Pedagogen zijn de vijanden van de literatuur 'Eigenlijk hebben kinderen geen hobby's' KINDERBOEKENWEEK Extra pagina kinderboeken Portret van Guus Kuijer, auteur van het Kinderboekenweekgeschenk 'Het is ook heel goed voor je longen' Apetrots op d'r dode-dierendoosje 'De hele familie nagetekend' 'Op mijn achttiende word ik hier leiding' Volgens ontwikkelingspsycholoog Breeuwsma heeft jeugd amper vrije tijd Morgen gaat de 47ste Kinder boekenweek van start, dit keer in het teken van hob by's, de favoriete bezigheden van kinderen. Op deze extra boekenpagina vertellen kin deren over hun persoonlijke hobby, brengt ontwikkelings psycholoog Gerrit Breeuws ma de gevaren daarvan in kaart (vooral als ouders zich er te veel mee gaan bemoei en) en wordt Guus Kuijer ge portretteerd. Hij heeft het Kinderboekenweekgeschenk 'Ik ben Polleke hoor!' ge schreven, dat je tot en met 13 oktober gratis krijgt bij aan koop van 19,50 aan kinder boeken. Om je bij de aan schaf daarvan wat te helpen, geven twee kinderboekhan dels hun favoriete hobbyboe- ken aan je door. dinsdag 2 OKTOBER 2001 Kinderboeken Top Drie Kinder- en jeugdboekhandel Sil vester in Leiden en Kinderboek winkel Kiekeboek in Haarlem stelden op verzoek van deze krant een Top-3 samen van boe ken die aansluiten bij het kin derboekenweekthema hobby's. Hieronder zes tips van 'de des kundigen'. TOP 3 KIEKEBOEK 1) 'Mat!, het eerste schaakboek' door Jules Welling Een boek voor jonge kinderen die willen leren schaken. In hel dere taal wordt uitgelegd hoe het spel in zijn werk gaat, waar je op moet letten en welke slim migheden je kunt gebruiken om je tegenspeler schaakmat te zet ten. Wie Mat! heeft gelezen weet genoeg van een van de span nendste spelen van de wereld om zelf een partijtje te kunnen winnen. Uitgeverij: Van Reemst. Prijs: 21.49. 2) 'Het leukste doe-boek voor de woensdagm iddag" door Marja Baseier (met illustra ties van Gertie Jaquet) In dit boek vind je heel veel ant woorden op die typische woensdagmiddag-vraag: 'Wat zal ik gaan doen?' Een paar ideeën: een geheime club begin nen; leren goochelen; een cir cusvoorstelling geven? De tekst van Baseier en de tekeningen van Jaquet maken precies dui delijk hoe je zo'n plan aanpakt. Een 'anti-verveel-boek" van de bovenste plank. Uitgeverij: The House of Books. Prijs: 29,75 3) Waarom warmen sporters zich op?' door Brigitte Minne Zo'n beetje alle hobby's en vrije tijdsbestedingen worden door kinderen onder de loep geno men. Waar kan je toneel leren spelen? Hoe werkt een fototoe stel? En veel andere vragen ko men aan de orde. Leuk en apart aan dit boek is dat ook wordt in gegaan op wat kinderen vroeger deden als de school uit was.Uit- geverij: Clavis. Prijs: 32,95. TOP 3 SILVESTER 1) 'Van gebakken schoenzolen tot chocoladeblubber' door Magda van Tilburg (illu straties) De ondertitel van dit boek luidt 'Knotsgekke en lekkere kinder recepten zonder gebruik van vuur' en dat is wel zo veilig. Overigens wordt de oven wel gebruikt. Het boek staat vol met recepten voor zoetigheidjes en hartigheden, gelardeerd met maffe gedichtjes en quiz-achtige vragen. Uitermate geschikt als kinderpartijtje-vullend pro gramma. Uitgeverij: Strengholt. Prijs: 19,95. 2) Wij bouwen een huis' door Angelika Wolk Een knutsel- en bouwboek voor grote en kleine projecten. Van hutten bouwen in de tuin tot kleine huisjes op de keukentafel. Verder komen woonvormen overal ter wereld aan de orde, inclusief de manier waarop zo'n plaggenhut, tipi, huis-op-palen wordt gebouwd. De bouwsels dien in het boek aan de orde ko men, worden gemaakt van een voudig materiaal. Uitgeverij: Christofoor. Prijs: 27.50. 