Ik zie het leven rooskleuriger dan het is' 9 Antonie Kamerling, vrij en gebonden 231 ZATERDAG 10 FEBRUARI 2001 .:h Antooie Kamerling: „Nu is mijn droom ook: Ik ga als eerste Nederlandse acteur een Oscar winnen. Of het reëel is of niet, dat kan me niet schelen. Ik wil vrij zijn, ik wil totale vrijheid. In mijn doen en in mijn denken." foto gpd roland de bruin Gek wat, een kind met je doet. Sinds de geboorte van mijn zoon Merlijn lijkt het wel of ik meer rust heb gevonden in het leven. Voor het eerst sinds de middelba re school heb ik weer evenwicht. Niet dat al les in dienst staat van Merlijn, want ik vind werken veel te leuk, maar alles is op zijn plaats gevallen. Hoe moet ik het zeggen... In de afgelopen tien jaar ben ik drie keer inge stort. Was ik lichamelijk en geestelijk hele maal kapot. Terwijl toch echt alles meezat. Een geweldige vrouw, Isa Hoes, meer dan genoeg aanbiedingen voor rollen. Van bui tenaf leek mijn leven een sprookje, maar dat was het niet. Ik had vaak het gevoel dat ik niet echt gelukkig was. Ik werkte, werkte en werkte, zei bijna nooit ergens 'nee' tegen, reisde overal naar toe. Werd ik weer ergens voor gevraagd, dacht ik: óóóh, te gék. Ik zag alleen maar de leuke kanten van film, musi cal, zingen. Ik dacht altijd: Dat kan makke lijk. Maar dan ineens was het pats, boem ovër. Kon ik niet meer op of om. Deed mijn lichaam overal pijn en dacht ik alleen nog maar: Wat wil ik nou eigenlijk? Maar zodra die periode voorbij was, ging ik weer gewoon verder alsof er niets gebeurd was. Ik ben nogal hardleers. Pas 34 jaar, drie keer inge stort, dat is eigenlijk best veel hè? De eerste keer gebeurde het toen ik nog studeerde, dus het heeft er altijd in gezeten. Ik was niet te stoppen. Dat is natuurlijk ook wel weer een kracht, ze krijgen mij niet zo snel kapot. Tja, ik ben een dromer. Een romanticus. Een ontzettende fantast. Ik weet wel dat het leven niet louter rozengeur en maneschijn is, maar ik wil daar niet aan. Ik zie het leven rooskleuriger dan het is. Ik zie de mooie kan ten. De uitdagingen, de kansen. Ik heb de meest wilde ideeën. Toen ik nog rechten stu deerde, wist ik dat ik geen zin had de maat-, schappij iri te gaan. Ik wilde geen regelmaat, daar gruwde ik van. Toen riep ik al: Ik word acteur, ik ga in films spelen. Maar ik wilde niet naar de toneelschool. Ik vond: Als je ta lent hebt, dan kom je er wel. En nu is mijn droom ook: Ik ga als eerste Nederlandse ac teur een Oscar winnen. Of het reëel is of niet, dat kan me niet schelen. Ik wil vrij zijn, ik wil totale vrijheid. In mijn doen en in mijn den ken. Ik haat beperkingen. Daar loop ik nu te genaan, nu Merlijn er is. Want een kind be perkt je natuurlijk wel en een kind vereist re gelmaat. Het gekke, het tegenstrijdige, is dat ik die regelmaat dus ook wel weer lekker vind. Het doet me goed. We hebben ook een huis gekocht buiten Amsterdam, weg van de drukte, wat ook weer een beperking is, want er zit een forse hypotheek op. Ik merk dat rust, reinheid en regelmaat, de drie R's die voor kinderen opgaan, helaas ook voor mij gelden. De beperkingen die ik door Merlijn heb - ik die totaal vrij wil zijn - geven mij de rust die ik nooit heb kunnen vinden. Niet dat ik een soort huisman ben gewor den, dat ik alleen nog maar voor Merlijn leef, dat ik geen seconde zonder hem kan. Zo is het nou ook weer niet. Maar ik neem nu wel meer mijn rust, ga niet meer op elke aanbie ding in. En sinds jaren gaan we ook weer eens langer dan twee weken op vakantie. Va kantie was altijd: neerploffen, doodmoe. Nu niet meer. Ik doe nog wel de dingen die ik graag doe. Ik sta een avond per week in de musical Elisabeth, ik speel in films als de rol me aanspreekt, ik werk aan een Engelstalige cd. Dat zal ik echt niet laten voor mijn kind. Ik heb een half jaar vrij genomen bij zijn ge boorte, maar daarna ben