Verwijderd uit het eigen paradijs
Boeken
Ellende bij Barrett is niet langer onbeschrijflijk
Bedenker Marlow schreef
brieven vol hartstocht
De hoogstpersoonlijke
sportbak van JanlMulder
VRIJDAG 26 JANUARI 2001
144
Boek over Chandler leest als biografie
BRIEVEN RECENSIE
aly knol
'The Raymond Chandler Papers, selected
letters and non-fiction 1909-1959'. Tom
Hiney Frank MacShane. Uitgeverij Ha-
mish Hamilton. Adviesprijs: 71,95. Im
porteur: Penguin Books Benelux b.v.
De held uit zijn boeken heeft
hem in populariteit verre over
stegen. Humphrey Bogart
speelde de held, maar ook Dick
Powell, Elliott Gould en Robert
Mitchum. De 'hard-boiled' pri-
vé-detective Philip Marlowe is
een begrip geworden in de we
reld van de misdaadroman. Een
voorbeeld ook dat slechts zel
den is geëvenaard.
Zijn bedenker, de auteur Ray
mond Chandler (1888-1959),
heeft altijd in Marlowes scha
duw geleefd. Willen leven is
misschien beter, want Chandler
hield zich, sinds hij op zijn 44-
ste met schrijven begon, het
liefst op de achtergrond. In
1976 verscheen een prachtige
biografie over Chandler van de
hand van de Amerikaanse (in
middels overleden) professor
Frank MacShane. Die was deels
gebaseerd op de duizenden
brieven die Chandler zijn leven
lang met hartstocht schreef*
aan filmproducenten in Holly
wood, aan collega-auteurs, aan
uitgevers en fans. Inmiddels
zijn er tientallen nieuwe brie
ven boven water gekomen, die
de fascinerende man achter
Philip Marlowe verder belich
ten.
Met MacShanes werk als lei
draad heeft de Britse journalist
Tim Hiney, die in 1997 zelf een
biografie over Chandler schreef,
nu een nieuwe selectie ge
maakt, The Raymond Chandler
Papers. Chandler, door Hiney
omschreven als „een man die
veel had gezien, veel had gele
zen, veel had gedronken, veel
had nagedacht en tijdens dit
proces gevaarlijk dicht langs de
krankzinnigheid koerste",
maakte er in zijn zakelijke brie
ven een gewoonte van om aller
lei uitstapjes naar andere on
derwerpen te maken. Op zijn
Marlowes waren dat niet zelden
geweldige 'oneliners'. Zo no
teerde hij in een brief aan zijn
accountant over belastingperi
kelen dat 'schaken de grootste
verspilling van menselijke intel
ligentie is buiten een reclame
bureau'.
Chandler, die in de Verenigde
Staten pas na zijn vierde Marlo-
we-boek doorbrak (in Engeland
begrepen ze zijn talent veel eer
der), was altijd uiterst kritisch
op zijn eigen werk. „Ik moest
mijn tweede boek weggooien,
waardoor ik niets kan laten zien
van de laatste zes maanden en
waarschijnlijk niets te eten heb
in de komende zes. Maar het
betekent wel dat de wereld een
veel, veel betere plaats is om in
te leven dan wanneer ik het niet
had weggegooid." Hij begreep
niet dat hem vaak werd aange
raden eens een 'echte' roman te
schrijven in plaats van mis-
daadboeken. Kennelijk, aldus
Chandler, gingen lieden die
hem dat zeiden uit van de stel
regel: „Als je goed kunt schrij
ven, moet je geen thrillers
schrijven. Thrillers behoren al
leen geschreven te worden door
mensen die niet kunnen schrij
ven."
