De 'goede keuzes' van Jörgen Raymann 'I 'Dit is het leven dat ik altijd heb gewild" ZATERDAC 24 NOVE/Ï 2001 Jörgen Raymann: „Soms ben ik na een fantastische voorstelling toch verdrietig. Dan dringt het extra tot me door dat mijn vader en mijn zus het niet hebben kunnen meemaken. Foto: GPD Hij heeft verschillende drugs geproefd en zat dicht tegen de criminaliteit aan. Maar Jörgen Raymann (35) uit Almere koos toch steeds de goede weg en is nu succesvol artiest in Nederland en Suriname. Sinds hij op tv is met de 'Comedy Factory' en 'Raymann is Laat', stromen de theaters vol. Zijn foute vrienden van vroeger hangen nu als 'losers' op het station, „ledereen is zijn eigen god, je kunt zelf bepalen wat goed en slecht door Dick Hofland k ben een BS'er, Bekende Su rinamer, maar onderhand I ook een BN'er, Bekende Ne derlander. Ik ben dus een BSN'er. Of is het dan NSB'er, o nee, dat is Pim Fortuyn. Als die straks premier wordt, is de first lady voor het eerst in de geschiedenis de first man. Dat vind ik dan wel weer leuk. Ach jon gen, als Pim eenmaal in de kamer zit, is het binnen de kortste keren rotzooi. Die man heeft zo'n groot ego, die duldt niemand naast zich. Van de zes zetels wil-ie er drie voor zichzelf. Eén voor Pim, één voor For tuyn en één voor de professor. Hij is natuurlijk een grote oetlul, want hij speelt in op gevoelens van angst en onzekerheid, maar in dit soort tijden worden mensen die buitenlanders willen weren, ineens een rijzende ster. Tegelijk moet je je realiseren dat hij zegt wat veel Nederlanders denken en dan is het misschien wel goed dat dergelijke opvattingen naar buiten komen. Nu wordt er tenmin ste over gediscussieerd, anders blij ven ze smeulen en dat is veel gevaar lijker. Ik weet niet of Nederland zo'n tole rant land is. Nederlanders zijn eer der onverschillig dan tolerant. Ze vinden alles best, zolang ze er zelf maar geen last van hebben. Asiel zoekers? Natuurlijk moet je die toe laten, want we zijn tolerant. Maar zet ze bij een Nederlander op de hoek van de straat en je hebt een heel an der verhaal. Je merkt, ik sla mijn publiek graag meteen voor de bek. Nederlanders willen dat je er direct inbeukt. Niet eerst een verhaal opbouwen en dat dan onderuit halen, die vorm van humor werkt hier toch minder goed. En bij voorkeur veel vooroordelen over je publiek loslaten. Negentig procent van alle humor is gebaseerd op vooroordelen. Belgen zijn dom, Nederlanders zijn gierig, Surinamers zijn lui. Als je met een Belg gaat stappen wil-ie altijd in het midden lopen en een Surinamer neemt zijn hangmat mee. In mijn optredens gooi ik alle vooroordelen eruit, over Surinamers, Nederlanders, Turken, Marokkanen, Chinezen, Hindoesta nen, Brahmanen, vrouwen, alles en iedereen komt aan de beurt. Geen taboes. Vandaar dat ik in het begin wel de Surinaamse Paul de Leeuw werd genoemd. Ik ben negen jaar getrouwd, met de zelfde vrouw, en ik heb twee kinde ren. Melodoy, zeven jaar, en Jahlisa, drie jaar. Mijn dochters zijn mijn twee prinsessen. Ik heb drie jaar achtereen heen en weer gereisd tus sen Suriname en Nederland. Ik zat dan twee, drie maanden hier om op te treden terwijl mijn gezin in Suri name bleef. Daar kon ik niet meer tegen. Ik miste ze verschrikkelijk, zij misten mij, en daarom hebben we besloten om dit jaar met z'n allen in Nederland te gaan wonen. Ik ben Surinamer, maar ik ben ook Neder lander. Ik ben in Amsterdam gebo ren, maar nog voor ik een jaar was, verhuisden mijn ouders naar Surina me. Daar heb ik de eerste achttien jaar van mijn leven gewoond. Je mag dus eigenlijk wel zeggen dat ik in Su riname ben geboren en getogen. Op school leerden we echter alles van Nederland. We spraken Nederlands, we leerden Nederlandse geschiede nis, Nederlandse aardrijkskunde. In hartje Suriname leerde ik doodleuk dat de Rijn bij Lobith 'ons land' bin nenkomt. Suriname en Nederland, het ligt me allebei, maar als ik in Suriname het zelfde kon doen als wat ik nu in Ne derland kan doen, dan woonde ik het liefst in Suriname. Los van het weer is dat toch het thuisgevoel. Daar liggen mijn wortels. Niet dat ik me in Nederland ontheemd voel, maar in Suriname zit ik zo in het bos, kan ik een dag aan de kreek voor me uit staren zonder enige worries en de volgende dag gaat het