ien fluitje tegenover een kalashnikov BINNEN-BUITENLAND Sneeuwbaleffect in de bouw Argentijnen champagnedrinkend op weg naar het onafwendbare bankroet Nieuwe Afghaanse interim-regering staat machteloos zaterdag 22 DECEMBER 2001 Branchevoorzitter Brinkman over 'affaire-Bos' door Ruud Sep en Bart Vuijk den haag - De bouw verkeert in een crisis. Elco Brinkman zal de laatste zijn om dat te ontkennen. Maar de oorzaak van de crisis heet voor de voormalige CDA-leider geen 'fraude' maar 'imago'. Hij zit daarom niet te wachten op een parlementaire enquête en op nog meer controleurs op de bouw plaats, maar hij vindt wel dat de bouw zelf iets moet doen. „Er zijn in de bouw genoeg mensen die denken dat het wel over zal waaien. De branche moet een gebaar ma ken naar de publieke opinie." Dat gebaar moet als het aan Brinkman ligt de vorm krijgen van een 'gedragsco de', een soort herenakkoord waarin de bouwers met elkaar afspreken dat ze zich aan de regels zullen houden. Een ge dragscode waarmee het Algemeen Ver bond Bouwbedrijf (AVBB) al drie jaar be zig is, maar die nu handig door de voor zitter naar voren wordt geschoven als de oplossing voor bouwfraude - een woord overigens dat Brinkman in de mond wei gert te nemen. Sinds het tv-programma Zembla aan toonde dat de grote Nederlands bouwers onder één hoedje spelen bij openbare aanbestedingen, en daarbij de overheid voor tientallen miljoenen benadelen, heeft Brinkman geen moment rust ge had. „Wat je merkt sinds die uitzending, is dat men de bouw met wantrouwen be kijkt. U mag van mij aannemen dat ik sinds die uitzending iedere dag met dat thema bezig ben geweest." Dat de uitzending zo veel impact zou hebben, heeft Brinkman verrast. Hij ha mert erop dat er nog geen enkel bewijs van fraude is geleverd. Het feit dat er nu al tot een parlementaire enquête is beslo ten, zint hem dan ook niet. „Voordat je het weet, wordt dus één affaire - noem maar even: de affaire-Bos - over de hele sector uitgestrooid. Er ontstaat een soort sneeuwbalwerking, terwijl het nu ook goed zou zijn om je even te verdiepen in de achtergronden van het geheel, en om eens uit te zoeken wat nu werkelijkheid en wat schijn is. Je kunt ook een enquête gaan houden naar aanleiding van feiten die een ministerie of een dienst van een ministerie heeft gevonden." Elco Brinkman balanceert. Aan de ene kant draagt hij naar de buitenwereld de boodschap uit dat pers en politiek wel erg hard van stapel lopen met het in de verdachtenbank plaatsen van een hele sector. Aan de andere kant is hij druk be zig om de bouwsector ervan te doordrin gen dat er iets moet gebeuren om de zweem van fraude weg te nemen die op dit moment rond de hele bouwwereld hangt. „Ik zie het niet zomaar overwaai en. Het is niet zo dat het debat in rook is opgegaan als straks de kerstboom is ver brand. Veel bouwers zeggen: Nou, we zullen onze eigen boontjes wel doppen. En ik zeg dan dat ze zich er toch reken schap van moeten geven. De publieke opinie en de politiek verwachten dat je je aan de regels houdt die je als baas hebt afgesproken met de opdrachtgevers." De AVBB-voorzitter verklaart de gelaten reactie van zijn achterban uit de under dog-positie van de bouw. „De werkers die vieze handen maken hebben al eeu wenlang het gevoel dat ze aan de rand van de tafel moeten zitten. De hoge he ren in witte boord beschouwen bouwers toch een beetje als mensen aan de zijlijn. Vanuit dat gevoel van achterstelling zit men al vaak te kijken naar die opdracht gever. Het bekende beeld van de man met de pet in de hand die de opdracht komt