BIJVOEGSEL fchDl8blad ZATERDAG Ook hulpverlening een puinhoop '1\/T Chaos en verdriet in El Salvador ZATERDAG 20 JANUARI 2001 530 Zware aardbevingen in Midden-Amerika MEXICO 4 mei 1910 Costa Rica 700 doden 31 maart 1931 Managua ca. 1.000 doden 3 mei 1965 El Salvador 120 doden i' 23 december 1972 Nicaragua 10.000 doden anp afp 4 februari 1976 Guatemala 26.000 doden 19 september 1985 Mexico 5.000-35.000 doden 10 oktober 1986 El Salvador 1.400 doden 22 april 1991 Costa Rica - Panama ca. 100 doden Twaalf jaar burgeroorlog, een aardbeving en een orkaan in twintig jaar lijken genoeg dieptepunten voor een land. Maar de aardbeving van vorig weekeinde bracht El i Salvador nieuwe doden, vermisten en e' massagraven. Chaos en rouw in een land dat maar niet op adem kan komen. Een bemanningslid van een helikopter inspecteert een van de zwaarst getroffen gebieden, de westelijke satellietstad Santa Tecla. Vooral in de wijk Las Colinas waren de gevolgen van de ramp ver schrikkelijk; het gebied veranderde in een immense begraafplaats. Op de achtergrond het spoor dat de aardbeving door de bergketen Cordillera del Balsamo trok. foto reuters kimberlt white I an of vrouw?", vraagt I Wf I majoor Quintenilla Mi- ^L- w randa van het Salvado raanse leger aan een man die in één van de puinhopen het zoveelste lichaam heeft hel pen uitgraven. „Man", klinkt het vermoeid. Een hulpverlener in knalgeel pak holt, een schoen met zwarte sok in zijn hand. achter de brancard met de dode aan. Miranda zucht en heft zijn in bevuilde chirurgische handschoenen gestoken handen. „Hadden we maar geavanceerde apparatuur gehad om de slachtoffers op te sporen. Helaas, dit is een land van weinig middelen." In wat de wijk Las Colinas in Santa Tecla was, woont alleen nog de dood. Na de aard beving die huizen en mensen bedolf onder twee tot drie meter aarde van de bergketen Cordillera del Balsamo, rest een immense begraafplaats. Hoeveel lichamen er nog on der het puin liggen? Niemand die het weet. Over het dodental zijn geen twee instanties het met elkaar eens. Het Nationale Noodco- mité COEN heeft zichzelf tot officiële cijferle- verancier verklaard en de nationale politie verboden nog langer op eigen houtje aantal len te noemen. De cijfers van COEN zijn doorgaans lager dan die van andere instan ties, ongelooflijk laag soms. Toen het Rode Kruis 1.200 vermisten opgaf, hield COEN het nog stug op 12. Tijd is de grote vijand voor de gravers in Las Colinas. Hoe langer het duurt voor de ontbindende lichamen worden weggehaald, hoe groter de kans op epidemieën en hoe kleiner de kans op identificatie. Uit angst voor verspreiding van ziektes is het rampge bied afgesloten en mogen alleen overleven den die bezittingen of familie onder het puin vermoeden, naar binnen. Ook wordt ge vreesd voor meer bevingen en aardverschui vingen; de bergrug vertoont grote scheuren en de kans bestaat dat een reservoir met tienduizenden liters water het bij een nieuwe beving zal begeven. Emoties Van veraf lijkt Las Colinas op een maanland schap waar mannen en graafmachines als mieren over de heuvels kruipen. Dichtbij is de tragedie in zijn werkelijke omvang voel en zichtbaar. „Goddank, goddank", zegt tus sen haar tranen door steeds weer de vrouw aan wier voeten vier lichamen in zwarte, dunne vuilniszakken liggen. Het zijn haar dochter en drie kleinkinderen. Zij heeft in ie der geval zekerheid over wat er met haar fa milie is gebeurd. Achter haar rug graaft een team alweer een ander lichaam op. Kracht en monnikenwerk tegelijk. Met pikhouwe len, hamers en schoppen moeten ze soms urenlang de brokstukken van de huizen te lijf voor die een slachtoffer prijsgeven. De inzet van graafmachines heeft tot ge volg dat soms alleen delen van lichamen bo ven de aarde komen. Majoor Miranda, ver antwoordelijk voor de logistiek, begrijpt de woede die nabestaanden over het grove werk voelen, maar wijst ter verdediging op de noodzaak om de lichamen zo snel mogelijk te bergen. Tot in het slachthuis van Santa Tecla liggen lijken, er zijn niet genoeg koel- mogelijkheden en daarom werden massa graven gemaakt. „Als we dit gebied zonder machines moeten afgraven, zijn we maan den en maanden bezig. Maar een massagraf is emotioneel moeilijk, zeker in een religieus land als dit, waar een begrafenis veel cere monie heeft." Overal liggen bewijzen