leven gewoon door. Het is er meer ontspannen, je kunt makkelijker bij elkaar langs lopen. Je werkt op ande re tijden, je doet een middagslaapje en daarna ga je de stad in, ergens iets drinken, even langs bij familie of vrienden, en om een uur of negen ga je naar huis. In Nederland duikt ie dereen vanuit zijn werk zijn huis in om er niet meer uit te komen. Mijn vader was accountant, we had den het goed thuis. Upper middle class. Ik ben hartstikke verwend, had alles wat mijn hartje begeerde. Twee keer per jaar gingen we op vakantie naar het buitenland. Ja, in huize Raymann stond altijd genoeg melk in de koelkast. Ik had vriendjes uit de gegoede klasse, van school en de universiteit, maar ik had ook straat schoffies als vriendjes, die iets ver derop woonden, in een volksbuurt. Ik speelde bij hun thuis en zij bij mij. Mijn ouders deden daar niet moei lijk over, ook niet als er wel eens een stuk speelgoed zoek was. O, zeiden mijn ouders dan, dat heeft die en die even van je geleend. Mijn vader deed alles voor zijn gezin en zijn vrienden. Dat eerste heb ik van hem geërfd, dat tweede wat minder. Toen mijn vader een inzin king kreeg en daarmee ook het inko men van ons gezin een stuk minder werd, zag je de vrienden die altijd gezellig whisky kwamen drinken, in eens niet meer. Op mijn verjaardag nodig ik geen vrienden uit; wat ik ze kan bieden, kunnen ze allemaal zelf betalen. Ik ga liever met kinderen van een weeshuis naar McDonald's. Tijdens mijn voorstellingen zijn er ook collectes voor SOS Énderdor pen. Mijn vader was peetvader van die organisatie in Suriname, mijn moeder doet er vrijwilligerswerk voor. Ik ging er een keer kijken en ik was verkocht. Ik dacht: als ik ooit bij mijn vrouw weg moet, ga ik hier wo nen. Ik heb in mijn leven diverse keren voor een kruising gestaan: sla ik de goede weg in of de verkeerde weg? Zowel in Suriname als in Nederland heb ik verkeerde vrienden gehad, ik heb tegen de criminaliteit aan geze ten. In mijn studententijd heb ik ver schillende drugs geproefd, maar ik kan je zeggen: it sucks. Het is niks en het leidt tot niks. Ik denk dat het niet in mijn karakter zit om de verkeerde weg in te slaan, maar ik heb het ze ker ook van huis uit meegekregen. Mijn moeder heeft ooit gezegd: 'Jör gen, jongen, doe ons dat verdriet niet aan, dat overleven we niet'. Die woorden zitten altijd in mijn achter hoofd. Eens per maand praat ik in een buurthuis in Almere, waar ik woon, met jongeren. Ik houd ze voor dat het uiteindelijk niet werkt, die drugs. Ik zeg: kijk, zo heb ik het ge daan. Ik weet alles van drugsgebruik, van mensen die dealen, maar ik heb er niet voor gekozen. Ik heb bij Mc Donald's hamburgers staan bakken, met zo'n petje op, en toen ik nog met de bus naar school ging, reden vriendjes van me op brommers en motoren. Zij waren de binken. Voor al in Suriname zien nog te veel jon geren de nouveau riche als voor beeld; huizen als paleizen, maar hoofdzakelijk door drugs bij elkaar verdiend. Dat willen die jongeren ook. Ik heb meer dan eens het ver zoek gehad om een pakje voor een vriend naar Duitsland te brengen. Joh, Jörgen, doe het voor mij, je hoeft het alleen maar af te geven, krijg je drieduizend gulden. Nu kom ik die vrienden van toen tegen bij het station, stuk voor stuk losers die vragen of ik een gulden voor ze heb, terwijl ik mijn Volvo in de parkeerga rage zet. Als je dat verhaal aan jonge ren vertelt, dan werkt het. Daar ben ik van overtuigd. De goede weg kiezen is niet altijd even makkelijk, het resultaat laat meestal wat langer op zich wachten, maar je komt uiteindelijk wel veel verder. Wie wil er nou bolletjesslik ker worden? Drugs in een plastic bolletje, inslikken, met het vliegtuig mee, door de douane en uitpoepen die handel. Mooi beroep zeg. En dan ook nog denken dat je er mee weg komt Dat ik toch steeds weer de goede keuze heb gemaakt, komt ook omdat ik een gelovig mens ben. Ik bid elke dag voor ik het toneel opga of voordat de tv-opnames beginnen. Eerst in een kringetje met mensen om me heen, dan roepen we Suri naamse geesten op. Daarna bid ik alleen en dank ik God voor de be scherming die hij me biedt, dat hij me dit gunt, dit leven, dit succes, want een succes mag je het onder hand toch wel noemen. Over een doorbraak wil ik