Chandlers brieven zijn niet
lukraak achter elkaar gezet. Tim
Hiney geeft ze een heldere con
text mee, waardoor The Ray
mond Chandler Papers ook als
een soort biografie gelezen kan
worden. Chandler worstelde
zijn leven lang met slapeloos
heid en alcohol. Veel van zijn
brieven dicteerde hij 's nachts,
een glas onder handbereik, op
een taperecorder. Maar de brie
ven zijn daardoor bepaald niet
mistiger geworden. Integen
deel, ze getuigen van een grote
zelf- en mensenkennis. Boven
dien hadden we wellicht zon
der die drank nooit geweten dat
het 'P. Marlowe geen reet inte
resseert wie de president is; mij
ook niet, want ik weet dat het
een politicus zal zijn' of dat
Agatha Christie 'zwamde', om
dat ze 'een abominabel gebrek
aan kennis over dodelijke me
dicijnen en hun uitwerking'
had.
COLUMNS RECENSIE
PIETER VAN DEN BROEKE
'Spelers en speelsters' door Jan Mulder.
Uitgeverij Thomas Rap Pnjs: 39,90.
In een interview met Hugo
Camps zei Ian Mulder eens: 'Ik
schrijf niet om een mening
door te duwen. Mij gaat het om
de schoonheid van een stuk,
een passage of een
beeld, en niet om
de dingen die je er
mee kunt bereiken.
Ik geniet van heer
lijke woorden als
habbekrats en
knarsetanden'.
De grote kracht
van de veelschrijver
(de Volkskrant, El
sevier, Playboy) Jan
Mulder is dat hij er
in zijn columns
doorgaans in slaagt
de lezer deelgenoot
te maken van zijn genoegen,
verbazing of verontwaardiging
zonder dat hij uitlegt of analy
seert. De ex-topvoetballer ob
serveert, wrikt een splintertje
van de werkelijkheid los en
geeft zijn verbeeldingskracht
vervolgens alle ruimte.
Ook in deel twee van zijn ver
zamelde sportcolumns, Spelers
en speelsters, maakt Mulder op
zijn inmiddels beproefde wijze
het onaanzienlijke onderhou
dend. De nurkse Groninger die
verveeld bij Barend en Van
Dorp rondhangt, is hier weer de
subtiele waarnemer die het
ogenschijnlijk onbeduidende
detail - de naam van een wiel
renner, het ruimtepak van een
ballonvaarder, een vergeten
krantenberichtje over een
Deense voetballer bij Excelsior -
ROMAN RECENSIE
Het overkomt je niet vaak. Maar na de laatste bladzijde
van de nieuwe roman van Jan Siebelink was het er weer:
dat verweesde gevoel dierbaren te missen. Als fictie die
sensatie teweegbrengt, weet je zeker een juweel in han
den te hebben. 'Engelen van het duister' is zo'n boek.
sche verlangens om die in De
overkant van de rivier (1990) te
verbinden met het landschap
en de jeugd van zijn ouders.
Engelen van het duister hoort
absoluut in dit rijtje thuis. De
roman omvat alles: de onder
gang van de kwekerij, de dood
van de ouders, de ambities, de
onvervulde verlangens, het
kwaad dat als genot wórdt erva
ren, de middelbare school in
Ede, de ontoereikendheid van
de liefde, het Lathumse veer,
het strand bij Kijkduin. En toch,
en dat is het wonderlijke, doet
dat oude verhaal zich als nieuw,
als ongekend aan je voor.
Niet alleen omdat de verhevi-
WIM VOGEL
'Engelen van het duister' door Jan Siebe
link Uitgeverij Meulenhoff. Prijs: 39,95.
Zijn oeuvre, ruim dertig titels in
vijfentwintig jaar, telt vier hoog
tepunten. In Witte chrysanten,
een verhaal uit 1975, nauwelijks
twintig bladzijden, zit alles wat
later uitgediept en geïntensi
veerd zal worden: de kwekerij
in Velp, de vader, de ambities
van de zoon, de vernedering en
de wraak. In De herfst zal schit
terend zijn (1980) koppelt Sie
belink die tuin en gefnuikte
ambities aan onvervulde, eroti-
ging niet eerder zo intens was,
ook omdat de oude ingrediën
ten onverbiddelijker dan ooit
gekoppeld wor
den aan het
menselijke te
kort. Om dat
existentiële te
kort te compen
seren, om bui
ten bereik te
blijven van hun
echte wereld,
verliezen zijn
personages zich
steeds nadruk
kelijker en on
rustiger in aller
lei kunstmatige
paradijzen.
