Broos,
breekbaar
en een
beetje bang
7
Vrijwilligers brengen problemen en wensen
van thuiswonende hoogbejaarden in kaart
ZATERDAG 20 JANUARI 2001
Wonen in een verzorgingshuis is 'uit'. Als het even kan blijven
hoogbejaarden op zichzelf. Ook de overheid propageert behoud van
'zelfstandigheid'. Al blijkt dat in de praktijk een zeer rekbaar begrip.
Vrijwilligers die in Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Alkemade
'welzijnsbezoeken' afleggen, brengen de problemen en wensen van
thuiswonende 75-plussers in kaart. Broos, breekbaar en een beetje bang.
Heupbreuk
Hoogbejaarden komen niet vaak meer bui
ten. Ze zijn broos, breekbaar en een beetje
bang. Zo ook mevrouw Wiegand, die na een
heupbreuk in juli
aan huis gekluis
terd is. „Het ging
altijd prima, tot
ik op 2 juli op de
galerij ben geval
len. Gelukkig was
het op een zon
dag, want door
deweeks is ieder
een naar zijn
werk. Mijn buur
vrouw hoorde
me roepen. Zij
heeft een ambu
lance gebeld."
Sinds die opna
me in het zieken
huis weet de Lei-
derdorpse wat de
tekortkomingen
van de Neder
landse 'verzorgingsstaat' zijn. En hoe kwets
baar ze is.
„Meteen in de ambulance hoorde ik dat er
een coUumstop in het Rijnland-ziekenhuis
was." Op bejaarden met een heupfractuur
zitten ziekenhuizen niet te wachten: ze be
zetten vaak langer dan nodig is een bed, om
dat thuis geen hulp voorhanden is. Dus stel
len ziekenhuizen een limiet aan de opname
van patiënten met een collum-, ofwel heup-
fractuur. „Voor mij maakten ze een uitzon
dering. Een vrouw van 90 met een heupfrac-
tuur gaan we niet door het hele land sturen,
zeiden ze tegen mij."
Na een paar weken ging Wiegand 's nachts
naar het toilet en struikelde ze in de gang
van het ziekenhuis. Dit keer was haar pols
gebroken. Ze kreeg er een darmontsteking
bij („maar goed, dat is ook weer overge
gaan") en belandde na vijf weken in de 'ho
telafdeling' van het Leidse verzorgingshuis
Rijn Vliet. Eenmaal thuis kreeg ze ineens
een 'heel raar dik been'. Trombose, zo bleek.
„Ik moest weer naar het ziekenhuis en weer
naar Rijn Vliet." Weer enigszins opgeknapt
kreeg ze een longembolie. „Ik kon bijna geen
lucht meer krijgen." Afijn, weer naar het zie
kenhuis dus. „Maar toen ik daar weg moest
bleek mijn tijd in Rijn Vliet verlopen. Ja, zo
werkt dat. Ik kon daar niet meer naartoe,
maar ik kon ook niet naar huis. Ik zou extra
murale zorg van Dillenburg in Leiderdorp
krijgen. U staat op een wachtlijst, zeiden ze
erbij. De mensen zeggen dat je meteen hulp
krijgt als je een urgentieverklaring hebt. Nou,
forget it. Ik ben nummer 25 op de wachtlijst.
Een vriendin van me komt nu af en toe langs
om me te helpen. Mantelzorg, heet dat dan
heel deftig." Ze heeft gelukkig ook een werk
ster, die haar pinpas af en toe gebruikt om
geld op te nemen. „Zelf kan ik dat echt niet;
ik zie het eenvoudigweg niet."
Ondanks alle lichamelijke ellende wil ze
niet naar de Dillenburg, waarvoor ze wel in
aanmerking komt. „Weet u wat het is: ik heb
42 jaar mijn eigen boontjes gedopt." De
wensen en behoeftes van deze 90-jarige zijn
duidelijk, constateert de vrijwilligster van
Pluspunt. De Leiderdorpse weet ook precies
waar en bij wie ze om hulp moet vragen.