niet spreken, dan is het net of je er al bent. André van Duin, Youp en Freek mogen zeggen dat ze er zijn, de rest past een zekere bescheidenheid. Ik geloof in een god die van ons allemaal is. Ik geloof in een grote macht die ons in handen heeft, het is alles om ons heen. God, dat ben je zelf. Iedereen is zijn eigen god, je kunt zelf bepalen wat goed en slecht is. Wij zijn allemaal kleine goden bij elkaar. Bc ben katholiek opgevoed, ik ga nog wel eens naar de kerk om een kaars je te branden, maar verder doe ik er niet veel aan. Als je het goed bekijkt zijn in alle godsdiensten de normen en waarden hetzelfde, of je het nu god noemt, allah, of weet ik hoe. Mijn schoonmoeder is een moslim, die is getrouwd met een katholieke man. Dat werkt perfect. Dit is het leven wat ik altijd heb ge wild. Optreden, in het middelpunt van de belangstelling staan. Ik was amper vier toen mijn moeder me meenam naar een modeshow. Ik mocht daar een dansdemonstratie geven en aangezien ik heel aanstelle rig ben, heb ik daar een happening van gemaakt. Iedereen juichen en klappen. Toen wist ik: dit is het, dit wil ik: optreden en beroemd wor den. Ik ben na de middelbare school in Suriname nog wel naar Nederland gegaan om te studeren, maar zowel economie als rechten heb ik niet af gemaakt. Daarna ben ik weer terug gegaan naar Suriname om een res taurant te beginnen. Dat liep goed, maar het was niet echt wat ik wilde. Op een avond zat ik met vrienden wat melig te doen bij de piano en dat sloeg zo aan, dat ze zeiden: joh, ga het proberen. Ik ben toen in dat restaurant begonnen met een thea terprogramma. De eerste drie avon den waren meteen uitverkocht. Op een gegeven moment deed het res taurant er niet meer toe, iedereen kwam voor het theater. Er was grote behoefte aan entertainment in Suri name. Mijn succes in Nederland heb ik dus ook aan Suriname te danken, want daar ben ik begonnen. Omdat in Su riname al snel iedereen de voorstel ling heeft gezien, maakte ik drie pro gramma's per jaar. Bij het vierde, in 1998, zat er iemand van de NPS in de zaal. Zo ben ik bij de tv terecht gekomen. Eerst met de Comedy Fac tory, waar ik voornamelijk stand-up comedians aan- en afkondig, en sinds enige tijd heb ik ook een Late Night Show, Raymann is Laat. Sinds ik met mijn hoofd op tv ben, komen er meer mensen naar mijn theater optredens. Eerst zaten er voorname lijk zwarte toeschouwers, maar nu is het overgrote deel van mijn publiek blank. Die willen me nu ook zien. Soms ben ik na een fantastische voorstelling toch verdrietig. Dan dringt het extra tot me door dat mijn vader en mijn zus het niet hebben kunnen meemaken. Mijn vader is op z'n 55e overleden, aan kanker, en mijn zus op haar 24e aan een hart aanval. Mijn zusje en ik hadden als kleine kinderen vaak ruzie, maar 's avonds was het altijd weer dikke pret. Altijd. Ze overleed tien dagen voordat haar dochtertje een jaar werd. Mijn moeder heeft het kind opgevoed. Mijn zusje had een hele zware bevalling gehad, vermoedelijk heeft dat haar hart aangetast. Ik heb geen afscheid van haar kunnen ne men, van het ene moment op het andere was ze dood. Van mijn vader heb ik wel afscheid kunnen nemen. We hebben veel gesprekken gehad, hij heeft me doen inzien hoe relatief het leven is. Als je je vader en je zusje verliest, be sef je eens te meer dat het in het le ven niet gaat om rijkdom, om spul len, maar om mensen. Mijn moeder heeft behalve haar man en haar kind ook nog twee zussen verloren. Alleen wij tweeën zijn nog over; zij gaat vaak mee naar mijn optredens en dan kookt ze voor de hele groep. In het begin denk je: dit kan ik niet aan, dit is te veel voor een mens. Maar je moet verder. En heel langzaam leer je ook blij te zijn met de vele gelukki ge herinneringen die je aan ze hebt. En ga je inzien dat jouw verdriet niet de maatstaf is. Denk eens aan de jo den in de oorlog; mensen die hele gezinnen, hele families hebben ver loren. Zo'n ramp in Enschede, waar ouders in één keer al hun kinderen hebben verloren, of kinderen hun ouders. Je moet leren je in te leven in anderen, dan zie je pas goed dat het leven nu eenmaal lieve en nare kan ten heeft. Als je dat door hebt, en het accepteert, wordt het leven weer leuk."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 46