'Het keepen is
en avontuur'
SI
Wim 'Bluf Eradus en de passie voor het doel
FC Leiden of
FC Bollenstreek:
ik zou er niet
aan beginnen
zaterdag 19 JANUARI 2002
SPORT
loman Leefmans
icademie voor sluitposten' heeft contracten met
ede, UVS en Lugdunum en daarnaast geeft hij
rivé-lessen. Wim Eradus is naast vlakdrukmon-
ypograaf sinds acht jaar hoofdcoach bij de door
jpgerichte keepersschool. Geen wonder dat de 47-
Leidenaar, die zelf zeventien jaar lang het doel
jverse eerste elftallen verdedigde, een uitgespro-
ming heeft over de eenlingen van het voetbal. Zo
jen Barthez in zijn ogen nog altijd de beste en
Eradus een afkeer van allerlei overbodige novitei-
als meevoetballende keepers of de modegrillen
lortfabrikanten. Aan de hand van twaalf stellin-
lengt hij een ode aan de échte laatste man.
nde jeugd geldt nog altijd: het dikste jongetje
up doel.
die tijd is gelukkig al lang voorbij. Jongetjes kie-
tegenwoordig doelbewust voor en zijn er ver-
ns niet meer vanaf te brengen. Je pikt de eenlin-
rzo tussenuit. Ze willen in de goal omdat ze dan
bij de toeschouwers en ouders staan, dat ze
uele complimenten duidelijk kunnen horen,
«enieten ze van. Keepen is een avontuur. Ou-
ebben juist liever niet dat hun zoon of dochter
doel staat. Het beleid bij de keepersschool is
e-tjes en f-ies gewoon lekker laten gaan en pas
d-tjes met specifieke keeperstraining beginnen,
soms zijn ze zo fanatiek dat ze al eerder willen
nen. Dan knijpen we een oogje toe."
is een aanfluiting voor het trainersgilde dat
1 keepersschool bestaat.
swat overdreven. Trainers künnen ook vaak
11e aandacht geven, die een keeper eigenlijk no-
left. Daar hebben ze de ruimte niet voor. Laat
jelman maar eens op uittrappen oefenen als op
van het veld gewoon wordt getraind. Dan is hij
alf uur bezig om de ballen terug te vinden. Zelfs
ibs hebben dat probleem. Bij Feyenoord zag ik
irt van Marwijk de keeperstraining van Pim
lurg onderbrak om een paar ballen van de kee-
aar de voetballers over te hevelen. Wil je een
ïan in opperste concentratie bezig laten zijn en
pecten aan de beurt laten komen dan heb je
ruimte nodig. Daarom heb ik een heel veld tot
leschikking."
pen in een lange broek moest verboden wor-
loelman moet zich functioneel kleden en dus
rekening houden met het weer. Vriest het vier graden
en wil een keeper in een korte broek het veld opko
men, dan moet de trainer ingrijpen. Het is wel lekker
stoer om in korte broek en korte mouwen te keepen,
maar je bedenkt je op een hard veld toch een fractie
van een seconde voordat je duikt. Dat kan net het
verschil maken. Thomas Waasdorp van Ter Leede
kreeg na een wedstrijd tegen Fortuna Sittard een
compliment van Ruud Hesp. Maar Hesp zei er ook bij
dat hij het niet zo slim vond van Waasdorp om met
blote armen in het doel te staan waardoor hij een for
se rode plek op zijn pols opliep.
Ik heb het niet op de jaarlijks wisselende keepersmo
de. Nu zijn er weer handschoenen in de handel die
vingers stijf houden. Krijg je van die keepers die niet
meer weten hoe ze in een bal moeten knijpen. En de
KNVB schrijft tegenwoordig voor dat ook de jongste
jeugd met een bal maatje vijf moet spelen. Welke gek
heeft dat bedacht?"
4. Het is nooit wat geworden met meevoetballende
keepers.
