ZATERDAGS BIJVOEGSEL Waar is hier de nooduitgang? 'Veiligheid mag geen loterij zijn' cr\ i ti\ü"nvj zf rcroi\uaai zuu i Lange smalle kroegen zonder nooduitgang die in het weekeinde afgeladen vol zijn. Studentenhuizen zonder brandtrappen waarin de bewoners bovendien de gangen vol stouwen met koelkasten, matrassen en fietsen. Scholen die noodzakelijke voorzieningen niet, of in ieder geval niet meteen, kunnen betalen. Een warenhuis dat geregeld een otitruiming oefent, maar dan wel op maandagochtend wanneer er geen winkelend publiek is. En een brandweer die als zij in dit tempo doorgaat nog tot 2020 nodig heeft om alle verplichte gebruiksvergunningen te verstrekken. Heeft Leiden eigenlijk wel iets geleerd van Volendam? Brand in een studentenhuis aan Het Gerecht op 1 januari 2001 FOTO HIELCO KUIPERS De bewoners van Houtstraat 2 tot 4 hebben net een feestje gehad. Bovenaan de trap, schuin onder een grote bos loshangende ka bels, staan nog twee stapels stoelen. Van de doorgang naar de tweede verdieping is niet veel meer over. De stoelen gaan binnenkort terug naar hun vaste plekje in de hoek van de gemeenschappelijke keuken. Maar de fauteuil, de'strijkplank en de stofzuiger die een verdieping hoger het kleine halletje gro tendeels vullen, willen de bewoners eigenlijk laten staan. De grote stoel staat bij de tele foon, voor als je moeder belt. Voor de stof zuiger en de strijkplank is gewoon geen bete re plek te verzinnen. En de rookmelder die aan het plafond hangt, krijgt zijn batterij niet terug voordat hij afleert te gillen wanneer er iets te veel stoom uit de douchecel komt. Twee jaar geleden besloot de Stichting Leidse Studentenhuis- V vesting (SLS) iets te gaan doen aan de brandveiligheid van haar panden. In alle hoeken en gaten van de stichtingshuizen wer den rookmelders geïn stalleerd, 11.000 in to taal. Dat was niet zo'n succes. En niet alleen omdat de melders ook reageren op een hete douche en een gebakken eitje. De batterijen worden door de studenten gebruikt voor an dere, op het eerste gezicht veel belangrijker doeleinden dan het signaleren van een beet je rook. De rookmelders zijn dan ook slechts een tijdelijke oplossing. Wie wil weten hoe de SLS haar panden werkelijk veilig wil maken, moet gaan kijken in de Pelikaanhof. De 'Peli' is sinds enkele maanden uitgerust met een brandmeldsysteem van 200.000 gulden, dat de brandweer vanaf de hoofdingang auto matisch de weg wijst naar een eventuele brandhaard. Daarnaast zijn de gangen na veel soebatten eindelijk ontdaan van allerlei obstakels die de vluchtweg versperren. ,,De gangen moeten voldoen aan wat wij noemen het wilde-buffelcriterium. Als er brand uit breekt, moet er een kudde buffels door de gang kunnen stormen", verklaart student beheerder Karin, die samen met een handvol collega's toeziet op het gedrag van haar 531 medebewoners. De installatie in de Peli is inmiddels vol doende ontdaan van alle kinderziektes om de brandmeldingen direct door te schakelen naar de brandweer. Dat zal dan ook één de zer dagen gebeuren. De SLS is ondertussen al weer bezig met andere stichtingspanden, waaronder het studentenhuis aan de Hout straat. Kosten voor bewegwijzering en goede rook- en hittemelders: 11.000 gulden. De SLS betaalt de kosten, maar probeert tegelijker tijd van de bewoners gedaan te krijgen dat zij op hun beurt hun bijdrage leveren aan de brandveiligheid door de troep eens flink op te ruimen. Brandveiligheid staat in de be langstelling en dat stamt al van voor de brand in het Volendamse café De Hemel. Al lerlei instellingen waren al begonnen met het installeren van geavanceerde brand- meldsystemen en met het opleiden van 'be drijfshulpverleners' en zetten daar na Volen dam nog wat extra vaart in. En wie een be zoek brengt aan een café of een andere openbare instelling, kijkt wat vaker om zich heen waar de nooduitgangen zich bevinden. In heel wat kroegen in de Leidse binnen stad leidt dat al snel tot een benauwende ontdekking. Veel lange, smalle kroegen en kroegjes hebben niet meer dan een voor deur. Simpelweg omdat het maken van een achteruitgang onmogelijk is, omdat deze uit zou komen in de slaapkamer van de achter buurman. En dan bieden de ramen aan de voorkant ook al geen alternatief om in geval -- van nood snel het pand te verlaten. Die zijn bovendien om redenen van geluids overlast