halen. Terwijl het ook mensen zijn die fantastische projecten neerzetten voor die witte-boordenmensen die zelf geen hamer kunnen vasthouden. Ja, ik ga in de aanval, want dit is het gevoel dat in de bouw leeft. Al die juristen, al die be leidsmakers, al die controleurs - ze zijn allemaal fantastisch, maar wie van al die heren kan een gebouw neerzetten?" Brinkman maakt handig gebruik van alle ophef rond de bouwfraude om wat oude wensen van stal te halen. „Waar het mij om gaat is het systeem van openbare aanbesteding. Daar is best een alternatief voor. Maar dan moet de democratie ac cepteren dat wethouder Jansen zegt: 'Ik heb er over nagedacht, ik heb me laten adviseren: ik ga met aannemer Pietersen in zee.' Eén op één. Dat systeem kun je best over de volle breedte invoeren. Maar dan moet je accepteren dat je heel wat uit te leggen hebt als wethouder of minis ter waarom jij aannemer Pietersen hebt genomen." „Wij vinden het prima om één op één aan te besteden, dus zonder openbare inschrijving. Wij zijn geen fans van een systeem van openbare aanbestedingen waar je altijd met zijn tienen of twintigen aan de streep komt. Als ik je nou vertel hoe vaak ik in Brussel ben geweest om te pleiten voor een voorselectie van aanne mers. Dat is dan eindelijk, eindelijk, ein delijk geaccepteerd." De bouwlobbyist, zoals Brinkman zich zelf omschrijft, heeft niet geprobeerd om de Kamer op andere gedachten te bren gen over de aanstaande parlementaire enquête naar de bouwfraude. „U mag in de poppetjes van mijn ogen kijken. Ik ben er heel zuiver in. Ik ben nog bij geen parlementariër geweest om over die en quête te spreken. Ik heb Leers niet ge sproken, ik heb Van Gijzel niet gespro ken. Ik vind het wel jammer dan men zo snel naar dit middel heeft gegrepen. Als je te vaak een enquête houdt, wordt dat middel bot. Ik zou eerder hebben gezegd: wacht nou eerst dat onderzoek van de NMa af, en al die andere onderzoeken die zijn aangekondigd. Dan kan het par lement altijd nog in actie komen. Het krijgt nu iets onoverzichtelijks. Wat wordt er nu precies onderzocht? Ik weet het niet." De oud-politicus doet al vast een voor spelling voor de uitslag van de enquête. „Ik schat in dat at the end of the day er meer controles uit komen. Aangescherp te regelingen, meer controles. Maar we hébben al zo veel externe controleurs. Van de Rijksgebouwendienst, van Rijks waterstaat, van de Rekenkamer, accoun tantsbureaus - het is werkelijk schrikba rend hoeveel er zijn. Als dat verdubbeld moet worden? Nou prima, als de op drachtgever het geld er voor over heeft. Als dat de goede zaak van het vertrouwen dient, doen we dat - dikke streep er on der." „Ik wil nog één opmerking over die parle mentaire enquête maken: het moet niet jaren gaan sudderen. Ik denk niet dat op drachtgevers en aannemers erbij gebaat zijn om er een jarenlang tv-drama van te maken. Het lijkt me handiger om snel duidelijkheid tegenover elkaar te ver schaffen. Men moet wel in gedachten houden dat er ook nog wel gebouwd moet worden in dit land." (advertentie) Postwissels Nederlandse Antillen opgeschort Het postwisselverkeer van en naar de Nederlandse Antillen is opgeschort. Dit betekent dat het verzenden of verzilveren van internationale post wissels aan de loketten van Postkantoren niet meer kan plaatsvinden. Postwissels van of naar Aruba zijn van deze maatregel uitgesloten. Postbank N.V. nze correspondent ndenkamp aires - Met de supermarktplunderingen en ver president De la Rüa staat Argentinië aan de In de afgrond. Het eens schatrijke Argentinië lijkt is verloren. pers