'Onrust over baby sterfte onnodig'
'Ik weet hoe een brandende kaars zich voelt'
1
Binnenland
e gezin betrekken
aanpak jonge boefjes
Coalitie zwicht voor
actiewapen internet
DAG 17 FEBRUARI 2001
ANP Algemeen Nederlands Persbureau GPD Geassocieerde Pers Diensten
Onderzoekers: Zorg ten onrechte in het verdachtenbankje
«CARINE NEEFJES
WÊh geld van de juf of drei-
een wapen. Jaarlijks
londerden kinderen in
ind strafbare feiten. De
ivan deze groeiende
PWhinderjarige boefjes is
e zijn nog te jong voor
xy, gelijke vervolging. Aan-
maandag brengt de
Siie Bandell advies uit
ster Van Boxtel om
ders weer op het rechte
elpen.
lur' an voor de vierde keer
m 11 uit de portemonnee
uffrouw, wordt hij met
ellijke ingang van
l_ej estuurd. Het negenjari-
tje wordt overgebracht
politiebureau in Am-
West waarna een Ma-
se hulpverlener hem
s brengt. Die stort zich
is drie maanden lang
rokkaanse gezin, want
irs, broers en zussen
irvoor zorgen dat de
assan niet meer steelt,
rerlener aan huis bij
rige boefjes' van
■rspectieven Jonge
IPJJ) in Amsterdam is
al, zo blijkt onder meer
dvies van de commissie
De overheid maakte
r geleden 36 miljoen
mj voor de aanpak van
e kinderen en jongeren
1 irschillende gemeen-
zijn 1700 minderjarige
aangepakt door de
•ning en politie. Een-
deze jonge overtre-
Icomstig uit de vier gro-
Den Haag, Amster-
terdam en Utrecht. Bij
ten gaat het voorname
lijk om vernielingen en winkel
diefstal, maar ook zijn er kinde
ren die dreigen met messen en
wapens.
De 'alternatieve straf voor jon
ge daders varieert, zo blijkt uit
het rapport. Amsterdam kiest
voor een uitgebreide aanpak.
De hulpverlener komt bij de
kinderen thuis en brengt de rest
van de familie in kaart. Als de
Marokkaanse hulpverlener
Khalid bij Hassan thuis komt,
treft hij een troosteloze toe
stand aan. Vader en moeder lig
gen op de bank, het huis is vies.
Volgens Khalid is het misge
gaan met het negenjarige
jochie, omdat hij thuis te wei
nig aandacht krijgt. Ruim een
jaar later gaat het goed met
Hassan. Hij zit inmiddels op
een school voor speciaal onder
wijs.
Bovendien is zijn vader flink
aangepakt. ,,De man heeft een
gokprobleem, daarom kon er
nooit iets in het gezin. Geld
voor een sportclub was er niet.
We hebben nu met de sociale
dienst geregeld dat de uitkering
voortaan op moeders rekening
wordt gestort."
In totaal is er in 60 gezinnen or
de op zaken gesteld. Van de 70
kinderen zijn er slechts twee
weer in de fout gegaan.
'De hulpverlener aan huis voor
al uw problemen' bereikt
slechts eenderde van de 200
aangehouden kinderen in Am
sterdam West. Project-coordi
nator Hans Straver: „Eigenlijk
moeten wij voorkomen dat kin
deren in de criminaliteit belan
den. Maar in veel gezinnen is
de problematiek zo extreem
groot, dat we gewoon geen tijd
hebben om iets aan preventie
te doen."
DEN HAAG RENS KOLDENHOF
Het tumult dat deze week ont
stond na het bekend worden
van enkele resultaten van een
Europees onderzoek naar de
oorzaken van babysterfte is
deels ongegrond. Vooral de
conclusie van een panel van
deskundigen dat een kwart
van de sterfgevallen 'mogelijk
of waarschijnlijk' te voorko
men zou zijn geweest, behoeft
nuancering, zo vinden de on
derzoekers. De beschuldiging
van nalatigheid onder zorgver
leners is volgens hen absoluut
niet op zijn plaats.