vaak voor zien van schotten, luiken of vaste voor zetramen. Plaatsvervangend commandant van de Leidse brandweer Kees van der Meijden kijkt er niet van op wanneer een café geen nooduitgang heeft. ,,Als we alle horeca-aangelegenheden ver plichten tot het maken van een tweede uit gang, dan kunnen we de helft van de tenten in Leiden wel sluiten", reageert hij nuchter. En een massale sluiting van cafés, dat ziet de brandweerman niet zo snel gebeuren. Dat betekent echter niet dat hij van plan is öm alle nooduitgangloze horecagelegenheden maar ongemoeid te laten. „Eigenlijk moét ie der café een tweede uitgang hebben. Is dat onmogelijk, dan moet je de oplossing zoeken in het minimaliseren van de kans op brand en een beperking van het aantal bezoekers. Je kunt bijvoorbeeld het maximum aantal bezoekers in dat soort pijpenlaatjes op vijftig stellen. Maar je kunt er ook op uitkomen dat we een situatie waar we in het verle den geen problemen mee hadden, nu niet meer aanvaardbaar vinden. Zo is dat ook gegaan met Kat Vuurwerk." De brandweer sluit niet uit dat cafés die niet aan de brandvoor- schriften voldoen worden geslotent. De praktijk leert echter dat dreigen met sluiting vaak al voldoende is. Dat middel zette de brandweer de laatste jaren al meermalen succesvol in, bijvoorbeeld bij studentendisco Nexus. „Daar is de zaak inmiddels redelijk op orde", weet collega-brandweerman Hans Baardscheer. En Nexus is zeker niet de enige uitgaangsgelegenheid die de goedkeuring van de brandweer kan wegdragen. De wat grotere horecabedrijven in Leiden hebben hun zaakjes over het algemeen redelijk voor elkaar. Zij zijn dan ook de afgelopen jaren streng onder de loep genomen door de brandweer, die bij de verstrekking van ge bruiksvergunningen prioriteit heeft gegeven aan de grotere bedrij ven. Sinds de invoering van de verplichte ver gunning in 1992, ging ongeveer veertig pro cent van alle bedrijven door de molen. De rest is nog niet door de brandweer gecontro leerd. Van der Meijden: „Als we in dit tempo doorgaan zijn we nog twintig jaar bezig voor dat iedereen die vergunning heeft." De horeca mag dan de laatste maanden volop in de belangstelling staan als het gaat om brandveiligheid, er zijn natuurlijk meer plaatsen waar de veiligheid van de bezoekers een meer dan gemiddelde aandacht ver dient. Zo hèeft de openbare bibliotheek onlangs een systeem geïnstalleerd dat de nooddeu- ren bij brand automatisch van het slot haalt. Op dit moment wordt er de laatste hand ge legd aan een calamiteitenplan dat de basis moet vormen van de eerste ontruimingsoe fening die voor dit najaar op de agenda staat. Het LUMC heeft in zijn nieuwe onderko men een heel scala aan maatregelen getrof fen, tot en met een installatie voor het snel afzuigen van rook. Het verpleeghuis Elisa beth Gasthuishof heeft veel geïnvesteerd in preventie en knipt met de kerst consequent alle lonten van de kaarsen af. Kinderdagver blijf Petteflet gaat als het weer het toelaat nog deze week een ontruiming oefenen, waarbij zelfs de baby's even naar buiten wqrden gebracht. Ook rector Aad Hendriks van het Vlietland college zit de laatste tijd tot over zijn oren in de brandveiligheid: een draaiboek voor ram pen, de opleiding van bedrijfshulpverleners, offertes voor kleefmag- neten op de branddeu ren. Vooral die laatste klus kost de school han denvol geld, klaagt Hendriks. „Zonder kleefmagneten moeten de branddeuren op last van de brandweer ge sloten blijven. Maar omdat de leerlingen die deuren met hun voeten open doen, hebben ze dan enorm te lijden. De oplossing is het aanbrengen van magneten die automatisch loslaten bij brandalarm. Maar dat kost me 70.000 gulden. En dat geld hebben we eigen lijk niet. Het moet komen uit het toch al ma gere budget waaruit we ook de verwarming en het onderhoud van de school moeten be kostigen." Desondanks kan de aannemer binnenkort beginnen, gaat een deel van het personeel op cursus en hoopt de rector aan het begin van het komend schooljaar de eer ste ontruimingsoefening te houden. Vroom Dreesman heeft begin deze maand nog een ontruiming geoefend. Het warenhuis doet dat met enige regelmaat op een maandagoch tend, voordat de deuren open gaan voor publiek. Om er in ieder geval zeker van te zijn dat het personeel weet hoe het moet handelen wanneer de nood aan de man "komt. „Als er echt