Golfen met het hart op de tong T ZIT I N DE FAMILIE RANDJE BUITENSPEL Quick Boys was voor mij bewondering op het eerste gezicht ZATERDAG 8 SEPTEMBER 2001 SPORT d Staal is pas 21 jaar, maar om woorden zit de jonge golfspeler niet verlegen. De Leidenaar heeft een eigen lp de ontwikkelingen in de sport. Dat hem dat niet altijd in dank wordt afgenomen, beseft hijzelf ook. Maar in Irang om in zijn sport de top te halen, misstaat zijn zelfverzekerde houding niet. Tjeerd Staal in tien stellingen Oranje, Chris van der Velde, Marco van Basten, putten en het Dutch Open. door Peter van der Hulst eerd Staal is de Pietje Bel van het Nederlandse lenk het wel. Dat komt misschien omdat ik een le weinigen ben die zichzelf blijven en omdat ik ligen mening heb. Het boeit me niet zozeer wat ;ren daarvan denken. Dat heeft mijn carrière tot ie nog niet in de weg gestaan. Voor uitzendingen het buitenland of selectiekeuze is tot nu toe bij wel altijd gekozen voor degene die het minste It. Maar, of dat dan voor mij een blokkade bete- daar ben ik helemaal niet mee bezig. Het is voor lechts een motivatie om me te bewijzen. Op een ren moment speel ik me toch wel in het team. hebben ze geen keuze meer. Vorig jaar zat ik bij- leeld niet in de nationale selectie. De deze week stapte bondscoach Tim Giles kon het niet zo met inden. Begin van dit jaar koos hij me toch omdat scores goed genoeg waren om voor Oranje uit te eerd Staal heeft gefaald in Oranje. et begin wel. Er werd als nieuweling wat van mij acht. In de winter had ik heel veel getraind met O'Mahoney, ik had veel zin en was gemotiveerd, waren de resultaten wisselvallig. Ik ben onlangs Iranje gestapt. Dat was gewoon beter. Het had zin om nog door te gaan. Ik was het niet met de wijze van de NGF (Nederlandse Golf Federatie - eens. Ze kozen toch weer voor de ervaren jon- terwijl de scores van iedereen, uitgezonderd één r, slecht waren. Het klopt dat Maarten van den Alain Ruiz-Fonhof en Niels Boysen meer erva- ïebben, maar zij hebben geen ambities om met lort door te gaan. Onlangs werd Wil Besseling, ingen van 15 jaar, Nederlands kampioen match- Stuur hem dan naar het EK. Ik vind dat een titel- er ons land op zo'n toernooi moet vertegen- in. Met Giles hebben we ook nooit een eva- gesprek gehad. In Spanje ging het niet goed en rordt er niet gevraagd: 'Joh, wat ging er mis?' Er alleen maar gezegd: 'Op naar het volgende ooi'. Dat kan natuurlijk niet. Ik vind ook dat er te kwalificatiewedstrijden zijn. Er zijn er maar het NK strokeplay en het Nationaal Open, voor g procent van alle toernooien, waaronder het )pen. Ook de resultaten van voorgaande jaren ;n meetellen. Nu mijn clubgenoot Chris van der bondscoach is geworden, ga ik me niet opeens jeschikbaar stellen voor Oranje. Het zou anders g op vriendjespolitiek gaan lijken. Als hij me op grond van mijn resultaten selecteert dan sluit ik me graag bij 'm aan. Ik ben blij dat hij coach van de na tionale selectie is geworden. Ik kan goed met hem op schieten. Donderdag heb ik nog tegen hem gespeeld en dan zie je hoe goed hij kan golfen. Van iemand die de sport beheerst, neem ik graag wat aan. Daar kan ik veel van leren. Ik vroeg hem wat hij als bondscoach nou wil en zonder dat we het van elkaar wisten, ver telde Chris dat ook hij bij kwalificaties de resultaten van het voorgaande jaar wil laten meetellen." 3. De grootste tegenstander van Tjeerd Staal is zijn gemakzuchtige karakter. „De laatste twee jaar ben ik serieus met golf bezig. Ik doe niet anders. Tuurlijk drink ik op een vrije vrijdag avond wel eens een biertje, maar ik ben bijna altijd weg. Afgelopen zaterdag speelde ik eerst de Open Amateur Tour en op zondag nam ik met Marco van Basten aan het Amsterdam Toernooi deel; de enige wedstrijd die hij buiten de competitie speelt. Toen ik op school zat deed ik tevens aan hockey, maar ik wil proberen mijn geld met golf te verdienen. En het is nog altijd zo, voor jou duizend anderen. Binnen drie jaar wil ik professioneel golfer zijn. Het doel is dan de Challenge Tour. Daar wil ik ervaring opdoen voor de Europese Tour. Ik heb het geluk dat ik veel mensen om me heen heb met ervaring: mijn coach Tom O'M ahoney, Chris van der Velde, Gordon Machielsen en Marco van Basten." 