Jaren geleden
citeerde Siebe
link met in
stemming Julien Green: 'Een
roman is gemaakt van het
kwaad, zoals een tafel van
hout.' In Engelen van het duis
ter strijdt dat kwaad tegen de
eenvoud, de zuiverheid en de
waarheid. Net
als in het beken
de gedicht van
Kopland (aan
wiens poëzie ik
meer dan eens
moest denken)
zitten ook Sie-
belinks persona
ges eigenlijk het
liefst domweg
gelukkig onder
de appelboom
voor het huis op
de oude kweke
rij, waar vader in
een visioen het
paradijs mocht
zien. Maar zoals
dat visioen de
vader in een eigen mystieke we
reld bracht die hem feitelijk
verwijderde van zijn vrouw en
zijn twee zonen Lucas en Cas
per, zo verwijderen ook de laat
ste twee zich steeds verder van
hun eigen paradijs omdat ook
zij mensen zijn.
Trotse zonen zijn het, net zo
trots als de twee pauwen die de
omslag van deze, ook qua
structuur, klassieke roman sie
ren. Maar al hun trots, hun am
bitie en hun schoonheid voor
komen niet dat zij, geboren in
het paradijs, hun Eva verspelen
door obsessief vreemdgaan,
voor hun kind een vreemde
blijven en tenslotte ontgoo
cheld moeten vaststellen dat ze
in hun leven niets hebben kun
nen behouden wat van waarde
is. Niet alleen Gabrielle (doch
ter van Lucas?, van Casper?)
voelt zich 'door een taai vlies
van de anderen gescheiden'.
Het ervaren van dat menselijk
tekort, van dat raadselachtige in
jezelf en in de ander, van die
schizofrenie, is het belaj
ste motief in de roman. j
Alles in Engelen van he
ter is verhevigd en b(
mend. Het is óf drukken
óf stervenskoud. Vrouwe
verleidelijk; verlangens,
stellingen en ambities he
groots. Siebelinks broe
jachtige, soms zelfs astm,
stijl, zijn slim gestrooi mi
motieven (een dode hon
canapé), zijn vertelpers
dat aan zijn personages i
lijks enige ruimte biedt, z
gekiende compositie en
vermijdelijkheid van het
sche einde, het dwingen
cor van de overbekende i
dat alles draagt bij aan i
sieke doem waarmee
oorsprong paradijselijke
nages geslagen worden. I
beer daar als mens maaj
vrede mee te hebben!
IKWfl Li ï^MWIWEITI HWHI 4 4 a
aangrijpt om een Mulderiaans
universum te creëren.
Mulder houdt de traditionele
journalistiek op een flinke af
stand. Hij schrijft niet over
voetbal of over sport. Mulder
grabbelt in zijn hoogstpersoon
lijke sportbak en gebruikt het
gevondene als vehikel voor zijn
rijke fantasie. En, ijzersterk zijn
de dialogen die
Mulder neerzet.
Piet de Visser met
'zijn' Braziliaantjes,
Ronald Koeman en
Zubizaretta in de
auto, het gesprekje
van Cambuur-se-
cretaris Vellinga
met zijn collega
Katuin van Veen-
dam: Mulder mor
relt aan de werke
lijkheid en maakt
tegelijkertijd een
wereld zichtbaar
die anders versluierd blijft. Een
enkel tv-beeld of een flard van
een gesprek is voldoende om
een verrassend en (soms) ont
roerend beeld te schetsen van
de ambities, gekte en uitwassen
van de sportwereld.
Mulder kan ook genadeloos
cynisch uithalen. Het tumult
rond de ingegroeide teennagel
van Davids, egomania van de
bobo's en de verwaandheid van
zelfbenoemde toppers, Mulder
fileert met genoegen de opge
blazen onechtheid van 'het we
reldje'. Spelers en speelsters telt
liefst vierhonderd pagina's en
bevat meer dan honderd co
lumns die tussen 1980 en 2000
in de Volkskrant en Playboy
verschenen. Het boek doet ver
langend uitzien naar de co
lumns die nog verschijnen.