iets aan de hand is, zijn klanten makke lammetjes die precies doen wat je van ze vraagt", is de stel lige overtuiging van bedrijfsleider Joyce Ver dijk. Dat is zeker te hopen, want navraag bij be zoekers van V&D leert datYiiemand enig idee heeft waar in het gebouw de nooduitgangen zitten. Zelfs bezoekers met een getraind oog voor brandveiligheid zouden niet graag de vluchtdeur nemen naast de spoelkeuken van La Place op de vierde verdieping. En dat ter wijl direct achter die deur een prachtig noodtrappenhuis schuil gaat - één van de zes die het gebouw rijk is. Ook de aanpak van onveilige situaties in particuliere studenten huizen begint lang zaam van de grond te komen. In de afgelo pen vijf jaar contro leerden gemeente en brandweer zestig stu dentenhuizen aan de, Hogewoerd. In 25 ge-* vallen bleek dat de panden in orde waren, in nog eens 25 gevallen waren de gebreken in goed overleg gemakkelijk te verhelpen. Maar met de eigenaars van de laatste tien panden ligt de gemeente nog altijd over hoop. „Er zijn veel huisjesmelkers in Leiden, en daar zitten echte boeven tussen", ver klaart hoofd handhaving Anne Marie van de Wiel het moeizame proces. Om de 'boeven' toch in beweging te krij gen, legt de gemeente sinds twee jaar met enige regelmaat dwangsommen op. Dat mist zijn uitwerking niet bij de huisbazen, al zijn sommigen wel erg hardleers. Van de Wiel: „Een huisbaas had al twee dwangsommen moeten betalen, toen hij voor een derde pand een aanschrijving kreeg. Toen wist hij niet hoe snel hij de boel op orde moest ma ken. Ja, het is toch 5000 gulden per week met een maximum van 65 mille. En zoiets doet de ronde in de stad, hè, dat we er echt werk van maken." Het lik-op-stukbeleid geeft aan dat de tijd van eindeloos gedogen definitief voorbij is. Baardscheer: „We worden nu geconfron teerd met de gevolgen van gedogen. Het pol dermodel is internationaal geprezen vanwe ge de consensus: dat iedereen zich in de be sluitvorming kon vinden. Maar al die com promissen gaan ten koste van de helderheid van een besluit. Je ziet het nu dus de andere kant opgaan. Neem bijvoorbeeld de politie met zijn zero tolerance aanpak. Ook wij wil len een heldere aanpak. Besluiten die uit voerbaar zijn. Als je iets afspreekt, moet je ook zorgen dat het wordt nageleefd. Veilig heid mag geen loterij zijn." Zo heeft de brandweer zich voorgenomen om ervoor te zorgen dat het publiek weer vertrouwen krijgt in het fenomeen nooduit gang, een vertrouwen dat, als het er al was, na Volendam tot een absoluut minimum is gedaald. Dat betekent regelmatige controle op vrije doorgangen en hoge boetes bij over tredingen. Het voornemen van 'Den Haag' om gevaarlijke situaties voortaan als econo misch delict te gaan vervolgen, komt wat dat betreft voor de brandweer als geroepen. Ook het sluiten van een kroeg waar bezoe kers bij brand als ratten in de val zitten, gaat de brandweer niet meer uit de weg. Van der Meijden: „Begrijp goed, het is niet ons doel. Maar als we moeten bijten, dan doen we dat. De bereidheid is er en die is gegroeid. Vroe ger begon je er alleen aan wanneer je zeker wist dat je het voor de rechter zou winnen. Procederen kost immers veel tijd. Nu, na Vo lendam, doe je het gewoon en kijk je wel waar je uitkomt. Want, en dat is ook duidelijk geworden door Volen dam, als je het niet doet zit je per definitie verkeerd." Op welke termijn de brandweer alle hore cagelegenheden op de korrel gaat nemen, is een vraag die binnen kort door de Leidse politiek moet worden beantwoord. Dat het tempo waarin wordt gecontroleerd flink zal worden opgevoerd, is wel duidelijk. Maar wordt Leiden daarmee ook volledig veilig? Nou, nee. Volgens Baard scheer blijft er nog genoeg over om je zorgen over te maken. „Er kan hier natuurlijk een stevige overstroming plaatsvinden. En we zitten precies onder de belangrijkste aan vliegroute van Schiphol. Er kómt hier een keer zo'n Boeing omlaag. En over het spoor rijden dan wel geen chloortreinen, maar er wordt wel amoniak over vervoerd. Verder zit ten we met de A4 en de A44 in het drukste stuk van Nederland. Eigenlijk kan hier iedere ramp gebeuren, behalve een aardbeving ge loof ik. Maar als je dan kijkt hoe weinig er daadwerkelijk gebeurt, doen we het hier zo slecht nog niet." MARIJN KRAMP RUUD SEP n

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 1