aan Buenos Aires zien met afgrijzen hoe Jen en bedelende kinderen etensresten uit de k vissen. Gaarkeukens schieten als padde lt uit de grond. In de buitenwijken duikt ook het n wagen weer op. Daarmee verzekeren ver- de gezinnen zich van transport. Over het hele temt het fenomeen ruilhandel enorm toe. In steden in de binnenlanden belegeren groepen pigen supermarkten en slaan aan het plunde- jke taferelen waren lange tijd ondenkbaar in inië. In de jaren twintig behoorde Argentinië i-7 als die destijds zou hebben bestaan. Zo rijk t, toen Argentijns graan en vlees wereldwijd feftrek vonden. Nu zit het land aan tegen het ni- %n de bananenrepublieken. De nieuwe armoede is een direct uitvloeisel van de hardnekkige economische recessie. Die houdt al bij na vier jaar aan. Nog nooit heeft het water de Argen tijnen zo hoog aan de lippen gestaan. Zelfs niet tij dens de beruchte crisis van de jaren dertig. Een op de drie volwassenen zit zonder werk of draait te weinig uren om naar behoren rond te kunnen komen. Toch zit er een eigenaardig aspect aan de crisis. Vrije tafeltjes zijn met name 's avonds schaars in de talrijke theesalons, restaurants en praatcafés in het centrum van Buenos Aires. Daar geven de Portenos (inwoners van de hoofdstad) zich over aan hun favoriete tijdver drijf. Driftig filosoferen ze over de schuldvraag en waar en vanaf welk moment het fout ging. Aan hen lijkt de economische ellende voorbij te trekken. Maar het is uiterlijke schijn. De cultureel wel onderlegde Porteno assimileert het verval op elegante wijze. Het is champagne drinken op de Titanic. Men blijft uit gaan. Horeca, bioscopen en theaters merken het minst van de economische achteruitgang. Maar toch slaat de malaise ook hard toe in de betere kringen. Al leen valt het niet zo goed te merken. In mondaine wijken als Recoleta staan veel luxe appartementen in de verkoop. Aanschaf van merkkleding en vervanging van auto en bankstel worden op de lange baan ge schoven. Zo is de verkoop van auto dit jaar met 40 procent gedaald. Elke doorsnee Argentijn is in een permanente strijd verwikkeld om zich te handhaven op de maatschap pelijke ladder. Voor velen haalt het evenwel niets uit. Recent onderzoek wijst uit dat er dagelijks ruim 8000 nieuwe armen bijkomen. Het zijn gezinnen die afglij den tot onder de armoedegrens. Zij moeten rond zien te komen met minder dan 1200 gulden per maand en dat in een land zonder sociaal vangnet, dat qua prijs peil een stuk duurder is dan Nederland. Argentinië telt op dit moment 5,5 miljoen mensen die niet meer dan acht gulden per dag te verteren heb ben. Ook wie voor zijn inkomsten afhankelijk is van de overheid is flink de klos. Door de scherp dalende belastinginkomsten en plechtige (maar nog steeds niet ingeloste) belofte van de regering aan het Inter nationale Monetaire Fonds (IMF) om de tering naar de nering te zetten, krijgen ambtenaren, aow'ers en leveranciers van de overheid sinds enkele maanden betaald in parallel geld. Veel provincies drukken hun eigen (inflatie-stimule rende) 'monopolybiljetten' om aan hun betalingsver- plichtingen te kunnen blijven voldoen. Het krenkt de trots van de Argentijnen. Argentinië is op sociaal vlak niet meer het meest homogene land binnen Latijns Amerika zoals het altijd was. Argentinië is gaan beho ren tot de 15 landen met de grootste sociale ongelijk heid ter wereld. De rijkste 20 procent van de bevol king verdient heden 14,6 maal zoveel als de armste 20 procent. In 1974 was dit nog maar op 7,8 keer. Hoe heeft het zover kunnen komen? Argentinië was