..Bij Ajax word je er nog steeds op geselecteerd. Van
der Sar was de beste meevoetballende keeper ooit.
Maar op het moment dat hij bij een club gaat spelen -
zoals Juventus en nu Fulham - waar ze een keeper bij
de opbouw niet inschakelen, dan is Van der Sar ge
woon een goede doelman, niet meer dan dat. In het
moderne voetbal wordt alleen in Nederland van een
keeper geëist dan hij kan meevoetballen. Daar zijn we
een beetje in doorgedraaid."
5. Doelverdedigers zijn en blijven rare snuiters.
„Niet raar, wel anders. In vergelijking met vroeger zijn
zc meer teamspelers, meer een van de elf geworden.
Ik ben ook tegen aparte klassementen voor doelman
van het jaar. Toch merk ik dat keepers fanatieker zijn.
Ze willen op een training echt kapot gaan en ze sme
ken bijna om helemaal afgetraind te worden. Daarin
verschillen ze toch van de meeste voetballers."
6. Een doelman is vaak de sluitpost op de begroting.
„Dat is iets van vroeger. Op keepers wordt niet meer
bezuinigd. Al is het nog altijd zo dat een keeperstrai
ner bij een betaald-voetbalclub daar niet van kan le
ven. En af en toe zie je nog wel eens een vreemde
soort zuinigheid als het om keepers gaat. Op het mo
ment dat Ajax merkt dat Fred Grim het niveau niet
meer aankan, moeten ze gewoon een paar miljoen
uittrekken voor Babos, maar dat doen ze niet. Als je
het programma Eurogoals op Eurosport volgt dan zie
je inderdaad keepers - meestal uit Zuid-Europese lan
den - de meest afgrijselijke blunders maken. Daar
mag je toch niet uit afleiden dat ze daar zomaar een
willekeurige perenplukker in het doel hebben gezet.
Wim Eradus: „Als ik het bij Oranje voor het zeggen zou hebben dan blijft Van der Sar nummer een, met Zoetebier en Boschker als reserves." Foto; Taco van der Eb
Ten eerste hebben keepers in verschillende culturen
verschillende taken, en daarbij: een keeper die een
lekker balletje uit de lucht plukt, wordt bij Eurogoals
niet uitgezonden."
7. Zogenaamde subtoppers als Moens, Westerveld,
Boschker en Wapenaar worden schromelijk over
schat.
„Ik beschouw Westerveld en Wapenaar als 'gemaak
te' keepers en Boschker en Moens als natuurtalenten.
Ik zeg niet dat ze beter zijn, ik zie ze alleen liever. Als
ik het bij Oranje voor het zeggen zou hebben dan
blijft Van der Sar nummer een, met Zoetebier en
Boschker als reserves."
8. Met de keepersschool was Wim Eradus de tijd ver
vooruit.
„Ik hoef mezelf niet het graf in te prijzen. Als ik het
niet had gedaan, was iemand anders er wel mee be
gonnen. In België bestaat het al twintig jaar. Ik voor
zag dat er een behoefte ontstond en daar ben ik inge
sprongen. Je ziet tegenwoordig bij verschillende clubs
speciale spitsentrainers opduiken, maar dat is na
tuurlijk niet zo specifiek als keepers trainen. Daar
breng je iemand écht de kneepjes van het vak bij."
9. Wim Eradus komt nooit meer van zijn bijnaam
'bluf af.
„Daar bén ik gelukkig al vanaf. Wim Eradus is een
heel ander mens in het dagelijks leven en als trainer
dan als keeper. Ik heb de bijnaam 'bluf te danken
aan de tijd dat ik als jochie op straat voetbalde. Ik
probeerde iedereen af te bluffen en ik had een bluffe
rige uitstraling. Even een bal met één handje pakken.
