'Dat zingen was m'n grote foutr achteraf' 2- OOG in OOG De vragen De regels ZATERDAG Barry Hughes is 63 en woont in Heemstede. Hij is getrouwd met de vroegere tv-omroepster Elles Ber ger, vader van drie doch ters (één van 29 en een tweeling van 23). Hughes, geboren in Wales, kwam in 1960 naar Nederland. Maakte naam als voetbal trainer (van onder meer HFC Haarlem, FC Utrecht, Sparta en Go Ahead Eagles) en als zanger ('Ik wil op m'n kop 'n kamerbreed tapijt'). Tien jaar geleden stapte hij uit de voetballe rij. Nu huren bedrijven hem in als spreker. door PAULINE VAN DER MIJE Barry Hughes: „Ik heb indertijd als trainer altijd gepleit voor een vrouw in het bestuur." Foto: United Photos de Boer/Poppe de Boer 9. Van welk bedrijf of welke instelling zou u directeur willen zijn? „Ik ben geen type dat ergens vast in dienst wil zijn. Maar als ik toch een instelling moet kiezen, dan zou het in de zorgsector zijn. Oude en zieke mensen helpen. Naarmate ik ouder word, krijg ik steeds meer gevoel voor mijn medemensen. Ik wil geen zieken be handelen, maar ik vind wel dat er goede hulp moet zijn voor iedereen. Ik hoorde laatst van iemand die uit het ziekenhuis kwam, die was helemaal alleen. Dan kom je thuis op je krukken en dan zorgt er niemand voor je, dat vind ik zielig. Er zou een instelling moeten zijn die goede opvang regelt voor patiënten. Een team dat bekijkt: waar heeft die persoon behoefte aan en hoe kunnen we dat voor hem regelen? Dat zou ik willen organiseren. Ik zou daarbij niet kiezen voor een hoop geld verdienen. Vroeger wel. Ik was altijd een beetje geldgek. Maar ja, als je de salarissen van toen vergelijkt met die van nu... In mijn tijd verdiende je misschien tachtigduizend gulden. Tegenwoordig heb je contracten van acht ton, dein zing je het nog wel een tijdje uit als je op straat wordt gezet. Maar als ik een schop kreeg, was dat gauw op met drie meiden thuis. Dus ik had een beetje een har de mentaliteit, en nog. Niet voor andere mensen, wel voor mezelf. Hard werken, ver dienen, altijd. Wij hebben nét de tijd van het grote geld gemist, ik in het voetbal en Elles bij de tv. Het bestuur van een voetbalclub kan zo maar zeggen: 'We willen je niet meer.' Er hoeft maar één sponsor te zijn die je niet mag en je vliegt eruit. Ik ben gelukkig bij geen enkele ploeg ontslagen in de 25 jaar dat ik coach was. Maar ik moest er wel altijd re kening mee houden, het kon morgen voorbij zijn. Nou, dan hebben ze schijt aan je. Je krijgt één interview en je bent vergeten. Dat was een panische angst van mij. Daarom had ik altijd iets met geld. Ik ging zingen, heb in de hitparade gestaan, mensen waren daar gek van. Maar ik deed het zuiver voor het geld, niet om de populariteit. Die instelling heb ik nog steeds." 24. Op welke terreinen heeft volgens u de aiulére sekse het gemakkelijker? „Vrouwen hebben het absoluut niet makke lijker dan mannen. Behalve misschien als ze niet willen werken. Als je een vrouw bent met zo'n mentaliteit, kan je zeggen: ik breng de kinderen naar school en haal ze weer op en verder doe ik wat ik wil. Een man kan dat niet doen. Die moet werken tot hij 65 is. Be halve playboys dan. Als ik een vrouw was, zou ik er trouwens niet voor kiezen om thuis te blijven. Ik zou altijd andere mensen willen ontmoeten. El les heeft ook heel hard gewerkt. Altijd ren nen, onder de make-up, afvallen, studio's in en uit. Ze vindt het heerlijk dat dat niet meer hoeft. Nu gaat ze aquarelleren, op haar ge mak, maar vroeger had ze niet eens tijd om verf te Hppen. Als zij werkte, deed ik de mei den. T De laatste jaren zie" je steeds meer vrou wen die veel te vertellen hebben. Ik heb in dertijd 'als trainer altijd gepleit voor een vrouw in het bestuur. Niemand begreep dat. Maar een vrouw blijft bij haar taak, die be moeit zich niet met andere zaken. Een vrpuw die penningmeester is, probeert ervoor te zorgen dat de trainer genoeg geld heeft om zijn werk goed te kunnen doen. Mannen in een bestuur willen zich overal mee bemoei en. Vrouwen zijn werkers, mannen soms zei kerds." 