Sport
De innige band
met de marathon
9
(ATERDAG 9 JUNI 2001
35
Road Runners aan de basis van Leids loopevenement
Een leven zonder hardlopen is voor Frans Kortekaas ondenkbaar. De
Leidenaar was er bij toen in 1989 een groep enthousiaste lopers besloot
deel te nemen aan de marathon van New York. Het was gelijktijdig een
voedingsbodem voor enkele mooie initiatieven. Zo besloten de mannen
en vrouwen van de lange adem de Leiden Road Runners Club op te
richten en zag later de Leiden Marathon het levenslicht. Tjeerd Scheffer
geeft als voorzitter van de marathonstichting nog steeds leiding aan het
grootste sportevenement van de stad, maar gaf de bestuurshamer van
de Leiden Road Runners Club vorig jaar over aan Frans Kortekaas. Als
verantwoordelijke voor het parcours is de nieuwe preses nauw
betrokken bij het loopevenement dat het, na tien jaar steun van 3M,
voor het eerst moet stellen zonder hoofdsponsor. Kortekaas, tot voor
kort hoofdtrainer, in tien stellingen over de toekomst van de marathon,
de steun van de gemeente en de lol van hardlopen.
Frans Kortekaas: „Leiden spreekt als marathon aan bij de lopers, maar is nog geen topmarathon". Foto: Mark Lamers
door PETER VAN DER HULST
Over tien jaar staat er tijdens de marathon van
>iden een topveld aan de start.
a, maar - er zit natuurlijk altijd een maar aan vast -
in moet het bedrijfsleven wel een belangrijke rol
elen. Zonder grote sponsors kun je zo'n evene
ent niet meer organiseren. Ook vanuit de politiek
oet de beleving veranderen. Ze moet uitstralen dat
r iden ook iets wil op sportgebied. De marathon van
itterdam is op dezelfde manier begonnen als wij,
aar die stad heeft wel wind mee gehad. De mara-
on ontwikkelde zich als volkssport, het bedrijfsle-
i ging een woordje meespreken en er werden ver-
gens startgelden betaald. Dat zorgde voor toptij-
n, waardoor Rotterdam nu bekend staat als een
lelie marathon waar records kunnen worden ge-
stigd. Leiden spreekt als marathon aan bij de lo-
rs, maar is nog geen topmarathon. Er zijn drie cri-
ria waaraan je als marathon moet voldoen: het
ircours moet bevallen, je hebt goede atletenmake-
irs nodig en lopers die op de snelle tijden afko-
en. We hebben dit jaar geen hoofdsponsor, maar
a er vanuit dat we ook volgend jaar een marathon
IU bben. Ik heb althans nog geen geluiden gehoord
hij volgend jaar niet wordt gehouden."
Een sponsor heeft met de Leidse marathon goud
n handen.
a' Is je kijkt naar de naamsbekendheid die 3M met
marathon heeft gekregen dan heeft dit evene-
»nt wel degelijk uitstraling. Als ik ergens anders bij
wedstrijd ben dan kent iedereen 3M. Maar, erg
angrijk voor een evenement is dat het landelijk
aandacht krijgt van de televisie."
3. Zonder Leiden Road Runners Club geen mara
thon.
„Daar ben ik het niet mee eens. Ook zonder de Road
Runners is een marathon mogelijk. Organisatorisch
zijn de club en de marathon een aantal jaren aan el
kaar verbonden geweest. Nu is de marathon onder
gebracht in een zelfstandige stichting. We opereren
los van elkaar. Je kunt wél zeggen dat de marathon
er niet was geweest als de Leiden Road Runners
Club nooit was opgericht. Het idee is hier ontstaan,
waarbij Jan Karstens en Tjeerd Scheffer de grote
voortrekkers waren. Maar als de club niet meer be
staat dan kan de stichting gewoon doordraaien.
Door de marathon heeft onze vereniging wel een
naam opgebouwd. Daardoor hebben we in het ver
leden ten onrechte het imago gekregen dat we uit
sluitend een marathonvereniging zijn, maar we zijn
er voor de beginnende tot de gevorderde loper. Je
kan wel zeggen dat we uitsluitend een wegatletiek-
vereniging zijn want de technische (baan)nummers
worden hier niet beoefend."
4. Hardlopers zijn doodlopers.
„Nee, die stelling deel ik niet. We hebben aange
toond dat veel mogelijk is in een relatief korte tijd.
