'God heeft er genoeg van'
'I
Jeroen Krabbé over zijn leven als schilder, acteur en regisseur
ZATERDAG
6 OKTOBER
2001
ER
BIJ
Als acteur maakte hij naam,
als schilder is hij het
gelukkigst. En als die twee
elkaar ontmoeten is hij
regisseur. „Dan ben ik
onuitstaanbaar." Jeroen
Krabbé (57) verfilmde 'De
ontdekking van de hemel'
van Harry Mulisch, „een
doemscenario dat ineens
gruwelijk actueel is
geworden." De film gaat
maandag in première op het
filmfestival van Gent. Roem
zegt hem niets meer, dat
heeft hij bij de psychiater wel
afgeleerd. „Ik doe dingen
omdat ik vind dat ik ze moet
doen, maar niet meer om
bejubeld te worden."
door Dick Hofland
s het toeval dat ik als kind
van negen met mijn ouders
I en mijn broer Tim op vakan
tie ben in Bergen aan Zee. Dat ik de
trap van het pension oploop om
naar onze kamer te gaan en er op
dat moment net een nieuwe familie
is aangekomen die naar beneden
komt. Dat daar een meisje tussen
loopt met een paardestaart en ik al
boven aan de trap tegen mijn ouders
zeg: 'ik ben verliefd'. En dat ik in
middels 35 jaar met dat meisje ben
getrouwd? Wel heel erg met violen,
hè. Maar ik bedoel alleen te zeggen:
het leven ligt vast, het is voorbe
stemd. Ook al was Herma, dat meis
je van toen, volgens mij verliefd op
mijn broer, maai' dat ontkent ze.
Ik ben er van overtuigd dat de din
gen gebeuren met een doel. In De
ontdekking van de hemel hebben
zelfs de Eerste en Tweede Wereld
oorlog een doel. De ergste verschrik
kingen uit de mensheid zijn nodig
om de twee mensen bij elkaar te krij
gen waardoor het kind geboren kan
worden dat de stenen tafelen terug
brengt naar de hemel.
Na de klap van bet World Trade
Center zag ik de film voor het eerst
op een groot doek. Ik ben me rot ge
schrokken. Het doemscenario van
Harry Mulisch is werkelijkheid ge
worden: God heeft het helemaal ge
had met de mensen, Hij heeft er ge
noeg van. De tien geboden zijn vol
strekt nutteloze waardebepalingen
geworden, als dagelijkse leidraad
hebben ze geen functie meer. Daar
om wil God ze terug.
In tweeduizend jaar hebben wij er
een enorme puinhoop van gemaakt.
We hebben een gat in de ozonlaag
gemaakt waardoor we stikken in ons
eigen afval. Er zijn tropische regen
wouden waar geen dier meer in
leeft. We kunnen onszelf klonen. We
hebben God niet meer nodig. Het
thema van het boek en dus ook van
de film is gruwelijk actueel. We zit
ten op de rand van een kernoorlog,
we hebben er een rampzalige rot
zooi van gemaakt. Als je de film over
de werkelijkheid legt, dan klopt het
allemaal, al-le-maal.
Op de dag van die aanslag heb ik
twaalf, dertien uur achter elkaar tv
gekeken en daarna was ik zó ont
daan, dat ik een huilbui van een uur
heb gehad. Ik realiseerde me dat alle
verhoudingen, van Noorwegen tot
Nieuw-Zeeland, waren veranderd.
Het is gedaan met de balans in de
wereld. De wereld is totaal door el
kaar geschud. Dat ontroert me. Het
is moeilijk in woorden te bevatten,
maar ik belde mijn moeder en vroeg
of ze hetzelfde gevoel had als in
1940. Ja, zei ze, het is net alsof de
Duitsers weer binnenvallen.
