f Een nieuwe jaarwisseling in Volendam GESPREK VAN DE DAG De Theorie van Klem en Groot M "1\ ZATERDAG 29 DECEMBER 20| MENSELIJK Ze heet SHERLIE, ze is vijf, en ze wacht met haar tiara nog trots op haar kop op de beslissing van de jury. De chow chow, die zelf kijkt alsof ze er niet helemaal in ge looft, is één van de 6.500 rashonden die afgelopen week in Zweden deelnamen aan een grote wedstrijd van de Zweedse Kennelclub. De geschiedenis vermeldt overigens niet of Sherlie uiteindelijk in de prijzen viel. De nieuwe leider van de Britse Conservatieve Partij, IAIN DUNCAN SMITH. heeft met een traditie ge broken door geen lid te wor den van de Carlton Club. Hij is het er niet mee eens dat de exclusieve club alleen mannen als lid toelaat. De club geldt als een van de laatste bolwerken van Con servatieve leiders, waar sommige van de belangrijk ste gebeurtenissen in de partij hebben plaatsgehad. Zo werd er in 1922 de val van partijleider Lloyd Geor ge beraamd. ..Als leider van de Conservatieve Partij die gelooft dat er geen verboden gebieden voor vrouwen moe ten bestaan, zal ik moeten zeggen dat ik geen lid van de club kan worde'n. Ik zal (de bestuurders) geen eisen stellen. Persoonlijk hoop ik dat de club vrouwen toelaat, maar dat is hun zaak", meent Duncan Smith. PREMIER HUN SEN van Cambodja heeft de politie een uit brander gegeven omdat zij te laks heeft opgetreden tegen de betrokkenen bij een schietpartij in een winkelcentrum in Phnom Penh, onder wie twee neefjes van de premier. Enke le agenten zijn geschorst. ,,Het mogen mijn neefjes zijn, maar we zijn allemaal gelijk voor de wet. Hoe kunnen we an ders het land regeren?" aldus Hun Sen tegenover journalis ten. Hij kondigde aan dat agenten hun rang verliezen als ze er niet voor zorgen dat de wet wordt nageleefd. De schiet partij tussen bendes van de twee neven van Hun Sen ging waarschijnlijk over een vrouw. Zeker vier zoons van oudere broers van de premier komen regelmatig in aanraking met justitie. Duizenden eerstejaars STU DENTEN. ongeveer vijf pro cent van het totaal, keren na de kerstvakantie met lood in de schoenen terug naar hun studentenkamer. Bij som migen kan de HEIMWEE naar het ouderlijk huis en vrienden zelfs zo ernstig zijn dat ze lichamelijke klachten als maagpijn en hoofdpijn krijgen. Dat stelt de Utrechtse psycholoog Tony van Vliet, tevens docent aan de plaatselijke universiteit. Volgens Van Vliet is dat niet zo vreemd, want de eerste jaars studeren nog maar een paar maanden in een voor hen vaak nieuwe stad en daar kennen ze vaak weinig mensen. ,,Na een gezellige kerstvakantie met ouders en vrienden komt de eenzaam heid in de nieuwe stad extra hard op studenten af." Van Vliet raadt eerstejaars met heimwee aan om zich na de vakantie zo snel mogelijk in het studentenleven te stor ten. „Andere studenten ont moeten, naar een sportver eniging gaan, als je maar iets onderneemt. Het slechtste dat studenten met heimwee kunnen doen is in hun eentje gaan zitten som beren." Ze gingen vrolijk het nieuwe jaar vieren, met vrienden, in hun favoriete bar. Sommigen werden pas in februari weer wakker, in een ziekenhuisbed, vaak ver van Volendam. Om dat zo'n groot deel van hun lichaam was ver brand behoorden zij tot de gewonden die 'kri tiek' werden genoemd. door Margit Kranenburg De slachtoffers van de cafébrand van 01-01- '01, maar ook hun ouders en andere naas ten sluiten nu een bizar jaar af. Een jaar dat in het teken stond van vele operaties, einde loos