Ike wedstrijd
eer je weer'
3
De redding
van Leiden
als sportstad.
Met dank aan
de hockeyers
van Roomburg
SPORT
I Maikel in Noordwijk is gaan
=id ik prima. Noordwijk is een
pige plaatsen waar ik ook wel
'onen, mocht ik ooit uit Lei-
'ertrekken.
foto wordt een mooi aan-
ons huis, want het staat te
:en een paar honderd me
ten nieuw huis in Noordwijk-
drukke Nieuwe Zeeweg is
Inze twee jonge kinderen.
is een echte Noordwijkse,
fhuizing naar Leiden hoefde
voor te stellen."
1 is moeilijk aan te geven wie
de betere voetballer is. Ik
p met ongeveer evenveel ta-
feegend."
lat kan jij makkelijk zeggen.
Voetbalcarrière bij LDWS kan
inm archieven terugvinden. Op
noordwijk - De 30-jarige Maikel Verver (links) voetbalt bij tweedeklasser SJC uit
Noordwijk en kwam in het verleden uit voor Roodenburg, Lugdunum en Bax. De in
Noordwijk woonachtige Leidenaar bestuurt schoonmaakbedrijf Aquaclean. Vader Hans
Verver (56) is voorzitter van vierdeklasser UDWS en bestiert administratiekantoor Va
cature. Omdat beiden op zondag met hun hobby bezig zijn, zien ze eikaars clubs zel
den of nooit in actie. Niet het ouderlijk huis, maar de woning van Maikel is plaats van
handeling.
familiefeestjes hoor ik alleen maar dat je
een bikkelharde rechtsback was."
Hans: „Ho, ho, ik was middenvelder of
laatste man. Nou goed, laten we het er
op houden dat Maikel met zijn techniek,
maar met mijn inzet, een stuk verder
zou zijn gekomen."
Maikel: „Zou kunnen."
Hans: „We zijn eigenlijk allebei Rooden-
burgers, maar hij zit nu bij SJC en ik bij
UDWS. Maikel zou nooit bij UDWS aar
den. De clubcuftuur past niet bij hem."
Maikel: „Bij dorpsclubs gaat het er toch
al heel anders aan toe dan in de stad. Als
je ziet wat er de laatste drie jaar op het
complex van SJC allemaal is verbeterd
en aangelegd, dat is werkelijk enorm."
Hans: „De leukste periode die we samen
hebben gehad, was de tijd dat we in de
Merenwijk woonden en Maikel in de
jeugd bij Roodenburg speelde. Hij
maakte deel uit van een geweldige gene
ratie met onder anderen Marcel Ijzen-
doom, Patrick Kamperveen, Jeffrey van
As en Patrick Heijmans. En de vaders'
waren nog gekker dan die jongens. Ze
kwamen allemaal kijken dus een ver
voersprobleem was er nooit."
Maikel: „Het was een geweldige lich
ting. We wonnen van Ajax, Telstar én
van grote rivaal UVS voor echt honder
den toeschouwers. Het is natuurlijk ty
perend voor Roodenburg dat al die spe
lers zijn vertrokken. Ik ben naar Lugdu
num gegaan omdat ik vond dat ik niet
snel genoeg in het eerste elftal kwam.
Achteraf had ik moeten blijven, ik was
ongeduldig.
Nog elk jaar in april krijg ik een telefoon
tje van Roodenburg of ik terug wil ko
men. Het zou geen zin hebben. In mijn
eentje maak ik het verschil niet. En bij
SJC, hier even verderop, gaat het lekker.
We maken kans op promotie naar de
eerste klasse."
tienduizenden. Maar het schijnt
dat de verkoop weer wat aan
trekt, dus je hoort Mikhail niet
klagen.
