Tragedie bij Gibraltar Grootscheepse smokkel met Afrikanen leidt tot dodelijke drama's WEEKENDBIJLAGE VAN LÉIDSCH Dagblad ZATERDAG 25 AUGUSTUS 2001 Opgepakte Afrikanen wachten af wat er met hen gaat gebeuren. Foto: Reuters/Anton Meres Interview Majoor Bosshardt houdt de Wallen voor gezien Achtergrond weg van het Zuidspaanse strand. Vrijwel dagelijks wagen Afrikanen de oversteek naar Europa op zoek naar een beter leven. Foto: EPA/J.Ragel De politie voert illegale immigranten In Marokkaanse maffiakringen heeft mensensmokkkel de lucratieve handel in drugs al lang van de eerste plaats verdrongen. De bezitter van een grote rubberboot die tientallen Afrikanen meeneemt naar de Zuid- Spaanse kust verdient in drie uur tijd honderdduizend gulden. Zijn klanten komen er vaak minder goed af: de meesten vallen in handen van de Spaanse politie, of verdrinken onderweg. Het afgelopen weekeinde is een recordaantal mensen opgepakt. Maar de stroom is niet te stuiten. door Henk van den Boom ienduizenden Afrikanen wa gen jaarlijks de oversteek via de Straat van Gibraltar naar Spanje om hun geluk in Europa te zoeken. De tocht van Noord-Afrika naar de Spaanse kust is een soort Russisch roulette. De nauwe zeeëngte heeft een beruchte reputatie vanwege de verraderlijke winden en gevaarlijke stromingen. De 'Levante', de strakke oostenwind, stuwt het water van de Middellandse Zee richting Atlanti sche Oceaan. Maar soms verandert ze onaangekondigd 180 graden van richting en gaat het water vanuit de oceaan terug naar het mediterrane bekken. De Afrikanen betalen grof geld voor wat in het beste geval uitdraait op een gedwongen retour naar het land van herkomst. Jaarlijks zijn duizen den van hen minder gelukkig: zij vinden de dood in het water. Nie mand, behalve een paar kustbewo ners die dagelijks getuige zijn van het drama, maakt zich echt druk om hun lot. Voor de inwoners van het Spaanse stadje Tarifa zijn de donker geklede mannen die uitgeput langs de druk ke N 340 sjokken inmiddels een ver trouwd beeld geworden. Wanneer een politieauto verschijnt, duiken ze de bosjes in. Als opgejaagd wild zwerven ze gedesoriënteerd en hon gerig door het zuiden van Spanje, of wachten dagenlang in de heuvels op het telefoontje van een koppelbaas die hen naar een illegaal werkadres brengt. Meestal is dat een tuinderij in Almeria of Extremadura. Als het om vrouwen gaat, niet zelden een 'club' voor prostituées. Khalid, een jonge Marokkaan van 24 jaar, lukte het om samen met 55 an dere bootvluchtelingen de overkant te halen. Dankzij de hulp van een Duitse toerist en de lokale bewoners wist hij uit handen te blijven van de Guardia Civil. Khalid groeide op in een traditioneel mohammedaans gezin in Khourigba, een stadje ten zuidoosten van Rabat, dat bekend staat om zijn fosfaatmijnen. ,,Mijn vader is nog erg traditioneel. Hij leeft met twee vrouwen. Bij de een heeft hij zeven kinderen, bij de ander vier. We waren niet arm en niet rijk, maar voor elf kinderen was geen plek op de boerderij." In navolging van twee van zijn broers, die naar Italië 'emigreerden', besloot ook Khalid Marokko vaarwel te zeggen. Na drie vruchteloze be zoeken aan de Spaanse ambassade voor een verblijfsvergunning, kwam hij via vrienden in aanraking met mensensmokkelaars. „Het ging vrij simpel. Ik moest duizend dollar be talen en me melden op een adres in Tanger. Het geld leende ik van mijn broers." In een huis in Tanger moest Khalid drie dagen wachten. „Daarna werd ik naar een afgelegen plek in de bossen gebracht, waar al zo'n 400 man bij elkaar waren. Elke avond werd er een groep aangewezen. Na zeven dagen was ik aan de beurt." Khalid vertelt in een mengeling van Engels, Spaans en Frans het verhaal van zijn overtocht in de flat van de lerares Nieves Garcia, in een buiten wijk van Tarifa, de meest zuidelijke stad van Spanje. „We vertrokken om tien uur 's avonds in een splinter nieuwe rubberboot met een krachti ge motor. We moesten stijf tegen el kaar aan zitten. De zee leek glad, maar toen we een eindje uit de kust waren, dacht ik dat we zouden zin ken. Het was een afschuwelijke tocht, pikdonker en het zoute water met een mengsel van benzine uit de buitenboordmotor stoof ons hele maal onder. Iedereen begon te kot sen. Sommigen huilden. Ik weet niet wat ik zelf heb gedaan." Na vier ban ge uren bereikte de boot met Khalid het strand van Punta Paloma, geliefd bij surfers vanwege de lange golven en de harde wind. Een duidelijk plan voor zijn toe komst heeft Khalid niet. „In Marok ko heb ik gevoetbald in de tweede divisie en mijn ideaal is nog altijd om in Europa mijn voetbalcarrière verder uit te bouwen. Maar ik weet inmiddels dat dat niet zo gemakke lijk is. Ik pak nu maar elk baantje dat ik kan krijgen." Identiteit Het terras van hotel-restaurant 'Bal- con de Espana' biedt een goed uit zicht op het witte strand. „Ik weet zeker