Bij mij is het niet de persoonlijke
angst, ik ben niet bang. Maar ik voel
me door elkaar geschud omdat er
iets ongelofelijks is gebeurd. Veel en
veel meer dan ik kan bevatten. Er
komt misschien een andere orde,
misschien een betere. Wie weet,
misschien zal over tien, vijftien jaar
blijken dat dit een heel goed draai
punt in de wereld is geweest. Dan
zal blijken dat ook deze verschrik
king toch een doel heeft. Dan heb
ben we een pas op de plaats ge
maakt en leven we in een status quo
die beter is dan deze tijdbom.
Nu zie ik dat nog niet, met die kake
lende Bush. Zó verschrikkelijk die
man. Hij heeft onvergeeflijke fouten
gemaakt door de VS af te scheuren
van de rest van de wereld. Hij dacht
alles buiten de deur te houden en nu
moet-ie bij iedereen smeken en ie
dereen wil iets terug. Als we niet heel
zorgvuldig, wijs en filosofisch han
delen, staan we aan de rand van een
disaster."
„Binnenkort moet ik naar Londen,
Roemenië en de Antillen, dat vind ik,
geloof ik, niet eng. Ik denk dat vlie
gen zelfs veiliger is dan ooit. Maar
dan nog, ik heb niets met de dood.
Ik ben er totaal niet bang voor, het
zegt me niets. Ja, ik zou het jammer
vinden als ik ermee op zou moeten
houden, want ik heb het gevoel dat
ik nog maar net ben begonnen. En ik
vind het heel leuk om mijn twee
kleinkinderen te zien opgroeien. Ik
wil ze zo graag Londen, Parijs en Ro
me laten zien. Deed mijn moeder
ook met mijn drie zoons, toen ze ze
ven, acht jaar waren, en dat is ont
zettend leuk.
Ik ga mijn kleinkinderen ook hart
stikke doodverwennen, ik heb geen
rem wat dat betreft. Met ons eerste
kleinkind, het kind van onze zoon
Martij n, gaat het nu gelukkig ook
goed. Martijn heeft dat goed gedaan
na zijn scheiding. Ik was heel ver
drietig, kwaad ook, maar hij is altijd
heel kalm gebleven. Op die manier
heeft hij ervoor gezorgd dat hij zijn
kind nu veel kan zien. Ik heb hem
daarover gecomplimenteerd, ik weet
niet of ik dat had gekund. Ik zou het
niet kunnen verdragen als er iets
met de kinderen was. Dan zou ik
stoppen met alles.
Stel je voor, Martijn wist in het begin
niet eens of het wel zijn kind was.
Daardoor hebben we ons eerste
kleinkind een jaar lang niet gezien,
we wisten niet eens hoe hij eruit zag.
Herma en ik liepen op een gegeven
moment door de C1000 in Dalfsen,
waar we een huisje hebben, en toen
zagen we Martijns zoon voor het
eerst, tien maanden oud: op de om
slagfoto's van de roddelbladen. We
waren alle twee heel ontdaan.
Dat Herma en ik al zo lang bij elkaar
zijn, komt vooral door Herma. Zij is
de verstandigste. Ze is maatschappe
lijk werkster en weet hoe ze moet
omgaan met een gek. En ik ben heel
trouw. Verleidingen? Jaaa, neee, ja-
aa, neee... nou, ik ben enorm gedis
ciplineerd, dat is wel mijn hoofdei
genschap. Ik ben zó gedisciplineerd
dat er geen gekke dingen kunnen ge
beuren. Dan nog, waarom zou je het
risico nemen het meest waardevolle
in het leven, je dierbaren, te verlie
zen. Of, om hen pijn te doen? Niets
is belangrijk genoeg om dat in de
waagschaal te stellen. Ook mijn werk
niet.
Tot nu toe heeft in onze relatie alles
om mij gedraaid, om mijn werk. Ik
heb altijd centraal gestaan. Ik ging
naar Amerika en Herma ging mee.
