Een boerderij vol senioren De juf is schor Het succes van een woongemeenschap voor ouderen Helft onderwijzers heeft stemklachten Adviezen 2001 De overheid heeft er wel oren naar: ouderen moeten gaan wonen in leegkomende boerderijen. In Nederland is daar slechts één lichtend voorbeeld van. Een woongemeenschap voor ouderen in de gekeerde klei van Zeeland. Welkom op 't Hof Popkensburg in Sint Laurens. door Cees Maas Het hof is oud, dat kun je zien. Op de krakende span ten is ze een nieuw rieten dak gelegd en de gevel van oude handgevormde baksteen is keurig gevoegd, dat wel. Maar rond de tra ditionele boerenschuur spoken de geesten van generaties Zeeuwse klei boeren en kromgewerkte landarbei ders. Dat voel je gewoon. Alles hui vert en gilt, maar horen doe je niets. Het is oud boerenland hier. Kijk maar, op de gevel hangt een plaatje waarop staat dat deze boerderij uit het jaar 1271 stamt. Dat is oud. Een wezeltje steekt de beschelpte baan over. In de sloten staat riet te vergelen en op de horizon priemt het prachtige kerktorentje van Grijpskerke. De vlakten, grasland en pasgeploegde akkers, geven je een enorm gevoel van ruimte. Meeuwen duiken op de glimmende voren. In de verte klinkt een kerkklok. Nog veel verder weg snurkt een eenzame tractor. De boerderij ligt aan de rand van het dorpje Sint Laurens. Achter de boe renschuur staat nieuwe laagbouw, verscholen in laag geboomte. Daar wonen de ouderen. De voordeuren van de zestien ap partementen komen uit op de vier kante binnentuin, de woonkamers aan de achterzijde kijken uit op de andere tuin. Er is zo gebouwd dat de privacy is gewaarborgd. De tuin heeft hoogstamfruitbomen, keurige gazons en bloemenperken. En daar achter, ja, daar ligt louter ruimte. De lokkende ruimte. Losse sfeer „We willen een nieuwe magnetron voor het logeerhuis kopen, wie stemt voor"? vraagt Carla Eikenaar en ze ventien handen gaan omhoog. Grijze permanenten. Glimlachjes. De Libelle op het koffietafeltje. Een oudere man met gekleurde bretels. Een vrouw die hem op de schouders slaat. Een prettige, losse sfeer. Alge meen Beschaafd Nederlands en stroopwafels. Het is tien uur in de ochtend en de hele club zit samen koffie te drinken in de gemeen schapsruimte. We zitten met zeventien mensen in een cirkel. De jongste is Wobby Lan- gelaer, zij is 51 en de oudste is Mies Bendeler, die 91 is. Verderop zit een oude heer met zijn hoofd te knikken. Dat is een bewoner van het eerste uur, inmiddels hoogbejaard en soms nog actief maar ook een beetje de ment. „Dat doen we nog altijd elke dag, met z'n allen koffie drinken," zegt Carla. „Maar dat is het enige wat we nog samen doen. Tot vorig jaar de den we de warme maaltijd ook nog samen, maar dat hebben we afge schaft. We groeien toe naar meer privacy. Zo'n woongemeenschap als deze evolueert constant. Dingen zijn allang niet meer zo als in het begin, vijftien jaar geleden." De woongemeenschap 't Hof Pop kensburg werd op 22 oktober 1986 geopend door de toenmalige minis ter van volksgezondheid Brinkman. Het was de eerste van Nederland. De gedachte aan een alternatief soort van ouderencommune, waar oude ren voor ouderen zouden zorgen en zich samen door het leven zouden De verbouwde boerderij in St. Laurens is de enige woongemeenschap voor ouderen op het platteland, 't Hof Popkensburg telt zestien appartementen. Foto: GPD/Roland de Bruin slaan, was aantrekkelijk in de dagen dat het begrip 'mantelzorg' intrede deed in de politiek. Van die revolutie komt aanvankelijk weinig terecht. De eerste initiatieven mislukten jammerlijk. Al snel na de start kregen de bewoners het ernstig aan de stok met elkaar. „Ze sloegen elkaar bijna letterlijk de hersens in", zegt Hans Hamers, de huidige voor zitter van de gemeenschap. Wat ook tegenviel was de winter. De messcherpe wind en de eeuwige re gen op dat wrede boerenland leidt niet zelden tot ongezonde somber heid. De winterblues in Zeeland is berucht. Veel