De zondag voor Feyenoord-
Spartak was Mikhail bij ons op
bezoek. Nadat mijn vrouw hem
had verwelkomd meteen prach
tig voorgerecht met rauwe vis
werkte hij met smaak een stapel
oer-Hollandse pannenkoeken
naar binnen. Waarna we de
stad introkken. Mikhail genoot
en toen we in De Burcht, waar
barkeeper Ard nog altijd niet
was bekomen van de ontluiste
ring van Ajax, aan het bier gin
gen, wilde mijn Russische
vriend weten welke club in de
eerste divisie (van onze eredivi
sie weet hij alles) eigenlijk uit
Leiden komt. Mikhail wilde
daar namelijk graag fan van
worden.
Het duurde een biertje of wat
voordat ik hem duidelijk had
kunnen maken dat deze toch vi
riele stad in het geheel geen
profclub kent. Erger nog, dat er
in Leiden helemaal geen top
sport voorkomt. Het duurde nog
eens een biertje of wat eer Mik
hail van de schok was bekomen.
Jammer dat ik toen nog niet
wist wat ze bij de hockeyclub
Roomburg van plan zijn. Op de
avond dat Mikhail terug naar
Moskou vloog Ajax zijn negen
de (ja echt, de negende) Europe
se thuisnederlaag in vijfjaar
Arena zou lijden en Olga mij
een goede nacht zou wensen, las
ik in de krant dat Boomburg
een topsporti'erenÊging wil wor
den. Om het zo ver te kunnen
schoppen, of, in dit geval, liever
meppen, hebben de hockeyers de
hulp van wethouder Pechtold
ingeroepen. Een slimme zet,
want die Pechtold heeft de bal
len verstand van sport, dus die
kun je wel wijsmaken dat als je
in Nederland op niveau hockeyt
dat er dan sprake van topsport
is.
Over een tijdje ga ik vermoede
lijk met Mikhail op reis in de
Oekraïne. Als we dan een keer 's
avonds niets te doen hebben, zal
ik hem vertellen over de hockey-
sport en over Roomburg. En dan
gaan we met wodka proosten op
de redding van Leiden als sport
stad. Met dank aan de hockey
ers. Spasibo Roomburg.
Jaap Visser
Reageren? sportredae-
tie.ld@damiate.hdc.nl
Ji Spierdijk
|n (57) keerde dit seizoen terug bij Noordwijk,
hij al eerder trainer was gedurende een
s| zeventien jaar en een korte invalbeurt van
itfcn. En z'n gedrevenheid is nog niets minder,
ejoordwijkers die onder hem trainden. Suc-
tyde Eelman voldoende bij de drie amateur-
Noordwijk en Hilversum, die hij onder zijn
IfjNa kampioenschappen en bekers kwam de
Eivan Hilversum vorig jaar erg hard aan. „De
te en je snel vergeten, maar aan die degrada-
g log vrijwel elke dag." Elf stellingen voor de
zijn huidige club 'de bondscoach' wordt ge-
h aliteit van voetballers was vroeger beter.
lliteit is anders, maar dat geldt niet alleen
ren, ook voor ouderen. Vroeger ging je op
iter de geraniums zitten, nu staan ouderen
w n het leven. De mentaliteit is in grote ste-
jeer veranderd dan in kleine gemeenschap-
heerst meer de opvatting: 'we moeten er-
n'. In het voetbal zie je dat er uit de grote
ider jongens naar voren komen met de
italiteit dan uit kleinere plaatsen. Ik denk
jrzettelijkheid van het gros van de voetbal-
nder is geworden. Er is een tegenslag, wat
mee? Ik denk dat dat anders is dan vroe-
dopleiding van Noordwijk levert weinig
hankelijk van golfbewegingen. Bovendien
it de basis waaruit je voor de seniorenelf-
lutten steeds smaller wordt. Vroeger waren
rdwijk zeven A-juniorenelftallen, nu nog
misschien moet je het omdraaien. Er spe-
jongens die hun opleiding bij Noordwijk
ïad in het betaald voetbal, ik praat over
if zeven, acht. Misschien is die opleiding
geweest. Ik zie vaak genoeg hoe er bij
gewerkt wordt met de jeugd, ik ben daar
"eden over."