ik weer aan de slag gegaan. De chaos van mijn werk hoeft geen enkele belemmering te zijn. Als je als ouders gelukkig bent, dan is dat de allerbeste basis om je kind op te voeden. We hebben veel hulp van ouders en buren en als het moet slepen we 'm mee, naar Elisabeth, naar Ame rika desnoods. Op dat punt is Merlijn voor mij weer geen enkele belemmering, geen be perking. Dat vind ik zo'n onzin, mensen die alles opofferen voor hun kind. Ik denk dat je daar juist ongelukkig van wordt, dan is een kind écht een blok aan je been, omdat je niet meer doet wat je graag doet. Een kind moet gewoon meegaan met zijn ouders. Joh, een kind past zich zó makkelijk aan. Als het no dig is, als Merlijn bijvoorbeeld ernstig ziek zou worden, dan zou ik zonder enige aarze ling dag en nacht bij hem zijn. Natuurlijk! Maar normaal werk ik gewoon door. Alleen met dit verschil, als ik nu veertig dagen ach tereen twaalf uur per dag aan een film heb gewerkt, dan doe ik eventjes niets. Wil ik op adem komen, wat meer tijd aan Merlijn be steden. Hij zorgt voor stabiliteit. Dat is een verademing vergeleken met vroeger. Ik om cirkel nu in mijn agenda twee dagen waarop ik van mezelf niet mag werken. Vroeger raak te ik in paniek als ik niets te doen had. Vroe ger lag ik met Isa in bed scripts te lezen, praatten we tot diep in de nacht over een rol. Dat doen we niet meer, daar word je gek van. Ik ben natuurlijk geen ander mens gewor den. Die drang om vrij te zijn, dat dromerige, dat heb ik altijd gehad en dat zal ik altijd blij ven houden. Op dat punt lijk ik erg op mijn vader. Die kwam uit een Goois kak-gezin en die heeft een heel gevecht geleverd om daar uit te breken. Zo heb ik me losgemaakt van mijn ouders, mijn familie. Ik ben de oudste van twee jongens en twee meisjes. De oudste heeft bijna per definitie een groot verant woordelijkheidsgevoel en dat verwacht ie dereen ook van je. Ik heb dat ook wel, maar ik vond het altijd een belemmering. Ik wilde daar uitbreken. Daardoor ben ik misschien zo vrijgevochten. Ik heb heel lang minder contact gehad met mijn ouders, broers en zussen. Tot Merlijn geboren werd. Sindsdien realiseer ik me pas wat mijn ouders allemaal hebben gedaan, ben ik ze gaan waarderen, respecteren. Een kind geeft een heel andere dimensie aan je leven. Een totaal nieuw mens waar jij tot op zekere hoogte verantwoordelijk voor bent. Een kind haalt het beste in je naar bo ven, maar in praktische zin hoef je je daar door niet te laten beperken. Als ik alleen nog maar voor hem moest zorgen, zou ik gek worden. Mocht ik nu in Amerika een filmrol aangeboden krijgen, dan neem ik 'm gewoon mee. Ik heb alleen niet meer zo'n behoefte om in Hollywood rond te gaan hangen. De plannen zijn er nog wel, maar meer zoals Je roen Krabbé het doet, er naar toe om een film te maken en dan weer terug naar Neder land. Met alle respect voor mezelf, maar in Amerika was ik nooit zo ver gekomen als in Antonie Kamerling (34) keert in 'Ik ook van jou' terug als de 'romantic hero' van de Nederlandse film. In tien jaar stortte hij drie keer in, maar de geboorte van zoon Merlijn bracht de ommekeer. Over de drang naar vrijheid, een leven met zijn grote liefde Isa, acteurs met een uitstraling, het maken van films en de angst voor Ruud van Hemert. „Ik ben een fantast." Nederland. Hier ben ik lange tijd de enige filmacteur geweest van mijn generatie. Nu zijn er iets meer, maar de spoeling blijft heel dun. In Amerika heb je er zomaar vijfhon derd. Dat maakt de concurrentie veel groter en daardoor ook de acteerprestaties. Ik word bijna altijd gevraagd voor dezelfde soort rol, de 'romantic hero". Dat is heel leuk, maar het staat ook heel dicht bij mijn eigen leven. Die films gaan over liefde, en in mijn leven spe len liefde, romantiek, relaties, een grote rol. Maar ik wil dieper in mezelf graven, meer naar