29. Van welke beroemdheid greep de dood u het meest aan? „Ik vond het overlijden van Kennedy een klap. En ook het ongeluk van Lady Di. Ken nedy was modem, had een beetje schijt aan iedereen, die richting ging het op in die tijd. Hij was een soort leider voor mensen die niet altijd geleid wilden worden. Hij had iets van: come on, we gaan er met zijn allen wat van maken, enjoy yourself. En hij had een lach, hij lééfde. Lady Di vond ik een leuke meid. Zij hoor de toch bij de royal family, daar heb je een band mee als Brit. Ik ben Brits en dat blijf ik. Ik ben hier op mijn 23ste komen wonen, maar ik zal nooit mijn nationaliteit verande ren. Ik houd van Nederland, heb veel te dan ken aan Nederland. Maar Nederlander wor den, dét kan ik niet." 38. Wat mist u in het buitenland het meest aan Nederland? „Onze hond, Andy. Die doen we in een ken nel als we weggaan. Het is een goeie hond, Elles en ik zijn stapelgek op hem. Elles mist de hond, maar Elles mist ook een boterham met ouwe kaas. Dan zegt ze: 'Jezus, het is wel lekker hier in Spanje, maar ik zou wel een bruin broodje willen.' Dat is Nederlands hè, zeiken over een broodje, over een kopje kof fie. Ik mis de hond, maar verder niks. Neder land wordt steeds kleiner. Alles komt steeds dichterbij, dat vind ik een ramp. In Wales heb je ruimte. Als ik daar door een bocht rijd, zie ik een berg, een huis, allemaal leuke dingen. In Nederland zie je zelfs in Zeeland of Drente altijd een hoofdweg in de verte, je hoort een trein of een vliegtuig. In Wales kun je lopen zonder iets te horen. Kom je men sen tegen, dan maken ze een vriendelijk praatje.- Maar Nederland is zo veranderd. De mensen hebben een hekel aan elkaar. Ze ste ken hun middelvinger naar je op in het ver keer, beginnen meteen te schelden. Dat vind ik vreselijk, ik begrijp daar niks van." 3. Als u nu een ander beroep zou mogen kiezen, wat zou u dan worden? „Golfspeler, en dan een hele goeie. Dat vind ik het mooiste leven dat je kunt hebben. Je komt overal, wordt ontvangen in de beste hotels, je eet lekker. You follow the sun, want je kunt alleen golf spelen in mooi weer. Golf is the sport of kings. Die grote jongens, die zijn miljonair. Ze zijn personalities. Als hier de regen tegen de ramen slaat en ik die golfspelers op tv zie met hun korte mouwen, altijd bruin, pet op, dan denk ik: gotsiemijne. Niet alleen vanwege die zon, maar ook hoe ze swingen. Het is zó moeilijk, dat mensen enorm veel respect hebb n .oor die toppers. Ik zou dan wel een stér willen zijn, iemand die veel aandacht krijgt. Ik respecteer een topgolfer veel meer dan een topvoetballen Het is een individuele sport. Maak je een fout, dan is dat jouw fout. Dat vind ik leuk. In het voetbal heb je dat niet in de hand. Ik kon nog zo mijn best doen, maar als een van de elf spelers een fout maakte, had ik alweer verloren. Of an ders had de scheidsrechter wel slecht gesla pen, of hij had ruzie met zijn vrouw, of de grensrechter vlagde te vroeg, het veld was hobbelig, het publiek vervelend. Alles speel de mee." 18. Wat vindt u opwiiuleiul? „Muziek. Frank Sinatra, daar krijg ik vlinders van in mijn buik. Of Vera Lynn die We'll meet again zingt. De BBC zendt wel eens een re portage uit over de oorlog in Londen. Al die mensen die met elkaar in de ondergrondse zitten terwijl de huizen platgebombardeerd worden, die zingen dat dan met elkaar. Dat raakt me. Of het volkslied van Wales. Het vechten dat daar in zit, dat nationale. Als jongen van vijftien jaar voetbalde ik voor Wales. Dan stonden we naast elkaar dat volkslied te zingen en dan keken we naar de Schotten, de vijand. Dat gevoel is altijd bij mij gebleven. Die jongens hier in Nederland moet je eerst de woorden leren. Wie kent hier nou het volkslied? Dat vind ik verschrik kelijk. Ik kom gelukkig uit een generatie die dat gevoel nog heeft. Maar tegenwoordig zegt iedereen: 'Kan mij 't schelen.'" 