3) 'Beroemde balletverhalen in woord, beeld en geluid' door Barbara Newman Klassiek ballet is het uitgangs punt van dit boek. Met aan dacht voor de techniek, de kos tuums, het decor en expressie door houding en beweging. Be kende balletten als Doornroosje, Het Zwanen meer en Giselle wor den uitgebreid besproken. Het boek is voorzien van een register en een cd met de muziek van de besproken balletten. Droom boek voor mini-ballerina's. Uitgeverij: Gottmer. Prijs: 25,00. door Jan-Hendrik Bakker den haag - Aan hobby's heeft het Guus Kuijer nooit ontbro ken, het is meer dat de wereld niet aan zijn hobby's wilde wen nen. Als jonge jongen, zo heeft hij later verteld, wist hij alles van aquaria, van jazz en van moder ne kunst. Maar dat was niet waar de wereld op zat te wach ten. Tot drie maal bleef hij zitten. En ten einde raad stuurde zijn va der hem toen maar naar een kostschool, zo'n internaat waar de knoet er flink over heen gaat Is het een wonder dat Kuijer, toen hij eenmaal een gelauwerd kinderboekenschrijver gewor den was, literair Nederland lan ge tijd in zijn greep hield met een essay-boek dat Het gemin achte kind heette? Kuijers wraak op de volwassen, 'ontkinderlijkte' wereld, moet zoet zijn geweest. Juist zijn schrijverschap heeft hem in staat gesteld weer de kinderzijde te laten spreken. Want in tegen stelling tot de boeken voor vol wassenen die hij heeft geschre ven, waar zich hele aantrekkelij ke onder bevinden, gingen de jeugdboeken hem veel makkelij ker af. Hij heeft vaak verteld dat hij geen enkele moeite had zich in te leven in de kinderen, van uit wie hij schreef, of die hij naar zichzelf toe moest halen. Guus Kuijer (1942) is het bekendst ge worden met zijn Madelief-boe ken. Zij betekenden een keer punt in zijn schrijvend bestaan. Het eerste Madelief-boek, Met poppen gooien, kwam uit in 1975. Daarvoor had hij drie ro mans voor volwassenen ge schreven, die door de critici wel willend werden ontvangen, maar nauwelijks publiek had den gevonden. Op een dag be loofde Kuijer een dochtertje van vrienden verhaaltjes te gaan schrijven over haar. Haar naam: Madelief. De Madelief-boeken hebben nogal opstandige titels: Met poppen gooien, Op je kop in de prullenbak en Grote mensen, daar kun je beter soep van koken Het geheimzinnige Krassen in het tafelblad werd misschien wel het bekendst, ook vanwege de recente verfilming die er van het verhaal is gemaakt. Het titelverhaal heeft een tame lijk tragisch gegeven: Madelief ontdekt na de dood van haar oma, dat deze ongelukkig is ge weest in haar huwelijk met opa. Maar daar blijft het bij. Bood- Guus Kuijer toont het door hem geschreven Kinderboekenweekgeschenk.Foto: ANP/Jasper Juinen schappen doen, daar doet de schrijver Kuijer niet aan. Aan niets heeft hij zo'n hekel als aan opvoederigheid in boeken. Hij is in de eerste plaats zelf schrijver. „Pedagogen zijn de vijanden van de literatuur", schrijft hij in een essay ('De twee Robinsons') „Pedagogen vinden dat je je persoonlijke complexen niet op kinderen mag botvieren, maar een goed boek is niks anders dan een persoonlijk complex". Met heel veel instemming ci teert hij ook Theo Thijssen, sa men met Annie M.G. Schmidt een van zijn idolen uit de kin derliteratuur. „'Een kinder schrijver', zegt Theo Thijssen, 