4. Tjeerd Staal kijkt op tegen Marco van Basten. „Nee. In het begin was het wel apart, 's Avonds gin gen we wel eens een hapje eten in Noordwijk en dan zaten de mensen constant naar hem te kijken. Ieder een werd stil en dat vond ik raar. Ik kijk niet tegen hem op, zeker niet op de golfbaan. Ik kan wel veel van Marco leren, omdat hij een goede sporter is ge weest. Als ik naar zijn gedrag kijk; hij blijft zo rustig. Dat is prachtig. Dat wordt in topgolf ook gevraagd. Kijk maar naar Bemhard Langer. Als ik druk voel dan zegt Marco dat ik moet blijven oefenen. Op een gege ven moment kom ik daar volgens hem dan wel boven te staan." 5. Hoe meer publiek, hoe liever. Ja en nee. Als ik een rondje golf met Tom, Chris of Marco, of gewoon train, dan moet ik ook goed spelen. Je moet een vaste routine hebben, of er nu één of honderd mensen staan te kijken. Maar, als er veel mensen zijn, gaat mijn adrenalinepeil wel omhoog. Dan sla ik ook verder. In Brussel speelde ik tegen een Fin, stond +2, maar verloor de laatste twee holes. En bij de play-off liepen er mensen mee. Ik ga daarvan agressiever spelen. De drives gaan verder en ik chipte een bal in een keer in de hole. Het heeft absoluut een positief effect op mijn spel. Ik kick een beetje op spanning. Dat is alleen maar mooi. Dat ik het niet erg vind als mensen toekijken, kan later alleen maar in mijn voordeel werken." 6. Golf is nog steeds een 'kak'sport. „Klopt. Je ziet het als je op die oude clubs komt. Ik ken wat dat betreft geen sport die erger is dan golf. Het is wel aan het veranderen, zolang er maar nieuwe golfbanen bij komen. Ik zie persoonlijk toch liever jonge mensen dan ouderen. Met respect voor de ou deren, maar er zijn te weinig goede jonge golfers in Nederland." 7. De golfsport is over tien jaar in Nederland net zo populair als tennis nu is. „Misschien nog wel populairder. Het is gewoon een mooie sport om te beoefenen. Dat is wel te zien aan alle golfbanen. Je kan nergens meer lid worden. Tien jaar geleden was het wel anders. Maar het is wel veel leuker om te doen dan om er naar te kijken. Ik kijk nooit naar Golf Par 5. Voetbal en Formule 1 zijn veel boeiender. Dat is actie. Door het betere materiaal is een golfwedstrijd minder aantrekkelijk geworden. De spelers slaan nu veel verder. Tijdens het Dutch Open is hole 14 een par-4 geworden. Vroeger was dat nog een normale par-5. Ze leggen in Amerika nu al banen aan speciaal voor Tiger Woods. Voor het publiek is het mooier om spelers in de problemen te zien ko men, dan dat ze iemand een mooie bal zien slaan. Daarom is het Brits Open zo prachtig. Dat zijn alle maal links-banen (aan zee - red.). Door de wind blijkt een score van -2 of -3 al heel vaak de winnende te zijn. In Noordwijk breken die gasten de baan af. De winnaar haalt moeiteloos -15." 8. Een goede putt is belangrijker dan een goede drive. „Putten is veertig procent van mijn spel. De meeste jongens slaan allemaal goede drives. Het spel wordt tegenwoordig bepaald door de ballen naar de green en de putts. Ik vind het dan ook raar dat mensen niet bereid zijn om 300 gulden voor een goede putter uit te geven, terwijl ze wel 1500 gulden besteden aan een goede driver. Putten is ook mijn sterke kant. Ik denk dat ik een van de beste putters van Nederland ben. Mijn drives zijn wel ver, maar niet altijd even recht. Toch zou ik niet willen ruilen. Als je kijkt naar de mensen die het net niet halen op de Tour dan zeggen ze bijna altijd: 'Ik kon niet putten'. Ik heb nog nooit iemand gehoord die zei: 'Ik kon geen drive slaan'. Op een drive kan je ook oefenen. Bij putten is het zo: je ziet het lijntje of je ziet het niet. Als ik een bal over 250 meter recht kan slaan, waarom zou ik dan niet een putt over drie meter kunnen maken. Zo benader ik Tjeerd Staal: „Nu mijn clubgenoot Chris van der Velde bonds coach is gewor den, ga ik me niet opeens weer beschikbaar stel len voor Oranje. Het zou anders wel erg op vriendjespolitiek gaan lijken." Foto: Henk Bouwman mijn spel althans." 