'Er zitten te veel ego's in de sport' De gemiste kans van Willy Lippens <L> ^tanatall Sport Davis Cup? O ffERDAG 17 FEBRUARI 2001 981 37 De eerste bal van het 28ste ABN/Amro wereldtennistoernooi is nog niet geslagen, maar de krantenkolommen vullen zich nu al moeiteloos. Na het eclatante succes in de Davis Cup afgelopen weekeinde veegde beoogd captain Paul Haarhuis in ongemeen felle bewoordingen de vloer aan met toernooidirecteur Wim Buitendijk. De 56-jarige Rotterdammer, die aan zijn 18de toernooi als grote baas begint, reageerde laconiek op de uitlatingen. „Het toernooi is het belangrijkste en niet ik", zegt Buitendijk. „Als hij wil komen spelen, vind ik dat prima. Maar zijn uitspraken hebben me wel gegriefd. Dat soort dingen blijft hangen." Door GERTJAN VAN GEEN Toernooidirecteur Wim Buitendijk wil af en toe zijn hart luchten jn kantoor in het Ahoy'-complex is deze week een en uitloop van journalisten. Buitendijk praat aag, maar wil het graag 'alleen over tennis heb- n'. Dat dat niet altijd het geval kan zijn, begrijpt .Voor de uitlatingen van Haarhuis ('Hij is een gro- eikel, een jankerd en een zeikerd. Buitendijk is et afstand de slechtste toernooidirecteur ter we ll') heeft hij minder begrip, let was in alle euforie natuurlijk het uitgelezen oment om mij aan te pakken. Die jongens hebben n week lang bij elkaar gezeten en Paul stopt toch et tennis. Op zich heb ik geen moeite met kritiek, aar het gaat me om de manier waarop en het ni- au ervan. En dan wordt het ook nog eens gespuid ior iemand die daar op dat moment namens de 1LTB zit. Dat moet dan Davis-Cupcaptain worden, i als het nou nog een reactie uit boosheid was, aar nee. Hij heeft het weloverwogen gezegd en het n dag later op de televisie nog eens herhaald." litendijk kent het klappen van de zweep. Hij was er medewerker van Ahoy' al bij toen het eerste toer- ioi in 1974 georganiseerd werd. Toen kon hij nooit vroeden dat Rotterdam zou uitgroeien tot het best zochte indoortoernooi ter wereld. Noch kon hij rmoeden dat de meeste negatieve publiciteit chts in relatie tot de Nederlandse toptennissers er het toernooi uitgestort zou worden. Het begon emaal in 1992 toen Krajicek nog maar 19 jaar was. ublemen over startgelden werden via de pers uit vochten. Later volgden akkefietjes met Jacco El- gh en Paul Haarhuis, die zichzelf als topdubbel i volgens Buitendijk te hoge marktwaarde toe- ihtten. Altijd werden de verwijten over en weer ïlijst met grimmig woordgebruik. En kwamen de rtijen er een keer uit, dan kwam Buitendijk later I weer met de mededeling dat Krajicek zijn start- d niet waard was geweest. schermutselingen leidden in januari tot uitspra- i van Buitendijk, dat Krajicek 150.000 dollar had iist voor deelname. Voor Haarhuis was die pers- ïferentie van januari het sein voor de zoveelste te- laanval. Hij stelde dat de Nederlandse toppers itendijk graag een poot wilden uitdraaien of an- rs niet zouden spelen. „Ik heb bewust dat bedrag ar buiten gebracht", zegt Buitendijk. „Ik was het om altijd maar de zwartepiet toegespeeld te krij- i. Achteraf was dat misschien niet verstandig. Ik d alle commotie niet voorzien." Rotterdammer heeft het hart op de tong. Hij is ravert en ziet een dergelijke eigenschap ook graag de tennissers, die steeds kleurlozer lijken te wor- „Ik ga niet zeggen, dat ik een kleurrijk figuur Maar ik wil wel wat kwijt af en toe. Ik zit hier Dr een professioneel toernooi, dat winst moet ma il. Dat is mijn opdracht. Je mag dan toch dingen i de kaak stellen? Er zitten te veel ego's in de ort. Het incasseringsvermogen is niet groot." thij zich anti-Nederlands zou opstellen bestrijdt Dat hij bakzeil zou halen door pas na de uitval i Haarhuis in een laat