Die bijnaam heeft lang stand gehouden, maar is lang
zaam verdwenen. Heel af en toe als ik op de Haar
lemmerstraat loop, word ik nog met Bluf aangespro
ken en dan zegt mijn vrouw: 'Niet omkijken'. Voor
een keeper is flair goed, maar bluf overdreven. Ik ben
allang uitgebluft."
10. Iemand die Fabian Barthez de beste doelman
ter wereld vindt, heeft geen verstand van keepen.
„Ik schaam me er nog altijd niet voor. Dan heb ik
maar geen verstand van keepen. Hij is nog steeds de
beste. Barthez heeft uitstraling, durf, hij kan met druk
omgaan en hij kan enorm goed anticiperen. Hij be
heerst alle facetten van het keepen. Zijn spelhervat
tingen - dat hebben we op het WK kunnen zien, maar
dat is iedereen al weer vergeten - leveren geregeld
doelpunten op. Dat hij ook wel eens blundert, zit in
zijn spel opgesloten. Iedereen lijkt van zijn missers te
genieten. 'Jij altijd met je Barthez', krijg ik dan te ho
ren. Als Schmeichel in hetzelfde tv-overzicht van het
Engelse voetbal ook twee keer in de fout gaat, hoor je
daar niemand over."
11Met een commerciëlere aanpak zou Wim Eradus
fulltime met de keepersschool bezig kunnen zijn.
„Dat denk ik niet. Als je te commercieel aan de slag
gaat, wordt het niets. Dat hebben ze in Den Haag met
allerlei profs en grootse plannen geprobeerd en dat is
helemaal mislukt. Ik had het oorspronkelijk wel voor
ogen, maar ik zag al snel dat het niet zou lukken. Ik
heb een gewone baan en mijn keepersschool is een
hobby waarmee ik het steeds drukker krijg. Dat is een
situatie waarmee ik gelukkig ben."
12. De school is pas geslaagd als er een prof is afge
leverd.
„Nee, daar doe ik het niet om. Het is meegenomen
als het zou lukken, maar het is minstens zo aardig om
een middelmatige keeper in een eerste elftal te krij
gen. Een aantal jeugdkeepers, dat ik heb getraind zit
bij betaalde clubs. Zelfs éls ze doorbreken, is het maar
de vraag of dat op mijn conto is te schrijven. Komt
het door hun talent of door mij? Ik schat dat mijn in
vloed hooguit tien procent bedraagt. Ik heb nu een
paar talenten onder mijn hoede die ik al van hun
achtste tot hun vijftiende train. Als die het redden,
mag ik me pas op mijn borst slaan."
T ZIT IN DE FAMILIE
RANDJE BUITENSPEL
aco van der Eb
net n: Nu zou ik geen profvoetballer
ler! tillen zijn, als die kans er eerder
komen, wel. Maar ik heb voor
jde tadie gekozen. Voetbal is nog wel
be »rijk. maar niet meer zo belangrijk
d 0 eger. Ik ben ook nooit jaloers op
,eet eweest, daar was ik te klein voor.
I-Jan: Ik was 13,14 jaar toen ik
eyenoord ging.
n: Ik ben ermee opgegroeid.
8 l-Jan: Aan de ene kant heb je als
etballer een heel mooi leven. Je
eel vrije tijd, soms train je maar
t, *r °P een dag. Maar in het week-
- moet ik vaak voetballen, en dan
firn '1 °P stap en andere leuke dingen
IS j pan denk ik wel eens: shit, dat
Bniet doen. Maar ik voetbal al zo
t ben er aan gewend. Ik leef in een
der wereldje, maar we gaan wel
katwijk -In een schoolelftal voetbalden ze wel eens samen, maar tegen elkaar spe
len, dat was nog nooit gebeurd. Dinsdag leek het eindelijk zo ver, maar het oefen
duel tussen Volendam en Quick Boys werd afgelast. Dus praten full-prof Robert-Jan
Ravensbergen (23) en zijn broer Martijn (21, tweedejaars student bouwkunde aan de
hts) over andere zaken in het ouderlijk huis in Katwijk.
veel met elkaar om.
