'Schouwburg maakt
publiek in de war'
Oogcontact met de oermens
Hotelkamerleed en ander ongemak van Boudewijn Büch
Zuid-Holland
zet punt achter
Kunstestafette
Douwe
Draaisma
Boris
Dittrich
luziekstijlen
engen niet in
»ht in Tunisia
muziek recensie
Maarten Baanders
:ert: 'A Night in Tunisia' door
erkgroep Amsterdam, Michiel
en Interval Chamber, o.l.v.
isep Vicent. Gehoord: 23/11
LAKtheater Leiden.
muziek betreft leven we
e n mooie tijd. Alle cultu-
>pen door elkaar en mu-
an uiteenlopende stijlen
;n elkaar op om tot inte-
syntheses te komen,
ight in Tunisia' past in
trend. Slagwerkgroep
lerdam, een grote naam
st gebied van avant-gar-
uziek en vertrouwd met
iristische tradities, werkt
iamen met jazzpianist
iel Borstlap,
mt/percussionist Josep
it en de strijkersgroep
'al Chamber.
zijn weergaloos goede
:i aan het werk. Slag-
3,( groep Amsterdam cre-
_een schitterend univer-
van klankkleuren op de
1 s, bekkens, trommels,
1foon en xylofoon, die
illeen met stokjes, maar
1 met strijkstokken be-
09 d worden. Maar hun
Elsie en virtuositeit is er
de oorzaak van dat de
i"| hillende muziekstijlen
in elkaar opgaan. Hun
;e ritme steekt af tegen
ijzondere timing die in
gebmikelijk is. Pure
ummers, als 'A Night in
ia' van Gillespie en
Rondo a la Turk' van
:ck, krijgen nauwelijks
empel van de slagwerk -
terwijl het suggestieve
✓Vations of the Beat' van
tina Oorebeek de sfeer
een avant-garde werk
pt en ver van jazz af-
Jammer is ook dat er
elijks iets te merken is
e aangekondigde Arabi-
microtonale melodieën
{in de ingewikkelde rit-
van 'Grasshopper's
van Timucin Sahin,
ooi ook, niet te herken-
i hoe de Indiase en Affi
le elementen erin ver
zijn. Maar los hiervan
Night in Tunisia' een
erend programma,
het publiek stil en aan-
ig van geniet.
zaterdag 24 NOVEMBER 2001
w >ek van de
)eci
de in Moskou
ofl
>m ou - De ontwerpster Irina
m ch opende gisteren in
ou de 'Week van de mode'
_L en show die qua sfeer al
en voorproefje bood op
derende kerstdagen. Op
irs, die voor de achtste
wordt gehouden en die
m teek lang duurt, tonen
che en internationale
Erpers hun kunnen op het
)02 dvan kleding en accessoi-
a,
tielmuseum
flink groeien
g - Het Nederlands Tex-
iseum in Tilburg wil fors
1 iden. Er komt een be-
erzamelgebouw bij en
iropese werkplaats voor
'c e kunstenaars. Het be-
jjie gebouw krijgt een
indeling. Bovendien
;r een nieuw, glazen en-
bouw van enkele verdie-
De plannen vergen een
Bring van 27 miljoen gul-
et museum denkt dat
j elkaar krijgen via subsi-
n verschillende overhe-
een groot aantal spon-
narioprijs voor
:dam - Dorien Janssen
ae Stimuleringsfondsprijs
lentaire 2001 gekregen
aar scenario Corsokoorts,
beurde tijdens de ope-
0 ivond van het Internatio-
icumentary Filmfestival
1 rdam (IDFA). De trofee is
ild door het Stimule-
inds Nederlandse Cultu-
mroepproducties. Met
jzengeld (maximaal
0 gulden) mag Janssen
Brhaal over het bloemen-
in Zundert in productie
en. Het resultaat wordt te
33' tijd door een van de pu-
j v3 omroepen uitgezonden.
Petra Unger kijkt terug op vijf jaar Stadsgehoorzaal
door Rody van der Pols
leiden - Als het om muziek gaat,
beleeft Leiden gouden tijden.
Niet alleen de Stadsgehoorzaal
programmeert concerten, maar
ook het LAKtheater en in toene
mende mate de Leidse Schouw
burg doen hier aan mee. In de
schouwburg zijn aan het begin
van dit seizoen maar liefst twaalf
concerten te beluisteren. Stads
gehoorzaaldirecteur Petra Unger
ziet het met lede ogen aan. „Het
brengt het Leidse publiek maar in
verwarring."