Nalatigheid. De term hangt als
een zware donderwolk boven
de tafel waar Johan Macken-
bach en Pauline Verloove-Van-
horick zijn aangeschoven. Voor
het interview begint moet beide
professoren één ding van het
hart. Mackenbach, hoogleraar
determinanten van de volksge
zondheid aan de Erasmus Uni
versiteit in Rotterdam voert het
woord. Collega Verloove-Van-
horick, hoofd van de Divisie
jeugd van TNO Preventie en
Gezondheid in Leiden knikt
streng en instemmend mee.
„De manier waarop de zorgver
lening rond de geboorte door
de media is neergezet is mis
plaatst. Het panel dat de babys
terfte onderzocht heeft vastge
steld dat in sommige gevallen
het leven van een baby moge
lijk gered had kunnen worden,
wanneer anders was gehandeld
door alle betrokkenen. Maar de
richtlijnen die daarbij zijn ge
hanteerd, mag je niet zien als
strak geformuleerde voorschrif
ten die de beroepsgroepen han
teren. Vaak spelen de sociale
omstandigheden van de moe
der een rol. Haar handelingen
werden in het onderzoek ook
meegewogen. Als de moeder
het eerste consult bij de verlos
kundige overgeslagen had,
werd dat genoteerd als niet in
overeenstemming met de richt
lijnen. Maar dat wil nog niet
zeggen dat er sprake is van fa
len."
„Zo'n panel heeft het ook rela
tief gemakkelijk", oordeelt Ver-
loove-Vanhorick. „Zij kunnen
de situatie op het gemak zonder
druk van de soms hectische
omstandigheden rond een be
valling bekijken. Het komt voor
dat gemaakte inschattingen
achteraf verkeerd blijken te zijn.
Maar dat zijn nog geen fouten.
Het doel van het onderzoek is
te zoeken naar verbetering van
de werkwijze. Ik ben bang dat
de beschuldigende toon in de
media ouders en zorgverleners
er misschien toe brengt actiever
te gaan optreden. Dat zou kun
nen leiden tot een toename van
onnodig medisch ingrijpen, dat
op zichzelf ook weer risico's
met zich meebrengt."
Mackenbach: „Een ander ge
vaar is dat de animo onder
zorgverleners om openhartig
mee te werken aan onderzoe
ken als dit ondermijnd wordt.
Ze voelen zich eerder afgestraft
dan aangemoedigd. En zonder
onderzoek is kwaliteitsverbete
ring in de zorg veel lastiger te
bereiken."
De publiciteit leidde ook tot en
kele telefoontjes van ongeruste
ouders die een kind verloren in
de onderzoeksperiode in 1996
en 1997. Zij waren vooraf niet
op de hoogte gebracht van het
onderzoek. Mackenbach: „Dat
is bewust nagelaten, om men
sen najaren niet onnodig op
nieuw te confronteren met hun
verlies. De medische gegevensi
zijn volledig geanonimiseerd.
De resultaten zijn niet meer te
rug te voeren naar individuele
gevallen. Mijn ervaring is ook
dat als het fout is gegaan, dat
het ook gemeld is aan de ou
ders. Het is misschien goed om
ook het percentage van 25 pro
cent te nuanceren. In het stuk
dat is gepubliceerd in het blad
van het Academisch Ziekenhuis
Rotterdam wordt de categorie
mogelijk en waarschijnlijk op
geteld. In feite zegt het panel in
negentien procentvan de geval
len dat de dood 'mogelijk' - dus
misschien - voorkomen had
kunnen worden. Slechts in zes
procent van de gevallen was dat
'waarschijnlijk' mogelijk ge
weest. In veel gevallen zullen
ouders daarvan op de hoogte
zijn geweest. Veel ziekenhuizen
hebben een eigen protocol om
de dood van een baby te onder
zoeken."
Een gang van zaken die volgens
de onderzoekers navolging ver
dient en vermoedelijk ook zal
krijgen. Verloove-Vanhorick:
„Zo'n onderzoek zou routine
matig moeten gebeuren. Ook
wanneer het kind niet in een
ziekenhuis overlijdt. Plannen
van de betrokken beroepsgroe
pen en financiers om dit inder
daad te realiseren zijn in een
vergevorderd stadium. Zoiets
vraagt natuurlijk wel een enor
me inspanning. In heel Neder
land gaat het jaarlijks om onge
veer 1600 sterfgevallen. In ons
Onderzoekers Johan Mackenbach en Pauline Verloove-Vanhorick: Het komt voor dat gemaakte inschattin
gen achteraf verkeerd blijken te zijn. Maar dat zijn nog geen fouten." foto gpd sieko kloosterhuis
onderzoek waren dat er 330,
maar het heeft wel een paar
jaar werk gekost om het uit te
voeren."