Haar probleem is alleen dat ze de gevraagde
hulp niet krijgt. „Vroeger ging ik altijd met
een vriendin op sjouw, maar die heeft jicht
en kan niet meer weg. En bingo in de Dillen
burg of zo, nee, dat is niets voor mij. Ik ben
nog een beetje bangig om op straat te ko
men. Onlangs ben ik voor het eerst sinds vijf
maanden weer eens in de Winkelhof ge
weest."
Na het doorlopen van een vragenlijst blijft
Hagendoorn nog even om Wiegand te hel
pen met een formulier. „Schrijven lukt me
niet meer."
Eenzaamheid
Leiderdorp (Stichting Pluspunt), Oegstgeest
(Stichting Welzijn Ouderen Oegsgeest),
Voorschoten (Stichting Gecoördineerd Ou
derenwerk Voorschoten) en Alkemade
(Stichting Ouderenbelangen Alkemade) vol
gen met hun welzijnsbezoeken het voor
beeld van de Stichting Dienstverlening Lei
den (SDL), die een paar jaar geleden begon
met het afleggen van welzijnsbezoeken. Het
doel daarvan is tweeledig: informatie ver
strekken aan ouderen en hun wensen en be
hoeftes inventariseren. De resultaten van
een enquête kunnen zonodig gebruikt wor
den om bij de gemeente een uitbreiding van
ouderenvoorzieningen te bepleiten.
De Leidse ronde langs 75-plussers leerde
onder meer dat ouderen zonder kinderen
'zelfredzamer' zijn en dat het met de ver
wachte problemen 'wel meevalt'. Gevallen
van ernstige vervuiling of eenzaamheid trof
fen vrijwilligers niet vaak aan. Waarbij je on
middellijk de kanttekening kunt maken dat
ouderen geheel vrijwillig aan de welzijnsbe
zoeken meedoen. Ongeveer de helft had
geen zin in een bezoekje. „De ergste situaties
tref je waarschijnlijk aan bij die ouderen die
niet willen dat een vrijwilliger langskomt",
zegt Ellen Kuiper, coördinator van de SDL.
Bij de vragenlijsten gaan de vrijwilligers uit
van de 'beleving' van ouderen. 'Heeft u re
gelmatig contact met uw kinderen?', luidt
een van die vragen. Je kunt er ja of nee op
antwoorden, maar dat zegt weinig over de
hoeveelheid bezoekjes die de kinderen bren
gen. Kuiper: „Eenzaamheid is een moeilijk
punt om te onderzoeken. Als wij vragen:
'Heeft u genoeg contacten' antwoordt 90
procent met ja, dus het lijkt wel mee te val
len met de eenzaamheid onder ouderen in
Leiden. Wel is het zo dat op de vraag 'Heeft u
Zelfstandig wonen, met veel hulpmiddelen: een rollator om te lopen, een aangepaste telefoon om te bellen of een overheadprojector om nog een
beetje te lezen. „In het begin maakt zo'n handicap je bang, maar je went overal aan." foto's hielco kuipers
iemand om goed mee te praten' veel mensen
neezeggen."
Bij ongeveer eenderde van alle onder
vraagde ouderen kon de SDL hulp aanbie
den. Inmiddels is de SDL met een tweede
ronde bezoeken bezig. Vijf jaar na de eerste
ronde krijgt iedereen die daarop prijs stelt
weer bezoek van een vrijwilliger.
Kinderen
In een plattelandsgemeente als Alkemade
zijn de familiebanden een stuk hechter dan
in Leiderdorp of Leiden. Veel grote gezinnen,
waarbij de zorg voor pa of ma voor een be
langrijk deel op de schouders van de kinde
ren rust. „Zelfstandig wonen? Nou ja, er
komt elke dag iemand langs om voor hem te
zorgen", zegt Corry Broekhoven over haar
89-jarige vader. „Pa wil niet naar het bejaar
denhuis. Hij vindt het wel best dat zijn twee
dochters eten koken, wassen, schoonmaken
en zijn zaakjes regelen. Als je zelf dochters
hebt haal je toch geen vreemden in huis?"
