- ZATERDAGS BIJVOEGSEL Leiden als afvoerputje van de Randstad 530 ZATERDAG 10 MAART 2001 >3' Voor vele miljoenen verdwijnt er jaarlijks uit de winkels in de Leidse binnenstad zonder dat ervoor wordt betaald. En dat bedrag groeit alleen maar. Sinds vorig jaar zomer is de diefstal in het centrum enorm toegenomen. Dieven worden steeds jonger, brutaler en professioneler, klagen de ondernemers. Ze doen vaak niet eens meer aangifte. De cijfers van de politie laten dan ook een heel ander beeld zien. 'Als we de statistieken bekijken kun je stellen dat het heel goed gaat met Leiden.Maar de politie weet wel beter. Het loopt uit de hand met de winkeldiefstal. En de ondernemers creëren hun eigen probleem. s tl Ia oms vindt het personeel van parfume rie Douglas aan de Haarlemmerstraat aan het eind van de dag maar één lege [verpakking op de grond. Maar op andere dagen verdwijnt met een soepele armbeweging een hele [Alj plank met kostbare flesjes parfum in de tas van een winkeldief, die ongestoord het pand verlaat. Even verderop mist het personeel van de Prima- foon-winkel aan het eind van een gemiddelde week voor 10.000 gulden aan mobieltjes en ande re apparatuur. En het beveiligingspersoneel van Vroom Dreesmann betrapt geregeld winkeldie- rpr ven die een uitgebreide bestellijst bij zich hebben, waarop de wensen van hun afnemers in detail staan vermeld. Jarenlang had de Leidse middenstand maar één grote klacht: de klanten konden hun auto nergens kwijt en lieten Leiden daarom links liggen. Inmid- Icani dels krijgt het parkeerprobleem zware concurren- Ijtie van een andere bedreiging. Leiden is sinds vo rig jaar zomer in toenemende mate populair bij j winkeldieven uit de wijde omgeving. De stad is het afvoerputje van de Randstad geworden, meent ondernemer en plannenmaker Peter La- 1,-jjbruyère. „Het is heel logisch. Alle steden om ons heen zijn zwaar aan het beveiligen. En hier zijn we net gestopt met de particuliere beveiliging. Zoiets is snel bekend bij de bendes. Ze waren er -als de kippen bij toen de surveillanten uit de I»Haarlemmerstraat waren verdwenen." Labruyère schat de omvang van de winkeldief stal in de Leidse binnenstad op vele miljoenen per jaar. Veel meer valt daarover niet te zeggen, omdat niemand een compleet overzicht heeft van de hoeveelheid gestolen goederen. De politie moet het doen met de aangiftes die zij binnen krijgt. Daarmee hebben de autoriteiten slechts zicht op een fractie van wat er werkelijk aan de ^.phand is, beseft ook wijkagent René Feenstra, die Iin de binnenstad speciaal is belast met winkelcri- minaliteit. „Volgens onze cijfers is het aantal win keldiefstallen in de laatste vier maanden van het vorig jaar zelfs flink teruggelopen. Als je die statis- 90,1 tieken bekijkt kun je stellen dat het heel goed gaat met Leiden. Maar we weten wel beter." Ri Waarom zou je als ondernemer nog aangifte vaJ doen van winkeldiefstal? Het kost veel tijd en de dief staat zo weer op straat. Een beetje winkeldief gaat, als hij per ongeluk toch een keer aan de po- niitie is overgedragen, zo snel mogelijk terug naar de winkelier die hem staande heeft gehouden. Om triomfantelijk te melden dat de politie hem niets kon maken, en dat hij al vrij man is voordat de ondernemer zijn papierwinkel heeft afgerond. Winkeldieven voeren doelbewust een ontmoe- lev digingsbeleid bij winkeliers sinds de politie een I lik-op-stukaanpak hanteert, weet Feenstra. „Maar dat we er niets mee doen is dus een fabeltje. Als je iets steelt met een waarde van