Door alle commotie over de
vermeende nalatigheid van Ne
derlandse medici, dreigt het
werkelijke doel van het onder
zoek, de vergelijking met negen
andere Europese landen bijna
ondergesneeuwd te raken. Een
vergelijking die volgens de on
derzoekers goed uitvalt voor de
Nederlandse zorg rond de ge
boorte. Mackenbach: „En dat is
op zich verrassend. Nederland
is het enige land waar bevallin
gen op grote schaal thuis plaats
vinden en toch gaat er niet
meer mis dan in andere landen.
Integendeel. Door ons systeem
kennen we hier een veel lagere
frequentie van medische ingre
pen zoals keizersneden bij be
vallingen dan in andere landen.
Daar wordt met interesse naar
gekeken. Of het ook geëxpor
teerd zal worden is een andere
vraag. Daarvoor zou een com
plete reorganisatie van de zorg
nodig zijn. In Canada zijn ze
daar wel mee aan het experi
menteren."
Volgens beide professoren is
het denkbaar dat het onderzoek
nog tot nieuwe al dan niet ge
schreven richtlijnen zal leiden.
Mackenbach: „Het is natuurlijk
aan de beroepsgroepen om iets
te doen met de gegevens uit de
ze studie. Je zou kunnen den
ken aan meer aandacht voor
het roken tijdens de zwanger
schap. Nogal wat sterftegeval-
len hebben daarmee te maken.
Misschien kunnen verloskundi
gen meer doen dan adviseren te
stoppen. Ze kunnen cursussen
aanbieden om te helpen met
stoppen. Dat zou al een be
hoorlijke kwaliteitsverbetering
van de geboortezorg beteke-
Jeroen Weber herstelde na brand in Volendam
en nieuw speelde zich
idam een tragedie af.
felle brand in café 't He
nvamen dertien jonge-
ideren raakten voor
verminkt. Veel liggen
n het ziekenhuis. Maar
ook die zo onderhand
is mogen. Zoals Jeroen
Lop het eerste oog onge-
Am
iel
ILI
3?!n'
uj i :r
intf01
CHRISTL VISSER
wappert de vlag, binnen
'wanderden kaarten aan
dwars door de kamer,
een lange slungel in
jainingspak binnen. Hij
el voorzichtig een bont
ve hand en zakt gauw in
1. Jeroen Weber is 4
ager, maar hij leeft, hij
ikomst en hij kan zonder
straat. Jeroen Weber is
int. Of niet soms?
er anders over", zegt
ek mocht Jeroen Weber
huis. Voor oud en
roomde hij af en toe van
ipische Spelen in 2008.
e het herenhandbal ho-
ttllen. Nu is het afwachten
Hraks als keeper nog mee-
^ing Oranje. In 't Hemel-
randden zijn nek, een
n zijn hoofd en zijn han-
veken ziekenhuis is zijn
ihuid hersteld, alleen
jn oren moet het nog
'ijn handen zijn een an
aal. Hij moet hand-
n dragen tegen de vor-
n littekenweefsel. „En ik
maar acht kilo knijp-
Een beetje handballer
kg. „Ik moet steeds ho
ik een bofkont ben. Maar
1 ne geen bofkont. Over
ipe maand word ik twin-
dag had ik me anders
teld."
moeder: „Als het hem
ras overkomen, had ie-
ïet verschrikkelijk ge-
Jeroen Weber: „Ik voel me geen bofkont."
la aal-
vader: „Het gekke is,
ouder ga je in gradaties
Dat Jeroen zijn vingers
ft, terwijl een ander de
wijt is. En als je hoort dat
n ander een hand moet
vind je die topjes weer
erg."
