'Mannen stellen
minder vragen'
d5
OOG in OOG
De vragen
De regels
ZATERDAG 20 JANUARI 2001
Schrijfster Pauline
Slot, van 2 oktober
1960, publiceerde
Zuiderkruis en
Blauwbaard. Van
haar debuutroman
werden 60.000
exemplaren verkocht.
In het najaar
verschijnt haar derde
boek. Slot studeerde
Nederlands in
Leiden en
promoveerde
aan de Universiteit
van Amsterdam
op het onderwerp
retorische vragen. Zij
woont in Oegstgeest.
door Janet van Dijk
Pauline Slot: „Het idee dat het leven geen zin heeft, beklemt mij niet."
12. Wat zou u willen veranderen
aan uw jeugd?
„Iets heel concreets wat ik wel zou willen
veranderen: een paar jaar nadat ik geboren
ben werd mijn moeder ernstig ziek. Ik heb
niet veel heel duidelijke herinneringen aan
die periode, maar ik denk dat het wel veel in
vloed heeft als je moeder een aantal jaren is
uitgeschakeld. Als kind voelde ik mij verant
woordelijk voor mijn moeder, de rollen wa
ren omgedraaid. Nu nog heb ik altijd het ge
voel dat ik voor anderen moet zorgen, ben ik
bang dat mensen ziek zullen zijn of zwak,
zwakker. Ik heb een soort gevoeligheid ont
wikkeld om steeds op te letten hoe het gaat
met iemand, en om te proberen daar reke
ning mee te houden.
Ik kom uit een heel geborgen gezin, maar
ook wel wat te geborgen. Het was een gezin
waarin je niet werd gestimuleerd om je gren
zen te verleggen. Dat zou ik ook wel willen
veranderen. Het was fijn geweest om wat
meer gestimuleerd te worden, dat er was ge
zegd: 'doe het maar, je kan het wel. En als
het niet lukt, is het ook niet erg.'
Ik ben nu wel altijd bezig om te proberen
mijn grenzen te verleggen, maar daar moet
ik wel echt moeite voor doen. Boeken schrij
ven valt ook in die categorie. Ik heb lang ge
dacht: dat kan ik niet, dat is niet voor mij
weggelegd. En toen ik dacht: laat ik het toch
maar proberen, was ik ervan overtuigd dat
het niet zou lukken. Ik moet mij altijd verzet
ten tegen de stemmen die zeggen: steek je
nek maar niet uit, neem maar niet te veel ri
sico's.
Het is allemaal met de beste bedoelingen ge
beurd. Mijn ouders wilden niet dat ik ge
kwetst werd of gevaar liep.
Het is natuurlijk ook de vraag hoeveel daar
van al in mijzelf zat. Het zou fascinerend zijn
als je een kloon van jezelf in een ander gezin
kon zetten. Om te weten: wat zit er in mij, en
wat is er aangeleerd?"
20. Wat is uw slechtste
eigenschap?
„Dat sluit aan op de vorige vraag. Het over-
bezorgde, het denken dat mensen het zon
der mij niet redden. Een te groot gevoel voor
verantwoordelijkheid, waardoor ik me te veel
ga bemoeien met anderen. Het is een verve
lende eigenschap omdat je anderen niet
voor vol aanziet en ook omdat ik daardoor
niet meer aan mijn eigen leven denk.
Hoe dichter mensen bij mij staan, hoe ster
ker ik het heb. Dus vooral in de liefde, en in
intensieve vriendschappen. Ik ben nu al een
jaar of twaalf bezig om het te beseffen, maar
het is niet zo dat het niet meer gebeurt als je
het weet. Het zit in mijn hardware, die nei
ging is diepgeworteld. Ik moet er steeds alert
op zijn.
Dit thema speelt wel een rol in iedere relatie
die verbroken is. Het is natuurlijk nooit de
enige reden, het gaat altijd om een complex
van dingen. Maar het speelt een rol. Het is
een eigenschap waar je een prijs voor be
taalt."