20. Wat is uw slechtste eigenschap? „Ik ben eigenwijs. Veel minder dan vroeger, maar toch. Ik ben niet het type dat ergens een nacht over slaapt. Voor mezelf is dat wel goed, maar voor mensen die met mij moeten werken niet. Ik ben erg overheersend. Als een ander niet snel genoeg in actie komt, doe ik het zelf wel. Als coach moet je je eigen plan trekken, maar ik kan me voorstellen dat mensen vroeger gek van mij werden. Als ik iets in mijn hoofd had, deed ik dat gewoon. Ik was ongeduldig, luisterde niet. Je moet mij eigenlijk na drie jaar weg doen." 32. Wat is de karaktertrek waarvan u wilt dat mensen zich u erom herinneren? „Dat ik altijd honderd procent heb gegeven. Goed of slecht, dat laat ik in het midden. Maar ik heb nooit mensen belazerd en ik ben niet lui. Wie mij in dienst nam, hoefde nooit te controleren of ik mijn werk deed. Van mijn muzikale optredens hadden ze bij het voetbal geen last. Zodra het met de ploeg minder ging, was het een ander verhaal. Dan kreeg het bestuur twijfels over mijn vakman schap. In Nederland zetten ze overal stem pels op. Een slager die een computerbedrijf start en multimiljonair wordt, blijft toch al tijd die slager. Zo was het bij mij ook. Je zou kunnen zeggen: hij is veelzijdig, hij heeft veel talenten. Maar nee hoor. Twijfels. Is hij nou een zanger, een spreker, een quizmaster of een coach? Dat zingen was mijn grote fout, achteraf. Dat kwam verkeerd over in het voetbal, dat had ik nooit moeten doen. Maar het kwam min of meer toevallig op mijn pad en ik had meteen een hit. De optredens werden goed betaald, dus ik ging er voor. Zo kwam ik in de wereld van de showbusiness terecht. Ik werd een beetje geleefd. Volgens sommige mensen was ik trainer van een topclub ge worden als ik niet was gaan zingen. Maar aan de andere kant: wat ik nu doe, die optre dens bij bedrijven, heb ik te danken aan dat zingen. Het heeft me bekend gemaakt. Ande re trainers zijn allang vergeten." 34. Wanneer was u voor het laatst verliefd? „Ik ben nog steeds verliefd. Vrienden vinden dat soms onvoorstelbaar. Ik zie Elles elke dag. We zijn meer dan dertig jaar samen en houden ontzettend veel van elkaar. Mis schien komt dat omdat we altijd onze eigen dingen hadden. Nu doen we meer samen. Als je ouder wordt ontdek je elkaar steeds meer, krijg je meer waardering voor elkaar. Ik hield vanaf het eerste moment van haar. Ik ontmoette haar in het huis van haar vader, in het Olympisch Stadion waar hij opzichter was. Ik speelde bij Blauw-Wit. De bedoeling was dat ik een jaar in Nederland zou blijven. Ik woonde in een hotel. Een bestuurslid vond dat zielig, hij nam me een keer mee naar meneer Berger. Elles was piano aan het spelen toen ik haar voor het eerst zag. We gingen een paar keer samen uit. Toen kwam de jaloezie: waarom gaat ze om met die En gelsman? Zij kwam op tv, zij was bekend. Ik helemaal niet. Toen ik veertien was, stond bij ons in Wales een waarzegster op de markt. Ze keek in mijn hand en zei: 'Het is heel gek, ik zie je in een ander land, met een vrouw die daar geboren is en drie kinderen'. Ik dacht: 'Dat zal wel'. Maar het is allemaal uitgekomen. Onvoorstelbaar." 