Dat komt vooral omdat we de afgelopen tien jaar
een heel sterk bestuur hebben gehad. Bovendien
staat bij ons de loper centraal. We zijn in de gelukki
ge omstandigheid dat we een beroep kunnen doen
op een groot arsenaal aan vrijwilligers en we hebben
een goed gekwalificeerde technische en medische
staf. Als je datgene kunt bieden wat de loper vraagt,
heb je je bestaansrecht bewezen. Na vier jaar telde
de club al zo'n vierhonderd leden en die hebben we
nu nog steeds. Ik heb in die beginperiode wel ver
steld gestaan van de explosieve groei van de vereni
ging. Ik denk wel dat het te danken is aan het sa
menspel tussen de Leiden Road Runners en de Lei
den Marathon. Het bleek dat de wegatletiek in Lei
den en omgeving een gat in de markt was. Wij zijn
daar op het juiste moment ingesprongen."
5. Verdwijnt de marathon dan vreest de Leiden
Road Runners Club een teruglopend ledenbe
stand.
„Nee. Dat heeft te maken met de uitstraling van de
Leiden Road Runners Club. De begeleiding van de
loper is bij ons goed en de beleving - vrijheid, blij
heid - spreekt de mensen aan. Het is wel zo dat wij
een graantje meepikken van de marathon. Dankzij
de clinics van het Leidsch Dagblad, waaraan wij
meewerken, blijven er mensen bij de vereniging
hangen."
6. Niets leuker dan de marathon.
„Het is gevaarlijk om dat te zeggen. Een marathon
kan voor een ervaren loper een uitdaging zijn. Maar,
omdat de marathon is uitgegroeid tot een volkssport
wordt daar ongezond mee omgegaan. Ik heb vorig
jaar ook een dergelijke uitspraak gedaan en die werd
mij niet in dank afgenomen. Toch blijf ik achter mijn
woorden staan. Het is nu eenmaal zo dat niet elke
loper een marathonloper is. Veel mensen beseffen
niet hoe zwaar het lichaam wordt belast als je onge
traind deze afstand wilt lopen. Een marathon lopen
heeft alles te maken met trainingsleeftijd, trainings-
MOOIER DAN OOUD
Ik heb een object uit m'n jeugd genomen, omdat
Of het voor mij een herinnering is aan een jijne
jeugd. We hebben van mijn ouders veel vrijheid
gekregen, maar aan de andere kant waren er
\tuurlijk wel regels; m'n ouders hebben me ook geleerd
speet voor anderen te hebben. Het was bij ons thuis al
ii een zoete inval, het leek er soms wel een hotel. Ik denk
tar met zoveel plezier aan terug. M'n vader overleed
s en ik 14 jaar was, met m'n twee zussen en m'n moeder
- ik nog steeds een heel goed contact,
pop die ik vastheb, was m'n lievelingspop. Ik heb hem
Curasao gekregen. M'n moeder heeft me verteld dat ik
v~*rst niets van die pop moest hebben, dat ik er bang voor
as.
heb altijd spullen uit m'n jeugd met me mee gesleept,
I] ze pop, de poppenwagen. Wij zijn om de vier jaar ver-
isd omdat m'n vader bij de marine zat. Ik heb dus niet
ht een stad of dorp waar ik ben opgegroeid. M'n man
zerd is in Leiden geboren en getogen, zijn herinneringen
nzijn jeugd staan op de hoek van de straat, z'n oude
hooi, z'n ouderlijke huis. Mijn herinneringen zijn ob-
n eten zoals deze pop. Het is niet zo dat ik die spullen om
haverklap tevoorschijn haal. Maar soms voel
me onrustig, dan haal ik deze dingen tevoor-
hijn en leg ze op een andere plaats. Dan is het
ed.
jT'WILLEM SPIERDIJK
to «HIELCO KUIPERS
Mok van Deelen (40 jaar) is één van de organisatoren van de
Leidse marathon. Zij werkt fulltime op het marathonbureau.
Van Deelen beoefende basketbal op het hoogste niveau bij MSV
en speelde in de eredivisie handbal bij Foreholte in Voorhout.