'moet schrijver zijn'. Dat lijkt een waarheid als een koe, maar als je er achteraan zegt: 'en dus geen opvoeder', wordt zo'n op merking minder algemeen aan vaard." Kuijer heeft een grote hekel aan de aaibaarheid van kinderen. Kinderen zijn voor volwassenen leuk zolang het schattige, kwets bare wezens zijn, die in volwas senen een soort mengeling van tederheid en superioriteit op roepen. Maar het echte kinderlijke, het onaangepaste, speelse en op standige, dat moet er uit. Geen dier is wat dat betreft voor zijn jongen zo hard als de mens. Het kind moet aangepast worden. Als iedereen er op stond zich lekker te kunnen voelen, zou onze economie ineenstorten. Daar gaan ze vanuit", schrijft hij. „Opvoeden is het kind hel pen zichzelf op te heffen en wel zo grondig mogelijk". En: „...de gedachte dat het kind een schijngestalte van de mens is, stelt ons in staat het kind vT te minachten zonder het l(rl6 lijk naar het leven te staanrj? De Madelief-boeken vorm? een portret van een kind vul binnen uit gezien, zonder baarheid. De verhalen spek ook redelijk dicht bij huis. I onderwijzer die er in voor jov is Kuijer zelf, tot 1973 (toe%e) trouwde met een collega eijs. daarna aan het schrijversc£)e wijdde) heeft hij een jaar ojgti voor de klas gestaan. t0 Het lijdt eigenlijk nauwelijjn( twijfel dat Kuijers inleving^o mogen gewoon uit de prakdt van zijn eigen leven is vooit z komen. Hij schrijft over hejt ven, zoals hij dat zelf vindtciL Door de ogen van zichzelf.na was hij nog kind. Dat is wa>ei leke doet in zijn recente seirs waarin het meisje vrijuit n^ denkt over kunst en geloof, a is ook de reden waarom hijer steeds in conflict komt meijs volwassenen. Omdat hij zi( h vroeger geminacht voelde. Dr zoiets generaliseren zou wi noemen, heeft gelijk. Maar er zei het al: „Een goed bo^D niets anders dan een persen complex". *0 Di Le Hoboïstes Katja (8), Myrthe (9), Eliza (9) en Sacha (12) Sacha uit Haarlem heeft al twee jaar hoboles; de andere nog maar net. Maar voor alle vier de meiden geldt dat de hobo hun hart heeft gestolen. De Benne- broekse Myrthe maakte kennis met het instrument tijdens een van de lessen algemene muzika le vorming. „Van alle instru menten die voorbij kwamen, vond ik de hobo gewoon het mooist. En het blazen ging ook gelijk heel goed." Er zijn niet veel kinderen die met de hobo beginnen. Het instrument wordt aangeblazen door een rietje, met een bepaalde techniek waarbij je heel veel lucht nodig hebt. Toch is het niet overdre ven moeilijk, vinden deze vier dames. De Heemsteedse Eliza en Katja uit Haarlem vielen voor de hobo tijdens een open dag van het Muziekcentrum Zuid- Kennemerland. Katja: „Ik deed eerst kleuterblokfluit en piano. Piano doe ik nog steeds. Met de Natuurfreak Anne-Els (6) hobo oefen ik elke dag tien mi nuten. Eigenlijk moeten we een kwartier..." Ook bij Eliza schiet dat kwartiertje er nog wel eens bij in. „We hebben ook wel eens een dictee op school. Maar ik weet zeker dat ik hobo blijf spe len. Want het is ook heel goed voor je longen." Toen ze nog een baby'tje was, greep ze al voortdurend naar al le takjes en blaadjes in haar buurt. Naar bloemetjes en klei ne beestjes kon ze blijven turen. En eigenlijk is dat nooit overge gaan bij Anne-Els uit Sassen- heim. In haar verenboek be waart ze allerlei prachtige veren die vogels hebben laten schie ten; op vakantie in het buiten land speurt ze naar fossielen; in haar kast staat een verzameling rijk-geïllustreerde