finitief afgelopen met de hegemonie van
reekclubs in de hoofdklasse A.
initief. We hebben drie keer verloren van
se' ploegen, van Capelle, ASWH en Excel-,
uis. Dat zijn aardige ploegen, ook wat be
llersmateriaal, maar als je ziet hoe die spe-
ieuwe realisme' heeft zijn intrede in het
laan; je laat je met acht man terugzakken
penaltygebied en je probeert met twee of
spitsen een doelpuntje te maken. Maar die
ploegen moeten ook tégen elkaar, dan moeten ze
toch voetballen om punten te pakken. Voor de speel
wijze van Katwijk en Ter Leede kan ik alleen maar
waardering hebben, de uitvoering laat nog te wensen
over, maar dat komt vanzelf. Als gedurende één of
twee jaar blijkt dat zoals ASWH en Capelle voetballen
dé manier is, dan zullen we ons ook vast aanpassen.
We zijn hier niet helemaal achterlijk."
4. John Eelman is te lang bij Hilversum gebleven.
„Dat is niet waar. Er waren bepaalde problemen, die
waren doorgesproken en daar zouden oplossingen
voor komen. Op basis daarvan ben ik een contract
aangegaan. Uiteindelijk bleek dat een deel daarvan
niet kon worden waargemaakt. Ik was bij Hilversum
een te grote clubman geworden om weg te lopen en
niet mee te denken. Het heeft dat laatste jaar ook niet
meegezeten. We hebben 14 keer achterin de nul ge
houden, drie wedstrijden voor het einde hadden we
nog een positief doelsaldo. Dat geeft aan waar het
probleem lag. De fout die ik heb gemaakt is dat ik heb
geaccepteerd dat die afspraken niet konden worden
nagekomen. Het is de enige degradatie geweest in
m'n hele trainerscarrière. En zoiets heeft veel meer
impact dan al die kampioenschappen die ik heb mee
gemaakt. Met Hilversum zijn we vanuit de tweede
klasse naar de hoofdklasse gegaan en hebben de titel
op één punt gemist, we hebben de beker gewonnen.
Dat ben ik allemaal al vergeten, maar ik denk nog bij
na dagelijks aan die degradatie. Het enige wat ik kan
doen is mezelf een spiegel voorhouden en zeggen dat
ik er alles aan heb gedaan om het te voorkomen."
5. Hoe ouder hoe beter de trainer.
„Ik weet ongetwijfeld veel meer dan ik 30 jaar geleden
wist. Elke wedstrijd leer je weer, ik heb gisteren in de
wedstrijd van Noordwijk tegen het Nederlands elftal
onder 19 jaar weer dingen gezien, die nieuw voor me
waren. Bij een comer tegen stelden die jongens hun
spitsen halverwege hun helft aan de zijkant op. Moet
je als verdediger toch beslissen of je er bij gaat staan.
Maar die centrale verdediger gaat niet weg bij de mid
denlijn, dus zijn die spitsen bij het afslaan van die
hoekschop altijd aanspeelbaar. Voor een trainer kan
misschien gaan spelen dat het leeftijdsverschil te
groot wordt, maar in mijn andere baan als gymnas
tiekleraar werk ik ook met jeugd. Ik ben dus de hele
dag bezig met mensen van 12 tot 32 jaar. Ik ben daar
in meegegroeid, het is naar mijn mening geen pro
bleem. Ik ben altijd een trainer geweest die langs de
kant van het veld toekijkt. Als je zelf meedoet, mis je
naar mijn mening overzicht. Ik heb een versleten
knie, ik kan die bal niet meer in de kruising jassen.
Dat is jammer, maar het is belangrijker dat je als trai
ner kan vertellen wat er aan de hand is. Er wordt wel
eens tegen me gezegd dat ik niet kan stoppen, dat ik
het niet kan missen. Dat weet ik niet, dat kan ik pas
zeggen als ik zou stoppen."
