en het paard van Minerva
iSlagersjassen, heimwee
INGEN
VOORBIJGAAN
Leiden Regio
Leidsch DagbladAUCHIEVEN
STADSGEZICHT
1DAG 27 JANUARI 2001
15
Personeel, bestuur, commissies en reünisten van Minerva bij het eeuwfeest van de studentensociëteit in 1939. Mevrouw Van den Hoed ging daar na de oorlog in de linnenkamer wer
ken en vervaardigde onder meer de koksmutsen. archieffoto h. jonker zoon
ik ook voor het eerst achter een
naaimachine met voetpedaal te
zitten. Dan nam ik de maat van
het hoofd van een van de koks
en maakte ik een koksmuts. Dat
had ik nog nooit eerder gedaan.
In de grote zaal van Minerva
was het heel vaak één grote
troep. De nullen (eerstejaars
studenten, red.) moesten in de
kennismakingsperiode met fiet
sen over de keurig gedekte ta
fels rijden met al het eten daar
op. Na de lol zag dat tafellinnen
er natuurlijk niet uit en lag het
tafelzilver op de grond. Er stond
niets meer overeind.
Met Sinterklaas werd er van de
orgeldraaier een paard gehuurd
en dat beest mocht de zaal pas
uit als-ie een forse hoop had
geproduceerd. Ook bij het in
vechten van studenten die niet
uit Leiden kwamen, werd er
met eten gegooid en tijdens de
ontgroening werd er regelmatig
iemand in een vat menie ge
stopt en vervolgens met veren
bedekt. Daarna moest-ie kake
len als een kip. Dat was in het
begin van de jaren vijftig. Mijn
zoon zat toen op de HBS aan de
Burggravenlaan en ik dacht: ik
vind alles goed, als hij maar
geen lid wordt van Minerva.
Ik woonde toen allang op de Ja
cob Catslaan. Daar kwamen we
in 1938. Het waren spiksplinter
nieuwe huizen die 25 gulden
huur deden in de maand. We
konden ook nog een huis naast
de brandpoort krijgen, maar
mijn man zei: dat doen we niet,
want die tuin is groter en ik heb
geen zin om dat allemaal te on
derhouden. Gelukkig woonde
mijn moeder bij ons in die
meebetaalde aan de huur. Toen
we daar woonden, brak al snel
de Tweede Wereldoorlog uit.
Aan het eind daarvan werd het
station geregeld gebombar
deerd. Was mijn man een keer
boven bezig de verduistering
aan te brengen, vloog er een
kogel door het huis die we later
hebben gevonden op de eerste
verdieping. Gelukkig hebben
we het allemaal overleefd.
Na Minerva ging ik aan de slag
bij stomerij Stoeke aan de Gere-
gracht. Daar streek ik het
stoomwerk en soms ook gewas
sen kleding. Tussen de middag
ging ik naar huis om met de
kinderen een boterham te eten.
Dat deed ik ook als ze uit
school thuiskwamen. Een kopje
thee en later het avondeten.
Daarna ging ik weer aan het
werk, soms wel tot midder
nacht. Van Stoeke ben ik naar
Katwijk gegaan om daar te wer
ken. Tot mijn pensioen.
Verveling? Toen ik 65 werd, had
ik eindelijk de tijd om mijn
zwemdiploma te halen. Ik
zwem nog steeds twee keer in
de week in zwembad De Does
in Leiderdorp. Iedere donder
dag ga ik kaarten en om de
week ook op vrijdag. Vorig jaar
zomer ben ik ook nog begon
nen met fitness. Ik mocht één
keer gratis meedoen, maar ik
ben een volhouder en bleef
meteen een maand. Daarna
wilden ze me niet meer heb
ben. Dat begrijp ik ook wel
hoor, want de eigenaar wilde
natuurlijk geen verantwoording
dragen als er iets met me zou
gebeuren. Natuurlijk is de
buurt veranderd. Alleen bakker
Raaphorst zit er nog.
Vroeger was hier op de hoek
slagerij Stikkelorum, er was een
drogist, een groenteboer, een
sigarenwinkel, een melkboer en
een buurtsupermarkt. Nu moet
je naar het Diamantplein. En
als het even kan, ga ik op zater
dag naar de markt. Nee, niet
met de bus. Ben je gek. Als het
een beetje weer is, ga ik lopen.