natuurboeken en zo aan het begin van de herfst heeft ze vanzelfsprekend al een enorme voorraad kastan jes. In de tuin heeft ze zelf bloe- Tekst en foto's Willeke Heijkoop men gezaaid. „Er is er eentje uit gekomen en nog een andere heeft een knop." Helemaal ape trots is ze op haar 'dode-dieren doosje'. „Weet je wat er in zit? Een hele grote tor, kijk hier heb ik 'm", zegt ze. Zonder aarzelen maar heel voorzichtig pakt ze de enorme tor beet om hem te la ten zien. „En een klein hommel tje heb ik, en nog een." Anne- Els vindt alle dieren leuk. „Be halve wespen, die prikken. Als er eentje komt, dan blijf ik heel stil staan en dan gaat-ie vanzelf weg." Wat Arme-Els wil worden? „Dierendokter." Stomme vraag. Tekenaar/schilder Timen (6) ir H Circus-artiest Ivo (12) Ivo heeft sinds anderhalfjaar een diabolonummer bij kinder en jeugdcircus Atleta in War mond. Daar is hij al drie jaar lid van. Toen hij een keer met zijn moeder ging kijken was hij al snel verkocht. „Ik vind voetbal len helemaal niet leuk. Dit wel, en de wachtlijst was helemaal niet lang dus ik kon er zo bij." Ivo jaagt zijn diabolo soepeitjes heen en weer, gooit hem in de lucht en vangt hem even mak kelijk weer op. Het gevolg van oefenen, oefenen en nog eens oefenen. „De eerste keer dat ik hier kwam kijken, mocht ik de diabolo proberen. Ik heb twee uur aan een stuk geoefend, ik had er spierpijn van. Maar ik vond het zo leuk dat ik er mee verder ben gegaan." Ivo is nu in training voor een jongleemum- mer met grote ballen, maar het duurt nog even voor hij daar mee de piste in kan. Hoewel hij verknocht is aan het circus, lijkt het hem niets om beroeps te worden. „Bij zo'n reizend circus heb je veel minder plezier vol gens mij. Dat is allemaal veel te serieus." Dus als hij achttien is, houdt het op? „Nee hoor, dan word ik hier leiding." Ingespannen buigt de Haarlem se Timen zich over zijn teke ning. Hij is bezig met de grove schets voor een geschilderd por tret met hoofddeksel. Dat is de opdracht vandaag in Het Kinde ratelier voor deelnemers van zes tot en met acht. Tekenjuf Leintje van cultureel centrum De Ege lantier heeft net uitgelegd hoe het zit met kleuren mengen. Ti men weet al heel veel van schil deren want zijn vader is kunste naar. „Ik kan het ook heel goed, heb ik van hem geleerd. We hebben thuis heel veel teken spullen en knutselspuilen." Eer der al volgde Timen een knut- selcursus, ook bij Leintje. Hij vindt het allebei even leuk om te doen. Dat komt mooi uit omdat hij zelf later ook kunstenaar wil worden. Behalve op cursus maakt Timen thuis allerlei kunstwerken, al dan niet onder begeleiding van zijn vader. Het mooiste dat hij tot nu toe heeft gemaakt? „Dat weet ik niet hoor. Ik heb al zoveel schilderijen en dingen gemaakt. Thuis bedenk ik zomaar van alles. Ik heb een keer de hele familie nagetek 1 Was erg goed gelukt." door Bram Hulzebos Groningen - Eigenlijk is het the ma van de Kinderboekenweek die morgen begint en tien dagen duurt, nogal bijzonder. Kinde ren en hun hobby's. Kinderen hebben geen hobby's, beweert Gerrit Breeuwsma, ontwikke lingspsycholoog aan de Rijks universiteit Groningen. Ouders dringen hun kinderen hobby's op. 