Het voordeel daarvan was wel Her
ma voor ons eerste kind kon zorgen,
dat net was geboren. Iets wat ze heel
graag wilde. Zo hebben we elke stap
in mijn carrière samen gemaakt. We
zijn samen gegroeid.
Herma heeft de wijsheid om mij te
laten uitrazen. Soms komt ze binnen
en zegt ze: 'Ik dacht dat hier nog ie
mand woonde'. Vooral als ik een
film regisseer, ben ik onuitstaan
baar. Ik realiseer me dan niet hoe af
gesloten ik ben, hoe ik alles van me
af trap. Dan ben ik volledig afwezig,
onbenaderbaar. Herma zegt ook al
tijd: 'Ik vind je niet leuk als regis
seur'. Dan kan ik van haar maar be
ter in mijn atelier blijven slapen.
Paul Verhoeven ging altijd in een ho
tel wonen als-ie een film maakte.
Ik haèt ook die financiële proble
men, het enorme gezeur van bij
voorbeeld een completion-bond, die
namens verzekeraars optreedt en de
totale macht heeft omdat de film
binnen de vastgestelde tijd en be
schikbaar budget af moet. Zo'n
bond kan een regisseur ontslaan, in
grijpen in het script, alles is toege
staan. Een film maken is eigenlijk
helemaal niet leuk, het is een hoop
gedoe. Alleen als ik thuis, helemaal
in mijn eentje aan het storyboard zit
te werken, dus het verhaal scène
voor scène teken, voel ik me geluk
kig. Dan ben ik meer schilder dan
regisseur. Als ik schilder ben ik altijd
het blijst, dan zit ik te fluiten als ik
op mijn fietsje van mijn atelier naar
huis rijd.
Het maken van een film geeft geen
voldoening. Maar als Emma Thomp
son, die grote Engelse actrice, na de
voorvertoning op me af komt, me in
mijn oor fluistert dat Stephen Fry de
mooiste rol van zijn leven heeft ge
speeld en ze tegen mij zegt: 'daar
dank ik je voor', en me vervolgens
een kus geeft.... daar haal ik mijn
voldoening uit. Bij het maken zie ik
geen publiek voor me. Ik wil een
goede film afleveren en dat staat of
valt bij de creatie van de acteurs.
Mijn verdienste is dan dat ik ze veel
meer kan laten doen dan ze denken.
Stephen Fry heb ik behandeld alsof-
ie Laurence Olivier was. Fry wordt in
Engeland beschimpt, ze zien hem
als een relnicht, maar ik zag dat dit
de rol van zijn leven kon worden.
Ik zal je een verhaal vertellen. Ik zit
met Stephen in Londen te lunchen,
komt er een man naar onze tafel,
Greg Wise, de man van Emma
Thompson. We komen in gesprek, ik
zeg: wat vind je ervan om de rol van
Max te spelen? Greg leest het script
en zegt ineens: 'Ik ga dus Max spelen
en zijn moeder heet Eva Weiss. Je
gelooft het niet, maar mijn groot
moeder heette ook Eva Weiss'.
Nog zoiets. Ik kende Harry Mulisch
niet. Nou ja, van op straat elkaar te
genkomen, 'dag meneer Mulisch',
'goedemorgen meneer Mulisch'. De
hemel in zijn boek heeft geen bui
tenkant maar alleen een binnenkant.
Om dat te verbeelden had ik al met
een een prent van Piranesi in mijn
hoofd, waarop een hangbrug staat.
De eerste keer dat ik bij Mulisch
kom om te praten over de verfil
ming, hangt die prent bij hem aan
de muur, precies boven zijn hoofd!"