„Als mensen een kaartje voor
een concert willen kopen, bellen
ze hier naartoe omdat ze den
ken: een concert, dat moet ik in
de Stadsgehoorzaal zijn. En dan
blijkt het zich in de schouwburg
af te spelen. We hebben zelfs
wel eens meegemaakt dat men
sen al binnenzaten, terwijl ze ei
genlijk in de schouwburg moes
ten zijn. Over dat soort zaken
moet meer overlegd worden",
vindt Unger. „En dat gaat in de
toekomst ook zeker gebeuren.
Waar ik eigenlijk naartoe zou
willen is: muziek hiér, en toneel,
ballet en cabaret déér. Op die
manier voorkom je verwarring."
De 'Stadsgehoorzaal nieuwe
stijl' staat er desondanks goed
voor, hoewel directeur Unger
het niet in de schoot kreeg ge
worpen. „Tropenjaren waren
het", zegt ze resoluut, terugkij
kend op de vijf jaar dat ze nu de
scepter zwaait over de Leidse
muziekzaal. „Maar we hebben
veel bereikt", voegt ze er onmid
dellijk aan toe. „We hebben een
organisatie op poten gezet, die
ervoor heeft gezorgd dat men
sen de weg weer weten te vin
den naar de Stadsgehoorzaal."
Het was alles behalve een ge
spreid bedje dat Petra Unger te
wachten stond bij haar aantre
den in '96. De Stadsgehoorzaal
had net een grondige verbou
wing achter de rug. Twee jaar
lang hadden de deuren potdicht
gezeten. En nu ze weer open
stonden, moest een brede pro
grammering nieuw cachet ge
ven aan het muziekpaleis aan de
Breestraat. Of zoals Petra Unger
het destijds verwoordde: „Het
Leidse publiek dat nu naar Den
Haag of Amsterdam uitwijkt,
moeten we in Leiden zien te
houden."
Of ze daarin is geslaagd, is
moeilijk vast te stellen. „Maar
mijn indruk is van wel", zegt
Unger. „Het is in elk geval zeker
dat hier de afgelopen jaren
mensen binnen zijn gekomen,
die de Stadsgehoorzaal heel lang
links lieten liggen." De abonne
mentverkoop, die nu vijf jaar
lang alleen maar toeneemt, on
dersteunt dat beeld. „En dat zet
nog steeds door. Niet zo specta
culair meer als in het begin,
maar toch."
Dat heeft alles te maken met het
kwalitatief hoogstaande muziek
aanbod van de Stadsgehoorzaal,
meent Unger. „Om een voor
beeld te geven. Een bezoeker
vertelde aan een kennis dat ze
naar een concert van het Lon-
dense New Mozart Ensemble
zou gaan in de Stadsgehoorzaal.
Waarop die kennis zei: 'Dat kan
helemaal niet joh, die spelen al
leen maar in Amsterdam'. Maar
dat kan dus wél. Het New Mo
zart Ensemble speelde wel dege
lijk in de Stadsgehoorzaal. Dat
soort dingen worden ontzettend
gewaardeerd door het publiek,
dat merkje."
Ook muzikanten zijn vaak erg te
spreken over de Stadsgehoor
zaal. Zo nam de wereldberoem
de cellist Yo-Yo Ma in de zomer
van '98 hier zijn cd op. „Vanwe
ge de schitterende akoestiek Ja,
daar was ik erg trots op. Een an
der voorbeeld: Paco Pena komt
ook graag naar de Stadsgehoor
zaal. Zijn productie van een
paar weken geleden paste hier
eigenlijk niet, maar hij heeft zijn
show speciaal aangepast zodat
hij toch kon komen."
Ook het 'binnenhalen' van
Nieuw Sinfonietta betekende
een aanwinst voor de Stadsge
hoorzaal. Sinds '99 mag Unger
dit orkest uit Amsterdam haar
'Ensemble in Residence' noe
men. „En die samenwerking
wordt in de toekomst zeker
voortgezet. Sterker nog, de ban
den worden alleen maar nau
wer. We zijn aan het brainstor
men over de toekomst en den
ken onder meer aan concerten
voor kinderen en optredens met
bijzondere artiesten erbij.
Nieuw Sinfonietta zal voortaan
ook spelen tijdens het gratis
open huis, aan het begin van
het theaterseizoen. Want we
willen er alles aan doen om het
gevoel kweken dat dit ons eigen
orkest is."