stadium Jan Siemerink en er Wessels een wildcard te geven, is eveneens niet de orde. Buitendijk: „De laatste zeven jaar zijn van de 21 wildcards naar Nederlanders gegaan, dvedev wilde er nu ook eentje hebben, maar die ;ft hem niet gekregen. Je moet dus wel de feiten kennen, als je me aanvalt. Er wordt mij kwalijk geno men dat ik Siemerink zo laat een wildcard heb gege ven, maar zo werk ik altijd. Het schema van Sieme rink loopt daardoor echt niet in de war. Thomas En- qvist (hij maakt in Rotterdam zijn rentree na een blessureperiode, red.) was een vraagteken. Als hij had afgezegd had ik misschien nog wat centjes wil len neerleggen om Magnus Norman als vervanger te halen. Dat was de enige reden om die wildcard vast te houden." Buitendijk blijft, net als sponsor ABN/Amro, mini maal tot 2002 aan het toernooi verbonden. De 28ste editie belooft wederom een vruchtbare samenwer king te worden. Ook dit jaar heeft Ahoy' weer een toernooi om de vingers bij af te likken. Met vijf spe lers uit de toptien en twaalf uit de top25 is het WIT weer sterk bezet. Het zou nog sterker kunnen als de Europese toernooien wat meer samen zouden kun nen werken. Buitendijk heeft zich er jaren sterk voor gemaakt, maar heeft moeten inzien dat zulks een onmogelijke opgave bleek. „Ze hebben in Milaan, Marseille of Kopenhagen niet zo veel geld te besteden als wij. De toernooien om ons heen profiteren van mijn startgelden, doordat de toppers zo toch in Europa zijn. Beter zou het zijn een Super9-toemooi van oktober naar maart te ha len. Daar pleit ik al een tijd voor. De echt sterke toer nooien zitten te veel bij elkaar achterin het seizoen." Zijn eeuwigdurende queeste om Andre Agassi en Pe te Sampras naar Rotterdam te halen heeft hij nage noeg opgegeven. Sampras was een keer bereid om langs te komen. Buitendijk tastte onverantwoordelijk diep in de bundel, terwijl de Amerikaan geblesseerd moest afhaken. Hij kan erom lachen. „Ik maakte hem 'an offer he couldn't refuse'. Maar dat doe ik nooit meer. Het was onverstandig. Hoewel, voor Agassi zou ik het ook doen. Die wil je een keer heb ben, ook al komt hij om de verkeerde reden." Bijna zeven maanden per jaar besteedt hij aan de voorbereiding van zijn toernooi. In Miami (voorheen Key Biscayne) begint het contacten leggen. Op de US Open in september worden de zaken afgerond. „Daar sluit ik de deals en binnen veertien dagen heb ik in Rotterdam het zwart op wit.... behalve in het ge val van de Nederlanders dan." Het gaat hem uiteraard steeds makkelijker af. „Ik zit niet meer een week op de US Open. In drie dagen plan ik al mijn afspraken. Ik heb het na twintig keer ook allemaal wel gezien. Dat klinkt heel blasé want het is nog altijd beter dan dagelijks naar kantoor gaan. Maar ik zie bijna geen tennis meer, we krijgen in het stadion toch de rotplaatsen. Als ik kijk, is het op een bijbaantje." Tot voor kort ging de rest van de tijd op aan zijn werk als directeur van het CHIO in Rotterdam. Die functie heeft hij neergelegd. „Ik wil in de zomer wat meer gaan golfen, mijn handicap omlaag brengen. Daarnaast zeil ik graag. Ik heb net mijn bootje ver kocht en ik kan nu op mijn dooie akkertje wat ha ventjes af gaan op zoek naar een nieuwe. Een keer vier weken op vakantie lijkt me ook wel aardig. Ik kan me best wel ontspannen, zet dingen makkelijk van me af. Het is nu even hectisch door die affaire en doordat het toernooi eraan komt, maar ik draag het niet met me mee. Ze zien me nog steeds graag thuis komen." Met vier Nederlanders op de presentielijst en een net als andere jaren zekere 'volle bak' gaat Buitendijk opnieuw een succesvolle editie tegemoet. Hij wil zelfs Haarhuis toevoegen, als hij met Schalken het dubbelspel