„Voor de film moest ik ook naar
Auschwitz. Dat heb ik mijn hele le
ven voor me uit kunnen schuiven,
maar nu was er geen ontkomen
meer aan. We moesten met een pri-
vé-jet, omdat we heel weinig tijd
hadden. Daardoor sta je 's ochtends
in de keuken nog een kopje koffie te
drinken en sta je even later op dat
onafzienbare terrein waai' je hele fa
milie is uitgeroeid. Ik wist dat het me
niet onberoerd zou laten en ik had
met de collega's afgesproken dat ze
me een tijdje alleen zouden laten. Je
hebt Auschwitz 1, dat is die poort
met daarboven Arbeit macht Frei.
Daar heb je het museum, de gaska
mers, dat is al heel erg. Maar dan
heb je nog Auschwitz 2, Birkenau.
Dat is een ki-lo-me-ters groot ter
rein, en daar heerst stilte. Hele zware
stilte. Je voelt de aanwezigheid van
leed. Op de plekken waar de barak
ken hebben gestaan groeit niets.
Niets. Ernaast groeit gras, wat on
kruid, maar op die plekken waar de
barakken hebben gestaan is het alsof
de aarde is weggeschroeid. Ik stond
daar alleen en ineens kwamen er
twee reeën uit de belendende bos
sen, waar de as van duizenden men
sen ligt. Ze liepen het terrein op, ble
ven staan, en keken me minutenlang
onbeweeglijk aan. Als een totale re
ïncarnatie van iets.
De "details maken zo'n diepe indruk.
Op bepaalde plekken staan foto's,
als een directe flashback. Bij het per
ron waar de treinen aankwamen,
staat het huisje waar Mengele zat -
'links, rechts, links, rechts' - en dat
huisje heeft van die Oostenrijkse
versieringen, van die dirndl-achtige
krullen. Dat roept bij mij totale ver
bijstering op. Er is een groepje men
sen geweest die dat allemaal heeft
ontworpen. Mensen die dat huisje
hebben getekend en zeiden: kom, la
ten we er iets leuks van maken, weet
jij nog wat, ja, waarom niet van die
leuke krullen'. Dat soort dingen ma
ken het totaal onbegrijpelijk.
Ik ben helemaal niet zo joods, al heb
ik een joodse moeder. Ik heb ook
geen schuldgevoelens omdat ik nog
leef en zij allemaal niet. Ik voel me
ook geen slachtoffer. Toen we later
bij de sterrenwacht van Westerbork
filmden had ik wel even het idee
van: ik had hier op de arm van mijn
moeder weggevoerd kunnen zijn. Ik
voel wel heel erg dat ik in het krijt sta
bij die doden. Daarom maak ik dit
soort films, daarom stem ik altijd op
een partij die in elk geval tegen dis
criminatie is. Ik heb altijd zo links
mogelijk gestemd, omdat ik me ver
plicht voel iets te doen met mijn
welvaart.
Ik weet wat het is om niets te heb
ben. Ik heb ooit een ongelooflijke ru
zie met Joop van den Ende gehad,
die zeker zeven jaar geduurd heeft.
Daardoor had ik van de ene op de
andere dag geen werk meer, geen in
komsten en moest ik een schuld van
drie ton uit een bv aflossen, waar
voor ik me flink in de schulden heb
moeten steken. Ik kon geen school
boeken voor de kinderen kopen. Als
ze een lekke band hadden, kon die
niet geplakt worden. Ik had tien gul
den om met vier mensen van te
eten. Ik had niks, helemaal niks. Die
periode heeft zeven jaar geduurd,
nee langer, vijftien jaar. Dat heeft me
bij de keel gegrepen, ik was losgesla
gen, ik durfde op een gegeven mo
ment niet eens meer de straat op.