,Maar voor mij is het
Hans Weber verhuisden
ijaar geleden met hun
ins van Den Haag naar
im, Lida's geboorte
lans ging in Amsterdam
ook 'in de vis' net als in
ag waar hij bij Lida's va-
e viszaak stond. Het gro-
leel van de verhuizing
i nieuwe onderkomen in
im. Hans Weber: „In
ag woonden we op twee
ier kregen we een eenge-
ling met tuin."
i wel wennen. Jeroen:
lam is een hechte ge-
hap, maar je moet wel
poep horen. Toen ik
loorde ik nergens bij. Op
[e school was ik doodon-
i Ik werd niet geaccep-
'at kwam pas later."
Moeder Lida: „Het is een apart
dorp. Als je geen vitrage op
hangt, zoals ik, krijg je commen
taar. Maar er is ook eendracht.
We hebben de afgelopen weken
geweldig veel steun gehad. Hans
en ik sliepen om en om in Dijk-
zigt in Rotterdam, waar Jeroen
lag. De buurvrouwen kwamen
spontaan schoonmaken en
brachten appeltaarten en soep
en gebakken vis. Ook buurvrou
wen die ik nauwelijks kende."
Bodywarmer
Lida is van Volendam en hoort
er daardoor van nature bij. Hans
komt van buiten en is dus een
'jas', de benaming die Volen-
dammers (die geen jas over hun
klederdracht dragen) voor niqt-
Volendammers gebruiken. De
kinderen worden als halve Vo-
lendammers 'bodywarmers' ge
noemd. Jeroen: „Ik ben geen
halve Volendammer, ik ben een
Hagenees. En als ik op krachten
ben ga ik bij die Dekker langs."
Dekker is de bijnaam van Jan
Veerman, de eigenaar van 't He
meltje, het café waar Jeroen, zo
als alle Volendammer jongeren,
wel eens kwam. Ook met oud en
nieuw. Jeroen was met een stel
handbalvrienden: „We hadden
eerst bij een van mijn vrienden
thuis gezeten. Het was tot twaalf
uur een vette, gezellige avond.
Om middernacht hebben we
een enorme vuurpijl afgestoken
en toen gingen we op stap, het
eerst naar 't Hemeltje. Ik was on
geveer tien minuten binnen en
toen gebeurde het. Het was er
afgeladen, ik wilde eigenlijk weer
naar buiten, ik liep naar de deur,
ik keek even achter me, er was
een jongen die stertetjes aanstak
en toen zag ik eerst een steek
vlam en meteen daarop een
enorme vuurbal. Ik stond mis
schien een meter van de deur af,
maar ik kon geen kant meer op.
Het was paniek. Iedereen drukte
tegen me aan. Ik moest moeite
doen me staande te houden,
want van achter in de zaak wil
den ze over me heen klimmen.
Toen ging het licht uit en kreeg
je de rook. Er werden ruiten in
geslagen en tralies losgetrokken.
Je doet alles om weg te komen.
Ik ben ook op mensen gestapt.
Ik kon mezelf op een gegeven
moment omhoog werken, zodat
ik uit een raam weg kon. Ik
moest wel. Er lagen al doden, ze
waren helemaal zwart."
Vader Hans: „Hij praat er pas
sinds deze week over."
Moeder Lida: „In het ziekenhuis
wilde hij niets zeggen."
Jeroen: „Ik praat er met mijn
vrienden over."
Als hij terugdenkt aan het vuur
valt het Jeroen 'nog mee' dat er
maar dertien doden zijn geval
len. „De bar stond vol. En die
vuurbal was iets van drie meter
breed en een meter hoog."
foto gpd harry verkuylen
Vader Hans is kwaad dat de
schuldigen zich aan hun verant
woordelijkheid onttrekken. Hij
heeft alles wat er over de ramp is
geschreven uitgeknipt en voor
Jeroen bewaard. Moeder Lida
heeft vanaf oud en nieuw voor
haar zoon een dagboek bijge
houden. Maar Jeroen wil het ge
beurde liever van zich afzetten.
Alleen de naam Jan Veerman
roept emotie op. „Ja, we mogen
nu 't Hemeltje in en dan gaat hij
ons rondleiden en zijn verhaal
vertellen. Nou, ik hoef het niet te
horen."
