
daan van alle illusies die hij ooit
koesterde.
Palm beschrijft in deze Abba-
biografie nauwgezet de bemoei
enissen van de man die volgens
hem ten onrechte het vijfde Ab-
ba-lid werd genoemd. Het is een
intrigerend portret, net zoals hij
ook de vier groepsleden als
doodnormale mensen neerzet.
Ontdaan van alle waanzin uit de
hoogtijdagen, blijken het vier
kwetsbare personen te zijn met
temperamentvolle karakters,
twijfels en angsten.
Als er een ding duidelijk wordt
uit deze biografie, dan is het wel
dat Abba het onverwacht lang
heeft volgehouden. Het enorme
succes lag als een zware last op
de schouders van het viertal.
Felle confrontaties waren het
gevolg. Niet zozeer tussen de
twee zangeressen - al is dat al-
Het klonk allemaal zo simpel, maar het oeuvre van Abba zit vol met ingenieuze harmonieën, onj
akkoordwisselingen en baanbrekende studiotechniek. Publiciteitsfoto
tijd met stelligheid beweerd.
Wel tussen de twee koppels. De
echtscheidingen die daaruit
voortvloeiden waren de zoveel
ste stap richting het definitieve
einde.
De vier Abba-leden komen in
deze biografie ook zelf uitge
breid aan het woord. Ze staan
onder andere stil bij het waarom
van het voor de fans onver
wachte einde begin jaren tach
tig. Anni-Frid Lyngstad zegt het
recht voor z'n raap: „We waren
moe van elkaar. We hadden al
zoveel samen meegemaakt dat
het plezier verdwenen was. Pla
ten maken werd een routine.
We ontwikkelden ons i
schillende richtingen. Da
verdween de eenheid die
zo kenmerkend was voorj
Het is slechts een van dei
ke uitspraken in deze r
le, baanbrekende biografe
TOP TIEN FICTIE
novelle recensie
Margot Engelen
'De rooie hond' door Louis de Bernières
(met tekeningen van Alan Baker).
Vertaling Mea Flothuis. Uitgeverij De
Arbeiderspers. Prijs: 13,00 28,65).
In een paar jaar schreef Louis de
Bernières vier kloeke boeken;
een trilogie die zich afspeelt in
Latijns-Amerika, en de mega-
bestseller Kapitein Corelli's
mandoline (sinds 1994 niet
meer weg uit de Engelse top-
tiens) die een combinatie is van
een oorlogs-, familie- en streek -
ro'man. Toen bleef het stil rond
de Britse schrijver, tot hij on
langs terugkwam met een dun
boekje met tekeningen over een
Australische hond die echt be
staan heeft De Bernières schetst
een liefdevol portret van deze
hond, Tally Ho en later kortweg
'Rooie', die zijn faam onder an
dere ontleende aan zijn extreem
vieze winden. Rooie zwierf van
1971 tot 1979 door het noord
westen van Australië, de laatste
vijf jaar op zoek naar zijn baas,
die bij een motorongeluk om
het leven was gekomen.
Een romantisch gegeven, maar
het is juist het stoere aspect dat
De Bernières benadrukt. Het
stoere van de pionierende mijn
werkers die in de woestenij van
Australië een zwaar bestaan uit
de grond stampen, en het harde
en eigenwijze van de rode reu,
een Red Cloud-kelpie met een
encyclopedisch geheugen voor
plekken waar hij ooit eten ge
vonden heeft.
Hij schooit om eten, rooft het en
krijgt het van iedereen toege
stopt, vandaar zijn darmproble
men. Als hij geadopteerd wordt
door een jonge buschauffeur en
zijn vaste zitplaats krijgt in de
bus, moet een keer de hele bus
ontruimd worden om gelucht te
worden na een wind van Rooie.
Andere opvallende kwaliteiten
van de hond zijn het kunnen
oppikken van een lift (hij kent
de geluiden van ieders auto), het
aangeven waar hij er weer uit
wil, en welk raampje er open
moet.
De bonkige mijnwerkers zijn
zonder uitzondering verknocht
aan Rooie, en al kunnen zij
nooit op hem rekenen, hij wel
op hen. In een gebied waar het
vier uur rijden is naar de
dichtstbijzijnde dierenarts is dat
niet niks. De Bernières probeert
zich in hen te verplaatsen, daar
bij naar alle waarschijnlijkheid
teruggrijpend naar zijn korte le
ven als cowboy in Colombia.