revalideren, telkens weer op controle en voorzichtig de draad weer oppakken. Maar ook een jaar waarin ze voor het eerst op vakantie naar het buitenland gingen, toch over gingen naar de volgende klas, nieuwe sporten ontdekten en verliefd wer den. Bij de één overheerst de brand nog alles in het dagelijks leven, al is het maar omdat een arm of been nog niet goed wil buigen. De ander staat te popelen om het drama achter zich te laten en zich te storten op wat nieuws. Terwijl hun ouders duidelijk gete kend zijn door de spanning en het verdriet, stralen veel jonge slachtoffers alweer opti misme en energie uit. Fotograaf Bas Been tjes maakte vijf portretten van Volendamse tieners. Cisca Reurs (17), tweedejaar mbo, negen operaties „Het afgelopen jaar ben ik voor het eerst naar het buitenland op vakantie geweest, naar Duitsland. Met m'n vriendin, die ook verbrand is, en met haar ouders. Dat was echt super en omdat het mooi weer was, heb ik gewoon in m'n badpak gelopen. Ik heb nog geluk gehad: m'n gezicht is niet verbrand en ik ben blij dat ik m'n wenk brauwen nog heb. Ik kan best voor de dag komen met m'n uiterlijk, vind ik, bijna al les is onder kleren te verbergen. Komende zomer gaan we met alle vrien dinnen naar Spanje, naar Salou. Daar heb ik nu al zin in. Het is een groepje van elf vriendinnen van wie er vier verbrand zijn. Maar we waren er allemaal bij in De He mel en degenen die niet verbrand zijn zit ten wel psychisch in de knoop. Voor hen is het net zo erg. In het begin had ik helemaal geen zin om terug te gaan naar school. Ik dacht eerst: ik blijf lekker een jaar thuis en dan doe ik het wel over. Maar nu hoop ik het toch wel te halen. Ik wil later directiesecreta resse worden. M'n armen zijn dan wel verbrand maar ik kan nog steeds heel snel blind typen. Met oud en nieuw gaan we in ieder geval met het groepje vriendinnen bij elkaar zit ten. Het zal wel niet echt gezellig zijn. De dag erna wordt nog moeilijker. Die heb ik vorig jaar in het ziekenhuis helemaal niet bewust meegemaakt. Ik begin op laag niveau. Niveau: schoonmoedermop, niveau: nietes welles, niveau: ik heb het je toch gezegd. En van daar uit probeer ik op een hoger plan te komen. We zaten dan in Hilversum te eten meteen man of wat en ik zei: „Mijn vrouw vindt het vervelend als ik mijn jas over de stoel hang. Ik moet hem altijd netjes weghangen op de kapstok. "Dat kwam menig een bekend voor. Ook anderen moesten van hun partner hun jas weghangen c.q. eisten dat dit zou gebeuren. Een secretaresse vertelde dat ze iedere avond haar kleren netjes in de kast hing omdat het vol gens haar man 'anders zo'n puinhoop werd in de slaapkamer'. Een ander had thuis voortdurend strijd over de vraag wie het licht uit moest doen in de gang. En ook vuile borden die onafgewassen in de gootsteen werden gezetkwamen in de meeste gezinnen niet door de douane. Niveau nul allemaal. Genoeg hierover. Nu is het zo merkwaardig dat ik over zaken van groter belang thuis nooit lastiggevallen word. Een paar voorbeelden. Toen onze twee kinderen zes en zeven waren, kreeg ik een aanbod om in Avignon mee te spelen in een toneelvoorstelling. Vijf weken repeteren en drie weken spelen. „Moet je altijd doen, leuk toch", zei mijn vrouw. Hoe wel ze zelf met tivee schoolgaande kinderen zou achterblijven. Uit eindelijk ging het niet door, mijn carrière heeft me zelden verder ge bracht dan de Belgische grens, maar dat maakt het gebaar van mijn vrouw er niet minder om. Ander voorbeeld. Ik