Toen Jeroen zich in de nacht van
oud en nieuw uit 't Hemeltje had
gewrongen, moest hij nog uren
wachten voor hij met een ambu
lance meekon. „Iedereen liep op
straat te janken. Ik kwam eerst
een vriend tegen en toen Mark,
mijn broer. Die is op zoek ge
gaan naar onze andere broer
Frank, die ook naar 't Hemeltje
was. Ik ben eerst de ene bar in
gegaan om mijn handen onder
de tap te houden en toen ik geert'
ambulance kon vinden, bqn ik
weer een andere bar ingegaan
waar toen al grote bakken met
water stonden. Mijn vader had
van Mark een telefoontje gekre
gen dat ik in café de Molen
was".
Hans Weber: „Ik ben naar de
Molen gegaan en ik herkende
mijn eigen zoon niet. Hij stond
naast me en ik had het niet in de
gaten. Zijn hele huid hing in vel
len en hij was zwart van de
rook." Jeroen: „De ambulances
stopten bij 't Hemeltje. Daar
heeft mijn vader me toen naar
toe gedragen, want overal lag
glas en ik had alleen nog soldcen
aan."
Hans Weber: „Toen Jeroen ein
delijk mee mocht, zei hij nog te
gen me: 'Ik weet nu hoe een
brandende kaars zich voelt'. Ja,
het is een laconieke jongen."
Angstaanvallen
Jeroen kwam eerst in het Lucas-
ziekenhuis terecht, maar ver
huisde een paar dagen later,
toen het ineens slechter ging,
naar de intensive care in het
Rotterdamse Dijkzigt.
Moeder Lida: „Hij werd half sla
pend gehouden, maar hij was
geweldig onrustig, hij lag ge
woon te vechten. In het zieken
huis dachten ze dat het angst
aanvallen waren. Daarna kwam
er een periode dat hij doodstil
lag. Hij is een poosje kritiek ge
weest; kritisch stabiel zeiden de
dokters dan. Stabiel: ik kan het
woord niet meer hóren. Ik zei
steeds; wat is dat, wat heb ik aan
stabiel?"
Later hoorde zijn moeder dat Je
roen door alle pijnstillers en
slaapmiddelen de raarste dingen
dacht. „Ze krijgen waanvoorstel
lingen. Er lag een meisje, dat er
oprecht van overtuigd was dat
het personeel van het Dijkzigt 's
nachts feestvierde en in polonai
se door de gangen danste."
Jeroen herinnert zich er niet veel
van. „Wel dat ik wild was en dat
ik een tijdje dacht dat ik in een
trappenhuis lag, maar verder
niet."
Toen de hulpverlening langs
kwam, zei hij: dat hoef ik niet.
„Het was een mevrouw, ze bleef
maar doordrammen. Maar dat is
niets voor mij. Ik geloof dat het
beter is om niet teveel te denken
aan wat er gebeurd is. Het is
voorbij, ik moet verder."
Moeder Lida: „Hij moet nu eerst
aansterken. Jeroen is twintig kilo
afgevallen. Die moeten er weer
bij, hij moet weer sterk worden.
Jeroen was een topsporter. Nu
klautert hij als een kleuter de
trap op."
Vader Hans: „Ik had drie kisten
op de vloer kunnen hebben.
Godzijdank zijn de jongens ge
spaard. Maar dat het had ktin-
nen gebeuren, houdt mij wel be
zig. Wat dat betreft ben ik strijd
baarder dan Jeroen. Ik vind het
onbegrijpelijk dat een cafébaas
alle voorschriften aan zijn laars
kon lappen."
Moeder Lida: „Wij mochten van
de gemeente niet eens een serre
aanbouwen, omdat anderen er
last van zouden hebben. Maar
Veerman mocht alles."
DEN HAAG PAUL KOOPMAN
Het internet begint vat te krijgen op de politieke
besluitvorming in Den Haag. Woensdag maakten
de fractieleiders van PvdA, D66 en WD duidelijk
dat de veiling van radiofrequenties, die vele tien
tallen miljoenen iade-staatskas zou brengen, in
de huidige vorm moet^worden afgeblazen. Aanlei
ding: een gehaaide protestactie van commerciële
zendèrs via het wereldwijde web.