Het boekje De rooie hond be
staat eigenlijk uit een serie anek
dotes. Het is een aardig boek, en
niet alleen voor 'kynofielen'.
1. (-) J.K. Rowling, Harry Potter
en de geheime kamer.
Harmonie, 14,50 31,95)
2. (-) J.K. Rowling, Harry Potter
en de gevangene van Azkha-
ban.
Harmonie, 14,50 31,95)
3. (-) J.K. Rowling, Harry Potter
en de vuurbeker.
Harmonie, 14,50 31,95)
4. (-) J.R.R. Tolkien, In de ban
van de ring.
De Boekerij, 19,75 43,52)
5. (-) David Baldacci, De laatste
man.
Bruna, 19,95 43,96)
6. (3) Sandór Marai, Gloed.
Wereldbibliotheek, 11,30
24,90)
7. (6) Marianne Fredriksson,
Het zesde zintuig.
De Geus, €22,51 (ƒ49,60)
8. (-) J.K. Rowling, Harry Potter
en de steen der wijzen.
Harmonie, 14,50 31,95)
9. (-) Jonathan Frantzen,
De correcties.
Prometheus, 14,50 (ƒ31,95)
10. (5) Gerrit Komrij,
De klopgeest.
De Bezige Bij, 18,11 (ƒ39,90)
Heeft literatuur tegenw
bijbehorende plaatjes iick
te verkopen? Afgaande
boekentoptien van deze
(Tolkien, Potter) wel. Ma:
ook weinig concurrenti
grote Nederlandse
houden zich deze wim
Komrij en De Moor na
En opvallend proza van
grens (de Italiaanse ont(
Veronesi, de Turkse aart
Ier Pamuk) weet het gr
bliek (nog?) net niet te
ken. Wel nieuw: de Ame
Se thrillerschrijver Davit
acci die sinds zijn opv
debuut Absolute Powe
filmd met Clint Eastwoo
hoofdrol) ook in Nederla
grote schare fans heef
bouwd. Plus: de Amer
familiegeschiedenis die
than Frantzen vertelt in
recties-. wereldliteratui
zwaar overschat? De cril
sterk verdeeld.
De boekentoptien wordt
lijks samengesteld op ba
verkoopcijfers van Alhe
Boekhandel en H. de Vrii
ken in Haarlem, Boek
Kooyker Ginsberg in
Standaard Boekhandel
ma in Hilversum, Boek
Los in Bussum en Boek
De Ark in Almere.
Orhan Pamuk meet zich met allergrootsten
zijn fantasieverhalen over de In-
cal veel respect afgedwongen.
Zijn hoofdpersoon John Difool
beweegt zich in een absurde
wereld, waarin we vaak iets her
kennen van de chaotische ge-
dachtenwereld van de Franse
schrijver/tekenaar Topor, door
wie Jodorowsky sterk beïnvloed
is. Zijn laatste werk is De Nieuwe
Droom ("Oog Blik, 13,50
29,75)), deel 1 in de serie Na
de Incal. Het prachtige teken
werk is uiteraard van Moebius.
roman recensie
Theo Hakkert
'Ik heet Karmozijn' door Orhan Pamuk.
Vertaling: Margreet Dorleijn en Hanneke
van der Heijden Uitgeverij De
Arbeiderspers. Prijs: 31,70 69.86).
Rond het werk van de Turkse
schrijver Orhan Pamuk (1952)
vond vorig decennium in Ne
derland een heuse inhaalslag
plaats. Vier van zijn romans uit
de jaren tachtig werden in korte
tijd vertaald. De schrijver zelf
was in de jaren negentig voor
namelijk met één boek in de
weer. Pamuk begon aan Ik heet
Karmozijn in 1990, werkte er
twee jaar aan en legde het toen
weg, omdat Het nieuwe leven
blijkbaar om voorrang had ge
vraagd. Vervolgens herpakte hij
Ik heet Karmozijn, waarna het
nog vier jaar duurde voordat de
roman klaar was. Het is zijn
meesterstuk geworden.