nul tot 100 gulden, "krijg je minimaal een boete van 240 gulden. Tus- lAl Een handige dief vindt altijd wel een manier om elektronisch beveiligde spullen ongezien de winkel uit te krijgen. foto dick hogewoning sen de 100 en 250 is dat 440 gul den. Is de waarde hoger of ben jc al een keer eerder gepakt, dan gaat het naar de rechter. Dat ze weer snel op straat staan, komt doordat we ze niet langer vast mogen houden dan strikt noodzakelijk is. En door de au tomatisering kunnen we een aanhou ding tegenwoordig veel sneller afhan delen." Vodr de ondernemers heeft de poli tie de tijd die in een aanhouding gaat zitten ook zo veel mogelijk beperkt. Er zijn kant-en-klare formulieren opgesteld en uitgedeeld. Terwijl de winkeliers wachten op de politie, kunnen zij de pa pieren alvast invullen. Feenstra: „Er is geen ander strafbaar feit waarvan je zo makkelijk aangifte kunt doen. Leuker kun nen we het niet maken, maar makkelijker ook niet meer." De particuliere beveiliging van V&D hoor je niet klagen over de samenwerking met de politie. Waar de politie in andere steden makkelijk twee of drie uur op zich laat wach ten, zijn de Leidse dienders bijna altijd bin nen twintig minuten ter plaatse om de dief mee te nemen. Een half uur na de aanhouding is de bewaker weer terug in de winkel. Het mag dan soepel lopen bij Vroom Dreesmann, toch doet het warenhuis sinds vo rig jaar niet meer van iedere diefstal aangifte bij de politie. „Een gelegenheidsdief die een enkele lipstick steelt, houden we tegenwoordig niet meer aan", vertelt bedrijfsleider Joyce Verdijk. „Die vragen we gewoon om de spullen terug te leggen. Het heeft geen zin om voor zoiets kleins je bewaker een half uur kwijt te zijn. Want in de tus sentijd is er dus geen bewaking in de winkel en kan iedereen zijn slag slaan. Als de dief een vrouw is moet je er ook nog een personeelslid bij zetten, want een mannelijke bewaker mag niet alleen met haar zijn. Dus alleen voor de wat grotere dief stallen halen we de politie er nog bij." Naast particuliere bewaking heeft V&D een sca la aan maatregelen genomen om winkeldiefstal te voorkomen. Zo hangen er camera's en zijn de goederen op verschillende manieren elektronisch beveiligd. Maar hoe goed iets ook is beveiligd, een handige dief vindt altijd wel een manier om de spullen ongezien de winkel uit te krijgen. Zo wor den er dieven betrapt die hun jas of tas gevoerd hebben met aluminiumfolie, waardoor de beveili gingspoortjes worden omzeild. Ook zijn er de no dige slimme trucjes om beveiligingskabels on klaar te maken. En de echte profs slagen er zelfs in om de grote kunststof 'wafers' die de poortjes laten piepen los te maken. Verdijk: „We hebben echt geen idee hoe ze dat voor elkaar krijgen. Het moet iets heel kleins zijn waarmee ze dat doen. Bij het fouilleren is tot nu toe nog nooit iets aan getroffen. Vorige week bijvoorbeeld. Toen betrap ten we iemand met een grote tas vol dure cosme tica. De politie vond later zijn auto. Daarin lagen ook nog een paar vuilniszakken propvol V&D spullen." Al met al slagen de dieven er ondanks de bewaking en de beveiliging in om voor onge veer een half miljoen gulden per jaar mee te ne men uit het warenhuis. Elektronische maatregelen tegen diefstal zijn buitengewoon kostbaar, terwijl het resultaat zeer beperkt is. Dat is de stellige overtuiging van de Sassenheimse beveiligingsadviseur Ad van der Zanden. „Het verbaast me iedere keer dat onder nemers eerder allemaal dure apparatuur kopen dan dat ze geld steken in