Tamelijk onzichtbaar voor het
grote publiek, maar onontbeer
lijk voor de Stadsgehoorzaal is
de congresmarkt. Die doet,
naast de kaartverkoop, een flin
ke duit in het zakje. „Die markt
groeit nog steeds. We hebben
iemand in dienst die uitsluitend
bezig is om congressen naar de
Stadsgehoorzaal te halen. Daar
om", onderstreept Unger, „is de
komst van de tweede zaal zo be
langrijk voor een gezonde ex
ploitatie van dit bedrijf. Dan
kunnen we meerdere dingen
naast elkaar programmeren. Nu
veroorzaakt dat te veel overlast
omdat het pand zo gehorig is."
„Sommige muziekproducties
kunnen we nu niet optimaal
neerzetten, omdat ze vragen om
een intieme, besloten sfeer. Ook
daarom is een kleine zaal on
ontbeerlijk." Maar of de uitbrei
ding van de Stadsgehoorzaal er
komt is na vijf jaar nog altijd
niet duidelijk. De vraag blijft of
de gemeente voldoende geld
over heeft voor de tweede zaal.
Unger is nog steeds optimis
tisch. Haar grootste zorg betreft
momenteel niet de uitbreiding,
maar de organisatie binnen de
Stadsgehoorzaal. „Tot nu toe
Petra Unger: „Mensen weten weer de weg te vinden naar de Stadsgehoorzaal." Foto: Hielco Kuipers
moet ik me nog veel te veel be
moeien met organisatorische
zaken. Als dat allemaal op orde
is, kan ik me eindelijk bezighou
den met datgene waarvoor ik
destijds ben aangenomen: het
programmeren. Daar ben ik de
afgelopen vijf jaar eigenlijk nau
welijks aan toe gekomen."
leiden/alphen - De provincie
Zuid-Holland stopt met de
Kunstestafette. Deze kunstma
nifestatie voor middelgrote ste
den wordt vervangen door een
ander project met de titel Ver
borgen schatkamers'. Aan de
Kunstestafette deden in het ver
leden altijd steden mee als Lei
den, Zoetermeer en Alphen aan
den Rijn.
Omdat de formule van de
kunstestafette sleets raakte, is
gezocht naar een andere opzet.
Het provinciebestuur hoopt
daarmee een nieuw publiek te
bereiken. Centraal in het project
Verborgen Schatkamers' staan
de bijzondere verzamelingen die
gemeenten onder hun hoede
hebben. Aan hedendaagse kun
stenaars wordt gevraagd hun
persoonlijke visie te geven op
een aantal van deze verzamelin
gen.
Het is een van de punten uit het
actieprogramma cultuurbereik
2001-2004 van de provincie
Zuid-Holland. Voor de middel
grote gemeenten (met het cultu
rele leven in Den Haag en Rot
terdam bemoeit de provincie
zich niet) zijn nog twee andere
projecten in voorbereiding: 'X-
Change' en 'Stadsgeschiedenis
van Holland'.
X-Change richt zich op de raak
vlakken tussen popmuziek en
wereldmuziek Op die manier
wordt geprobeerd autochtone
en allochtone jongeren in con
tact te brengen met eikaars cul
tuur.
Aan het project 'Stadsgeschiede
nis van Holland' kan elke ge
meente haar eigen invulling ge
ven. Het is de bedoeling dat er
een samenwerkingsverband
ontstaat tussen de beheerders
van het erfgoed en de culturele
instellingen in een stad.
Gehoopt wordt op het ontstaan
van producties op het gebied
van muziek, theater en beelden
de kunst. Het Erfgoedhuis Zuid-
Holland in de Leidse Breestraat
heeft de supervisie over dit his
torische project.
Aan zowel 'X-Change' als 'Stads
geschiedenis van Holland'
wordt meegedaan door onder
meer Leiden, Alphen aan den
Rijn, Zoetermeer en Delft.
(advertentie)
theater recensie
wijnand zeilstra
Voorstelling: Op reis. Een diavoorstelling
zonder dia's. Soloprogramma van en door
Boudewijn Büch. Gezien: 23/11,
schouwburg Leiden
Boudewijn Büch, maker van
talloze reisverslagen voor radio
en televisie, houdt niet van rei
zen. Althans, dat beweert hij in
zijn theaterprogramma. Laten
we dat maar met een korrel
zout nemen. Het past bij zijn
zelfbeeld dat niet vrij is van eni
ge koketterie vol gekwelde pal-
jasserij. Hij zucht nu eenmaal
graag en mikt op het effect van
leedvermaak. Hij laat zich im
mers graag uitlachen. Reizen
brengt ongemak met zich mee.