boven halen. Goede Tijden Slechte Tij den heb ik drie jaar gedaan en toen had ik het gevoel dat ik er niet veel meer kon leren. Bovendien wilde ik iets nieuws. Ik kan niet lang hetzelfde doen, ik moet al tijd vooruit. Ik ben snel verveeld. Ik moet ge prikkeld worden en op dat punt was het heel goed om voor Ik ook van jou met Ruud van Hemert als regisseur te werken. Hij heeft mij geleerd om heel gewone dingen beter te doen. Een kamer binnenkomen. Dat deed ik altijd zonder er bij na te denken. Maar Ruud zei: 'Stop!!! Je komt middenin de nacht thuis en ze is er niet'. Dat geeft een andere lading aan de manier waarop je een kamer binnen komt. Ruud was heel uitdagend voor me, hij heeft dingen uit me gehaald waarvan ik wel wist dat ik ze had, maar niet wist hoe ik ze er uit moest krijgen. Bij andere regisseurs had ik wel eens het gevoel dat ze niet alleS uit me haalden. Niettemin vind ik Ruud niet goed in de be handeling van acteurs. Hij ondersteunt je niet, hij laaakt alles af. Hij schopte me steeds weer terug, gaf me het gevoel dat ik niets kan. Het was bijna onmogelijk om ontspan nen te acteren. Het was een heel zware op gave om voor Ruud te werken, het was één grote spanningsklonter. Ik zie in de film en kele scènes waarin ik te bang voor hem ben. Nee, ik zeg niet welke, want als het publiek dat weet en zo'n scène komt voorbij, dan ben je meteen helemaal uit het verhaal. Het valt me op dat dit de eerste film is waar ik afstandelijk naar kan kijken, als een buitenstaander. Dat is wel prettig, dan kun je beter oordelen. Ik vind nog steeds dat ik geen geweldig acteur ben. Al Pacino is mijn norm en daar ben ik nog lang niet. Pacino is uitstraling, dat heb je of dat heb je niet, daar kun je niets aan doen. Ik denk wel dat ik uit straling heb. Dat is heel iets anders dan ui terlijk hè, pas op. Mijn uiterlijk vind ik niet zo bijzonder, ik ben echt geen jonge god. Maar het knappe van Pacino is dat je altijd met hem meegaat, in welke rol dan ook. Ik houd niet van technisch acteren, hoe knap dat op zich ook is. Dan kijk je als vakmens: Göh, wat doet 'ie dat goed. Dat zijn acteurs als... als... veel Engelse acteurs hebben dat, Meryl Streep heeft er ook een handje van, Robert de Niro zelfs ook wel eens. Al Pacino nooit. Hij is de acteur van minder doen, van weglaten, van gewoon zijn. En dan toch een rol spelen. Als ik dat wil bereiken, als ik het ooit zou kunnen bereiken, moet ik er veel meer voor doen. Zou ik heel veel actorstudio's in Ame rika moeten volgen. Maar ik werk al zoveel en als ik niet werk heb ik geen behoefte om dat soort dingen ook nog eens te gaan doen. Dat is het tegenstrijdige. Ik zou me volledig in dat ene moeten storten, verdiepen. Terwijl ik liever verschillende dingen doe. Film, mu sical, zingen. Als ik geen rollen meer aange boden zou krijgen, ging ik met een bandje langs discotheken om te zingen. Geen pro bleem. Ik werk liever in de breedte. Ik vind niet dat ik daardoor mijn talent versnipper, ik ben er juist van overtuigd dat zo'n brede ontwikkeling uiteindelijk weer in een filmrol tot uitdrukking komt. Film ja, geen televisie. Ik houd niet zo van tv. Voor de serie All Stars heb ik maar een paar afleveringen meege daan. Ik maak liever iets waar ik zelf naar zou kijken, en dat is nou eenmaal film. Van kind af. Ik heb recent wel een tv-film gemaakt, Saint Amour, onder regie van Eric Oosthoek. Die wordt op 28 maart uitgezonden. Het aparte daaraan is dat het de eerste film is waarin ik niet in m'n blootje sta. Ik speel een priester. In alle andere films ben ik altijd uit de kleren gegaan. Ik word geselecteerd als een van de hoofdrolspelers in films die over de liefde gaan. Ik heb in die rollen altijd een relatie en daarbij hoort seks. Ik heb op de set nog altijd wel een duwtje nodig, want elke keer weer voel ik even die gêne, maar verder heb