Martijn: We doen alles samen. Even
poolen tussen de middag, het dorp in,
stappen. Bij thuiswedstrijden van Volen
dam ga ik altijd kijken, die zijn op zon
dag. Op zaterdag is het wat moeilijker,
omdat ik dan zelf moet voetballen.
Robert-Jan: Als het even kan, ben ik bij
Quick Boys te vinden. Niet alleen omdat
hij er voetbalt, de rest van de familie zit
er ook.
Martijn: We praten hier altijd over voet
bal, en hij zegt wel eens: je had het zus
of zo moeten doen. En ik geef ook wel
mijn mening over zijn spel.
Robert-Jan: Je mening geven mag hier
wel.
Martijn: Tja, wat is het verschil tussen
ons?
Robert-Jan: Dat is toch niet zo moeilijk.
Martijn: Hij is completer.
Robert-Jan: Het heeft ermee te maken
dat ik op jongere leeftijd op een hoger
niveau ben gaan voetballen. Ik ben al
heel lang alleen maar met voetbal bezig,
vroeger wist ik al: ik wil profvoetballer
worden.
Martijn: Dat had ik niet.
Robert-Jan: Hij zit anders in elkaar. Je
moet er veel voor opofferen, en ik had
het er voor over.
Martijn: Hij is misschien iets serieuzer
met dingen. Naast voetbal doe ik ook
andere dingen. Ik ga graag vissen, ik ga
graag uit.
Robert-Jan: Dat doe ik ook wel, maar op
een ander niveau. Ik zal er altijd reke
ning mee houden dat ik moet voetbal
len. Jij vindt je studie belangrijk.
Martijn: Zo is het altijd geweest. Dan zat
ik in de bomen of was ik aan het vissen
en dan was hij nog aan het voetballen.
Robert-Jan: Ik was nog iets gekker van
voetballen dan hij. Vroeger ging ik nog
wel eens mee vissen, maar ik vond er
niets aan. Veel te saai.
Martijn: Hij kan er gewoon niks van.
A DO Den Haag-Metalurg Do-
l\ netsk was me het potje voet
bal wei Hier in Belek, aan de
Turkse Rivièra, was het donder
dagochtend (aanvang 11.00
uur) een helfi lang schoppen en
slaan. De voormalige Sovjets be
gonnen, maar Alles Door Oefe
ning Den Haag betaalde met ge
lijke munt terug. De Turkse
scheidsrechter blies uit alle
macht op zijn fluitje, maar de
ruziënde voetballers trokken
zich er niets van aan. Het
scheelde niet veel of de scheids
had zelf ook nog een draai om
zijn oren gekregen.
Ik had te doen met de man die
niet eens zo slecht floot. Een half
uurtje voor de oefenwedstrijd
was hij aan komen tuffen in een
soort Lada waarachter hij zich
ook had omgekleed. Toen het
ging stormen op het scheve veld
je dacht ik: die blaast zo de af
tocht en gaat er meteen vandoor
in die hoestbui op vier wielen
van 'm. Maar het viel mee. De
driftbui trok over, de relschop
pers kwamen tot bedaren en
Metalurg Donetsk, momenteel
de nummer vier van de Oekra-
ine, won met 3-2.
Turkse Rivièra, ADO Den Haag
ik kan me voorstellen dat u zich
afvraagt wat ik aan het uitspo
ken ben. Welnu, ik ben op win
terkamp met de ploeg van Rinus
Israel en Lex Schoenmaker.