Büch doet uitgebreid verslag
van herkenbaar hotelkamerleed
en vliegtuigellende.
Wa^om trekt een mens naar
verre oorden? Büch blijft het
antwoord op die vraag schul
dig. De Leidse Hortus is een
stuk overzichtelijker dan de
echte natuur. Exotische dieren,
vastgespijkerd op een plankje,
kun je in Naturalis bewonde
ren. En er is volgens Büch geen
mooiere gracht ter wereld dan
het Rapenburg. Wat wil je nog
meer?! Büch speelt duidelijk
een thuiswedstrijd. Het lekker
ste eten maak je overigens naar
zijn mening thuis: macaroni
met Smac. Het biedt Büch te
vens de gelegenheid om smake
lijk te vertellen over de proble
men bij het openen van zo'n
blik Smac. Boekenschrijver, co
lumnist, Goethe-specialist, tele
visiemaker en frequent talk-
showgast Boudewijn Büch gaat
dus soms ook nog eens even op
de cabaretier-tour. Omdat hij
Leiden als oud-inwoner van de
stad goed kent, gaf hij gister
avond zijn optreden een vrolijk
ons-kent-ons-sfeertje mee. Ci
terend uit Leidse kranten krijgt
hij met gemak de lachers op
zijn hand. Bijvoorbeeld het be
richt over de diefstal van een
wandelstok in de Sumatrastraat
stelt hij spottend aan de kaak.
Als dit kennelijk het niveau van
de Leidenaren is, moet hij zijn
programma hoognodig inhou
delijk aanpassen. Er wordt sma
kelijk gelachen. Dat lachen
wordt beduidend minder, wan
neer Büch het improviseren
stopt en met zijn 'echte' pro
gramma begint. Grappen over
krappe vliegtuigstoelen en
soortgelijke zaken zijn tamelijk
afgezaagd. Bovendien gaat zijn
constant geagiteerde stemge
luid ook wel eens vervelen. Ter
verontschuldiging noemt hij
zichzelf een amateur. Dat klopt,
als podiumkunstenaar is hij dat
natuurlijk. Dat neemt niet weg
dat hij soms geestig uit de hoek
kan komen. Voeg daarbij een
grote naamsbekendheid en de
schouwburg blijkt zeer goed
bezet te zijn. Met cabaret of
theater heeft het eigenlijk bar
weinig te maken. Het is meer
een theatrale ontmoeting met
een babbelgrage reiziger tegen
wil en dank.
Binnenkort in onze boekhandel:
vertelt over zijn nieuwe boek:
Waarom het leven
sneller gaat als
je ouder bent
Douwe Draaisma is psycholoog
en schreef o.a. het succesvolle
De metaforerunachine.
Woensdag 28 november
Aanvang: 19.30 uur
Breestraat 127, Leiden
S.v.p. reserveren: tel. 071-5160500
geeft een lezing over zijn boek:
Een blauwe
stoel in paars
en zal aansluitend signeren
(Koop)zondag 2 december
Aanvang: 15.00 uur
Breestraat 127, Leiden
Kooyker Ginsberg
Expositie van eigenzinnige tweeling Kennis in Naturalis
Een reconstructie van het hoofd van een Neanderthaler. Foto: Taco van der Eb
door Coen Polack
leiden - Het lijken vakantiefoto's
van een Neaderthalerfamüie. De
oermensen op de illustraties van
Alfons en Adrie Kennis poseren
ontspannen en nonchalant. De
tekeningen bruisen van het le
ven, de oermensen hebben ka
rakter. Even spectaculair zijn de
reconstructies die de broers ge
bruiken als basis voor hun teke
ningen. Het zijn levensechte
hoofden die zijn vastgelegd met
zeer ongebruikelijke gezichtsuit
drukkingen. In de galerie van
Naturalis is vanaf vandaag een
overzicht te zien van het werk
en de methode van de broers
Kennis aan de hand van illustra
ties, hoofden en schedels.
De Arnhemse tweelingbroers Al
fons en Adrie Kennis zijn kun
stenaars met een eigen idee over
de reconstructie van de prehis
torie. Adrie: „We willen laten
zien dat er niet één oermens
was. Het waren individuen met
verschillende trekken, zoals
mensen tegenwoordig. Door vijf
verschillende Neanderthalers te
laten zien krijg je een veel beter
beeld van de algemene kenmer
ken van de soort."