altijd een land van vakantiegeld, aow-uitkeringen en gratis kwaliteitsonderwijs voor iedereen. Maar dit al les staat op de helling. De oorzaak hiervan is een combinatie van veel factoren, maar de belangrijkste ervan is dat er op te grote voet geleefd wordt. Argen tijnen zijn geen spaarders en veel van wat verdiend (of geleend) wordt, loodst de elite naar rekeningen in het buitenland, omdat er geen vertrouwen is in de re gering. Eind jaren zeventig leende het laatste gene- raalsbewind - dat 30.000 politiek andersdenkenden liet verdwijnen - zich in principe al kapot. Met tien tallen miljarden dollars werd een kunstmatige econo mische groei gefinancierd. Die schuld van toen is in middels aangezwollen tot 330 miljard gulden, omdat door de jaren heen het ene met andere gat gedicht is. In_I982jjing het voor de eerste maal écht fout, toen er door aanhoudende kapitaalvlucht en ongeremde speculatie geen geld meer was om de buitenlandse schuld af te lossen. De militairen waren iirl976 afge stapt van het economische model van gesloten gren zen. Door de grote import en de overgewaardeerde munt was het land ver boven zijn stand gaan leven. Onder Carlos Menem werd vanaf 1989 privatiseren het toverwoord. De frivole Menem hanteerde de vei linghamer met verve. Daarmee maakte hij zich tot het lieverdje van Amerika, maar de doldrieste wijze waar op hij dit deed, maakte hem gehaat bij zijn landgeno ten. „Ons land is geplunderd achtergebleven. Menem en de kliek rond hem hebben alles geroofd wat los en vast zat. Hij hield opheffingsuitverkoop. Wat ons rest is het beheer van het armenhuis", stelt schrijfster Graciela Cabal. Maar corruptie en neoliberalisme ver klaren de crisis maar ten dele. Wanbestuur, straffe loosheid en verspilling van belastinggelden zijn wijd verbreid. Dat laatste uit zich onder meer in de rond uit onbeschoft hoge privileges voor (gepensioneerde) bestuurders, militairen en rechters. Langetermijnvisie ontbreekt. Argentijnse politici hebben historisch meer oog voor hun eigen zak dan voor het land en justitie interpreteert de wet naar eigen goeddunken niet zelden wanneer daarvoor betaald wordt of ande re gunsten tegenover staan. MOHAMMED QASIM FAHIM is de nieuwe minister van defensie. De 44-jarige Fahim is sinds kort militair leider van de Noordelijke Alliantie. De generaal, een etnische Tadjziek uit de Panshirvallei, nam de militai re leiding van zo'n tienduizend militairen over van de in september vermoorde Ahmed Shah Masud. Enige ervaring als minister heeft Fahim al: hij was minister van veiligheid in de regering van de in 1996 verdreven Rabbani. Zijn aanhangers zeggen dat hij een fantas tisch militair inzicht heeft, maar dat hij wat betreft charisma en politieke visie nogal onderdoet voor Ma sud. Fahim heeft zich tot het laatst verzet tegen een omvangrijke internationale vredesmacht voor Afgha nistan met een mandaat om gewapend op te treden. Hij vond duizend man voldoende. Die zouden wat hem betreft alleen uit zelfverdediging gewapend mogen op treden. Uiteindelijk lijkt hij ingestemd te hebben met een omvangrijkere vredesmacht. Dnze correspondent Doornbos bad - Gewapend met een grote pet, i'itjeen een halve meter lange bamboe- ioet verkeersagent Zalmaj het opne- egen de automobilisten van Jalalabad, na allen bewapend zijn met kalash- sof raketwerpers. Zijn positie lijkt op nde interim-regering, die vandaag geinstalleerd. >ersagent in Afghanistan is wellicht de jkste baan in het land", verzucht (39)terwijl even stopt met regelen, i'en schreeuwen. „Kijk, ik heb geen i, alleen maar m'n