T Treemd telefoontje vorige
v week donderdagavond. Ik
zat me nog volop te ergeren aan
Ajax, dat zojuist volkomen te
recht uit het UEFA Cup-toernooi
was geknikkerd door een ploegje
waarvan ik niet één speler ken
de, toen ene Olga Huppeldepup-
peldepova aan de lijn hing. Of
ik Russisch sprak. Ik dacht even
dat ik in de maling werd geno
men, maar het bleek wel dege
lijk om een serieuze aangelegen
heid te gaan. De man van Olga
had de avond daarvoor op de
persconferentie na Feyenoord-
Spartak Moskou geprobeerd de
dronkemanspraat van de Russi
sche assistent-coach (zijn baas
Romantsjev was in geen velden
of wegen te bekennen) te verta
len. En nou zou ik na deze gê
nante vertoning in de perska
mer hebben rondgebazuind dat
zijn vertaling voor geen woord
had gedeugd. Vandaar dat Olga
zich afvroeg of ik soms Russisch
sprak.
Het begon mij te dagen. Mijn
Russische collega en vriend Mik
hail Sanadze hoorde de verta
ling van wat er na Feyenoord-
Spartak in het Russisch werd ge
roepen hoofdschuddend aan.
Geloof het of niet, maar Mikhail
spreekt behoorlijk Nederlands
en verstaat het ronduit goed.
„Als jij en je collega's willen we
ten wat er werkelijk is gezegd,
zal ik het jullie vertellen was
Mikhail, zoals altijd, behulp
zaam. Maar het interesseerde
niemand wat die ladderzatte
Rus had zitten raaskallen. Dat
was alles.
Ik heb het Olga proberen uit te
leggen en haar verteld dat ik
geen woord Russisch spreek en
het ook niet van plan ben te le
ren. Mij te ingewikkeld. Afijn,
Olga wenste me welterusten,
maar ik moest wel beseffen dat
haar man al zesentivintig jaar
met haar getrouwd is en dat hij
dientengevolge een aardig
mondje Russisch spreekt. Wat
heet. Hij spreekt beter Russisch
dan ik Nederlands", sloot Olga
afin een soort Rotterdams waar
van alles aan mankeerde.
Zesentwintig jaar getrouwd met
een Nederlander en ze hoeft
maar drie woorden in de taal
van haar man te spreken en je
weet al dat ze van achter de Bal
kan vandaan komt. Nee dan
Mikhail Sanadze. Elke keer als
hij me belt denk ik eerst met een
Belg van doen te hebben. Pa na
een tijdje herken ik het talen
wonder uit Moskou. Mikhail is
een Georgiër, maar hij groeide
op in Azerbeidjan (Bakoe). Op
zijn zestiende trok hij naar Mos
kou om Engels te gaan studeren.
Omdat de communisten het
toen nog juist voor het zeggen
hadden, maakte de Partij uit
wat Mikhails bijvak zou zijn:
Nederlands.
Mikhail schikte zich in zijn lot
en zowaar ontwikkelde zich bij
hem liefde voor het Nederlandse
voetbal en de Vlaamse letter
kunde. Na zijn studie werd hij
journalist bij het weekblad
Voetbal. Oplage voorde ineen
storting van de Sovjetunie: meer
dan een miljoen. Nu: enkele
RANDJE BUITENSPEL
Noordwijk-trainer John Eelman: „Met Hilversum zijn we vanuit de tweede klasse naar de hoofdklasse gegaan en hebben de titel op één punt gemist, we hebben de beker
gewonnen. Dat ben ik allemaal al vergeten, maar ik denk nog bijna dagelijks aan die degradatie." Foto: Dick Hogewoning
6. Er valt weinig te lachen op een training van John
Eelman.
