'Een waar indianenverhaal' Gesprek van de Dag Zestien miljoenste inwoner blijft onbekend M Vragenuurtje moet blijven Vroeger De gevallenen DINSDAG 6 MAART 2001 ommentaai WD-leider Dijkstal heeft gelukkig weinig bijval gekre gen voor zijn suggestie het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer af te schaffen. Het is een slecht voorstel dat getuigt van een gouvernementele, in plaats van een parlementaire instelling. Het is het eni ge moment in de week dat de regering zich zichtbaar voor parlement en kiezer met de actualiteit van de dag bezighoudt en alleen al daarom mag dat moment niet verloren gaan. Dijkstals opmerkingen in het televisieprogramma Bui tenhofzijn ingegeven door irritatie over het principe dat bewindslieden zich dinsdagmiddag voor ieder wis sewasje naai- het parlement moeten spoeden. Zij zou den wel wat beters te doen hebben dan Kamerleden te woord te staan die toch maar naar de bekende weg vragen. Dat is echter de omgekeerde wereld. De rege ring dient altijd beschikbaar te zijn om ten overstaan van het parlement verantwoording af te leggen. Om praktische redenen, en alleen daarom, is voor een vast moment aan het begin van de vergaderweek gekozen. Toegegeven, het vragenuurtje hoort op het ogenblik niet tot de hoogtepunten in de parlementaire week. Een poging om de levendigheid te vergroten door een rechtstreekse uitzending op televisie is mislukt. Een belangrijke reden voor de saaie debatten in de Kamer is het ontbreken van het door Dijkstals voorganger Bolkestein nog hartstochtelijk aangehangen dualisme: de regering regeert, de Kamer controleert, achterka mertjespolitiek is taboe. Een recent voorbeeld daarvan is de kwestie Zorre- guieta. Daarover wordt in het parlement officieel niet gediscussieerd, maar in de achterkamers van het Bin nenhof en in het Torentje van premier Kok zoveel te meer. Het zou van meer moed getuigen als Dijkstal omwille van een levendig parlementair debat een lans breekt voor Kamerleden die de lef hebben de regering tot de orde te roepen, zonder zich bij voortduring te laten leiden door hun eigen (toekomstige) positie. rc/l'i/sii' Volgens mij heb ik het er wel eens eerder overgehad. Dat bandje van vroeger. Ja, ik zat in een band. We waren af en toe bestgoed, en we hebben zelfs een hit geschreven. Die is alleen nooit uitgekomen. Maar we wisten het zeker: dit nummer heeft hit-potential. Men sen die dit vaak genoeg op de radio horen, vinden het mooi. Echt waar. Ik moest er even aan denken tijdens Single Luck gister avond. Steeleye Span mocht dertig jaar na dato vertel len hoe het komt dat 'All around my hat' een hit werd. En eigenlijk kwam het erop neer: We deden maar wat met dat folknummer, en het klonk goed.Precies zoals de Marshmallow Overcoats. Iets later dan de Span, dat wel. Wij deden ook maar wat, en het klonk goed -alleen wilde niemand er een plaatje van maken. Dat deden ze wel van 'All around my hat', en binnen de kortste keren kende de hele wereld het. Moeders neurie den het, kinderen rockten mee met de elektrische gita ren. Dat is de charme van Single Luck: die hit van vroeger komt even langs, die hit die iedereen nog wel kent. Ook al heb je nooit meer iets van de artiest gehoord. Wat betreft Steeleye Span is dat laatste misschien niet helemaal waar, die hebben er enorm veel langspeelpla ten uitgeperst. Alleen hadden ze inderdaad maar één hit. Kwestie van geluk: het was een soort tegenwicht te gen de glamrock, beetje folk-invloeden, het had wat ro- ck-and-rollerigs over zich. En wat het belangrijkste is: het bleef hangen. Het hangt nog steeds. Jaren heb ik niet meer aan 'All around my