En de lat lag al zo hoog. Orhan
Pamuk wordt door menig lief
hebber beschouwd als de mis
sing link tussen de westerse en
islamitische literatuur. Dat heeft
een basale, banale kant die met
een symbolisch is: hij woont in
Istanbul en zijn huis ziet uit over
de Bosporus, de geologische
waterscheiding tussen het wes
ten en de oriënt. Maar het heeft
ook een inhoudelijke kant: in de
boeken van Pamuk komen de
oosterse en westerse schrijftra
dities samen.
Hij is inmiddels vergeleken met
de allergrootsten. Met Borges,
met Joyce, met Calvino, met
Proust, met Mann, met Svevo.
Terwijl het oosten haar veel
anoniemere invloed doet gelden
in zijn exotische woordkeus,
stijl, de subtiele manier waarop
hij verhaallijnen herneemt, her
haalt en verdraait en hoe hij ap
pelleert aan de orale tradities
van het oosten.
Zo komt in Ik heet Karmozijn in
elk hoofdstuk een personage
aan het woord die een rol speelt
in het voorgaande hoofdstuk.
Het hoeven overigens niet alle
maal levende personages te zijn.
Pamuk voert ook rustig een ou
de munt als verteller op, die
mag komen vertellen in welke
zakken, zakdoeken, sokken,
kruiken, potjes en zelfs li
chaamsdelen hij verstopt heeft
gezeten.
De eerste die aan het woord
komt, zet meteen de toon. Het is
De Priegelaar. Hij is illuminator,
of fijntekenaar, of miniaturist.
Maar wat erger is: hij is dood.
Hij ligt op de bodem van de put
waar een collega hem heeft ver
moord en richt het woord tot de
lezer. Om hem te waarschuwen:
.Achter mijn dood zit een gru
welijk complot." En hij voegt er
aan toe: „Als er een boek ge
schreven zou worden over wat
ons overkomt zou de allerkun-
digste illuminator het niet kun
nen illustreren, neem dat maar
van me aan. Het boek zou van
een onthutsende kracht zijn,
juist omdat het niet geïllustreerd
kan worden, net als de koran -
maar God verhoede dat u dat
verkeerd opvat. Ik betwijfel of u
dat begrijpt."
Een alinea van een onthutsen
de, voorspellende kracht, die de
kem van het boek bevat. Want
dat niet te illustreren boek is ui
teraard het boek dat we hier in
handen houden. In Ik heet Kar
mozijn botst de aloude oosterse
traditie van het tekenen en illu
streren op de nieuwere, wester
se traditie, met name de Itali
aanse. Waar de Osmaanse tradi
tie volhardt in het anoniem af
beelden en vooral exact kopië
ren van eeuwenoude voorbeel
den, kiezen de Italianen tijdens
de Renaissance plots voor het
individu. Portretten van men
sen, herkenbare portretten - het
is de miniatuur-puristen een
gruwel. Een afbeelding van je ei
gen gezicht aan de muur, be
spottelijk!
Het is de Sultan zelf die het con
flict binnen het gilde op de spits
drijft door een van de beste illu-
minatoren, de vader van de
mooie, jonge weduwe Seküre
een geheime opdracht te geven.
Ze moeten een boek voor de
Sultan maken in westerse stijl.
De Priegelaar krijgt een deel van
de opdracht, maar dan
vermoord. Seküre's vadei
hulp aan Kara, die ooit 1
was op Seküre en zo kri
onmogelijke liefde een
kans.
Om en om komen de px
ges aan het woord, de vt
ten, de verliefden, de min
tekenaars. Verhalen rijgt
aaneen. Gebeurtenissen
vanuit diverse standpuni
dus telkens net even andt
schreven. Tot het de lez
zelt. Kwesties van liefde,
religie, het leven van 1
dood en humor - dit all
vlochten in een briljant g<
oosters tapijt van taa
vernuft en onalledaagse
kunst. U had zeker al be
dat het uiteindelijk S
zoon Orhan is die het
opschrijft. „Hij zal geen
onbeproefd laten om
haal zo mooi mogelijk tei
zodat wij het allemaal gel
zegt ze.
Vorig jaar verschenen
een week twee Zuid-Ame!
se romans in vertaling d
den aangeprezen met de
'Als Jorge Luis Borges (X
roman had geschreven, v
deze geweest'. Nee, het
heet Karmozijn zijn g<
Maar als Borges het h
kund, had hij het wel
Orhan Pamuk deed het.
tuur met een Osmaanse
ter L.