'Het water is nat, het water is koud en daarbij nog een badmeester die niet van je houdt soms is het leven een hel, het le ven een hel kind zijn is geen kinderspel, geen kmderspel. Dit door de ziel snijdende lied werd jaren geleden ten beste ge bracht door Wieteke van Dort, in het kinderprogramma J.J. De Bom. Kinderen met een hobby. Gerrit Breeuwsma: „Kinderen zijn altijd bezig, ook als ze niets doen." Foto: GPD/Tanya van Loenen Het is zoiets als een hond met Gerrit Breeuwsma, ontwikke- een strikje. Er klopt iets niet. lingspsycholoog aan de Rijks universiteit Groningen, hield onlangs een lezing voor de Stichting voor Collectieve Pro paganda van het Boek (CPNB) die de kinderboekenweek orga niseert en nam die gelegenheid te baat om monter het kinder boekenweekthema van een paar vette kanttekeningen te voor zien. „De misser is een beetje dat we hobby's met kinderen associëren." Eigenlijk hebben kinderen geen hobby's, zegt Breeuwsma. Sterker: veel kinde ren hebben amper vrije tijd! Want wat gebeurt er op maan dagmiddag na school? Hup, naar het natte en koude water voor de zwemles. Een dag later: naar ballet want dat is zo goed voor de houding. Woensdag middag? Die staat in het teken van pianoles, want dat komt de algemene ontwikkeling ten goe de. En ook de rest van de week is de kinderagenda vaak goed gevuld. Als een kind jong is, gaat het vaak nog wel goed, qua hob by's, maar na verloop van tijd wordt het behelpen voor het kind. Neem het tekenen. Dat is geen hobby voor vrijwel alle jonge kinderen. „Nee, dat is bij na een behoefte, net zo sterk als de behoefte tot praten. De meeste kinderen hebben een productie waar elke kunstenaar jaloers op mag zijn." Maar dan gaat het kind naar school. En leert het rekenen en schrijven. „Tekenen wordt een bijvak. Iets wat je doet in de kwartiertjes die over zijn." En tegen de tijd dat ze acht zijn, tekent er vrijwel geen kind meer zo intensief als een paar jaar eerder. „Terwijl ie dereen heel bezorgd zou zijn als het kind op zou houden met praten." Toch is het niet uitslui tend kommer en kwel met de kinderhobby. Breeuwsma maakt onderscheid tussen de officiële hobby's zoals bijvoorbeeld zwemmen, ballet en pianospe len. „Hobby's die een kind op den duur leuk kan gaan vin den." Maar je hebt ook nog de ondoorgrondelijke kinderhob by's waar een volwassene met zijn verstand amper bij kan. Hét verzamelen van rotzooi bijvoor beeld. „Dan blijkt het uiteinde lijk om een verzameling 'enge dingen' te gaan. Een bot, of een steen waarin je een eng gezicht kunt zien. En je moet het als ou der niet in je hoofd halen om daar iets van weg te gooien, want dan heb je een groot pro bleem." Een kinderhobby is niet zo makkelijk te herkennen. „Kinderen zijn namelijk altijd bezig, ook als ze niets doen. Maar ja, juist dat nietsdoen, werkt veel ouders op de zenu wen", zegt Breeuwsma. Iets an ders waar de meeste ouders ie- bel van worden: dat kinderen iets doen waarop ze geen zicht hebben. „En juist daaraan heb ben kinderen wel behoefte. Ze hebben geheimen nodig.' Het is heus niet zo dat oudi dom of te slecht zijn omlj hobbygedrag van hun km| kunnen volgen, of dat je on1 kelingspsycholoog aan de 7 universiteit van Groningen zijn om de kinderziel te kui doorgronden. „Ouders w het beste voor hun kind", 1 Breeuwsma zich te Maar de motieven van zijn niet altijd even zuiver, hij er in één adem aan „Vaak willen ze het kind iet: ven wat ze zelf nooit hebbei had. Of ze hopen dat hun een beroemde balletdi wordt." En dat is niet altijd goed, vre Breeuwsma. Hoewel: „L^c hoorde ik Jaap van Zweden Lj gen dat hij nooit zo'n goede Hst was geworden als zijn ders hem niet zo achter de den hadden gezeten."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 18