fluitje. Ik mag nog ens een bekeuring uitschrijven, een estaat hier gewoon niet." onderbreking van de agent maakt iat weinig uit. Want met of zonder po- in houdt bijna geen automobilist zich ■verkeersregels. In de helft van de ogen zitten mannen met wapens. De ■jongens' hebben een kalashnikov. raker nog zit iemand in de auto met ote raketwerper die achteloos uit het teekt of op de achterbank ligt. De jongens' hebben hun jeeps vol gela- iet een stuk of tien mudjaheddin, jon- nnen die veelal over tenminste vijf ra- ipers beschikken. „Ik doe mijn best", almaj, „Meer kan ik ook niet doen." 's positie als politieagent lijkt op die kersverse Afghaanse interim-rege- ie vandaag in de hoofdstad Kabul [e'installeerd. De nieuwe regering be- t28 ministers met aan het hoofd Hamid Karzai. Maar een echte vuist nze niet maken om een eenheid te van het langs etnische lijnen, en on- ntallen stammen en verschillende eren verdeelde land. Afgezien van Ka- at geen andere grote stad onder con- an de regering. het westen, is in handen van Is- [han, een krijgsheer die veel meer met iheeft dan met Afghanistan. In het ■n zijn Mazar-i-Sharif en Konduz het tomein van generaal Dostum, een ie al heeft gezegd dat hij 'niets moet ïvan een centrale regering'. Kanda- het zuiden, wordt door niemand ge- Het is er een volledig puinhoop, H jverscheidene Pashtun-stammen el- ïar het leven staan terwijl groepjes In-strijders nog zorgen voor extra ge- pad 1 [die Hnei ■rui ■k/anp - In de Afghaanse interim-regering, die vandaag wordt geïnstalleerd en zes len aan de macht blijft, zijn premier Karzai en de ministers van buitenlandse zaken, ie en binnenlandse zaken de sleutelfiguren. Wie zijn zij? id tenslotte is in handen van Hadji [die zichzelf heeft uitgeroepen tot leur. Hij staat bekend als corrupter ipt. Logischerwijs maakte hij vorige Zalmaj, verkeersagent te Jalalabad: „Ik heb het week bekend dat hij 'nooit zal luisteren naar Kabul'. Geen van de krijgsheren voelt ervoor om de eigen lucratieve positie op te geven in ruil voor een centraal gezag uit Kabul. De nieuwe interimregering krijgt het niet al leen moeilijk met de krijgsheren. Zo zijn er groepen bandieten die ongestraft door het land trekken, er is geen enkele veiligheid op de wegen buiten de steden. Hierdoor is een reis van Jalalabad naar Kabul net zo gevaar lijk als een trip door Europa tijdens de Mid deleeuwen. Ook heffen manschappen van kleine strijdgroepen tol op de meeste wegen en is het beroven van reizigers geen uitzon dering. Alleen Jalalabad heeft al meer dan 15 lokale commandanten die allen zeggen ach ter de gouverneur te staan. Daarbij komt dat ruim eenderde van de 20 miljoen Afghanen nauwelijks genoeg te eten KARZAI bleek uiteindelijk het best te passen «rofiel van de tijdelijke regeringsleider die een Arsploeg van gevarieerde etnische en politieke ■t bijeen moet houden en die voor zowel de ei- Bolking als voor het westen aanvaardbaar moet 44-jarige Karzai behoort tot de Pashtun, de 8^3 bevolkingsgroep, waar de Taliban uit voort- i. Hij heeft ook nauwe banden met de ex-ko- n Afghanistan. Tot ruim een week voor de in- van de interim-regering gaf hij in de omgeving fidahar leiding aan de strijd tegen de Taliban. I overigens weinig gescheeld of Karzai had de wisseling in Kabul niet meegemaakt. De Tali ën hem in het najaar op de hielen toen zij er ,fej in kregen dat hij de Pashtun probeerde te mo- n. Hij vluchtte naar Pakistan, maar keerde kor- 40 ater terug in zijn land. moeilijkste beroep in Afghanistan." Foto: GPC heeft. Er heerst een massale werkeloosheid