„Democratie werkt, de veiling gaat niet door!",
juichten Noordzee FM, Radio 10 FM, Classic FM
Radio 538, Sky Radio en Business News Radio gis
teren op hun gezamenlijke webstek 'http://www-
.stopdeveiling.nl'. Zelden was een lobby zo snel zo
effectief. Een weekje geleden werd het virtuele of
fensief geopend en reeds nu kan er victorie wor
den gekraaid. Het kabinet houdt formeel nog voet
bij stuk, maar het moet raar lopen als volgende
week bij het Kamerdebat geen alternatief voorstel
op tafel komt.
De 'paarse' fractieleiders Dijkstal, Melkert en De
Graaf waren geschrokken van het massale protest
tegen de veilingplannen, zo maakten zij Kok in het
Torentje duidelijk. Ruim honderdduizend luiste
raars zouden hun e-mailadres hebbèn achtergela
ten op de FM-webstek, om zo hun verzet tegen de
veiling kenbaar te maken. En de commerciëlen
hadden nog meer actiewapens in hun internet-
kast. Zo konden er posters worden gedownload,
e-mailadressen van vrienden achtergelaten en in
een forum gediscussieerd. Kamerleden konden op
die forumpagina onder meer lezen: „De regering
is dom. Wij pakken toch ook niet hun auto's af?"
En: „Hoe kunnen ze nu iets verkopen dat niet van
hun is?"
Het mag gerust een doorbraak worden genoemd.
Sedert de Franse Revolutie had 'het volk' los van
de verkiezingen maar één protestmiddel: de de
monstratie. Het Haagse Malieveld - de meest
naargeestige grasvlakte van Nederland - werd zo
een landelijk bekend podium van volksverzet. In
weer en wind werd er verzameld en naar toespra
ken geluisterd, werden spandoeken ontrold en
startseinen voor marsen gegeven. Vredesactivis
ten, verpleegsters, onderwijzers en zelfs militai
ren: allemaal zijn ze er geweest.
Maar na het FM-succes is duidelijk dat het alle
maal veel gemakkelijker kan. Nu is er het internet.
Een paar muisklikjes tijdens kantooruren of thuis
in het computerhoekje en het klusje is alweer ge
klaard. Geen regen, geen gedrang, geen marsen,
geen liederen. Demonstreren krijgt zo iets bijna
terloops. Dat honderdduizend mensen van die
mogelijkheid gebruik hebben gemaakt na een in
tensieve reclamecampagne van de radiozenders
('Laat Den Haag je favoriete radiostation niet af
pakken') hoeft niet echt te verbazen.
Wél verbazingwekkend is het, dat kabinet en Ka
mer zich daardoor zo snel hebben laten overrom
pelen en overreden. Vrijdag nog maakte premier
Kok bekend dat de veiling van FM-ffequenties ge
woon zou doorgaan. Staatssecretaris De Vries her
haalde dinsdag ferm dat de commerciëlen niet
moeten zeuren. Hadden zij niet kunnen voorzien
dat de radiostations, met 24 uur per dag toegang
tot 12 miljoen luisteraars, moord en brand zouden
gaan schreeuwen?
„Democratie werkt!", juichen de deejays sedert
donderdag. De vraag is: welke democratie? In dit
geval alvast niet de parlementaire democratie,
waarbij voors en tegens in een openbaar debat
met de regering worden afgewogen. Integendeel:
de regeringsfracties zijn in een achterkamertje ge
zwicht voor een protest dat nog moeilijk op zijn
waarde is te schatten. Want het verzenden van e-
mailberichten (hoe controleerbaar is dat trou
wens?) is nog iets anders dan 100.000 mensen op
de been.
Het had van meer bestuurlijke moed getuigd als
PvdA, D66 en WD voet bij stuk hadden gehou
den. Als nieuw instrument voor inspraak en pro
test is het internet een aanwinst, dat zeker, maar
het mag niet worden overschat. Nu heeft de coali
tie slappe knieën getoond. Dat kan ruim een jaar
voor de verkiezingen geen toeval zijn.
2
Volendammers nemen kort na de brand poolshoogte bij café 't Hemeltje.
foto gpd phil nijhuis