9. Golf is knikkeren met een stokkie. „Helemaal mis. Een absolute onderschatting van de sport. Met die stelling over 'kak'sport val je het golf aan, hiermee wordt juist afgegeven op golfers. Omdat het 'kakkers' zijn, ga je het maar knikkeren met een stokkie noemen. Deze sport vergt heel veel van je. Ik ben al negen jaar bezig om het spel te beheersen, en op sommige momenten vind ik het nog steeds heel moeilijk" 10. Tjeerd Staal had in het Dutch Open moeten spe len. „Dat is waar. Als ik de resultaten zag van sommige jongens die wel speelden dan had ik mee kunnen doen. Het toernooi was bovendien op mijn eigen baan. Ik speel in Noordwijk honderd rondjes per jaar. Maar ik heb een eerlijke kans tijdens de kwalificaties gehad. Ik ben niet boos dat Maarten van den Berg na mens onze club een wildcard kreeg, alleen de argu mentatie had anders gekund. Maar Maarten loopt wel level. Ik had daarvoor getekend. Op Niels Boysen na was hij de beste amateur. Ik dacht dat Maarten de cut zou halen. Uiteindelijk werd die op -1 bepaald. Mis schien was ik daarom ook zo blij met het clubkampi oenschap. In de halve finale versloeg ik Michael Vogel en in de finale Maarten. Want als je zegt 'ik had moe ten spelen' dan moet je het ook bewijzen. Meer kan je niet doen." „Qua karakter zijn we niet totaal lillend." d: „Toch ben jij meer degene die kritisch is op allerlei zaken. Ik ülder. Misschien heeft dat ook wel leftijd te maken. Voor de functie Uwe werken - trainer en assistent ïnwe elkaar in ieder geval goed fark is een zoon die veel meer op kt, maar dat wil niet zeggen dat hij lij een betere assistent zou zijn. Ik 'et goed zo." 1 „Dat hij mijn vader is, heeft 'egatieve effecten op de samen- ig. Het werkt zelfs makkelijker, t je misschien nog meer tegen el- egt. Wij overleggen bijna elke dag. Ttt dan nooit voor bijzondere ver rassingen of conflicten te staan." Gérard: „Niet tot ieders plezier kun je het op sommige ongelegen momenten samen over voetbal hebben. Dat gebeurt soms tot diep in de nacht, of tijdens een etentje." Jeroen: „Ik was destijds nog assistent van Wim van Zwam bij UVS. Ik kon pri ma met hem samenwerken en bij de club wilden ze ook graag dat ik nog doorging. Maar, mijn vader en ik zijn el kaar altijd misgelopen en ik wilde een keer met hem samenwerken. Die kans deed zich toen voor. Of ik een trainer zoals mijn vader zou willen zijn? Ik ben 22 jaar jonger dan hij. Ik wil niet zeggen dat mijn vader ouderwets is - hij heeft zich altijd bijgeschoold - maar ik zou opgeleid willen worden naar de eisen en visies van nu." Gérard: „Ik ben onderwijskundig opge leid en daarnaast ben ik biochemicus. Ik had daarmee een voordeel op andere cursisten omdat ik al veel wist over de anatomie en fysiologie van de mens. La ter kwam daar mijn ervaring als trainer nog eens bij." Jeroen: „Ik heb nu mijn diploma oefen- meester 2, maar ga niet door. Als voor mijn werk Japanners overkomen, moet ik er zijn. En mijn naam is in Zeist niet zo groot dat ik dan een keertje kan over slaan." Gérard en Jeroen Desar werken als va der en zoon samen bij Voorschoten '97 Foto: Taco van der Eb als trainer en assistent-trainer. Gérard (57 jaar) maakte als voetballer naam bij RBC, waarmee hij van zijn 18de tot zijn 21ste in de top van de eer ste divisie speelde. Daarna kwam hij negen jaar uit voor UVS. Aansluitend was hij trainer en technisch coördina tor van de club. Desar is conrector van het Stedelijk Gymnasium. Jeroen (35) speelde tot zijn 23ste bij UVS en daarna bij Ter Leede. Na zes seizoenen in het eerste werd hij assis tent van UVS-coach Wim van Zwam. Jeroen werkt als branchemanager van de fashion-importvestiging (naai- en borduurmachines) van Toyota. Peter van der Hulst Moge Quick Boys dit seizoen alle concurrentie uit de Duin- en Bollenstreek, de Rijn streek, ja uit het hele Zuidhol landse achterland een stevig poepie laten ruiken. Na jaren in zonde te hebben geleefd met trainers en voetballers uit den vreemde vertrou wt de mooiste club van Kativijk eindelijk weer op kweek van eigen zandgrond. Driewerf hoera. Op het veld staat weer talent met blauw-wit bloed in de vaten en de techni sche leiding is in handen van oud-speler Gert Aandewiel en voormalig jeugdtrainer Arjen