4. Wat zult u nooit weggooien? „Mijn plakboeken. Daar kan ik uren in bla deren. Dan kan ik heel verdrietig worden, en ook heel gelukkig. Die boeken staan overal. Op zolder, op kantoor, het is een chaos. Maar ik vind er alles in terug. Het contract van een optreden in Etten-Leur, of een kran tenartikel van toen ik vijftien was, over Big Time Barry, ik haal het zó tevoorschijn. Ik kijk vaak in die boeken. Dat vind ik prachtig. De onzin die ik heb uitgekraamd! Als ik dat weer lees, kan ik me voorstellen dat mensen dachten: Jezus, die Barry... Het was wel lollig, maar nu kijk ik er toch anders naar. Ik was geen goeie collega. Ik wenste de coach van de andere ploeg nooit succes. Ben je belazerd, ik moest winnen, de tegenstan der was de vijand. Ik werkte altijd voor de underdog, de klei ne ploegen met weinig geld. Als Haarlem te gen Ajax moest spelen, zei ik rustig: "Wij gaan winnen.' Zo krikte ik de mentaliteit een beetje op. Journalisten vonden zulke uitspra ken prachtig. Die competitie hoort bij voetbal, maar het ging wel ten koste van de collegialiteit. Ik heb aan het voetbal geen vrienden overgehou den. Dat kwam door mijn eigen houding, maar ook door jaloezie. De kranten kwamen naar mij. Dat stak. Trainers gunnen elkaar niks." 12 MEI 2001 ER BIJ finish Wanneer bent u voor het laatst enorm boos geweest? Op welke plek buiten Nederland zou u een jaar willen wonen? Als u nu een ander beroep zou mogen kiezen, wat zou u dan worden? Wat zult u nooit weggooien? Welk kunstwerk (boek, schilderij, beeld, lied, cd) zou u gemaakt willen hebben? Waarover heeft u in uw leven het meeste verdriet gehad? Gaat u liever om met mannen of met vrouwen? Wordt u met het ouder worden optimistischer of pessimistischer? Van welk bedrijf of welke instelling zou u directeur willen zijn? Wanneer was u voor het laatst zenuwachtig? Als u vandaag ineens alles zou durven, wat zou u dan als eerste doen? Wat zou u willen veranderen aan uw jeugd? Gelooft u in liefde op het eerste gezicht? Wat kan u in mensen vreselijk ergeren? Wanneer heeft u voor het laatst te veel gedronken? Welke rol in welke film had u willen spelen? Van wie zou u een toegestoken hand weigeren? Wat vindt u opwindend? Vindt u zichzelf aantrekkelijk? Wat is uw slechtste eigenschap? Heeft u een euthanasieverklaring getekend? Waar geeft u het meeste geld aan uit? (Woning en auto buiten beschouwing gelaten) Heeft u wel eens een belangrijke vriendschap verbroken? Op welke terreinen heeft volgens u de andere sekse het gemakkelijker? Zijn er onderwerpen waarover tegen u geen grappen gemaakt mogen worden? Is seksualiteit belangrijk in het leven? Welk tv-programma moet meteen van het scherm worden gehaald? Mogen partners geheimen voor elkaar hebben? Van welke beroemdheid greep de dood u het meest aan? Wat was de gelukkigste fase van uw leven? Welke dag zou u willen overdoen? Wat is de karaktertrek waarvan u wilt dat mensen zich u erom herinneren? In welke andere periode had u graag geleefd? Wanneer was u voor het laatst verliefd? Bent u trouw? Bent u gelovig? Wat zou u graag beter kunnen? Wat mist u in het buitenland het meest aan Nederland? U mag vier mensen - onder wie-ook overleden personen - uitnodigen voor een dinertje. Wie kiest u? Welke kus zou u willen overdoen? Waar krijgt u kippenvel van? Wie bewondert u? Gaat u wel eens alleen uit? Wat was uw slechtste beslissing? Wat is in uw werk uw grootste frustratie? Wat was uw angstigste moment? Wanneer hebt u voor het laatst een leugen (tje) gebruikt? Wat is de grootste wetsovertreding die u heeft begaan? Denkt u te weten wat uw partner in u ziet? Wanneer beschouwde u zichzelf als volwassen? De geïnterviewde gooit telkens een dobbelsteen met twintig vlakken, om te bepalen welke vraag hij (of zij) krijgt voorgelegd. Voor de eerste vraag wordt gerekend vanaf nul. Bij de volgende negen worpen wordt er doorgeteld, waarbij na vraag 50 weer vraag 1 volgt. Komt iemand op een vraag die hij al heeft beantwoord, dan moet die worp over.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 57