Zelf liep zij twee keer de marathon, één keer in Leiden en
hetzelfde jaar (1994) in New York.
ervaring. Dat bepaalt of je gezond aan een marathon
kan deelnemen. Voor iemand van 55 jaar, met veel
trainingsuren, kan een marathon gezond zijn, terwijl
het voor een loper van 25 jaar, die niet heeft ge
traind, ongezond kan zijn. Je moet eerst tien kilome
ter kunnen lopen om voor een halve marathon te
trainen. Pas na een half jaar kun je die lopen. Als je
die afstand in de daaropvolgende zes maanden ver
schillende keren hebt afgelegd, moet je nog eens een
halfjaar trainen voor de marathon. De eerste keer
moet je 'm alleen maar uitlopen om te kunnen erva
ren wat het is om 42 kilometer en 195 meter af te leg
gen. Pas dan is niets leuker dan de marathon. Over
schrijd je dan de finish, dan voelt het als een over
winning op jezelf."
7. Op de halve marathon valt voor Leiden meer eer
te behalen dan op de hele.
Als je meer wilt halen uit de halve marathon dan
betekent het dat je een aantal krachten moet bunde
len. Iedereen kent immers de Twintig van Alphen als
opening van het wegseizoen. Niemand kent de
Twintig van Leiden, maar wel de marathon van Lei
den. Een halve marathon is makkelijker te organise
ren, maar ik geloof niet dat er meer eer mee valt te
behalen."
8. De gemeente Leiden weet de marathon niet op
zijn waarde te schatten.
„Ze denken het op waarde te kunnen schatten, maar
er gebeurt politiek gezien te weinig. Het evenement
heeft een geweldige uitstraling voor Leiden, maar
publicitair valt er denk ik meer uit te halen. De stad
staat van oudsher bekend om zijn musea, oude ge
bouwen en grachten. Voor Leiden is het alleen maar
beter als dat tijdens zo'n evenement nog eens extra
wordt benadrukt. Maar topsport kan nooit zonder
geld. De gemeente moet in de buidel tasten om een
topevenement mogelijk te maken. Ik denk dat het
draagvlak dan vanzelf komt. Een combinatie van po
litiek en bedrijfsleven kan topsport mogelijk ma
ken."
9. De organisatie van de marathon rust te veel op
de schouders van voorzitter Tjeerd Scheffer.
„Nee. Hij is wel de motor, de spil in de organisatie.
Tjeerd kan zoveel delegeren dat hij er niet onder ge
bukt gaat. Zijn passie is op dit moment het vinden
van een nieuwe hoofdsponsor. Ik denk dat dat wel
voor druk zorgt. Voor de organisatie van het evene
ment kan hij een beroep doen op het marathonbu
reau en een behoorlijke staf die de uitvoering regelt.
Zo'n vier maanden voor de marathon gaat het be
leidsteam aan de slag; afspraken maken met ge
meente, politie, wegbewakening, het vergaren van
vrijwilligers, enzovoort. Naar mate de marathon
dichterbij komt wordt het netwerk van medewerkers
steeds groter. Tot het moment dat je negenhonderd
vrijwilligers op zijn plek hebt. Zij moeten ervoor zor
gen dat het draait op zo'n dag."
10. Frans Kortekaas vindt training geven leuker
dan lopen.
„Lopen is altijd mijn eerste keuze geweest, maar
door blessures en een meniscus-operatie is dat wat
minder geworden. Ik wilde de betrokkenheid en het
lopen bij de Leiden Road Runners niet zomaar opge
ven. Een andere manier is nu het voorzitterschap
van deze vereniging. Ik vind het leuk om andere lo
pers te adviseren en te begeleiden naar iets wat ze
heel graag willen."
RANDJE BUITENSPEL
nee fis was het er, die onbe
schrijfelijke gemoedstoestand
die hardlopen tot zo'n aangena
me bezigheid maakt. In eufori
sche stemming holde ik over het
strand, door de duinen en in de
polder. Echt moe werd ik nooit,
ik zag af, maar ik genoot er van.
Pijn was fijn. Het had me een
jaar, misschien wel langer, ge
kost om zo ver te komen. Een
jaar van zwoegen, hijgen en
vechten tegen de aandrang om
er mee te kappen. Maar uitein
delijk overkwam ook mij waar
ik anderen opgetogen over had
horen spreken: het lopen ging
van zelf. Het hijgen hield op. Ik
kon draven en gewoon doorade
men. Wat een bevrijding. Maar
zo plotseling als het gelukzalige
lopen was gekomen, verdween
het ook weer.
Drie jaar geleden liep ik voet
ballend een nogal gecompliceer
de breuk van de grote teen op.