stedelingen die een huisje in de klei kochten, hebben zich daarop verkeken. Er waren te veel meningsverschillen in die eerste woongemeenschap. De sfeer was om te snijden en na een jaar stonden zes woningen weer leeg. Maar dat beginstadium is ach ter de rug en nu gaat het zo goed dat er een wachtlijst is van mensen die graag de rest van hun leven een beetje beschermd op het Zeeuwse platteland willen doorbrengen. „Want als je van rust en ruimte houdt, is het hier ideaal", zegt Mies Bendeler, een hoogbejaarde dame die altijd in de drukte van Den Haag heeft gewoond. „Je moet hier niet komen wonen met de gedachte dat het hier gezellig is en dat je vrienden maakt. Zo werkt het niet. We leven hier wel met elkaar, maar toch heb ben we allen een eigen leven. Je wordt niet opgeslokt door de ge meenschap, maar er is toch een soort van prettige paraplu waar je onder woont." „Ik was op slag verliefd op deze plek en dat is nooit meer overgegaan, ik woon hier nu al bijna tien jaar en ga nooit meer weg," zegt Carla (71), een Rotterdamse van geboorte. De koffiekopjes rinkelen. Door de ra men zie je een sperwertje jagen bo ven de tuin. „Wie wil iets van de bakken met fuchsia's hebben?, want die haal ik straks leeg," gooit Anne- marie in de groep. Maar niemand wil fuchsia's. „Ik heb een duvelse hekel aan fuch sia's", bromt een man. Annemarie haalt de schouders op. Het is een moment van alledag in deze woongemeenschap. Vrijkomen Er zijn meer woongemeenschappen van ouderen in Nederland. Maar dit is de enige op het platteland, de eni ge in een voormalige boerderij. Daarom, en door het succes van de woongroep, wordt 't Hof Popkens burg door de nieuwe Stichting Wo nen van Senioren op Boerderijen (WSB) als model beschouwd van hoe in Nederland straks ouderen op het platteland kunnen worden ge huisvest. Per dag houden in Neder land elf boeren er mee op, zo heeft het Centraal Bureau voor de Statis tiek uitgerekend. En de boerderijen die dan vrijkomen moeten door groepen ouderen worden gebruikt. Dat is goed voor het welzijn van die ouderen en voor het platteland als cultureel erfgoed en gezichtsbepa lend landschap. Want het boeren land verpietert niet. Dat is in een notendop de filosofie van de stich ting. WSB heeft inmiddels een forse subsidie gekregen uit het VSB Fonds en geniet de steun van de landsrege ring. Maar pas op voor het romantische beeld van een senior in tuinbroek die fluitend tussen de zomervogel- tjes zijn perkjes wiedt en met grote teugen geniet van het ouderenpara- dijs dat platteland heet. Wat de Stichting WSB met nadruk doet is juist tegen dat droombeeld waarschuwen. En in de Zeeuwse woongemeenschap weten ze dat ro mantische beeld inmiddels te nuan ceren. Een voorbeeldje. Vandaag komen er twee ouderen proefwonen. Ze ver blijven een week in het logeerhuis en daarna zullen alle bewoners stem men over de vraag of ze definitief mogen blijven. In die week zal ook worden bekeken of de nieuwe senio ren geen al te rooskleurig beeld van de gemeenschap hebben. „We zijn hierin waarschijnlijk stren ger dan de meeste ballotagecommis sies, want het is niet zo dat de meer derheid de stemming wint, nee, mi nimaal 80 procent van de bewoners moet de komst van nieuwelingen goedkeuren, anders gaat het niet door. Dat is dus iets anders dat we van het verleden hebben geleerd. En we zijn zo streng omdat het juist nauw luistert of iemand bij de sfeer en de cultuur van de gemeenschap past. Je leeft toch dicht op elkaar", zegt voorzitter Hans Hamers. Een ander voorbeeldje. Voorzitter Hans Hamers woont zelf niet meer in de gemeenschap, maar in Vlissin- gen. Dat hebben ze gedaan omdat een uithuizige voorzitter in de be handeling van conflicten tussen be woners minder partijdig is, de zaken beter van een afstandje bekijkt. „Als groep zijn we door schade en schan de wijs geworden, ja. Er gebeurtdus weieens wat vervelends hier in dit aardse paradijs", zegt Carla. Er zijn grote en kleine