van der Werf. Dat belooft wat. Ik ken ze een beetje, die twee trainers, en u kunt van mij aan nemen dat het sommetje Aande wiel plus Van der Werf een oe- fenmeester maakt die van alle markten thuis is. Tactisch slim en technisch begaafd (Aande wiel), getramd in het onderwij zen en een kei in de peptalk (Van der Werf). Een trainer dus van wie je als voetballers wat opsteekt en voor wie je door de pijngrens gaat. Ik heb geen idee van welk kaliber het nieuwe Quick Boys is, maar ik geefu op een briefje dat de jongens Van Aandewiel en Van der Werf het hart van het kritische publiek zullen stelen. En schieten ze een keer te kort dan zullen de sup porters van Nieuw-Zuid het ze niet al te euvel duiden: Want die 'klootzakken' in het veld zijn dan in elk geval hun 'klootzak ken Wat mij betreft: Quick Boys naar voren en tegelijk omhoog (op de ranglijst). Het is een schaamteloze aanmoediging, ik weet het, maar ik heb even geen boodschap aan landskampioen FC Lisse, aan Rijnsburgse Boys of aan Noordwijk. En zelfs niet aan de vv Katwijk, dat ik toch altijd als een afscheidingsbewe ging van Quick Boys ben blijven zien. De duinen, dat veld, die tribu nes, Quick Boys was voor mij bewondering op het eerste ge zicht. Zelfs de behoudzucht, die in Katwijk op andere terreinen zo bekrompen kan zijn, sprak me aan: geen reclame op het zo karakteristieke shirt en gewoon contributie betalen, de spelers van het eerste net zo goed als die van het achttiende. Een club met karakter, met mooie princi- pes, vond ik. Maar van lieverlee gingen alle principes overboord. Het slijk der aarde glibberde door de geledingen van Quick Boys dat tot de best betalende clubs uit de regio ging behoren, met een businessclub die meer te vertellen had dan het bestuur. Maar de nieuwe zakelijkheid zette geen helm aan het duin. Integendeel, zij veroorzaakte juist sportieve afkalving. Quick Boys raakte in verwdrring en werd voorbijgestreefd door de vv Katwijk. De rivaal uit eigen dorp nota bene, grootgemaakt door Cees van der Plas, de BMW-dealer die zijn naam maar niet op het shirt van Quick Boys had weten te krij gen. Op de vv Katwijk hadden de financiële injecties van Van der Plas het effect van doping. De club werd er spectaculair groter en sterker door. Zo groot en zo sterk dat ze het er bij Quick Boys benauwd van kregen en maniertjes van de ri vaal gingen overnemen. Deze zelfverloochening kwam hen duurte staan. Vreemde voetbal lers brachten niet het nieuwe elan waarop men rekende en frustreerden bovendien de eigen beloften die hun heil bij, onder meer, de vv Kativijk gingen zoe ken. Maar maandag las ik in de krant dat Quick Boys het sei zoen voortvarend is begonnen met als grote animator de ijveri ge teamspeler Jan Schaap (of liever 'Skaap', want Jan is een echt kind van blauw en wit). Zo mag ik het zien. Terug naar de oude waarden onder Aandewiel en Van der Werf. Eigenlijk zou den de nieuwe trainers nu nog tegen het bestuur moeten zeg gen: weg met de shirtreclame en laat die 'Skaap' maar weer ge woon zijn contributie gaan be talen. Zit er weer leven in Quick Boys, het Nederlands elftal ligt op apegapen. Hoe ik ook mijn best doe, ik kan er niet mee zitten. Deze generatie internationals heeft het zo geweldig met zich zelf getroffen dat ik zaterdag eerder een gevoel had van 'lek ker puh', dan van medelijden. Na de knock-out in Dublin dacht ik, na dertien jaar, ook eindelijk verlost te zijn van die trommelvliezen-terreur van de Teletoeters of hoe die gesponsor de hooligans ook rnogin heten. Maar nee hoor, het ging bij Ne- derland-Estland gewoon weer verder. Even bekroop mij het bange vermoeden dat Portugal op dat rare veld van Cyprus (een soort tuin met een heg er om heen) in de pan werd gehakt en dat Oranje plots weer in de race voor Japan en Korea was. Maar het deinen (van voor naar ach ter naar links naar rechts) en het jengelen ('Daar in dat kleine café aan de havenbleek loos alarm. Ik kijk nu al reikhalzend uit naar het WK Eindelijk weer eens een groot toernooi zonder dweilorkesten. Wat een rust. Jaap Visser Reageren? sportredac- tie.ld@damiate.hdc.nl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 37