1. (2) Mensje van Keulen, De gelukkige
Atlas, 39,90
2.(5) Sandor Mórai, Gloed
Wereldbibliotheek, 29,90
3. (1) Varlam Sjalamov, Berichten uit Kolyma
De Bezige Bij, 125,00
4. (6) Liza Dalby, Het verhaal van Murasaki
Anthos, 65,00
5. (3) Nicci French, Het geheugenspel
Ambo Anthos, 25,00
6. (-) Arthur Golden, Dagboek van een Geisha
Anthos, 25,00 L
7. (7) Noelle Chatelet, De mevrouw in het roo
De Geus, 24,90
8. (-) Jan Siebelink, Engelen van het duister
Meulenhoff, 49,50
9. (10) Joke Hermsen, Tweeduister
Arbeiderspers, 49,90
10. (4) Bernard Schlink, De liefdesval
Ambo Anthos, 42,50
Hij bestaat al sinds
1962, de boekenreeks
'Het aanzien van
van uitgeverij Het
Spectrum. In de eerste
maand van het nieuwe
jaar wordt het voor
gaande met veel foto
materiaal en compacte
tekstbijdragen weerge
geven. Het jaar 2000
was het jaar van de
vuurwerkramp (foto
boven)de Amerikaan
se verkiezingen, van de
paus die om vergiffenis
vroeg, de opkomst en
ondergang van World
Online (foto onder) en
de step die niet meer
uit het straatbeeld is
weg te denken. Het is
allemaal overzichtelijk,
smaakvol en zeer uit
nodigend opgenomen
in 'Het aanzien van
2000'. Wie eenmaal
begint te bladeren, is
minstens een uur red
deloos verloren. FOTO'S
UIT BESPROKEN BOEK
ik
1. (1) Diverse auteurs, Elsevier Belasting Alm ej
2001
Elsevier, 40,00
2. (3) Allan Barbara Pease, Waarom mannejet
luisteren
Spectrum, 10,40
3. (2) Allan Barbara Pease, Waarom vrouwe J0
kunnen kaartlezen
Spectrum, 10,40
4. (-) Paulo Coelho, De alchemist
Arbeiderspers, 19,90
5. (7) Han van Bree (e.a.), Het aanzien van 2( zo
Spectrum, 28,50 Rc
6. (-) Daniel Ofman, De kernkwaliteiten van h
neagram
Scriptum, 29,90
7. (-) Deepak Chopra, De zeven spirituele wetfj
van succes
Altamira, ^10,00
8. (-) E. Scott, Het kleine boekje van Nooit m^(
snurken
De boekerij, 7,50
9. (-) Geert Mak, Een kleine geschiedenis van jfsi
sterdam
Contact, 25,00
10. (-) Addo Stuur, Windows 98 voor seniorer ff
Bruna uitgevers, 49,50
de
De boekentoptien wordt wekelijks samengest
basis van verkoopcijfers van de boekhande
Vries in Haarlem en Kooyker Ginsberg in L
m11M 4 :W«14 :i 4 LM 4ül
Het liefste gedicht door diverse
auteurs (Podium, 27,50). Ter
gelegenheid van de Tweede
Landelijke Gedichtendag ver
schijnt deze bundel met de
meest favoriete liefdesgedich
ten van de bezoekers van de in
ternetsites van Boeknet en uit
geverij Podium. De bundel
opent met het gedicht dat op
nummer 100 staat - 'Toeverlaat'
van Redbad Fokkema - en ein
digt met de nummer 1: 'Voor
een dag van morgen' van Hans
Andreus.
De avondboot door Vonne van
der Meer (Contact, 32,90). In
deze nieuwe roman keren een
paar gezichten terug uit Van
der Meers bestseller Eilandgas-
ten (1999). Zij maken deel uit
van een groep van twaalf gasten
die een Waddeneiland bezoekt.
Bij vrijwel alle gasten breekt een
moment aan dat ze van het ei
land af willen. Maar wat er ook
is gebeurd, hoe hoog de emo
ties ook oplaaien, wanneer de
laatste boot vertrokken is, zul
len de gasten tot de volgende
ochtend moeten wachten.