appartemen ten. Voor een grote betaal je 835 gul den huur per maand plus 245 gul den aan, zeg maar, servicekosten. Dat is eigenlijk de pot voor de groep. Voor de vereniging, voor het onder houd van de tuinen, de gemeen schapsruimte en het dagelijkse kopje koffie. Het kleine appartement, ge schikt voor een eenpersoonshuis houden, kost 650 gulden per maand plus 150 gulden aan servicekosten. De woongemeenschap is niet opge zet vanuit een politieke visie. Het communistisch ideaal of zelfs het commune-idee van de flowerpower is voorbijgegaan aan dit gezelschap. Eenmaal in de twee maanden is er een groepsvergadering waarin be sluiten worden genomen. Kleine za ken worden elke dag bij de koffie be sproken. En er zijn de dingen die ty pisch voor een woongemeenschap als deze zijn en waar niemand eigen lijk meer bij stil staat. De buurman veegt de bladeren van alle tuinpa den. De buurvrouw gaat boodschap pen doen en neemt tegelijk alles voor drie of vier andere bewoners mee. Of zoals laatst gebeurde, de jongste bewoonster ging op vakantie met de licht dementerende heer. Hij wilde zo graag nog eens weg, maar kon niet meer alleen. Zij wilde ook wel op vakantie en vond daarbij de zorg voor de oude heer geen pro bleem. Dat heb je natuurlijk niet als je niet in een woongemeenschap woont", zegt Carla. De koffie is op, de bewoners gaan al len hun weg. Twee gaan nog wat vers fruit zetten in het logeerhuis, dat wacht op de nieuwelingen. In de lucht hangt de lichte harsgeur van dode bladeren. Het smeedijze ren hek van de oude boerderij piept zacht op de wind. De middag kan telt. Alles lijkt vredig in dit vette boe renland. En kijk, ver weg, daar op die akker, daar strijken de eerste winter- ganzen al neer. Leraren, zangers, sportinstructeurs, medewerkers van callcentra, predikanten en marktkoopmannen. Zonder stem kunnen velen hun beroep niet uitoefenen. Maar lang niet iedereen gaat er goed mee om. De stem wordt in veel gevallen zozeer belast dat de gezondheid er onder lijdt. Van de onderwijsgevenden in Nederland heeft meer dan de helft wel eens problemen met de stem. Een derde van hen moet het werk zelfs onderbreken om te herstellen. De Nederlandse Stemstichting wil het tij keren. Tijdens een symposium op 17 november in Utrecht gaat zij dieper in op door het werk ontstane stemproblemen. door Ruud Klumpers Met klachten over heesheid meldt groepsleerkracht Marion zich bij de KNO-arts. Het verwijderen van de amandelen helpt niet. Het blijkt dat de belasting van de stembanden te hoog is. Marion praat in een hoog tempo en neemt weinig adempau zes. Aan het einde van de schooldag is de enthousiaste leerkracht van groep vier hees en erg moe van al het praten. „De helft van de onderwijsgevenden heeft stemproblemen. Een derde van hen moet het werk enige tijd on derbreken om te herstellen. Maar er komen ook leraren in de wao terecht doordat hun stem het laat afweten", stelt dr. Willem Kersing, KNO- arts/foniater bij het Medisch Spec trum in Enschede en universitair hoofddocent bij AZU/UMCU in Utrecht. Sinds kort is hij ook voorzit ter van de Nederlandse Stemstich ting. „Wij signaleren problemen die men sen bij het gebruik van de stem on dervinden en dragen daarvoor op lossingen aan", verklaart logopediste Henriëtte Dekker, die ook lid is van de Stemstichting. Tijdens een sym posium op 17 november in Utrecht besteedt de stichting aandacht aan de stemproblemen die door werk ontstaan. De omstandigheden waaronder mensen beroepshalve moeten wer ken, zijn vaak slecht voor de stem. Kersing: „Neem de zweminstruc- teurs. Ze moeten de hele dag hun stem verheffen, omdat de akoestiek in het zwembad slecht is. De chloor- lucht slaat ook nog eens op hun stem. En wat dacht je van die zan gers die geregeld in rokerige zalen moeten optreden. Ze plegen roof- KNO-arts Kersing en logopediste Dekker bekijken de stembanden op een rönt genfoto. Foto: GPD/Wouter Borre bouw op hun stem. Extra