wil spelen. „Ik kan het makkelijk schei den. Als hij een wildcard nodig zou hebben en hij vraagt erom, dan krijgt hij er een. Ik zou anders het tennis en Schalken duperen. Het zou wat kinderach tig zijn om hem te weigeren. Ik mag dein de slechtste toernooidirecteur ter wereld zijn, ik heb wel het bes te toernooi. En daar zit ik voor." RIVAN DER STEEN fs midden in het Ruhrge- d, dat gruwelijke gebied vol nen, giftige rook brakende rieken en bergen kool, heb foene plekjes en relatieve Hier grazen paarden. De ene oase, een voetbalveld of ne ien groot, is van Willy Lip- s. Op het hek, dat zijn vier wen oude boerenhoeve af- ermt, laat hij dat weten. WL op de linkerhelft, ntfchts is een rood-witte eend j childerd. Hier woont de ;j( 1-voetballer van Rot-Weiss ten, Borussia Dortmund én Nederlands elftal. Hij was er keertje bij, in 1971 tegen emburg. Lippens scoorde, nje won, maar de linksbui- werd nooit meer opgeroe- De relatie Lippens-Oranje voorbij voordat hij goed onnen was. inancieel en privé heeft Wil- Lippens het goed gedaan. )ens verdiende zijn voetbal- un|l in de laatste vier jaar van loopbaan als speler bij rtmund en in de Verenigde deten bij Dallas Tornado. De n ervoor bracht hij door bij Weis Essen. Hij schat de rde van zijn ranch op 3,5 oen Mark. Hij fokt renpaar- Bij Lippens kun je ook te- de it voor bruiloften en partij- In één van de tot feestzaal le ruimten op zijn ve heeft hij zijn motto ge- ilderd: 'Liever rijk en gezond arm en ziek.' If jaar speelde hij bij Rot- ^of ss, zelfs Ajax kreeg hem niet „Ik was rond met Van ïg, Ajax zou 900.000 Mark den. Maar Rot-Weiss durfde niet te laten gaan; ze had- hier het stadion afgebro- i ppens was meer dan een tballer. Hij was een cult Eind jaren 60, begin jaren vas hij met Gerd Müller de te en meest gevaarlijke aan- er van de Bundesliga. Zijn was uniek. Vanwege plat ten waggelde Willy meer hij liep. Ze noemden hem Ente': de eend. Lippens een rechtsbenige linksbui- met een onstuitbare drang de goal. Lippens had wat is^iig linksbuitens hadden: hij goals maken. „Ik maakte ze de ogen dicht." In de Bun- iga 92 en nog eens 130 in de lede Bundesliga. Trainer Ivi- lorvat noemde hem de bes- dig ;f Willy Lippens: „Ik zie Cruijff nog een sigaretje paffen in de kleedkamer. Dat zou in Duitsland toch echt onmogelijk zijn geweest." FOTO GPD VINCENT VAN DEN HOOGEN interland keken op televisie wa ren wij altijd voor de ploeg die tegen Duitsland speelde. Mijn vader had het altijd over die schijt-Duitsers erf dat ze altijd geluk hadden." Later vervaagde het anti- Duitse gevoel van Willy Lip pens, zeker toen hij triomfen ging vieren bij Rot-Weiss Essen. Hij kwam er als talent van 19. „Ik was er eigenlijk voor de toe komst, maar meteen in de voorbereiding was de linksbui ten ziek. Daarom mocht ik in eens meedoen, in de spits. We wonnen met 7-1, ik maakte er 5." Lippens werd een sensatie in Duitsland. Je kon hem een muts aanreiken waarmee hij dan verder speelde en hij stopte ballen met de kont. Ooit had hij zo veel tijd over nadat hij de doelman had omspeeld, dat hij te linksbuiten van. Europa, de Duitse bondscoach Helmut Schön zei: 'Lippens heeft alles, behalve het goede paspoort.' „Mijn vader is in Heerlen ge boren en kwam in de jaren der tig naar Kleve om werk te zoe ken. Hij was tuinier. Hij vond er werk, later maakte hij kennis met een vrouw die mijn moe der zou worden. Ik ben in Kleve geboren, maar heb altijd een Nederlands paspoort gehad." „Mijn vader is tijdens de oor log met enkele andere Neder landers die in Kleve woonden een kelder binnen gedreven en met knuppels in elkaar gesla gen door de Duitsers. Ze wilden dat hij vrijwillig dienst nam in het leger. Hij weigerde dat. Dit is een