Ingrid door Felix Thijssen (Lui-
tingh-Sijthoff, 29,90). Het
vierde 'mysterie' in de reeks
thrillers rond de speurder Max
Winter. De detective heeft zich
teruggetrokken op het platte
land. Maar het genoeglijke
sfeertje in zijn nieuwe omge
ving verandert op slag in para
noia als hij zijn buurvrouw met
ingeslagen schedel aantreft op
de plavuizen van haar keuken
vloer.
Zwart als kaviaar door Menno
Wigman (Bert Bakker, 31,95).
Gerrit Komrij vond zijn poëzie
klinken als een klok en recen
sent Hans Warren beluisterde
een zelfverzekerd geluid. Met
Zwart als kaviaar, het vervolg
op 's Zomers stinken alle steden,
plaatst Menno Wigman zich
opnieuw in de traditie van de
Europese Romantiek.
De mannen van Nederland
door Sophie Perrier (Plataan,
24,75). Journaliste Sophie Perri
er vroeg 35 vrouwen uit alle
windstreken over hun ervaring
met de Nederlandse man. Een
uniek verschijnsel, zo luidt de
algemene conclusie. Hij is het
toonbeeld van redelijkheid, ge
matigdheid en evenwicht. Maar
voor heftige romantiek en pas
sie lijkt hij niet in de wieg ge
legd. Of, zoals de Oostenrijkse
Maria klaagt: „Ik weet nooit
wanneer een Nederlander me
versiert."
Eindeloos ijsberen of gegooi met asbakken en proppen papier -
welke taferelen spelen zich af in de werkkamer van de schrijver?
Deze rubriek geeft een inkijkje in het schrijfproces. In deel 26:
schrijver, dichter en essayist Joost Zwagerman (1963), bekend van
romans als 'Gimmick', 'De buitenvrouw' en 'Vals Licht'. In mei
verschijnt zijn poëziebundel 'Bekentenissen van de pseudomaan'
en volgende maand het essayboek 'Landschap met klein vuil'.
ROMAN RECENSIE
MARGOT ENGELEN
'Scheepskoorts' door Andrea Barrett Ver
taling Manjke Koch. Uitg. Ambo Anthos.
Prijs; 37,50.
Na het succes van de Noord-
poolroman De reis van de Nar
whal brengt uitgeverij Ambo
Anthos nu ook de vertaling uit
van Andrea Barretts novelle
Scheepskoorts, waar de schrijf
ster in 1996 de National Book
Award voor ontving. Het is een
veel soberder opgezet verhaal,
maar beschrijft helse negen-
tiende-eeuwse verschrikkingen
die het hedendaagse emigran
tenprobleem in een wat ander
daglicht plaatsen.
Scheepskoorts speelt zich af
halverwege de eervorige eeuw,
toen de door het Engelse beleid
veroorzaakte hongersnood in
Ierland tienduizenden wanho-
pigen naar Amerika en Canada
dreef. Velen van hen waren be
smet met tyfus, zodat al tijdens
de scheepsreis honderden van
de dicht opeengepakte passa
giers met of zonder een-twee-
drie-in-Godsnaam overboord
moesten worden gezet. De lezer
krijgt wel iets te horen over de
gruwelijke omstandigheden in
Ierland en de barre, mensonte
rende behandeling van de emi
granten aan boord, maar het
boek begint waar de stakkers
voet aan wal zetten in Canada.
Hoewel, voet? De meesten van
hen konden tegen die tijd al
lang niet meer lopen.
Ze werden onder erbarmelij
ke omstandigheden 'opgevan
gen' op een overigens idyllisch
eiland, dat als quarantainesta
tion moest fungeren. De uit
drukking 'onbe
schrijfelijke ellende'
is niet van toepassing
in het geval van de
schrijfster Andrea
Barrett. Hoe ellendi
ger de situatie, hoe
gretiger en beter ze
schrijft. Zo lezen wij
over duizenden zie
ken en stervenden in
een noodhospitaaltje
geschikt voor zo'n
honderd patiënten, die behalve
door tyfus geteisterd worden
door hitte, luizen, ratten, hon
den en dysenterie. Om een of
andere reden liggen de dysen-
SCHEEPS
KOORTS
terielijders steevast inde bo
venste bedden, zodat alles en
iedereen onder de drek zit. Het
verhaal wordt vanuit twee per
spectieven beschreven.