hat' gedacht, maar de uitzending was gisteravond en nu zit het liedje nog in m 'n hoofd. Het is jammer dat ons eigen bandje uit elkaar is gevallen. Terwijl we net lekker bezig waren. Die eerste hit was al geschreven en al onze vrienden vonden het mooi, aan de tweede hit waren we bezig. De ondergang van Steeleye Span werd gisteravond ook beschreven door de voormalige bandleden. „Je zit op el- kaars lip, je bent oververmoeid, mensen zitten aan je kop te zeuren dat je nog een HIT moet schrijven.... Dan ga je je geïrriteerd gedragen tegen elkaar.Langzaam uit elkaar gegroeid. Dat overkwam de Marshmallow Overcoats dus ook. Ik heb gisteravond mijn gitaar weer even uit de kast ge pakt. De snaren zijn oud, maar er komt nog geluid uit. En na een paar minuten ging het weer bijna vanzelf: Grass. De hit. Ik zag mezelf al zitten, als oude, verlopen ster, die mag vertellen dat hij vroeger beroemd was. Ik heb het cassettebandje erbij gepakt. Live in de een of andere kroeg. En ik heb 't meteen verstopt. Daar is de wereld nog niet aan toe. En ik al helemaal niet. Wie de zestien miljoenste in woner van Nederland wordt, zal niemand kunnen zeggen, ook het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) niet. „Ieder een kan bij een ziekenhuis gaan staan en lukraak een ba by aanwijzen", stelt demograaf J. Latten van het CBS in Rijs wijk. Ergens deze week wordt de zestien miljoenste inwoner geboren. Het CBS houdt sinds jaar en dag bij hoeveel inwoners Ne derland heeft. Op de website (www.cbs.nl) is een actuele bevolkingsteller geïnstalleerd. Voor Latten en het CBS zijn het cijfers, geen namen. „Men sen geven bij ons aan hoeveel kinderen geboren zijn, maar we hebben geen idee om wie het gaat. We kunnen dan ook niemand aanwijzen als zestien miljoenste." De bevolkingsgroei is het afge lopen jaar volgens het CBS ex plosief geweest. Ruim 120.000 Nederlanders kwamen erbij, bijna een verdubbeling van de jaarlijkse groei in de jaren ne gentig. Toen noteerde het CBS jaarlijks gemiddeld zo'n 70.000 nieuwe landgenoten. Geen reden tot feest, meent de Club van Tien Miljoen. De club strijdt voor het terugdrin gen van het aantal inwoners van Nederland. Volgens de Club van Tien Miljoen is een 'catastrofe' onafwendbaar als de Nederlandse bevolking blijft groeien. Tien miljoen in woners zou mooi zijn. De Club, die uit zo'n 1500 dona teurs bestaat, pleit sinds de oprichting in 1994 onder meer voor verminderen van de kin derbijslag. En ontwikkelings hulp zou afhankelijk gemaakt moeten worden van een ge- boortebeperkingsbeleid in het betreffende land. De Club weet dat het onder werp gevoelig ligt, zegt pen ningmeester J. Toebes. „Het is nauwelijks bespreekbaar. Men legt al snel ten onrechte een verband met racisme. Het is kennelijk een onzedelijk idee om over beperking van de be volking te denken." Maar het pessimisme van de Club is grote onzin volgens het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Naar verwachting groeit volking nog door naar ze tien of achttien miljoen, i daalt dat inwonertal verv gens, om ergens in de lot deze eeuw weer op zestit miljoen uit te komen. Aviodome vindt venniste Fokker F8 in Amazonegebied De Fokker F8, voordat hij in 1939 in de Venezolaanse jungle een noodlanding maakte. Bij de KLM mochten ze voor de oorlog vliegtuigen graag koppelen aan een vogelnaam. Daarbij hanteerde Albert Plesman als vuistregel dat de laatste letter van de registratiecode de link moest leggen naar de eerste letter van de bijnaam. „De Fokker F8, waarvan resten in het oerwoud van Venezuela zijn aangetroffen, heette officieel PHAED, vandaar dat die 'Duif werd gedoopt", aldus