keer of vier gebeurd. Daarom ben ik sterk anti-Duits opgevoed. Mijn vader had ech te haat in zich. Als we naar een een handstand maakte en het doelpunt met het hoofd maak te. Hij kreeg geel wegens ons portief gedrag, maar het pu bliek klapte de handen stuk. Geen speler die zo weinig uit voerde en zo effectief was. Willy Lippens was een artiest, hij was ook een garantie voor goals. Het resulteerde in telefoon tjes van Helmut Schön. „Die heeft me zeven, acht keer ge beld met de vraag of ik me niet wilde laten naturaliseren. Hij garandeerde me een kans in de nationale ploeg. Ik naar Kleve, naar mijn ouders. Maar mijn vader wilde er niks van weten. Ik zou er thuis nooit meer in komen, riep hij. Mijn moeder barstte in tranen uit. Acht da gen later belde Fadhronc. Of ik interesse had in het Nederlands elftal te spelen." Natuurlijk, die Ente wilde zijn kunstjes ook wel in Oranje ver tonen. Met voetballers spelen die hij nog nooit de hand had geschud? Geen probleem, dacht Willy. De altijd als be minnelijk maar ook naïef om schreven Fadhronc vertelde De Tijd in februari 1971 dat hij heel veel verwachtte van de drie hoek Cruijff-Keizer-Lippens. De bondscoach keek zelfs al voor uit naar het WK van 1974. Het werd een desillusie voor hem en Lippens. „Ik maakte wel het eerste doelpunt. Buitenspel? Dat weet ik niet. Dat maakt ook niet uit. Het was een makkelijk doelpunt, maar je moet er staan, je moet er wel een neusje voor hebben. Voor de rest was het niks. Ik heb wat op en neer gerend, maar de andere spelers lieten me niet meedoen, Uc heb weinig ballen gehad. Er deden enkele jongens mee (Lippens noemt Pahlplatz en Drost) die geen basisplaats hadden en niet gebaat waren bij een sterke wedstrijd van Lip pens. Erger was dat Lippens als de pest werd gemeden door de rest. Keizer was bot tegen hem, Suurbier scoorde ten koste van Lippens met zijn grappen. „Ik vond het heel erg dat ik niet als Nederlander werd geaccep teerd. Van Hanegem was de ergste, wat een klootzak. Dom. Dom!" In de bus was de strijd in feite al gestreden. „De chauffeur zet te de radio aan, een Duits pro gramma. 'Mag die rottige nazi zender af riep Israel meteen. Ik heb me nog omgedraaid en er iets over gezegd, maai- ik werd weggehoond. 'Jij ben ook een halve Duitser' zei-die. Ik had op dat moment moeten uitstap pen. Maar ik was jong, liet het me welgevallen." „Achteraf gesproken had ik het anders moeten doen. Ik had beter eerst enkele weken Ne derlands kunnen leren. Ik sprak de taal niet. En de bond had de andere spelers over mijn situa tie moeten voorlichten. Ze dachten dat ik een Duitser was. Ik geloof wel dat ze in Neder land indertijd niet zo serieus met de nationale ploeg bezig waren. In de kleedkamer werd gewoon gerookt! Ik zie Cruijff nog een sigaretje paffen. Dat zou in Duitsland toch echt on mogelijk zijn geweest." Voor de volgende interland kwam hij niet in aanmerking omdat hij geblesseerd was. Ver volgens werd hij nooit meer ge waagd. De Oranje-episode zal hem altijd bijblijven als een ge miste kans. „Rainer Bonhof had ook een Nederlands paspoort, die heeft zich wel laten natura liseren. Bonhof speelde in 1974 de WK-finale en won. Ik zou dus wereldkampioen geworden zijn, met Duitsland of met Ne derland. De Duitsers zochten in die tijd een linksbuiten. Höl- zenbein kwam er te spelen, maar die was geen linksbuiten. Erwin Kremers was het enige alternatief." Bij Oranje speelde Rensen- brink de finale, maar die was geblesseerd. „Keizer was over zijn hoogtepunt, die werd al leen meegenomen voor het geld. Ik was beter dan Rensen- brink, gevaarlijker voor de goal ook. Ik heb er leedvermaak om gehad dat Nederland verloor. Met mij erbij was Nederland wereldkampioen