omdat Afghanistan een land is zonder fa brieken en, afgezien van opium, bloemkool en wat rijst, niets produceert. De bevolking is schrijnend arm. Miljoenen zijn vluchte ling en durven nog altijd niet naar huis te rug te keren. Wegen zijn er nauwelijks, evenmin als scholen, waardoor ongeveer 95 procent van de Afghanen niet kan lezen of schrijven. Schieten daarentegen kan bijna iedereen. De interimregering heeft weinig middelen om de problemen daadkrachtig te lijf te gaan. Er is geen politiemacht, noch een le ger. De VN-vredesmacht moeten dus rust en veiligheid afdwingen. Maar zelfs als dat lukt, lijkt het haast onvoorstelbaar dat een stad als Jalalabad ooit belasting zal gaan af dragen aan de centrale regering in Kabul. larald Doornbos Belastingheffing is essentieel om wegen, scholen en fabrieken te kunnen opbouwen. Internationale steun is daarvoor niet vol doende. „Ik probeer de problemen op straat altijd maar op te lossen met praten", zegt ver keersagent Zalmaj, voordat hij weer aan het werk gaat. Of zijn goedbedoelde woorden wel eens resulteren in beter verkeersgedrag? Nonchalant haalt hij de schouders op: „Als het echt niet helpt en ik bedreigd word, dan schrijf ik het nummerbord op en geef dat door aan onze overste die wél een geweer heeft." Het is de machteloosheid ten top: geen en kele auto in Afghanistan heeft een nummer bord. ABDULLAH ABDULLAH: minister van buitenlandse zaken. De 41-jarige Abdullah, die door zijn optreden voor de camera's van de internationale televisiezen ders het gezicht van de Noordelijke Alliantie werd, had sinds 1999 dezelfde functie in de regering in balling schap van de uitgerangeerde ex-president Burhanud- din Rabbani. Abdullah is afgestudeerd als oogarts. Hij verloor in september van dit jaar een van zijn beste vrienden in de strijd tegen de Taliban, Ahmed Shah Masud. Masud kwam in september om het leven bij een aanslag, vlak voor de aanvallen op de Verenigde Staten. Niet zo lang daarvoor waren Masud en Abdul lah samen naar Frankrijk geweest om internationale steun te zoeken voor hun strijd tegen de Taliban. Ab dullah komt uit de Panshirvallei, de thuisbasis van de Afghaanse Tadzjieken in het oosten van Afghanistan. Als minister van buitenlandse zaken van de Alliantie heeft hij de afgelopen tijd vaak deelgenomen aan in ternationaal overleg over de toekomst van zijn land. YUNÏS QANONI: de nieuwe minister van binnenland se zaken. Hij was bij de besprekingen in Bonn de dele gatieleider van de Noordelijke Alliantie. De kleine man met korte baard staat bekend als een goed spreker. De 44-jarige Qanoni is geboren in de Panshirvallei, maar groeide op in Kabul. Op zijn zeventiende raakte hij be trokken bij de politiek door ondergrondse acties tegen de progressieve president Mohammed Daoud, die in 1973 koning Zaher Shah had verdreven. Toen de Sov jetunie Afghanistan in 1979 binnenviel, trok Qanuni de bergen in. Hij was toen een naaste medewerker van oppositieleider Ahmed Shah Masud. Hij was ook actief in Pakistan, waar hij wapens en geld verzamelde voor de strijdkrachten van Masud. Nadat de rebellen Kabul in 1992 hadden veroverd, werd Qanuni woordvoerder van Masud, die tot minister van defensie was be noemd. Een jaar later volgde zijn eigen benoeming tot minister van defensie. Onder president Rabbani was hij ook nog korte tijd minister van binnenlandse za ken. Acht jaar geleden overleefde Qanuni een bom aanslag op zijn auto. Als gevolg van die aanslag loopt hij mank en moet hij gebruik maken van een stok.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 7