van het bestaan van mensen die wellicht nooit meer gevon den worden. Een foto van een lachende man in een keuken, een huiswerkschriftje, reke ningen en brieven. Uit de aarde steken kle ren, tassen, een half fornuis, het hoofd van een pop. In een trieste processie komen en gaan hulpverleners met brancards en doods Overal in Las Colinas liggen trieste bewijzen van het leed. Uit de aarde steken kleren, tassen, een half fornuis, het hoofd van een pop. foto epa joroe uzon SIMONE VAN DRIEL Zoeken naar slachtoffers in El Salvador. kisten. Las Colinas is door het grote aantal dodelijke slachtoffers, vermisten en mensen die hun huis kwijt raakten, als vanzelf sym bool voor de aardbeving geworden. Er zijn weinig plaatsen in El Salvador die niet op een of andere manier werden getroffen. In het land werden bijna 700 doden geteld. In de zuidelijke kustprovincie Usulutan, dat een paar jaar geleden ook de orkaan Mitch over zich heen kreeg, zijn complete dorpen verwoest. Een kleine 46.000 mensen werden geëvacueerd, 67.000 huizen zijn vernield of beschadigd. De slachtoffers in afgelegen gebieden heb ben tot nu toe weinig of geen hulp gekregen. Maar niet alleen verwoeste bruggen en we gen en een tekort aan transportmiddelen zijn daarvan de oorzaak „Het komt omdat veel gemeentebesturen in handen zijn van het FMLN", is de stellige overtuiging van on derzoeker Juan Francisco Serarols van de hulporganisatie Fundasal. Het FMLN was tot 1991 de linkse verzets beweging die twaalf jaar burgeroorlog met leger en rechtse milities heeft uitgevochten. „In Las Colinas woonden mensen uit de middenklasse en het is voor het eerst in de geschiedenis van El Salvador dat ook die is getroffen. In Usulutan wonen vooral arme boeren, voor wie de regering (van de rechtse Arena-partij, red.) nooit interesse heeft. Maar het zijn juist arme mensen die bij rampen het hardst worden getroffen. Hun huizen zijn van hout en aarde en begeven het snel. Ze eten wat hun stukje land opbrengt en werken als dagloners. Zij hebben geen enke le reserve." Geconfronteerd met de aanhoudende be richten dat veel getroffen gebieden nog het eerste hulppakket moeten ontvangen, zegt de regering standaard dat veel dorpen moei lijk bereikbaar zijn en dat de bevolking zich de omvang van de ramp goed moet realise ren. Die boodschap is wellicht beter besteed aan het Salvadoraans parlement dat, alsof er geen noodtoestand heerst, de afgelopen da gen eindeloos discussieerde over de begro tingvoor 2001. Burgemeester Oscar Ortez van Santa Tecla is verbijsterd dat de geachte afgevaardigden cijferspelletjes spelen terwijl alleen al in 'zijn' sportcomplex Cafetalan 7.000 slachtoffers uit Las Colinas en aangrenzende wijken op hulp en huisvesting wachten. „Waar gaat het over?", zegt de ex-commandant van het FMLN met ingehouden woede. „Ik denk dat er wel belangrijker dingen zijn waar over ge praat moet worden. Tot nu toe is tachtig procent van de hulpgoederen uit Santa Tecla zelf gekomen. Hopelijk krijgen we snel inter nationale hulp." Opvang „Een dak, ik wil een dak." In het opvang kamp Cafetalan heeft Jeremiaz Guzman met zijn 1-jarig zoontje Kevin beschutting ge zocht in de schaduw van een gloednieuwe en lege tent, een donatie van China. Om re denen die hij niet begrijpt, heeft hij nog niet eens een zeil gekregen om met wat stokken een onderkomen te fabriceren. „Alleen dat is van mij", wijst hij op een deken,'een doos met wat spullen en het vuile matrasje waar op hij zit. Het huis van Guzman, net aan de grens met Las Colinas, ligt in puin. Maar 'goddank' heeft hij zijn vrouw en kind nog. Anders dan zijn baas, die in Las Colinas woonde. „Urenlang hebben we gegraven op zoek naar zijn vrouw en drie kinderen. We hebben één kind levend gevonden." In het kamp strekt zich rij na rij een zee van tentjes uit, gefabriceerd uit zeil en la kens, takken en bamboestokken, touwtjes en stroken plastic en alles wat zich verder maar aan elkaar laat binden. Hele families delen een paar vierkante meter. Aan de randen van het kamp staan wc's, maar het zijn er vol gens hulpverleners - doodsbang voor het uit breken van epidemieën - nog steeds veel te weinig. „We kunnen iedereen alleen maar op het hart drukken de toiletten schoon te hou den." Mensen moeten lang in de rij staan voor eten, maar het is er tenminste, vindt Guz man. „Water is er