Peter van de Noort, expositiemanager van Aviodome. Een drietal technici van het nationale luchtvaartmuseum verblijft sinds an derhalve week in Venezuela om het frame, de pas teruggevonden neus, staartstuk, pilootstoel en nog andere brokstukken veilig te stellen van het bruusk tijdens een in april 1939 uitge voerde noodlanding aan de grond ge zette toestel. Met elk e-mailtje dat de heren bij wijze van tussenbalans regel matig vanuit Caracas naai- Schiphol versturen, zwiept het enthousiasme in Aviodome naar hoger sferen. Van de Noort: „Hoe ongelooflijk het ook klinkt, het is wel degelijk waar dat er nationaal luchtvaarterfgoed bij de in dianen in de jungle van Venezuela wordt weggeplukt." Laat niemand nu denken dat in mei een compleet intacte Fokker F8 zal worden geshowd. Ten eerste hebben de leden van de indianenstam nogal eens de vlam gezet in de ruige bos schages rondom het vliegtuig, met als vermoedelijke gevolg dat de houten vleugel verkoolde. Ten tweede is er niets meer te vinden van het linnen dat de romp omspande, zoals ook het landingsgestel, de wielen en passa- gierstoelen zijn verdwenen. „Het zal zeker een jaar of tien duren, vooraleer deze Fokker F8 gerestaureerd. Statisch dan wel te verstaan, dus nooit meer in staat te vliegen." Voordat de eind 1927 gebouwde Fok ker F8 hardhandig z'n eindbestem ming vond in de ruige onderbuik van Venezuela, had het er aardig wat vlieg uren op zitten. In de loop van 1928 voegde de KLM het type toe aan de vloot. De 'Duif, die plaats bood aan 15 passagiers, vloog op korte Europese routes en meer bepaald op de lijn Am- sterdam-Londen. Ze bestaan nog, indianenverhalen met een hoog waarheidsgehalte. Gniffelend vertelt expositiemanager Peter van de Noort van het Nationale Luchtvaartmu seum Aviodome over de vondst van resten van een verloren gewaande Fokker F8 'Duif in de Venezolaanse jungle. De bemanning van de PH-AED maakte daar in april 1939 een noodlanding. Het opperhoofd van de indianenstam in de nederzetting Uruyen gebruikte jaren de pilotenstoel als troon. En in de brand stoftanks werd inheems bier gebrouwen. De berging is inmiddels begonnen. „We waren net op tijd, de indianen stonden op het punt het frame aan stukken te zagen om er voetbaldoelen van te maken." Venezuela in Zuid-Amerika. Het land waar het vliegtuigwrak is gevonden. „In 1937 zocht de KLM een nieuwe functie voor het toestel, omdat inmid dels de DC2's en de DC3's in gebruik waren genomen", weet Van de Noort. „De F8 werd ten bate van de pas opge richte West-Indische afdeling van de KLM op Curasao ingezet voor het ma ken van luchtfoto's. Zo is 'de Duif een jaar in bedrijf geweest om Trinidad in kaart te brengen. De Venezolaanse re gering besloot in 1939 voor dezelfde doeleinden de F8 over te nemen van de KLM. Nog geen drie weken na deze transactie kwam de Venezolaanse be manning tijdens een vlucht boven het oerwoud zonder brandstof te zitten. Er moest een meer dan moeilijke nood landing worden uitgevoerd en dat was dat. Later is gebleken dat de crew pas na drie weken lopen bewoond gebied bereikte." De als vermist opgegeven Fokker F8 'Duif verscheen twee jaar geleden op de radar van Van de Noort, toen hij in Washington een internationale muse umconferentie bijwoonde. Hij werd daar bijna aan zijn jasje getrokken door een heerschap dat zich voorstel de als kolonel Flores Blanco, directeur van het luchtvaartmuseum in Caracas. De man beweerde een gepensioneerde piloot te hebben gesproken, die bijna zeker wist dat in het Amazonegebied een oud toestel van Nederlandse ma kelij moest liggen." Hoezeer Van de Noort ook z'n best deed de Venezolaan te