Ondanks het verdwijnen van de
winkels is de straat er veel ge
zelliger op gewprden. Er wor
den met Kerstmis verlichte
kerstbomen opgehangen, er
zijn activiteiten tijdens de ma
rathon, er is elk jaar een straat
feest en afgelopen zomer met
dat voetbal stond er midden in
het perk een televisie. En nie
mand gaat aan mijn raam voor
bij zonder te zwaaien of een
kletspraatje.
In het zaaltje van de speeltuin
vereniging aan de Damlaan heb
ik onlangs een feestje gehad, 's
Middags voor de bewoners van
de Jacob Catslaan en de men
sen van de zwem- en kaartclub,
's Avonds voor de familie. Het
zaaltje was één bloemenzee en
ik ben overstelpt met cadeaus.
Het was een van de mooiste da
gen van mijn leven. Iedereen
was zó lief en aardig. Toen ik 's
avonds laat thuiskwam heb ik
hier op de bank zitten huilen
als een klein kind. Zo mooi
vond ik het.
Mensen vragen mij wel eens:
Moet jij niet eens naar het be
jaardentehuis? Dan zeg ik: Nou,
daar hoor ik niet. Ik maak mijn
eigen huisje nog schoon en ik
doe nog steeds mijn eigen
boodschappen. Nee, ik hoef
niet weg. Ik heb het hier aan de
Jacob Catslaan nog prima naar
mijn zin."
ERIC-JAN BERENDSEN
uit de
ANNO 1901
Maandag 28 Januari
HAZERSWOUDE - De bedeeling van levensmidde
len bij gelegenheid van het huwelijk van H.M. de
Koningin, zal zich uitstrekken over 145 gezinnen als
volgt:
65 gezinnen, uitm. 211 pers., beh. tot de R.-K.
Kerk.
57 gezinnen, uitm. 183 pers., beh. tot de N.-H.
Gem.
19 gezinnen, uitm. 77 pers., beh. tot de Geref-
.Kerk.
4 gezinnen, uitm. 9 pers., beh. tot geen kerkge
nootschap.
De uitdeeling zal bestaan in 900 kilo's rijst en
900 halve kilo's spek. Voor de keuring der rijst wordt
een onpartijdig deskundige benoemd, die niet tot de
commissie behoort.
HAZERSWOUDE - Wegens een zeer belangrijke her
stelling van den watermolen in den Ambachtspolder,
wordt deze polder thans, in overleg met het bestuur
van den Rietveldschen polder, bemalen door den
Rietveldschen molen. Daar oogenblikkelijk hulp ver
leend moest worden, is hier slechts sprake van een
voorloopig samengaan; maar spoedig dient te wor
den overlegd, welke der aangrenzende polders, te
weten de genoemde Rietveldsche, de Oost- en West-
geer-polder of de Gemeenewegsche polder, de be
maling zal overnemen.
ANNO 1976
Foto's ln deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing een ingevulde cheque (geen
overschrijvingskaart) ter waarde van vijf gulden (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) op te sturen naar het Leidsch
Dagblad, t.a.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 54, 2300 AB Lelden of door contante betaling aan de balie van liet Leidsch
Dagblad aan de Rooseveltstraat 82. U ontvangt de foto binnen drie weken.
Dinsdag 27 januari
LEIDEN - ,,De Leidse horeca heeft zich vanmiddag
unaniem uitgesproken voor een splitsing van slui
tingstijden. Er moet in de toekomst een onderscheid
gemaakt worden tussen dag-avond-café's en nacht-
café's. De eerste groep zou om twee uur 's nachts de
deuren moeten sluiten en de tweede groep zou van
tien uur 's avonds tot vier uur 's nachts geopend mo
gen zijn. Maatregelen om de sluitingstijden te ver
vroegen of niet langer ontheffingen te verlenen, is
het terugzetten van de klok in plaats van het aanpas
sen aan gewijzigde leefgewoonten."
Met deze bewoordingen vertolkte gisteravond de
voorzitter van de afdeling Leiden van Horeca Neder
land, de heer Visser, in het Leidse stadhuis, het
standpunt dat eerder op de dag tijdens een vergade
ring met algemene stemmen was aangenomen. Hij
deed dat tijdens een vergadering van de gemeente
lijke commissie voor politionele en algemene be
stuurlijke aangelegenheden, die voor de eerste maal
beraadslaagde over de Leidse horecanota. Daarin
worden mogelijkheden aangegeven om de overlast
tot redelijke proporties terug te brengen.
Dat het onderwerp leeft bij grote groepen van de
Leidse bevolking bleek uit het 'uitverkochte huis'.