26. Is seksualiteit belangrijk in
het leven?
„Ja, dat vind ik wel. Het past in het rijtje van
primaire levensbehoeften en dus is het be
langrijk. Eten, drinken, in die categorie. Het
kan een hele tijd niet zo belangrijk zijn om
wat voor reden dan ook, en soms is het heel
heftig aanwezig. Als je verliefd bent speelt
het een grote rol, als je iemand langer kent,
wordt het kalmer. Maar uiteindelijk moet het
er toch zijn. Het is een soort levenskracht,
het heeft iets krachtigs, het houdt dingen in
beweging. Het is een heel andere vorm van
communiceren dan altijd dat gepraat, hoe
wel ik daar ook een voorstander van ben.
Seksualiteit gaat voor mij altijd samen met
liefde. Ik kan het niet goed loskoppelen.
Daar heb ik wel vaak gesprekken over met
mannen, meestal homoseksuele mannen. Ik
vind het leuk om te horen hoe zij seks en
liefde los kunnen koppelen en een wild leven
leiden, maar bij mij is er tot nu toe altijd een
verband geweest."
32. Wat is de karaktertrek
waarvan u wilt dat mensen zich
u erom herinneren?
„Ik wil niet om een karaktertrek herinnerd
worden. Het gaat erom hoe iemand is. Dat
heeft ook te maken met zijn of haar fysieke
aanwezigheid. Als iemand doodgaat, mis je
ook zijn fysieke verschijning, dat iemand niet
meer zo door de deur naar binnen kan stap
pen. En je mist het gevoel dat iemand je
geeft. Als je contact hebt met iemand, ont
staat er een unieke combinatie, zo zul je je
nooit met iemand anders voelen. Als ik er
niet meer ben dan zullen alle mensen een
ander gemis voelen, afhankelijk van de com
binatie die we vormden. Dat is ook iets wat
ik in Zuiderkruis heb beschreven. Je maakt
.iets unieks met elkaar als je met twee men
sen bent. En dat gaat verloren als iemand
doodgaat. Dat mis je dan."
36. Bent u gelovig?
„Nee, helemaal niet zelfs. Ook nooit geweest.
Als ik straks neerval, geloof ik dat alles op
houdt. Het rare is dat mijn moeder nu wel
gelovig is, zij is lid geworden van een kerk,
dat heeft wel iets vreemds.
Ik benijd andere mensen er niet om. Voor
mij is het geloven in iets wat niet bestaat, en
daar kun je mensen niet om benijden. Wat je
zou kunnen benijden is de troost en de ze
kerheid die zij eruit halen, maar die haal ik
liever uit andere dingen.
Het idee dat het straks is afgelopen, vind ik
niet eeuwig zonde, nee, wel jammer of zo,
maar niet erg. Op het moment dat ik zou ho
ren dat een akelige ziekte bij mij zich heeft
geopenbaard dan vind ik dat natuurlijk wel
moeilijk. Maar het idee dat het leven geen
zin heeft, dat het toevallig is ontstaan, dat
beklemt mij niet. De zin zit hier in: dat je wat
moet maken van je dagen. De zin zit er niet
in dat iemand heeft bedoeld dat ik er moet
zijn, en dat vind ik ook wel iets troostends
hebben. Als iemand dit allemaal bedacht zou
hebben...dat zou ik pas echt deprimerend
vinden geloof ik.
Ik ben ook een erge liefhebber van de evolu
tietheorie, daar lees ik veel over. Het idee dat
wij allemaal afkomstig zijn van hetzelfde we
zen, beginnend met de eerste bacterie, en
dat ik de laatste ben in die lijn, en jij ook, dat
vind ik mooi, leuk. En dat is dan mijn plaats
en dat is maar een heel klein plaatsje, maar
dat vind ik prima."