geloven, de woorden kwamen hem wel heel erg fantastisch voor. Maai' na ruggespraak met collega's op Schiphol begon in Washington de echo van het relaas van meneer de kolonel aannemelijker te klinken. Iemand herinnerde zich opeens het verslag dat een Amerikaan se expeditie exact vijftig jaar eerder aan National Geographic had uitge bracht over een barre tocht door de Venezolaanse jungle. Onderweg naar de hoogste waterval ter wereld troffen de Yankees in een grashut het opper hoofd van een indianenstam op een puntgave vliegtuigstoel, die hij als troon gebruikte. „Daarna is er dus vijf tig jaar niets meer vernomen over de Fokker F8." In oktober 1999 viel bij Aviodome als nog het besluit drie medewerkers ge reed te maken voor een expedi - Venezuela. Museumdirecteur Blanco bracht hen in contact i vroegere piloot, die op zijn bei gaf waar ze moesten zoeken. V Noort: „Een paar uur na aanko spraken ze de zoon van het op hoofd, die vertelde dat de pilot door zijn vader als troon was g En dat in de brandstoftanks bil i gebrouwen. De indiaan toondt bereid alles te ruilen voor twee j brandstof." Een koopje. Als gevolg van hev regens en overstromingen kon rig jaar geen bergingswerkzaar plaats hebben. Daarmee kon p februari, begin deze maand ee worden gemaakt. Maar niet na mensen van Aviodome haddei vonden dat het opperhoofd en stam ondertussen zakelijker w: gesteld. Behalve de twee vaten 1 stof eiste hij ook dollars van de landse bleekgezichten. „Menet opperhoofd heeft ons hulp aar den", zegt Van de Noort. „Wij drie indianen voor het transpo huurd. Voor twee van hen moe tig dollar per dag per persoon betaald, voor de derde dertig d omdat die Spaans spreekt en d als tolk kan fungeren." Kolonel Flores Blanco, die zelf belangstelling voor de Fokker I vanwege de geringe Venezolaai vlieguren, heeft volgens Van d( met allure gelobbyd op het mii van defensie in Caracas. De be ling van de museumdirecteur 1 een gratis transport op, dat gist door de Venezolaanse luchtma uitgevoerd. De overtocht van C naar Schiphol komt geheel voo ning van de Rotterdamse vervo IFC, terwijl de KLM de tickets v drie onderzoekers van Aviodon kostigde. Expositiemanager Vat Noort: „Het hele project kost o mille. Het publiek krijgt in mei zien, zoals die is aangetroffen ii jungle. Daarom heb ik tegen de gens gezegd de struik die door me heen groeit ook mee te nen GERARD VAN PUTTEN enselijk Vanaf het Vietnam-monument in Washington DC kan je het Capitool zien, het regeringscen trum waar de oorlog begon. Draai je om en je kijkt aan tegen de heu vels waar de begraafplaats Arlington ligt, voor helden uit alle Amerikaanse oorlogen. Het Vietnam-monument is een lange, in het gras verzonken muur bekleed met glimmende zwarte natuursteen. De muur begint laag en loopt naar het midden langzaam op. Daar knikt de muur naar binnen en wordt weer langzaam lager. Hoe goed dat is bedacht merk je op het moment dat je begint te lezen, in een lijst van tienduizenden namen van gesneuvelde mannen. Op de eerste granieten plaat, die nog laag is, staan maar een stuk of twin tig namen. Met elke stap die je zet worden de platen hoger en komen er meer namen op te staan. Je voelt het aantal slachtoffers groeien. Waar je op de eerste paar platen nog in één oogop slag de losse namen ziet, wordt naarma te je het midden van het monument na dert de lijst een zee van letters. J Steeds anoniemer. Dan worden de platen jf weer lager en kleiner. Het aan tal namen slinkt. Bij de allerlaatste plaat zie je weer de losse namen. Slachtoffers worden weer individuen. Een buitengewoon mooi bedacht dramatisch effect. Bijzonder is ook de manier