„Op training ben ik bezig om mensen beter te laten
voetballen. Ik heb niet het gevoel dat ik er als cabare
tier moet rondlopen, maar ik denk dat ik een redelijk
ontwikkeld gevoel voor humor heb. Anders houd je
het ook niet zo lang vol in het trainersvak."
7. De druk om te presteren is niet groot bij Noord
wijk.
„De realiteitszin is bij Noordwijk misschien wat gro
ter dan bij andere clubs. Als iets goed gaat zijn er re
denen voor en als het niet goed gaat, is dat hetzelfde.
Hoe sterk zijn je argumenten om iets uit te leggen. Als
mensen zich met het eerste elftal bemoeien is het ook
een teken van betrokkenheid. Toen we lekker draai
den, werd ik door wildvreemde mensen op de boule
vard aangesproken, zeiden ze dat ze weer kwamen
kijken. Daarom is het zo vervelend dat we van ASWH
vedoren. Er was net iets aan het borrelen."
8. Noordwijk en Eelman vormen het ideale huwe
lijk.
„Ik ben in 1967 begonnen en in het amateurvoetbal is
Noordwijk m'n derde club. Ik heb bij DCG 7 jaar ge
zeten, ik ben nu in twee periodes zeventien jaar bij
Noordwijk en ik heb er zeven jaar bij Hilversum op
zitten. DCG en Hilversum versleten twee trainers per
seizoen voordat ik er kwam. Het zegt iets van de ver
enigingen dat ik er zo lang ben geweest, maar het zegt
ook iets over mij. De manier waarop ik werk, schijnt
toch aan te spreken. Ik heb blijkbaar het vermogen
om voor rust in de tent te zorgen. Ik ben ook geen 'lo
per'. Het nadeel is dat, wanneer je lang bij een club
zit, je altijd met jezelf wordt vergeleken. Het ene mo
ment sta je eerste, het andere moment sta je vijfde.
En als je twee jaar vijfde staat, wordt er geroepen; die
Eelman kan het niet meer."
9. Het kwaliteitsverschil tussen prof- en amateur
voetbal wordt steeds groter.
„Dat topamateurclubs het tegen eerstedivisieploegen
kunnen opnemen is flauwekul. De profclubs halen
natuurlijk de top bij de amateurs weg. Er zit een flink
verschil in training en begeleiding. Bovendien kun
nen die jongens alleen maar over voetbal nadenken.
Ik geloof niet dat het verschil groter wordt. Als ama
teurs tien keer tegen een profclub spelen winnen ze
één keer en spelen ze twee keer gelijk. De rest verlie
zen ze. Daar komt dan nog bij dat amateurs zich voor
dergelijke wedstrijden opladen en de profs zo'n par
tijtje snel te licht opnemen."
10. Er zijn te veel derby's in de Bollenstreek.
„Ik heb al eerder gezegd dat ik er een voorstander van
ben om de clubs over de drie hoofdklassen te verde
len. Zaterdag speelden wij tegen ASWH en in de
buurt zijn er nog twee derby's. Dat betekent dat een
neutrale toeschouwer naar zo'n wedstrijd toe gaat. El
ke club hier uit de buurt heeft de pretentie om boven
in mee te draaien. Als zo'n club bovenin meedraait in
een andere klasse of kampioen wordt, komen er ook
weer extra inkomsten. Aan de andere kant merk ik dat
bij de spelers de derby's meer leven dan de wedstrij
den tegen de andere tegenstanders."
11. Er woont maar één echte bondscoach in Noord
wijk.
„Dat klopt, die woont op de boulevard (doelt op Van
Gaal, red.). Ik weet niet hoe ik aan die bijnaam ben
gekomen. Ik had 'm in één keer. Dat was al de eerste
periode dat ik bij Noordwijk werkte. Het zal te maken
hebben met de manier waarop je met voetbal bezig
bent, de manier waarop ik oplossingen verzon voor
problemen. Ik heb liever dat ze me 'de bondscoach'
noemen dan dat ze een andere naam voor me verzin
nen."
P:tfan der Eb