dat ze vannacht weer in actie komen, want de zee is rustig", zegt de Nederlander Peter Nix, die al meer dan dertig jaar de eigenaar is van het hotel. „Vanaf het hotel kan ik de boten zien aankomen. Een paar honderd meter uit de kust wor den de illegalen uit de boten gezet en vluchten ze met z'n allen de heu vels in. De boten varen dan weer ra zendsnel weg." Diezelfde nacht vertrekken inder daad vier zodiacs met in totaal 167 mensen vanaf de Noord-Afrikaanse kust. Maar voordat ze Spanje berei ken, worden ze op volle zee door de Spaanse kustwacht opgepakt. De volgende ochtend is in de haven van Tarifa de uitzettingsprocedure van de illegalen in volle gang. Op de grote parkeerplaats, waar de veer boot naar Tanger vertrekt, steekt een nietsvermoedende toerist zijn slape rige hoofd buiten de deur van zijn camper. Hij kijkt verbaasd naar de af- en aanrijdende groene jeeps van de Guardia Civil, de ambulance, en de voertuigen van het Rode Kruis. Voor de witte barak van de hulpor ganisatie liggen de waterdicht ver pakte bundeltjes van de bootvluch telingen op een grote hoop. Volgens de politie wordt negentig procent van de illegale mensen smokkel naar Spanje onderschept, maar hulporganisaties, journalisten en de plaatselijke bevoMng spreken dit tegen. Vooral nu de elektronische kustbewaking is verbeterd, zetten de mensensmokkelaars meer boten te gelijk in zodat de politie ze niet alle maal tegelijk kan oppakken. Met de Marokkaanse regering is on langs een overeenkomst gesloten om Marokkanen zondeT papieren bin nen 72 uur weer uit te leveren. Hoe de politie weet dat het om Marokka nen gaat, is niet duidelijk, want de meesten hebben geen identiteitsbe wijzen bij zich. Het antwoord op die vraag blijft wat in de lucht hangen, zoals meer zaken in het gesprek met de officiële woordvoerder van de Guardia Civil. Vragen over aantallen manschappen en ingezet materieel vallen bij de kustbewaking blijkbaar onder het hoofdstuk 'staatsgeheim'. „Ze zijn er dit keer redelijk aan toe", zegt Pepe Cardena, coördinator van het Rode Kruis. De hulporganisatie zorgt voor de eerste opvang van de illegalen.Als het harder waait, heb ben de vluchtelingen vaak brand wonden door de rondstuivende ben zine en het zeewater. Of kneuzingen en schaafwonden doordat ze op een rotsachtige kust aan land worden gezet. Diezelfde middag nog spoelt het lijk aan van een jongen die waar schijnlijk uit een van de boten is ge vallen. Met vijf andere journalisten mogen we de 'immigranten' door de open deur bekijken. Ze zitten op alumini um banken aan lange tafels. De ge zichten zijn uitdrukkingsloos. Een zware lucht van ongewassen licha men hangt in het lokaal. Er zijn met de pers afspraken gemaakt over het maken van foto's en opnames. Voor al de gezichten van de politiemen sen zijn streng verboden. Voor de Spaanse collega's is er die morgen weinig eer te behalen. „Voor ons is het alleen nog de moeite waard, als er doden zijn", zegt lldefonso Sena. De 49-jarige reporter is een oudge diende van het eerste uur. Hij ver slaat al meer dan tien jaar de 'Trage die van Gibraltar', zoals de titel luidt van het boekje dat hij over dit on derwerp heeft geschreven. Bij Sena staat 1 november 1988 in zijn geheugen gegrift. Op die dag kreeg de illegale immigratie in Zuid- Spanje voor het eerst een gezicht. Een sloep met 23 Marokkanen ver ging een paar honderd meter voor de kust bij Lances. Ze waren de avond ervoor uit Tanger vertrokken bij rustige zee. Tijdens de oversteek stak de wind op, waardoor het boot je omsloeg. Achttien opvarenden verdronken, vijf wisten levend aan land te komen. „Toevallig was ik daar. Mijn foto van een dode Afri kaan ging de hele wereld over. En vanaf dat moment had Spanje een immigratieprobleem", zegt Sena cy nisch. Internationale druk In de zomer van 1992 zonken een halve mijl voor de havenmond van Tarifa drie boten met vluchtelingen. De inwoners van de staÉKagen tien tallen mensen onder hifll ogen ver drinken. zonder dat ze iets konden doen. Na de tragedie nam de inter nationale druk op de Marokkaanse koning Hassan II toe om de mensen smokkel in zijn land aan te pakken. Een paar jaar leek het er inderdaad op dat de immigrantenstroom af nam. Maar vanaf 1995 was de smokkel niet meer te stuiten. De houten vis sersbootjes werden vervangen door snelle zodiac's, die laag op het water liggen en dus moeilijk door de radar van de kustwacht worden opge merkt. Er worden in Afrikaanse lan den zelfs video's met commercials over Europa vertoond om de men sen lekker te maken. Volgens de offi ciële cijfers heeft de Spaanse politie de eerste helft van dit jaar 16.000 im migranten uitgewezen, jaarlijks ver drinken duizenden Afrikanen tijdens hun duur betaalde overtocht, (zie verder elders in deze bijlage) Depressie belangrijkste reden ziekteverzuim

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 1