Tegenover ons werkte toen nog psy
chiater Van Dantzig. Op een dag ben
ik naar hem toegegaan, ik weet niet
meer hoe ik er ben gekomen, maar
ik stond er ineens. En toen hij van
zijn bromfietsje afstapte, zei ik alleen
maar: help. Hij heeft me aangehoord
en me doorverwezen naar een ande
re psychiater. Met hem heb ik in vele
sessies langzaam maar zeker mijn
schillen afgepeld. Elk mens be
schermt zich met schillen: geld, rijk
dom, roem, succes, macht, noem ze
maar op. Als je die weghaalt, kom je
bij de kern, maar daar zijn we alle
maal bang voor. We zijn bang voor
de afgrond die we zelf zijn. Maar te
gelijk weet je pas in totale crisis wat
je waard bent. Dan merk je dat je
wèl iemand bent, dat je jezelf aan je
haren omhoog kunt trekken. In staat
van crisis is een mens optimaal ver
anderbaar, er komen krachten in je
los waarvan je niet wist dat je ze
had."
„In die tijd kon ik het GEB, het gas
en licht niet betalen. Nu zeg ik: als ik
zonder het te merken het GEB kan
betalen, gaat het goed met me. Vroe
ger deed ik dingen veel meer voor de
roem en de eer, voor het succes en
de erkenning. Nu is succes een bij
komstigheid. Ik doe dingen omdat ik
vind dat ik ze moet doen, omdat het
me aanspreekt, omdat het me leuk
lijkt, maar niet meer om goed gevon
den te worden, om verkocht te wor
den of bejubeld. Ik heb binnenkort
mijn zesde of zevende tentoonstel
ling in Londen. Veertig, vijftig wer
ken, altijd uitverkocht. Leuk. maar ik
zeg altijd dat het niets voorstelt. Een
goede vriend heeft pas gezegd: 'Je
roen, nu moet je ophouden, het is
wèl wat en je mag er geen grappen
meer over maken'. Oké. Maar als ik
niet één schilderij meer verkoop,
ook goed, ik zal er geen dag minder
om schilderen.
Ik houd ook niet van acteurs die vin
den dat ze zo geweldig zijn. Ameri
kanen hebben dat heel sterk, die
blijven erg in hun rol hangen, gaan
raar doen. Dat vind ik toch zo'n on
zin. Engelsen hebben dat niet, die
spelen een rol, doen daarna hun jas
aan en gaan verder met hun gewone
leven. Ze gaan bij wijze van spreken
thuis de afwas doen. Die gezonde af
stand tot hun vak maakt ze tot de
beste acteurs ter wereld.
Acteren is een vak, schilderen is een
vak, regisseren is een vak. Dat pro
beer ik zo goed mogelijk te doen en
als anderen het waarderen, mooi
vinden of zelfs bewonderen, is dat
heel heerlijk, natuurlijk, maar geen
noodzaak. Het is gewoon een vak en
daar moet je niet over zeuren. Wat
interesseert het mij nou hoe een
bakker tot zijn brood komt, als dat
brood maar lekker is. Zo interesseert
het mij ook niet hoe een acteur tot
zijn rol komt, hoe diep hij in zichzelf
heeft gegraven: het zal me worst we
zen. Het gaat louter en alleen om het
resultaat.
Ach, er wordt zo interessant gedaan
over acteren, vreselijk. Zelfben ik er
de laatste tijd nauwelijks meer aan
toe gekomen, door dat regisseren.
Soms neem ik wel rollen aan, omdat
ik denk: dat is wel een leuke locatie
voor de schilder in mij. De schilder
reist voor niks mee. Het moet geen
shit zijn waar ze me voor vragen,
maar ik zeg 'ja' tegen een rol in Chi
cago. in Tokio, omdat ik dan het
museum daar kan zien. Ik vlieg gra
tis eerste klas de wereld over om
musea te kunnen bezichtigen, om
inspiratie op te doen als schilder. Ik
ben eigenlijk twee dingen: acteur en
schilder. Die twee samen maken de
regisseur. En misschien word ik nog
wel eens banketbakker. Dat vak wil
ik ontzettend graag leren. En dan
hele mooie, kleurrijke taarten bak
ken."
Jeroen Krabbé: 'Misschien word ik nog wel eens banketbakker.' Foto: GPD/Cees Zorn