Het was onmiddellijk uit met de
pret. Na een paar maanden
waagde ik me voorzichtig aan
een looppas, maar ik voelde
meteen dat ik anders liep. Ik
sukkelde van de ene spierblessu
re naar de andere. Mijn rug be
gon op te spelen en het kalme
ademhalen werd weer amechtig
hijgen. Ik probeer het elke keer
opnieuw, maar het ritme is zoek
en hardlopen is weer net zo'n
kwelling als vóór die paar jaar
dat ik heb gezweefd.
Als de stad morgen is vergeven
van de marathon weet ik wat
mij te doen staat: wegwezen.
Het voorbijtrekken van al die
goedgetrainde dravers die hun
hand niet omdraaien voor een
halve marathon, of zelfs een he
le, kan ik niet verdragen. Het
doet mij te zeer beseffen dat ik
momenteel al opzie tegen een
loopje van vijf kilometer. Maar
er is nog een reden dat het loop
festijn mij tegenstaat: de Thialf-
entourage.
Draverijen voor de massa zijn
besmet geraakt met het tarara-
boemdiejee-virus dat het hard
rijden op de schaats tot zo'n
stompzinnig schouwspel heeft
gemaakt. Dweilorkesten langs
het parcours verleiden toeschou
wende drankorgels tot ergerlijk
Weg met die
marathon door
een gek
geworden stad
gehos en dito polonaises. Schijt-
lolligheid waar ik nogal onpas
selijk van word. Ik denk dat ik
morgen maar een flink eind ga
fietsen met het gezin. Hopelijk
stuiten we niet op een wegver
sperring van met dubbele tong
aanmoedigend hardlooppu-
bliek.
Twee keer heb ik in Amster
dam de halve marathon gelo
pen en beide keren vond ik het
een kruisgang. Niet omdat ik
worstelde met die 21 kilometer
en een paar meter, integendeel,
ik kwam redelijk okselfris aan
de meet. De afkeer werd gewekt
door de opeenhoping van lopers
bij de start en die typisch Hol
landse gezelligheid die ik mij
onderweg moest laten welgeval
len. Ik ben niet zo'n uitslover die
zich al een half uur voor vertrek
ophoudt in de buurt van de
hoogivaardigheidsbekleder met
startpistool om na het verlos
sende schot in de lucht meteen
ruim baan te hebben. Het gevolg
was dat ik struikelend en sla-
lommend de eerste kilometers
aflegde. Ik vervloekte de kinde
ren en ouden van dagen die mij
voor de voeten sjokten en ik ver
volgde mijn race tegen de klok
met een humeur om op te schie
ten. Vanwege de vertraging van
vele minuten die ik had opgelo
pen.
En dan die passieve recrean
ten die met een glas in de hand
zo'n schik hebben om hun als
aansporingen bedoelde flauwi
teiten. Het is werkelijk onver
draaglijk wat voor jack van Gel
der-humor je naar je hoofd
krijgt geslingerd. Ik heb links en
rechts wat gestrekte wijsvingers
laten zien en geregeld geroepen
dat het tijd werd dat die toekij
kers zelf eens hun vadsige lijven
in beweging zetten. Het mocht
niet baten. Wat heet, ik ontving
slechts hoon. En een paar keer
de inhoud van een bierpul.
Na mijn tweede en laatste
voettocht door de hoofdstad heb
ik bezworen mij nooit meer te
lenen voor het vermaak van dat
Thialf-volk Ik ontloop de mas
saloop. Nu zult u wellicht op
merken dat ik makkelijk lullen
heb. omdat ik toch niet meer
vooruit ben te branden. Dat is
waar. Maar ook als ik mijn ou
de vorm ooit terugvind dan nog
zal ik mij nimmer meer in
schrijven voor een prestatieloop
met meer dan één deelnemer.
Hardlopen is het mooist als je
solo tekeer gaat langs het
strand, door de duinen of in de
polder. Juni is tjmn favoriete
loopmaand. Om etk uur of acht
's avonds de deur uit. Het ver
stand op nul en de blik op on
eindig? Niks daarvan. Zodra je
in de juiste galop bent aange
land, kun je de hersenen op vol
le toeren laten draaien. Ogen
schijnlijk ingewikkelde kwesties
lossen zich als van zelf op. En
als je je ogen goed de kost geeft,
valt het je op hoe heerlijk kalm
de natuur zich klaarmaakt voor
de nacht. Lang leve het hollen
over de rustieke paden rond Lei
den. Weg met die marathon
door een gek geworden stad.
JAAP VISSER
Reageren?
sportredactie.id@damiate.hdc.nl