Pa Broekhoven zit in een fauteuil voor het
raam en maakt een verwarde indruk. Doch
ter Corry heeft net de deur opengedaan: „Er
zou om tien uur iemand langskomen, zei hij.
Maar hij had geen idee wie." Het welzijnsge-
sprek dat vrijwilligster Jannie van Veen wil
aanknopen verloopt moeizaam. De heer
Broekhoven verstaat de helft niet en lijkt
weinig interesse te hebben. Na enig aandrin
gen doet hij zijn gehoorapparaat in. „Hij
heeft een hekel aan dat gehoorapparaat",
zegt Corry, die elke dag voor hem zorgt.
Zijn vrouw is zes jaar geleden gestorven.
Vier jaar na haar dood heeft hij een lichte be
roerte gehad en sindsdien laat zijn geheugen
het vaak afweten. Zijn ene been is een beetje
'krakkemikkig'. „En ik loop met zo'n broekie
an", antwoordt hij op de vraag hoe het met
zijn gezondheid gaat. Dochter Corry legt uit
dat haar vaders beroerte een lichte vorm van
incontinentie heeft veroorzaakt. „Tja, op een
gegeven moment houdt het allemaal op hè.
Geloof ik." Hij kijkt somber uit het raam.
„Ach, voor zijn leeftijd is het best een aardig
ventje", doorbreekt Corry de stilte.
Broekhoven woont samen met een vrijge
zelle zoon, die zich nauwelijks om hem be
kommert. Een 52-jarige man die in de kwe
kerij achter het huis werkt, waar zijn vader
vroeger de scepter zwaaide. Ze spreken zel
den met elkaar, ook al wonen ze in hetzelfde
huis. „Ik verbeeld m'n eigen wel es dat hij
liever heeft dat ik wegga." De zoon heeft
geen tijd om voor zijn vader te zorgen en ziet
dat ook meer als een taak voor vrouwen. „Hij
is nog van de generatie mannen die niks in
huis doet", zegt Corry. Ze heeft de hoop op
gegeven dat haar broer verandert. „Daarvoor
is hij te oud."
De zorg voor vader rust volledig op de
schouders van Corry en haar zus, die in de
buurt van Haarlem woont. Eigenlijk gekken
werk, beseft Corry. Ze heeft ook een drukke
baan en een gezin. „Pa wil niet naar verzor
gingshuis Jacobus, maar ik denk dat ik dat
toch ga doorzetten. Al voel ik me daar ook
wel weer schuldig over. Dit is bijna niet vol te
houden." Ze racet van hot naar her, elke dag.
„Hij denkt dat ie opgesloten wordt in Jaco
bus, maar volgens mij is hij daar beter af dan
hier. Hier zit hij heel vaak alleen, ook al komt
er elke dag iemand langs. En de deur wil hij
toch niet meer uit. Hij komt zelfs niet meer
op onze verjaardagen."
Als Van Veen een rijtje regelingen voor ou
deren opsomt, fronst Broekhoven de wenk
brauwen. Pas 65? Nee, nooit van gehoord.
„Als u iets nodig heeft, weet u dan waar u te-
rechtkunt?" Nee, hij zou het echt niet weten.
„Je bent oud hè. Mijn dochter zal het wel
weten."
Dom mensie
Verreweg de meeste hoogbejaarden zijn
vrouwen, omdat die gemiddeld een stuk ou
der worden dan mannen. Voor deze genera
tie vrouwen is 'zelfstandigheid' niet iets van
zelfsprekends.
„Ik ben maar een dom mensie". zegt Mia
Hogervorst (89) uit Roelofarendsveen ver
ontschuldigend. Ze weet niets van geldza
ken, laat alles aan haar dochter over. Ook
haar zelfstandigheid is zeer betrekkelijk, ook
al heeft ze een eigen woonruimte. Haar hele
leven heeft ze op haar man geleund. Nu hij
er niet meer is, leunt ze op haar dochter. Met
een welzijnsbezoek heeft ze ingestemd op
voorwaarde dat dochter Nicole erbij is.