ook. Ik vind dat we genoeg hulp krijgen. Ik hoor mensen overal om meer wagen maar ja, het is wel crisis." Bur gemeester Ortez maakt zich zorgen. De le- gerkeuken die de Mexicaanse regering heeft gestuurd en zich een slag in de rondte heeft gekookt, is over enkele dagen door alle voor raden heen. Veel mensen slapen op een zeil tje, bij gebrek aan matrassen. Het Salvadoraans leger en Médicins sans Frontières hebben medische posten in het kamp opgezet, waarvan een zich bezighoudt met de psychische klappen die de slachtof fers hebben opgelopen en waar tot laat in de avond mensen hulp komen wagen. Voor de tweeduizend kinderen in het kamp wordt poppenkast en ander vertier georganiseerd. „Voor een eerste opvangkamp ziet het er best goed uit", zegt Anton Coolen, vertegen woordiger van de Nederlandse hulporgani satie Cordaid (Memisa, Mensen in Nood en Bilance) na een rondgang. .Alleen zou ik niet tegen de mensen zeggen: ga lekker on der je zeil zitten. Ze moeten betrokken wor den bij het leefbaar maken van zo'n kamp. Er zijn bij voorbeeld een heleboel toiletten, maar als je geen groepen hebt die die schoonmaken, ontstaan er binnen de kortste keren problemen." Cordaid heeft inmiddels een miljoen gul den gereserveerd voor (nood)hulp, die \ia partnerorganisaties in El Salvador worden besteed. Een ervan is Fundasal, dat sinds ruim dertig jaar in arme wijken en dorpen huizen (her)bouwt en basisvoorzieningen in stalleert. De aandacht van Fundasal richt zich on der meer op getroffen inwoners van het his torisch centrum van Santa Tecla, waar veel oude huizen en mesones, een soort woonka zernes, het geheel of gedeeltelijk hebben be geven. Veel mensen bivakkeren op straat, voor hun vernielde huis, zoals Maria Turcios. Twee bedden en een stapelbed heeft haar fa milie (achttien mannen, wouwen en kinde ren) naar buiten gesleept en op het terrein aan de overkant van de straat gezet. Aan de zijkant staat, uit andere tijden, een tent van circus Majestic „We hebben nog helemaal niemand van welke instantie dan ook ge zien", zegt ze. „Er is wel water en wat eten. maar daar houdt het mee op. We hebben geen tijd om te rusten, de hele dag zijn we in de weer met kleren en eten halen. Nee. naar het opvangkamp wil ze niet. „Hier is mijn huis toch?" Verderop zit Maria Aguiluz onder een tent zeil op een stoffige bank met groene bloeme tjes. Er staat een tv en die doet het. met afge tapte stroom, giechelt dochter Blanca. Maria is de schok van de aardbeving nog niet te bo ven. „Ik slaap niet", zegt ze en legt een hand op haar hart. „Ik ben bang voor meer bevin gen." Haar kleinkinderen zijn ook van slag. „Ze zijn erg stil." Van hulp hebben ze nog weinig gemerkt. „Alleen eten, van de kerk ge loof ik. Komt u hulp geven?" Alle bezittingen passen in één doos, alleen de bank hebben ze uit hun huis kunnen halen. Kritiek Hoewel de Salvadoranen urgentere dingen aan hun hoofd hebben dan uit te pluizen of het behalve een natuurramp ook iemands schuld is dat Las Colinas is weggevaagd, wordt die waag door velen opgeworpen en met ja beantwoord. „Dit is niet de tijd om het uit te zoeken, maar ik heb er geen enkele twijfel over dat de gevolgen van de aardbe ving zijn verergerd door de steeds verder gaande huizenbouw in de Cordillera del Bal samo". zegt burgemeester Ortez. Op een muur in het zwaar beschadigde stadhuis van Santa Tecla prijkt een sticker met de tekst 'Wij beschermen en verdedigen onze Cordil lera del Balsamo. Gemeente Santa Tecla'. Al jaren vechten milieu-organisaties, in woners van Santa Tecla en de gemeente te gen de verdergaande ontbossing en huizen bouw tot aan de voet van de bergketen, die zij als instabiel beschouwen. „Nu gebeurt wat we voorspelden", zegt voorzitter Angel Ibarra van milieu-organisatie Unes. Drie jaar geleden veroordeelde een rechter na een lange procedure de gemeente Santa Tecla tot een schadevergoeding van 4,5 miljoen dollar aan het bedrijf dat huizen wilde bouwen. Een ander bouwplan werd tot aan het Hooggerechtshof bevochten en verloren en is nu voorgelegd aan de Interamerikaanse commissie voor de mensenrechten in Was hington. Inwoners van Santa Tecla begrijpen niet dat de huizenbouw is goedgekeurd. „Maar er is zo veel dat ik niet begrijp", zegt Jeremiaz Guzman. „Zoals: waarom heb ik geen dak?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 49