Dat van de idealistische
Canadese arts Lauchlin
Grant, en dat van de
Ierse vrouw Nora Kynd,
die als enige van haar
hele familie de tyfus
overleeft. De perspec
tiefwisselingen geven
iets variatie, maar niet
veel: de overheersende
indruk is die van onme
telijke smerigheid en
misère. Er broeit iets van een
liefdesgevoel tussen beiden,
maar op dat terrein liggen dui
delijk niet de beste kwaliteiten
van de schrijfster. De arts is al
onmogelijk lang in stilte verliefd
op een getrouwde jeugdvrien
din, maar hij noch Andrea Bar
rett weten raad met die situatie.
De combinatie van negentien-
de-eeuwse omgangsvormen en
het gebrek aan hartstocht bij de
schrijfster voor dit onderwerp
maken van het liefdesverhaal-
bijna iets lachwekkends.
Barrett excelleert in ellende,
daarvan moet het boek het
hebben. Ze weet de walmen die
opstijgen uit de volgepropte
ongeventileerde ruimen vol zie
ken, doden, hun pus en hun
drek bijna tastbaar te maken.
„Ik geloof niet in
inspiratie. Dan
kun je wachten
tot Sint-Jutte-
mis. Hooguit die
ene inval die het
basisidee vormt
voor een nieuw
boek of een
nieuw verhaal,
dat zou je inspi
ratie kunnen
noemen. Maar
de rest van het
schrijven is ge
woon werk.
Ik schrijf sinds
kort in een
werkkamer vlak
bij mijn huis.
Heeft vooral met
de kinderen te
maken. Zij be
gonnen mijn
werkritme wel
erg te dicteren. Als je zit te schrijven en elders in
huis gebeurt er iets met de kinderen heb je toch
de neiging om je "ermee te bemoeien. Raak je
steeds weer uit je concentratie. Ik ben sowieso
snel afgeleid. Mijn werkkamer is op mijn bureau
met pc na vrijwel geheel leeg. Geen muziekin
stallatie, geen tv, geen mogelijkheid om te inter
netten, en een telefoonnummer dat maar bij een
paar mensen bekend is. Ik ken mezelf. Als ik mu
ziek zou opzetten, is dat het begin van het einde.
Boeken lees ik wel. Als ik vastzit, grijp ik graag
naar het werk van Saul Bellow, Nabokov of Flau
bert om weer even te weten hoe het moet. Of
naar de brieven van Gerard Reve. Natuurlijk zou
hun stijl kunnen doorsijpelen in mijn werk, maar
net
e C
le t
zo,
op
r.
va
rge
bit
Tf
ieel
aitr
voor zover 'g*
is dat tot dizv
niet gebeui
zij bewufour
laatste zin
buitenvrouPen
bijvoorbeel
rechtstreek
een boek ieeg-
Salinger. G net
ticus die h<cnai
gens heef n
merkt. HefPya
lijkste moL
het schrie^-
ligt voor
tweederde
boek. Elk
weer is
dood mort'
weet wa:ans-
boek e8-
moet, hebtmPe
middels hdo
in de handje
het moet allemaal nog wel uitgeschrev
den. Dat werkt verlammend. Veel mee
vers schijnen daar last van te hebben.
Op zo'n moment ben ik blij dat ik mee
dan alleen proza. De depressies waarin
schrijvers op zo'n moment vervallen g;
mij voorbij. Ik kan mijn boek even wegle
tijdelijk gaan werken aan een essay of
dicht. Tot de zin terug is om het boek a
ken. Vier maanden later kan ik het mijn
aanbieden."
ng
e ol
„mid
ppc
it be
eve:
chei
vai
TEKST: MARTIN HENDRIKSMA
PUBLICITEITSFOTO: KLAAS KOPPE