Zowel in de raadzaal als op de publieke tribune wa
ren zeer vele vertegenwoordigers van het Leidse ho-
reca-wezen en bewoners van de binnenstad aanwe
zig. Had men verwacht iets concreets te zullen horen
over te nemen maatregelen, dan is men teleurge
steld naar huis gegaan, want de raadsleden kwamen
gisteravond niet veel verder dan het geven van een
eerste - nog voorlopige - mehing. Uit die 'eerste ver
kenningen' werd overigens wel duidelijk, dat de
kwestie in de Leidse raad nogal verdeeld ligt.
te Rhijnhof.
FOTO HENK BOUWMAN
LEIDEN -
De lokale
horeca-
vertegen-
woordi-
gers in de
raadzaal:
pleidooi
voor het
'economi
sche be
lang'.
foto ar
chief
leidsch
dagblad
ïgs is mevrouw J. C. van den
He -Van Nieuwenhoven, van 6
'ij ri 1911, nog uitgebreid in het
s i :tje gezet. Immers, 90 jaar word
'Pf' t elke dag. Daarnaast was er nog
v tijlpaal te vieren. Ze woont al 63
an de Jacob Catslaan in de Lage
en dat doet niemand haar na.
m ren in de Rijndijkstraat zorgde
haar huwelijk van 3 april 1933
stijiaar gezin. Met haar man kreeg
ze twee zoons en een dochter. Zij
heeft haar hele leven gewerkt als
strijkster bij diverse stomerijen in
Leiden en Katwijk en op de
linnenkamer van studentensociëteit
Minerva. Op haar 65ste ging ze met
pensioen. Toen had ze eindelijk tijd
om haar zwemdiploma te halen en
om op fitness te gaan. Ze vertelt
erover in deze aflevering van de
Dingen die Voorbijgaan.
iaa moeder hield blijkbaar
;ez huizen. In de Rijndijk-
r I ijn we drie keer verkast.
i v vader stond te schilde-
iet mijn moeder: hou maar
rk gaan ergens anders wo
nen. Mijn moeder was trou
wens een bekende vrouw in de
stad. Mevrouw Van Nieuwen
hoven was vroedvrouw en heeft
heel wat kindertjes gehaald.
We waren thuis met drie jon-
J. C. van den Hoed-Van Nieuwenhoven: „Toen ik 65 werd,
de tijd om mijn zwemdiploma te halen."
foto hielco kuipers
gens en vijf meisjes. Vanuit de
Rijndijkstraat zijn we naar de
Middelweg verhuisd. In welk
jaar dat precies is geweest, weet
ik niet meer. Ook in die straat
heb ik in drie verschillende hui
zen gewoond. Als 14-jarig meis
je ben ik gaan werken als strijk
ster. Mijn eerste baan was in de
3e Groenesteeg tussen de Uiter
stegracht en de Vestestraat.
Overhemden en boorden strij
ken en vouwen. Eerst de boor
den uitkoken, daarna harden
en glanzen. Het waren nog van
die stijve boorden met penne
tjes erin. De hemden van de ge
goede burgerij. Datzelfde werk
heb ik ook gedaan in de Be
schuitsteeg, maar daar kreeg ik
ook slagersjassen om te strijken
die van stomerij Ozon aan de
Hogewoerd kwamen.
Mijn man was pottenbakker en
werkte in Gouda waar we zijn
gaan wonen. Vreselijk, ik kon
daar absoluut niet aarden en
had verschrikkelijk last van
heimwee. Bovendien werd ik
misselijk van de lucht van de
kaarsenfabrieken. We zijn op
een gegeven moment weer te
rug verhuisd naar Leiden, naar
de le Binnenvestgracht. Geluk
kig maar, want toen kon ik weer
werken. Dat was hard nodig,
het was armoe. Mijn man kreeg
een halve cent per pot en ik een
dubbeltje voor een schoon
overhemd. Mijn man ging op
de fiets naar Gouda en weer te
rug en hij was soms pas om
twaalf uur 's nachts thuis. Later
kreeg hij een baan in Hazers-
woude en daarna in Leiden.
Na de oorlog kwam ik terecht
bij studentensociëteit Minerva
aan de Breestraat. Eerst in de
keuken, maar daarna op de lin
nenkamer toen mijn voorgang
ster overleed. Bij Minerva heb
ik zes jaar gewerkt. Koksjassen
strijken en het tafellinnen ver
zorgen, uiteraard. Daar kwam