ik er geen moeite mee. Ik merkte dat ik deze keer zelfs meer bezig was om mijn te genspeelster Angela Schijf op haar gemak te stellen. Voor haar was het de eerste filmrol en meteen ook een heel heftige. Ik houd me altijd erg bezig met de sfeer op de set, wil dat anderen zich lekker voelen. Ik wil dat de film goed wordt, hoop dat er veel mensen naar gaan kijken. Of ik goede recensies krijg, of het publiek mij goed vindt, kan me iets min der schelen. Misschien moet ik proberen wat egoïstischer te worden, misschien is dat wel een voorwaarde om een beter acteur te wor den. Ik geloof heilig dat je uiteindelijk alleen maar moet doen wat bij je past. Dat is veel belang rijker dan een carrière. Ik kijk of iets me uit daagt, niet of het een kaskraker wordt, niet of het veel geld oplevert. Ik wil het gewoon leuk hebben. Daarom zorg ik ervoor altijd genoeg geld achter de hand te hebben om het een jaar uit te kunnen zingen. Dat geeft een ge voel van vrijheid, van veiligheid. Het is een luxe waardoor ik bijvoorbeeld aanbiedingen voor het maken van een reclamespot kan weigeren. Collega's die het wel doen, veroor deel ik niet, maar ik voel me er niet lekker bij. Zie je mij in een, hopelijk, mooie film, kom je thuis, zet de tv aan en dan sta ik met Isa en Merlijn naast me te vertellen dat Liga zo lek ker is. Ik weet niet of ik mezelf dan nog seri eus zou nemen als acteur. We hebben pas zo'n aanbieding gehad, voor verschrikkelijk veel geld, maar ik heb het niet gedaan. Als ik Harrison Ford met dat bonsaiboom pje een automerk zie aanprijzen, dan gaat er toch wel erg veel van de magie af. Gevoels matig zeg ik: niet doen. Ik heb ooit een aan bieding gehad tijdens een vakantie. Ze wil den me overvliegen en ik kon voor één dag drie ton verdienen. Voor één dag! Ben ik niet op ingegaan. Vergeet niet: ik ben bekend. Ik kom als acteur niet uit de kunstzinnige hoek, niet uit het circuit van het echte acteurswerk. Mensen willen mij voor een reclame omdat ik bekend ben. Dat is toch anders dan bij een 'echte' acteur die reclame doet. Omdat die niet zo bekend is bij het grote publiek, speelt bij hem de afbreuk van de magie niet zo'n rol. Je kunt blijven geloven in de rollen die hij speelt. Bij mij is dat toch riskanter: ah, daar heb je Antonie. Maar voor hetzelfde geld doe ik volgend jaar wel commercials, omdat ik tot over mijn oren in de financiële problemen zit. Als je niet meer te eten hebt, verleg je je grenzen. Al zou ik dan toch eerst ons huis verkopen. Maar ik moet eerlijk zijn, pas als de nood hoog is, weet je wat je wer kelijk waard bent. Als ik een filmrol krijg aangeboden, zeg ik ook altijd dat ze me voor een deel vragen - vanwege de rol, voor een deel omdat ze me een goed acteur vinden, maar voor een deel ook omdat ik bekend ben. Ik realiseer me dat heel goed, en daardoor ben ik ook kritischer geworden in het kiezen van rollen. Wat me hoe dan ook heel leuk lijkt, is samen met Isa in een film spelen. Zij heeft daar al allerlei plannen over. We zijn nu acht jaar samen, en je mag wel zeggen dat ze mijn grote liefde is. Al realiseer ik me wel, dat als ik haar niet had ontmoet, ik met iemand anders een grote liefde zou kunnen hebben gehad. Met Isa en Merlijn voel ik me eindelijk zo gelukkig, dat ik bang ben om het te verliezen. Als Isa met een heel leuke jongen een toneelstuk doet, moet ik altijd even slikken. Ik geloof heilig dat het mogelijk is een heel leven lang samen te zijn, maar dan moet je dat ook willen. Te gelijk weet ik, dat als ik Isa niet meer leuk zou vinden, ik bij haar weg zou gaan. On danks Merlijn. Absoluut. Als ouders niet ge lukkig zijn, zal een kind dat ook niet zijn. Maar over dromen gesproken: Ik zie vaak hoe Isa en ik als twee oudjes samen op een bankje zit ten, genietend van de zon. DICK HOFLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 9