kwetsbaar zijn mensen met een stem die geen hoge belasting verdraagt." Youp van 't Hek is in de optiek van Dekker iemand die zijn stem niet goed gebruikt. „Hij heeft geen goede ademhalingstechniek. Spreekt te lang op één adem. En nog super snel ook. Je krijgt dan een hoog stemge luid. De spreekwijze is weliswaar zijn handelswerk, maar kost hem de no dige inspanning. Zijn stembanden kunnen er kennelijk wel tegen. Het aantal patiënten met stemklach ten zou volgens de Nederlandse Stemstichting aanzienlijk kleiner zijn als de ARBO-deskundigen meer aan dacht voor dit probleem zouden to nen. Kersing: „Zij letten erop of de werkplek achter de computer goed is ingericht met een speciale stoel, de afstand tot het scherm juist, noem maar op. Terecht. Maar ze vragen zich niet af of de akoestiek van de werkruimte leidt tot een onverant woord zware belasting van de stem. Het is heel goed mogelijk een zwem- of sportleraar een microfoonverster ker te geven. Dan hoeven ze minder hard te praten. Zij worden dan niet schor en hoeven niet naar de dok ter." Dat zoveel leerkrachten last hebben van heesheid en andere stemproble men, komt door een te zwakke stem. Kersing: „Vroeger werd bij de aan melding voor de onderwijzersoplei ding getest of de stem van de jonge ren wel bestand was tegen intensief gebruik. Mensen met een te zwakke stem vielen af. Dit soort selecties is niet meer toegestaan. Tijdens de op leiding komen stemproblemen vaak nog niet voor. Maar als de jonge leerkrachten eenmaal voor de klas staan, blijkt vaak dat de stem het niet aan kan. Conservatoria laten de kwaliteit van de stem wel testen. Door logopedie zijn de moeilijkhe den vaak op te lossen." Dat geldt volgens logopediste Hen riëtte Dekker in mindere mate voor de stemklachten van oudere zan gers. „Door het verouderingsproces wordt de kwaliteit van de stem min der. De stem verliest kleur, wordt minder vast. Professioneel zingen is er op je 65-ste normaal gesproken niet meer bij." Mensen die door stemproblemen niet kunnen werken, hebben het daar psychisch vaak moeilijk mee, zo ervaart Henriëtte Dekker. „Ze voelen zich niet ziek en de omgeving beschouwt hen ook niet als ziek. Het liefst gaan ze zo snel mogelijk weer aan het werk. Daarom storten de meeste patiënten zich heel enthou siast op de therapie." Wie meer dan twee weken last heeft van stemproblemen, wordt door de huisarts naar de KNO-arts doorver wezen. Kersing: „Operatief ingrijpen kan nodig zijn, om bijvoorbeeld knobbeltjes op de stembanden te verwijderen. Medicijnen kunnen ook uitkomst bieden. Een tijdje de stem minder gebruiken kan ook helpen. Een geruststellend praatje wil ook wel eens werken. Dat merk ik bij de begeleiding van operazangers die Enkele algemene adviezen: Stemklachten zijn te voorko men wanneer door de neus ge ademd wordt. De lucht wordt ge zuiverd en bevochtigd. Hierdoor neemt de kans op infecties af. Drink voldoende water om ku chen en schrapen te onderdruk ken en het vochtgehalte op peil te houden. Spreek niet hard of lang achter elkaar. Bij verkoudheid moeten de stembanden zo min mogelijk worden belast. Spreek dan ont spannen en met een zacht geluid. Fluister niet. Roken verergert stemklachten. Let ook op in een rokerige omge ving. Een goede lichaamshouding is belangrijk voor het gebruik van de stem. bang zijn dat hun stem hen tijdens een voorstelling in de steek zal laten. Zenuwen die op hun stem slaan. Het lukt bijna altijd hen van de klachten af te helpen." Voor aanvullende therapie verwijst de KNO-arts naar een logopedist. Juf Marion heeft daar duidelijk baat bij. De logopedist heeft haar bewust ge maakt van het stemprobleem, van een goede ademtechniek en goede koppeling van adem en stem, spreektempo, adempauzes en de 'ligging' van de stem. Het spreken gaat haar nu gemakkelijker af. Aan het eind van de dag is de Enschede- se niet meer hees en moe van het praten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 6