4. Wat zult u nooit weggooien?
„Ik voer een hele correspondentie met men
sen. Die zal ik altijd bewaren. E-mail heeft
die correspondenties een impuls gegeven. Ik
maak er uitdraaien van en die doe ik in map
pen. Ik heb ook nog liefdesbrieven van twin
tig jaar geleden en een aantal dozen met vol
strekt ongesorteerde correspondentie met
allerlei mensen. Dat ga ik nooit weggooien
en waarom dat weet ik eigenlijk niet. Want ik
heb niet het idee dat ik die brieven als ik
tachtig ben in een bejaardenhuis met be
traande ogen ga lezen. Ik weet niet wat het
precies is, maar iets geeft je toch het gevoel
dat je het allemaal moet houden.
En verder heb ik een heel mooie stoel die ik
nooit weg zal doen. Die heb ik in Engeland
gekocht, tijdens een fietsvakantie. Het is een
antieke stoel, van prachtig mahoniehout.
Een genoegen om naar te kijken en om in te
zitten."
7. Gaat u liever om met mannen
of met vrouwen?
„Ik ga meer om met vrouwen. Dat impliceert
dat ik liever met vrouwen omga, maar ik zou
mannen niet willen missen in mijn leven. Zij
geven je een andere kijk op het leven.
Ik denk dat ik vrouwen toch vaak beter kan
begrijpen en dat de onderlinge uitwisselin
gen wat directer zijn. Mannen stellen minder
vragen. Ik merk dat als ik met een man ben.
Ik blijf wel vragen stellen. En na afloop denk
ik: hij heeft niets aan mij gevraagd, alleen
maar: hoe is het. En dat is zo'n vage vraag.
Dat is een verschil, waar je je op moet instel
len. Als je zelf wat wilt vertellen, moet je het
zelf te berde brengen. Want het is niet zo dat
die belangstelling er bij mannen niet is.
Mannen zijn soms iets doortastender. Ik
vind het heel erg leuk om ook met zelfverze
kerde mannen om te gaan. Hoe is het om zo
FOTO HIELCO KUIPERS
te zijn? Daar kun je ook dingen van leren.
Vrouwen hebben iets meer de neiging om te
gaan praten over hoezeer we aan onszelf
twijfelen. Da,t moet ook gebeuren, maar het
is ook leuk om soms te horen hoe het is om
dat niet te doen. O ja, zo kan het ook, denk ik
dan."
16. Welke rol in welke film had
u willen spelen?
„Een die ontzettend goed betaalde, zeker
tien miljoen. Dollar. Het lijkt me geweldig
om je over geld in een klap niet meer druk te
hoeven maken. Maar het moet ook een film
zijn waar ik me niet voor hoef te schamen.
Dus: een goed betaald en mooi product. Ik
denk aan Sense and Sensibility, naar het
boek van Jane Austen. De rol van Emma
Thompson had ik wel willen spelen, dat had
vast ook nog wel iets opgeleverd. Of een rol
in Apollo 13. Daarvoor moesten ze regelma
tig gewichtloos zijn, en dat wil ik ook wel een
keer uitproberen. Ze maakten steeds para-
boolvluchten met een vliegtuig. Dat gaat
heel hard omhoog en maakt daarna een
vrije, glijdende val, waardoor je dertig secon
den gewichtloos bent."
29. Van welke beroemdheid
greep de dood u het meest aan?
„Een beetje raar, maar dat was toch wel de
dood van Diana. Niet dat ik er wakker van
heb gelegen, maar ik vond het interessant
om haar te volgen. Het leek me leuk om te
zien hoe zij zich zou ontwikkelen, hoe zij ou
der was geworden."
40. Welke kus zou u willen
overdoen?
„De eerste echte zoen niet. Ik vond het zo
vreemd, ik dacht: wat een nattigheid alle
maal. Daarna wen je eraan en kun je het
waarderen, maar nee, die niet. Het beginsta
dium van een liefde is altijd spannend, dus
iets daaruit zou dan misschien wel aardig
zijn om opnieuw mee te maken, maar daar
bij heb ik ook niet een specifieke zoen in ge
dachte. Eigenlijk wil ik helemaal niets over
doen. Ik heb het al gedaan. Het vervelende is
dat je het altijd maar een keer op die manier
kunt voelen. Als je terug zou gaan met de
kennis die je nu hebt, dan zou je het ook al
op een andere manier voelen, dus je zou
voor even geheugenverlies moeten hebben,
zodat je er weer van kunt genieten.