geworden. Ik zou hebben gescoord tegen Maier. Ik weet ook zeker dat Schön niet zou hebben gewe ten hoe hij Cruijff én mij had moeten dekken. Vogts? Die deed acht dagen voor een wed strijd tegen mij geen oog meer dicht." Hij moet het doen met herin neringen en gedachten. Met zijn vader heeft hij het niet meer uit kunnen praten. „Kort voor zijn dood heeft hij me ver teld dat hij het toch ook wel jammer vond dat ik geen carri ère heb kunnen maken in de Duitse nationale ploeg. Hij is in Kleve doodgereden op het ze brapad. Door een Nederlander die door rood reed. Cynisch, niet?" Na de spectaculaire zege op titelverdediger Spanje in de Davis Cup ligt de weg naar de finale open voor Nederland. Duitsland is de volgende horde voor de mannen van Tjerk Bogstra. Dan is hopelijk servicekanon Richard Krajicek er weer bij. Is Oranje met 'de Kraai' kanshebber om de Davis Cup te winnen? Leiderdorper Lodewijk Kallenberg, voorzitter sectie tennis van de bond: „Dat vind ik erg voorbarig om Neder land nu al als kanshebber in te schat ten. Dat van Spanje is gewonnen is een enorme opsteker, het is fantas tisch. Het team heeft veel mogelijkhe den en met Krajicek in vorm heb je er een hele goede speler bij. Maar Duits land is een enorme kluif. Kiefer speelt voor het eerst sinds jaren weer mee in de Davis Cup en Haas is een geduchte tegenstander. Ze kunnen iedereen verslaan, maar Nederland heeft aan getoond dat ook te kunnen." Tennisleraar Gert Jan Egberink uit Alphen aan den Rijn: „Nee, daar zijn de singlekwaliteiten van Nederland te laag voor. Nu moe ten ze tegen Duitsland en daar zullen ze het al zwaarder tegen krijgen dan tegen Spanje. De sfeer is nu tien keer beter dan vroeger, als dat zo blijft dan geef ik ze wel een kansje tegen Duits land. Maar als ze tegen Australië moe ten dan houdt het op. Die hebben spelers die op elke ondergrond uit de voeten kunnen. Nederland heeft ge woon te weinig kwaliteit om de Davis Cup te winnen." Tennisster Jolanda Mens uit Lisse: „Ik denk van wel, dat hebben de spelers het af gelopen weekeinde wel laten zien. En bij Davis Cup stijgen spelers boven hun normale niveau uit. Ze hebben het in hun mars, maar laten we niet op de zaken vooruit lopen. Je moet elke wedstrijd apart bekijken en zo stap voor stap naar de finale gaan. Nu moet Nederland zich al leen maar richten op Duitsland. Er heerst in ie der geval een goede sfeer bij Nederland, dat is positief." Peter Klein van Intertennis: „Ik geloof niet dat Nederland de Davis Cup kan winnen. Daarvoor is ons land te klein. Amerika heeft de Davis Cup vaak gewonnen, omdat zo'n groot land een groot potentieel aan tennissers heeft. Maar als Australië en Frankrijk op volle oorlogssterkte aantreden schat ik ze hoger in. Het zou een grote sensatie zijn als Nederland wint, we hebben een prachtige lichting. Maar de kans is gewoon heel klein. Haarhuis dubbelt goed, Schalken tennist aardig. Maar Krajicek heeft nog nooit gepresteerd in de Davis Cup, ook niet voor eigen publiek. Of ze uit of thuis spelen maakt ook een groot verschil. Dan be paal je de ondergrond en heb je het publiek Jan Siemerink senior: „Nederland maakt een goede kans om de Davis Cup te winnen. Het hangt alleen af van die ene persoon die in vorm moet zijn, Richard Kraji cek. Maar de Davis Cup is een speciaal gebeu ren, er komt veel geluk bij kijken. Als we uit te gen Spanje hadden gespeeld hadden wij met 5- 0 verloren op het gravel. We spelen de kwartfi nale gelukkig weer thuis, dat is ons voordeel. Ik kijk in ieder geval op dezelfde manier als Jan zou spelen. Hij traint de hele week mee met de groep. Zo zie ik het." TEKST: MAARTEN RITMAN FOTO: VINCENT JANNINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 37