Sinds de zomer volg ik voor Jo-
han, het voetbalmaandblad,
ADO Den Haag en daar is van
alles aan de hand. Ik voorzie
een wederopstanding. Mits de
randgroep jongerenwerkers die
te hulp zijn geroepen er in sla
gen het gajes van het Zuider
park af te richten. Het gemeen
tebestuur had zich beschaamd
van ADO afgewend, maar wil
nu toch wel erg graag weer een
eredivisieclub van heb ik jou
daar in de stad. De plannen
voor een nieuw stadion zijn
rond en een meerderheid van de
raadsleden is niet van plan om
ze af te schieten.
ADO moet zich binnen vijfjaar
aansluiten bij het pelotonnetje
clubs dat achter de eeuwige
koplopers Ajax, Feyenoord en
PSVaanhobbelt. Dat geeft de
stad meer zelfvertrouwen, vin
den ze in Den Haag.
Het is zo goed als zeker dat er
straks een voetbalstadion in een
van de oksels van het Prins
Clausplein ligt. Aan de Leid-
schendamse kant, naast het dis
tributiecentrum van Lucky Le
der. Dat betekent dat ADO Den
Haag straks op nog geen tien
minuten autorijden van Leiden
voetbalt. De hotemetoten van de
club hebben mij verzekerd dat
ADO van regionaal belang
wordt, de profclub van Den
Haag, Delft en Leiden. Dus
mochten voetbalgekken met een
knappe bankrekening hier in de
buurt nog wel eens aan de
schepping van een FC Leiden of
een FC Bollenstreek denken: ik
zou er niet aan beginnen. Van
ADO Den Haag valt voorlopig
toch niet te winnen. Althans,
niet in een wedstrijd wie het
eerst een stadion langs de A4
heeft gebouwd. Als het om voet
ballen gaat, verliest de club van
westelijk Zuid-Holland nog zo
vaak dat ze zich in de eredivisie
nog even niet druk hoeven te
maken om die idiote supporters
uit Den Haag.
Maar de trainers Israel en
Schoenmaker komen wel voor
uit met hun nieuwe elftal. Er zit
beweging in. Hier in Turkije
won ADO van de reserves van
PSV en van FC Den Bosch voor
dat het terugdeinsde voor de
mannetjesputters uit Donetsk.
Mooie boel was het donderdag
op het voetbalveld van ons ho
tel. Wie niet in het veld stotid,
zat op kussens er naast. Ik was
gezeten tussen Rinus Israel en de
voorzitter, John van Ringelen-
stein. Een hele ervaring. Die Van
Ringelenstein brulde als een
Haagse hardcore fan en bij een
van de vele opstootjes stond hij
ineens drie meter in het veld.
Dat was om er tussen te sprin
gen als het vechten zou worden,
zei hij later. Maar volgens mij
was de voorzitter van plan om
de ergste schopper van Metalurg
een knal voorz'n kanis te geven
en bedacht hij zich net op tijd.
Trainer Israel zat er maar een
beetje bij te grinniken. Prachtige
vent die Rinus, een droogkloot
eerste klas. Toen hij voor de af
trap de tegenstander monsterde,
mompelde hij tegen mij: „Dit
wordt niks. Ik zou zeggen: effe
een partijtje knokken uitlokken
en nokken.Het werden bijna
profetische woorden. Voor rust
zat het er dik in dat de scheids
uit de Turkse Lada er voortijdig
een eind aan zou takken. Maar
wonderbaarlijk genoeg ging de
storm opeens liggen.
Na rust nog wel een keer gewel
dig om Israel moeten lachen.
Toen er een Oekraïner, na een
flinke tackle van onze Leidse
Mario van Heiningen, om zijn
lieve moeder lag te gillen, rolde
de bal voor de voeten van Israel.
De Donetsk-speler die de vrije
trap wilde nemen, maakte
drukke gebaartjes naar Rinus.
Hij wilde de bal hebben. En
snel. Amehoela', riep Rinus te
gen de vijand. You have legs
yourself. Or not?'En tegen mij:
We have legs too trouwens. Lex
Schoenmaker.
Jaap Visser
Reageren?
sportredactie.ld@damiate.hdc.nl