Met behulp van afgietsels van
prehistorische schedels uit mu
sea van over de hele wereld wer
ken Alfons en Adrie aan hun il
lustraties. Met de schedels re
construeren de broers het hele
hoofd en gezicht van de oer
mensen en gebruiken de recon
structies als modellen voor hun
tekeningen, die veel nadruk leg
gen op de anatomie van onze
verre 'voorouders'. „In veel boe
ken over de prehistorie zijn die
oermensen bijna ceremonieel
bezig met vuistbijlen en speren.
Het zijn clichés geworden. Het
leidt ook allemaal af van het on
derwerp: de mens. Wij willen ze
zo neerzetten dat ze je aankij
ken, datje oogcontact maakt."
Hun methodiek grenst aan de
wetenschap, maar ze zijn zelf de
laatste om dat toe te geven. „Wij
zijn illustrators, geen weten
schappers. We hakken knopen
door als er te veel interpretaties
zijn. In de boeken die we lezen,
spreken wetenschappers elkaar
constant tegen. Op basis van de
zelfde botjes trekken ze conclu
sies die soms tegenovergesteld
zijn. We hebben veel gelezen
dus kiezen we gewoon voor de
meest waarschijnlijke bewerin
gen. Daarnaast hebben we af
gietsels van die schedels vaak
ook in onze collectie en dan kij
ken we gewoon zelf wat het
meest logisch lijkt."
Alfons en Adrie praten snel, als
of alle woorden tegelijkertijd uit
twee monden spatten. Ze spre
ken door elkaar, vullen elkaar
aan, nemen een betoog moeite
loos middenin de zin van elkaar
over en dat alles in plat Arn
hems. Als de woordenstroom
stokt dan nemen vier handen en
twee elastieken gezichten het
gesprek over.
Alfons: „Na onze lerarenoplei
ding konden we gelukkig geen
werk krijgen. We zijn toen ei
genlijk meteen gaan tekenen.
Eerst moesten we op congres
sen bij uitgevers en musea leu
ren om opdrachten. Maar in
middels hebben we het punt
bereikt, waarop we van alle kan
ten werk aangeboden krijgen."
Musea in Spanje, Engeland en
Duitsland weten de weg naar de
gebroeders Kennis te vinden als
wetenschappers een nieuwe
schedel ontdekken.
Deze contacten helpen de
broers ook aan steeds meer stu
diemateriaal. „In het Londense
Natural History Museum moch
ten we in de depots schedels fo
tograferen. Daar hebben ze zo
verschrikkelijk veel prehistorisch
materiaal. Dat was een para
dijs." Ook dieren die minder
lang geleden het leven lieten,
komen de broers goed van pas.
„Dierenpark Amersfoort belde
laatst om te zeggen dat we een
dode chimpansee bij ze konden
ophalen om te bestuderen. Wij
snel met de auto naar Amers
foort natuurlijk. Dan krijg je ge
woon 's nachts een dooie aap
mee. Die gebruiken we om ana
tomie, beharing en huiddikte
van te onderzoeken."
De broers baseren zich veelal op
hun eigen waarnemingen. Alf
ons: „Neem nu een mammoet.
Die beesten zien er altijd uit als
grote, harige Afrikaanse olifan
ten met gekrulde slagtanden. In
Londen hebben we een giganti
sche schedel gefotografeerd,
waaraan je duidelijk kon zien
dat mammoeten een veel lange
re kop hadden dan olifanten.
Uit de rest van het skelet bleek
ook dat het veel loggere beesten
waren."
Als een 'echte Kennis-tekening'
na twee maanden onderzoek en
werk eindelijk op papier staat,
zie je dan ook iets volkomen an
ders dan je zou verwachten. In
plaats van een glorieuze dikhuid
met joekels slagtanden,
vanuit nederig kikkerperspectief
benaderd, zetten Alfons en
Adrie een vrouwtjesmammoet
neer met een trieste blik in de
ogen. Alfons: „Vrouwtjes had
den geen grote oren en slagtan
den. En dan is het sensationele
er wel vanaf. Wij dwingen je te
kijken naar de prachtige vacht
en de rare anatomie. Daarom
zetten we het beest ook niet in
een clichématig ijslandschapje.
Een structuurtje, delen van een
skelet of de vage suggestie van
een rotstekening zijn meer dan
genoeg."
'De Oermens'. Tekeningen en
reconstructies door Adrie en
Alfons Kennis. Naturalis Gale
rie, Leiden. Te zien tos en met
10 februari 2002. Bij uitgeverij
Leopold in Amsterdam ver
scheen een begeleidend kin
derboek 'De Oermens' met il
lustraties uit de tentoonstel-
llng.