waarop de namen zijn geordend. Voor de hand ligt om dat te doen zoals in een telefoonboek, dus eerst alle achternamen met een A, dan de complete B, enzovoort. Maar dat wilde de destijds 22-jarige ontwerpster niet. De namen met een A zouden op de kleinere platen komen te staan, met minder tegelijk, en zo meer aandacht krijgen. Slachtoffers in het midden van het alfabet zouden daarentegen tot een betrekke lijk anoniem verblijf in de letterzee veroordeeld zijn. De eerste naam op het monument begint in derdaad met een A, maar al op de volgende plaat zijn we bij de Z. Steeds begint het alfabet opnieuw, vele malen. Tot alle 58.000 namen zijn genoemd. Wie een bepaalde naam zoekt moet naar een van de vier bronzen kathedertjes lopen, en vind daar een wél alfabetisch boek. Daarin staat het num mer van de plaat waar de gezochte naam te vin den is. Om het Nederlandse aandeel in de Viet- nam-oorlog te bekijken keek ik bij 'vanIk vond geen gesneuvelde familieleden, wel tientallen na men die met 'van' begonnen, waaronder een 'Van- derkloot'. Inderdaad gevolgd dooreen kinderach tig grin nekje, ondanks de oprecht eerbiedige stem ming. Mijn reisgenoot raadpleegde de sectie met 'de' maar vond evenmin zijn familienaam terug. Zonder speciaal naar iets te zoeken slen terden we langs de muur en beiden waren we op dat mo ment op twee plaatsen tegelijk. In Washington, werkelijk, en in Vietnam, in gedachten. Mijn reis genoot vertelde dat een reportage van hem, over My Lai, in het voorlichtings-centrum bij My Lai nog dagelijks vertoond wordt. Ik vertelde over een Vietnamese tolk die geassisteerd had bij verhoren van Viet Cong strijders in Da Nangen mij op een avond met veel bier de rillingen over de rug had doen lopen. Op dat moment zag ik, bij de knik in het monument aangekomen, in een flits de naam Vanderkloot staan. Bizar. En dat niet alleen om dat de kans bij toeval juist die naam op het monu ment te vinden één op de zoveelduizend was, wat op zich al wonderlijk mag heten. Maar ook van wege de vreemdsoortige associatie met verhoren in Da Nang, die volgens mijn Vietnamese tolk plaats vonden terwijl de genitaliën van het slachtoffer onder stroom werden gezet met behulp van een veldtelefoon. Het betekent allemaal niets diepers. Puur toeval. Maar wel van het monumentale soort. MONICA LEWINSKY zal meewer ken aan een documentaire over het onderzoek naar haar affaire met de voormali ge Amerikaanse president Bill Clinton. Het is niet duidelijk wat ze in de do cumentaire zal doen. De voor malige stagiaire op het Witte Huis zei gisteren tegen de krant New York Times dat zij inmiddels een nieuwe kijk heeft ontwikkeld op de affaire, die verder gaat dan wat zij in haar biografie Monica's story heeft blootgegegeven. De documentaire zal waarschijnlijk in januari volgend jaar worden uitgezonden. leder jaar in maart blaast DEI THE MENACE weer de zes ka op zijn verjaardagstaart uit oi na weer lekker 5 te zijn. Maai jaar niet. Gisteren is de speci feestweek begonnen voor dei guur, ontsproten aan het brei de Amerikaan Henry 'Hank' Ketcham. Dennis wordt nami 50. Een week lang zullen ron duizend kranten over de hele dagelijks een bijzondere Den prent afdrukken die typerend elk van de vijf voorbije decen strip over de sproetige Dennii chell verscheen op 12 maart voor het eerst in de krant. De dagbladen die een plekje voo nis inruilden, werden er later 1.800. Op dit moment verscl strip in 68 landen en in nege talen. De nu 80-jarige Ketch; kent de strip sinds 1994 niet zelf. Wel houdt hij nauw toez zijn opvolgers, Marcus Hamil Ronald Ferdinand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 2