wilde eens een avondje uit met een andere dame. Dat had ik thuis in bedekte termen verteld. Toen ik tegen half acht het huis wilde verlaten, werd ik tegen gehouden: „Zo kun je toch niet uitgaan, man. Kleed je eens fatsoenlijk aan. Doe een leuk overhemd aan in plaats van die zakkige trui. Poets je schoenen eens een keer. Allemaal teksten waar je niet echt op zit te wachten als je tersluiks de deur uit wilt gaan. Uiteindelijk stapte ik tip top gekleed en gekamd in de auto, nagezwaaid door vrouw, kinderen en de halve buurt. Ik denk er niet graag aan terug. Bij een andere gelegenheid was ik verliefd op een violiste. Mijn vrouw kwam op een morgen het huis in terwijl ze kraste op een viool die ze ergens opgeduikeld had. Ze legde het ding weg en zei: „Als je niet op een viool speelt, schijn je bij jou tegenwoordig niet in de prijzen te vallen. "Een aardi ge reactie, zeg zelf. Hoe komt het toch dat in menige re latie op iedere slak zout wordt ge legd maar dat iedere olifant met rust wordt gelaten. Ik heb daar wel een verklaring voor. En ik denk dat die verklaring in veel re laties opgaat. Maar laat ik voor zichtig zijn en alleen voor mezelf spreken. Mijn vrouw houdt diep in haar hart erg veel van mannen die artistieke dingen doen in Zuid- Frankrijk, van mannen die met flamboyante dames over het Leidse Plein flaneren. Van mannen die ge heime passies koesteren voor verre violistes.Maar ze heeft een enorme he kel aan al die klootzakken die vuile afivas laten staan, het liclit niet uit doen en hun jas niet weghangen. Marga Smit (15), derde klas havo/atheneum, 25 operaties „Voor de brand speelde ik fanatiek volleybal, trainde zo'n vijf tot zes keer per week. Ik ben wel van plan dat weer te gaan doen, gewoon bij mijn eigen ploeg hier. Die speelt op dit moment toch niet fantastisch, dus dan kan ik net zo goed mee gaan doen. Maar ja, voordat ik weer kan proberen te volleyballen moeten eerst m'n armen worden geopereerd zodat ik ze beter om hoog kan doen, want dat wil nu nog niet echt. Misschien is iets an ders wel makkelijker, maar ik zou echt geen andere sport willen. Eigenlijk heb ik sinds kort weer van alles opgepakt. Ik heb pas weer voor het eerst gefietst, met een spe ciale fiets met terugtraprem, en ik ben vorige maand weer voor het eerst naai- school gegaan. Niet naar alle lessen, want ik moet nog elke dag naar de fysiotherapeut. Mijn stem is anders geworden, lager, maar toch zit ik weer op een koor. Ik heb ook meegezongen op de cd die we pas samen met de slachtof fers van een discobrand in Zweden hebben opgenomen. Dat vond ik heel leuk, vooral de opname van' het lied 'I want to know what love is'. Daarin zing ik een stukje solo. Het jaar is heel snel voorbij gegaan. Ik vind het niet erg dat het voorbij is, want het was heel heftig. Maar de ramp mag niet worden verge ten." Jaap Zwarthoed (17), examenklas havo, acht operaties „Ik ga in 2002 het examen halen, dat weet ik zeker. Het gaat op school wel lastig met concentreren. Ik ben de enige in de klas die is verbrand. Ik kwam op een vrijdag uit het ziekenhuis en toen ben ik direct de maan dag daarna naar school gegaan. Daar had ik zin in, ik wilde met iedereen praten. Het was wel vermoeiend in het begin om weer veel te doen, want in het ziekenhuis doe je natuurlijk niets. Omdat ik altijd heb geturnd en gevoetbald ben ik direct gaan revalideren, met sche maatjes trainen in de fitnesshal. Ik doe ook af en toe wat krachttraining, want je wilt toch zien wat