Toen haar man zeven jaar geleden over
leed had Hogervorst nog nooit een bank-
overschrijvingskaart ingevuld. De dochter:
„Wij hebben gezegd: nou ma, dat hoef je nu
niet meer te leren. Dat doen wij wel. Ze is
van de generatie dat je op je elfde van school
ging"
Ze is de weduwe van een bloemenkweker
en krijgt geen pensioen. „Het was armoe
vroeger hoor." Kwekers hadden nooit ge
noeg geld om te investeren in een zakcentje
voor de oude dag. Dus moet ze het doen met
een aow-uitkering van 1533 gulden per
maand. Aan huur is ze. verrekend met huur
subsidie, maandelijks 546 gulden kwijt.
„Nou ja, ik hoef niet elk jaar een nieuwe jurk
hoor." Op haar spaarrekening heeft ze welis
waar 10.000 gulden staan, maar dat bedrag is
bestemd voor haar begrafenis. „Een spaar
centje voor als ze het hoekje omgaat", zegt
Nicole. „Met een koffietafel en zo heb je al
gauw tien mille nodig."
Buiten wandelen doet Hogervorst nauwe
lijks. Ze brengt haar dagen door met schoon
maken en eten koken. „Ik zou het huishou
den in een middag klaar hebben, maar zij
doet er een week over." En dat haar moeder
weining buiten komt is logisch, zegt haar
dochter. „Je kunt vier kanten op, maar bij
drie kanten stuit je op een bruggetje waar je
als hoogbejaarde niet overheen komt. De
enige kant die ma wel op kan, gaat richting
het kerkhof. Ja, echt."
ERNA STRAATSMA
Om redenen van privacy zijn de namen
van betrokkenen gefingeerd.
e ziet op straat alleen nog schim-
j men. „Als ik buiten loop denk ik:
is dat nou een hond, een kind of
een boodschappenwagen? In het begin
maakt dat je bang, maar je went overal aan.
Trees Wiegand (90) is een van de Leider
dorpers die een bezoek krijgt van een vrijwil
ligster van de stichting Pluspunt. Ondanks
haar slechtziendheid en een reeks andere
kwaaltjes is ze
een en al opti
misme. Nee, ze
wil niet naar een
verzorgingshuis.
Waarom zou ze,
met zo'n mooie
flat als zij heeft?
Het verzorgings
huis, dat kan al
tijd nog. In de
toekomst.
Ook met een
bril op ziet ze
nauwelijks wat.
Om nog iets te
kunnen lezen ge
bruikt ze een
soort overhead
projector. Als ze
televisie kijkt is
dat vanaf een
stoel die ze twintig centimeter voor het
scherm zet. Dan ziet ze 'iets kleurigs' bewe
gen. De wereld van een 90-jarige met gebre
ken is klein.
Pluspunt-vrijwilligster Coby van Bemme-
len legt na een korte rondgang door het huis
uit wat de bedoeling is. Ze komt bij 75-plus-
sers langs om hun wensen en behoeftes te
peilen, zegt ze. En om informatie te verstrek
ken over voorzieningen en regelingen voor
ouderen. Vaak is er een grote onwetendheid
op dit gebied.
„Zal ik voor we
beginnen even
de koffie voor u
uit de keuken ha
len? Dat is mis
schien wel zo
makkelijk als ik
dat doe."
Wiegand
woont al 27 jaar
in haar ruime
flat. Haar man is
42 jaar geleden
verongelukt. Ze
heeft twee kinde
ren die ver weg
wonen. Ze ziet
haar zoon en
dochter 'een
paar keer per
jaar'. Haar moe
der heeft 22 jaar bij haar in huis gewoond, in
het oude gedeelte van Leiderdorp. „Toen
dachten mijn man en ik wel eens: wie zorgt
er voor ons als we straks oud en alleen zijn?"