Ik denk wel eens met nostalgie terug aan
dingen uit het verleden, maar het is geweest,
het is voorbij, het is nu anders en het kan
nooit meer op die manier terugkomen. Daar
hebben we het maar mee te doen, helaas."
finish
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
Wanneer bent u voor het laatst enorm boos
geweest?
Op welke plek buiten Nederland zou u een
jaar willen wonen?
Als u nu een ander beroep zou mogen
kiezen, wat zou u dan worden?
Wat zult u nooit weggooien?
Welk kunstwerk (boek, schilderij, beeld, lied,
cd) zou u gemaakt willen hebben?
Waarover heeft u in uw leven het meeste
verdriet gehad?
Gaat u liever om met mannen
of met vrouwen?
Wordt u met het ouder worden
optimistischer of pessimistischer?
Van welk bedrijf of welke instelling zou u
directeur willen zijn?
Wanneer was u voor het laatst
zenuwachtig?
Als u vandaag ineens alles zou durven, wat
zou u dan als eerste doen?
Wat zou u willen veranderen
aan uw jeugd?
Gelooft u in liefde op het eerste gezicht?
Wat kan u in mensen vreselijk ergeren?
Wanneer heeft u voor het laatst te veel
gedronken?
Welke rol in welke film had
u willen spelen?
Van wie zou u een toegestoken hand
weigeren?
Wat vindt u opwindend?
Vindt u zichzelf aantrekkelijk?
Wat is uw slechtste eigenschap?
Heeft u een euthanasieverklaring getekend?
Waar geeft u het meeste geld aan uit?
(Woning en auto buiten beschouwing
gelaten)
Heeft u wel eens een
belangrijke vriendschap verbroken?
Op welke terreinen heeft volgens u de
andere sekse het gemakkelijker?
Zijn er onderwerpen waarover tegen u geen
grappen gemaakt mogen worden?
Is seksualiteit belangrijk in het leven?
Welk tv-programma moet meteen van het
scherm worden gehaald?
Mogen partners geheimen
voor elkaar hebben?
Van welke beroemdheid greep de dood u
het meest aan?
Wat was de gelukkigste fase
van uw leven?
Welke dag zou u willen overdoen?
Wat is de karaktertrek waarvan u wilt dat
mensen zich u erom herinneren?
In welke andere periode had u graag
geleefd?
Wanneer was u voor het laatst verliefd?
Bent u trouw?
Bent u gelovig?
Wat zou u graag beter kunnen?
Wat mist u in het buitenland het
meest aan Nederland?
U mag vier mensen - onder wie ook
overleden personen - uitnodigen voor een
dinertje Wie kiest u?
Welke kus zou u willen overdoen?
Waar krijgt u kippenvel van?
Wie bewondert u?
Gaat u wel eens alleen uit?
Wat was uw slechtste beslissing?
Wat is in uw werk uw grootste frustratie?
Wat was uw angstigste moment?
Wanneer hebt u voor het laatst een leugen
(tje) gebruikt?
Wat is de grootste wetsovertreding die u
heeft begaan?
Denkt u te weten wat uw partner in u ziet?
Wanneer beschouwde u zichzelf
als volwassen?
8
<r*
De geïnterviewde gooit telkens een dobbelsteen
met twintig vlakken, om te bepalen welke vraag
hij (of zij) krijgt voorgelegd. Voor de eerste vraag
wordt gerekend vanaf nul. Bij de volgende
negen worpen wordt er doorgeteld, waarbij na
vraag 50 weer vraag 1 volgt. Komt iemand op
een vraag die hij al heeft beantwoord, dan moet
die worp over.
O