de opleiding van het personeel en een andere inrichting van de winkel. Terwijl daar veel meer winst te halen valt." Win keldieven kiezen heel bewust voor jonge, onerva ren en onoplettende bediendes, en daar zijn er door de krapte op de arbeidsmarkt veel van. „Die 16-jarige meisjes die je aanneemt hebben geen werkervaring, geen productkennis, ze moeten, kortom, alles nog leren. Direct ook al letten op verdachte personen is een tikkeltje te veel ge waagd. Laat staan dat ze ze ook nog durven aan spreken." Van der Zanden leert zijn klanten om door het oog van een winkeldief naar hun eigen winkel te kijken. Dus: zet geen dure, eenvoudig te stelen ar tikelen vlak bij de uitgang, spreek de klant direct bij binnenkomst aan zodat deze zich niet onop gemerkt waant, zorg voor een overzichtelijke in deling van de winkel, train je medewerkers in de omgang met potentiële dieven, en plaats je bevei ligingsmaatregelen op strategische plekken. Zo adviseert hij om lering te trekken uit de sporen die een dief achterlaat. Waarschuwingsbordjes moeten juist daar worden opgehangen waar stee vast lege verpakkingen worden aangetroffen. Naast de fout dat ondernemers te gemakkelijk naar elektronische hulpmiddelen grijpen, fixeren ze zich volgens Van der Zanden ook veel te veel op de professionele winkeldief. „Van alle winkel diefstallen is niet meer dan vijftien tot twintig procent professionele criminaliteit. De rest komt voor rekening van leveranciers, personeel en een bonte schare gelegenheidsdieven. Het beeld van een winkeldief die stiekem iets in zijn zak steekt, is echt achterhaald. Bijna iedereen kent het 'krat- je-bier-effect': dat het kratje onderop je winkel karretje staat en de caissière hem niet aanslaat. Als je dat buiten op de parkeerplaats ziet, ga je er niet mee terug, maar vind je het gewoon een stomme fout van de caissière, die maar beter had moeten opletten. Dat zijn miljoenen die op zo'n manier uit de winkel verdwijnen." De Nederlander bedingt volgens de adviseur graag zijn eigen korting. Zo worden geregeld mensen aangehouden die bij een tuincentrum voor 2000 gulden aan tuinhout afrekenen, maar wel voor anderhalve gulden aan schroeven in hun zak stoppen. Die korting hebben ze verdiend, is de gedachte. Brutaler wordt het wanneer een dief een videocamera van de plank pakt en op hoge poten bij de verkoper komt melden dat hij het ding wil ruilen. Wanneer het antwoord volgt, dat dat zonder bon niet gaat, stapt hij scheldend en tierend over slechte service mét zijn buit de win kel uit. Mensen zijn makkelijker geworden met diefstal. Het meenemen van een blocnote en floppy van de baas is net zo geaccepteerd als het tillen van de belasting. En bij jongeren ligt de grens tussen wat wel en niet acceptabel is nog een stuk lager. „Als je hoort wat er op middelbare scholen alle maal op bestelling gestolen kan worden, dan is dat echt niet normaal meer", vertelt Van der Zan den. „Dan moet je als jongere wel buitengewoon sterk in je schoenen staan wil je daar niet aan meedoen. Want iedereen doet het en iedereen wil erbij horen met mooie spullen, goede make-up, een mobiele telefoon en een scootertje. Het is voor een jongere heel moeilijk om zich op een eerlijke manier te handhaven." Voor middelbare scholieren die hun eerste schreden zetten op het criminele pad heeft de po litie sinds een aantal jaren het succesvolle Halt project. Maar ook voor de basisschoolleeftijd is inmiddels een soortgelijk project opgezet. Want de diefjes worden steeds jonger. Feenstra: „Dat baart mij echt zorgen: kinderen van acht, negen jaar die gaan pikken. Wat er tegenwoordig op la gere scholen allemaal al rond gaat... Voor deze groep is het essentieel dat ze zo snel mogelijk een keer aangehouden worden. Dat werkt. Jongeren die een keer met Halt in aanraking zijn gekomen zien we bijna nooit meer terug. Daarom is het ook zo belangrijk dat ondernemers aangifte doen - juist ook van de kleine zaakjes." Labruyère heeft er echter wel begrip voor dat de politie niet meer wordt ingeschakeld voor klei ne diefstallen. „Je bent daar zo een uur mee kwijt, terwijl het er een ondernemer om gaat dat hij zijn spullen terugkrijgt. Iedereen redeneert vanuit zijn eigen zaak. Het is een kosten-batenverhaal dat ook opgaat voor beveiligingsmaatregelen. Hoe veel kost de beveiliging, hoeveel verlies je aan diefstal en aan omzet als je je winkel minder 'klantvriendelijk' maakt? Maar eigenlijk is het van de gekke dat je zo moet redeneren als je bedenkt hoeveel belasting je betaalt." Daar hoort toch de criminaliteitsbestrijding en de veiligheid op straat van betaald te worden, meent de ondernemer. Hij pleit daarom voor meer blauw op straat. „Hoeveel overheidstaken moet je als ondernemer nog op je nemen? We hebben het parkeren al ge regeld, we zijn bezig met het afval en dan komt daar ook de veiligheid nog eens bij. En dat terwijl de verantwoordelijkheid toch gewoon bij de over heid ligt." Leiden is sinds vorig jaar zomer in toenemende mate populair bij win keldieven uit de wijde omgeving. foto dick hogewoning Juist omdat de beveiliging voor ondernemers vaak een kosten-batenverhaal is, meent de politie dat zij niet volledig verantwoordelijk is voor alles wat gepikt wordt in de winkelstraten. Parfumerie Douglas haalt niet voor niets overal zijn vitrines en toonbanken weg. Als klanten alles zelf kunnen voelen, bekijken en testen, wordt er niet alleen veel meer gepikt, maar ook veel meer verkocht. Ketens berekenen hun diefstalpercentages vaak per regio, weet Feenstra. „Zij rekenen bijvoor beeld op vier procent van de omzet in heel Noord- en Zuid-Holland. Als het elders lager is, liggen ze er niet wakker van als er in Leiden acht procent verdwijnt. Dat is dan alleen vreselijk zuur voor het personeel dat daar werkt. Want die heb ben gekozen voor het vak van verkoper, niet voor dat van boevenvanger." Zo denkt het Primafoon-personeel er ook over. Vorig jaar kregen alle KPN-winkels een nieuwe in richting. De modellen lagen voor het oprapen, en dat gebeurde dan ook. Het personeel voelde zich steeds onveiliger en raakte gedemotiveerd van de diefstallen. Maar het hoofdkantoor maakte zich er niet zo druk om. Want ook als een mobieltje is ge pikt, levert het KPN een hoop belminuten op. Na lang aandringen wist het personeel een paar we ken geleden te bewerkstellingen dat de draagbare telefoons werden vervangen door dummy's en de dozen leeg in de winkels mochten staan. Geen ondernemer is erbij gebaat als de politie onneembare vestingen maakt van winkels, stelt Feenstra. „Ze calculeren derving in. Als je vlak bij de uitgang een vitrine met kostbare spullen hebt staan die steeds wordt leeggehaald, is het de ver antwoordelijkheid van de winkelier om daar iets aan te doen. Dan kun je niet zeggen: de politie moet hier om de hoek staan om de dieven te pak ken. Als ze dan ook geen aangifte meer doen en de boeven niet meer worden gestraft, creëren ze hun eigen probleem." MARIJN KRAMP RUUD SEP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 1