je nog kunt. Ik was vóór de brand keeper, maar nu niet meer. Het kan hoor, maar het doet veel pijn als ik een bal tegen mijn verbrande arm krijg. Ik oefen af en toe en probeer eraan te wennen, want die huid daar zal toch altijd anders blijven. Ik ga weer elke zaterdagavond uit en loop dan met m'n maatjes een beetje rond. Eerst waren er die drie bars boven elkaar waar ie dereen kwam, maar nu zijn we verspreid. Ik ga telkens ergens anders naartoe. Met de jaarwisseling ga ik naar een vriend van mij die ook verbrand is en het nog veel zwaar der te verduren heeft. Ik vind het niet erg dat ik niet naar een café kan. Vroeger was ik ook altijd thuis met oud en nieuw en stak ik bommetjes af in de buurt." Johan Koning (19), medewerker belastingdienst, vijf operaties „In het nieuwe jaar ga ik bij de belasting dienst in Amsterdam werken. Mijn tante werkt daar al en zij kon een sollicitatiege sprek voor me regelen. Ze willen het wel met me proberen. Misschien bevalt het wel zo goed dat ik telkens een stapje hoger kan. Vóór de brand was ik renovatieschilder, maar schilderen kan nu niet meer. Het afge lopen jaar heb ik eigenlijk niet veel bijzon ders gedaan, vooral gerevalideerd. Door kalkafzetting in mijn spieren kan ik nog niet lang achter elkaar lopen. Het komt uiteinde lijk na een paar jaar wel goed, zeggen ze. Maar ik sta het liefst zo snel mogelijk weer op het voetbalveld. Omdat ik die avond als barkeeper in De He mel werkte heb ik alles bdwust meegemaakt. Ik had geen druppel alcohol op en heb nog veel mensen naar buiten kunnen brengen. Sinds kort sta ik af en toe weer ergens achter de bar, dat is ook een soort therapie voor mij. Oud en nieuw vier ik deze keer met mijn vriendin. Ik ken haar al heel lang en ze kwam wel eens met mijn ouders mee op be zoek toen ik in België in het ziekenhuis lag. Dat vond ik leuk en sinds juni is ze echt m'n vriendin. En na de jaarwisseling ga ik lekker beginnen met mijn nieuwe baan, daar heb ik heel veel zin in. Dan mag het van mij ook wel afgelopen zijn met de publiciteit over de slachtoffers." Jan Tol (15), vierde klas atheneum, vijftien operaties „De ramp overheerst bij mij niet meer. Ik denk er eigenlijk niet meer zo veel aan. Nu is school weer het belangrijkste. Ik moet het goed oppakken. Het vierde jaar van het atheneum is volgens iedereen het zwaarst en ik hoop dan ook dat ik overga. Ik had ook wel zin om na de zomer weer naar school te gaan, want ik had de maanden daarvoor wel genoeg rust gehad. Nee, ik weet nog absoluut niet wat ik na het athe neum ga doen. Als ik over de brand nadenk en sommige andere slachtoffers zie, dan besef ik wel dat ik het nog goed getroffen heb. Mijn gezicht is niet verbrand en ik kan best veel. Ik kan nog niet alles met mijn handen, daar ben ik het meest aan geopereerd. De pink van m'n linkerhand staat nog helemaal stijf. Dat is ook lastig bij blind typen met tien vingers, daarbij wil de ringvinger ook niet. Dan mis ik dus de o en de p. Ook kan ik nog niet echt lang achter elkaar op mijn benen staan. Vóór de brand voetbalde en tenniste ik veel. Nu doe ik aan tafeltennissen. Dat gaat op dit moment gemakkelijker met mijn han den. Maar ik hoop toch wel weer te gaan tennissen. Over een jaar of anderhalf zou ik wel willen gaan skiën. Dat heb ik één keer eerder gedaan en dat vond ik heel leuk. Ik zou het deze winter al wel kunnen probe ren, maar ik loop nu nog een groot risico op blessures.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 2